Richt je oog op JezusDoor Phillip Nunn Bang? Gestrest? In de war? Word je geplaagd door twijfels, cynisme of een gevoel van zinloosheid? Moe? Verveeld? Vreugdeloos? Ontmoedigd? Richt je oog op Jezus! Wanneer Jezus Zijn missie verduidelijkt zegt Hij: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben” (Johannes 10: 10). Ervaar jij dat ook zo? Wanneer ik naar de christenen om me heen kijk en nadenk over mijn eigen ervaringen in de afgelopen jaren, is het duidelijk dat de “overvloed” die we als gelovigen dagelijks zouden moeten ervaren geen automatisme is. We hebben een heel stevig fundament en een mooie toekomst. Jezus legt uit: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven” (Johannes 5: 24). Wij zijn vergeven! We zijn veilig! Later voegt Jezus toe: “Ik [kom] terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben” (Johannes 14: 3). Op een dag zullen we samen met Hem in het huis van de Vader zijn! Voor altijd! Waarom worden we dan soms overweldigd door negatieve gedachten en gevoelens, terwijl we dit geweldige nieuws hebben? Laten we eens kijken naar de volgende drie Bijbels metaforen. Water drinken – Zoeken naar betekenis: als mens willen we graag van betekenis zijn. De apostel Johannes vertelt ons het verhaal van een Samaritaanse vrouw die bij een bron Jezus ontmoet. Ze had water nodig. Daarom kwam ze regelmatig bij die bron. Tijdens het gesprek vertelt Jezus haar dat Hij haar “levend water” kan geven, en “wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven”. De vrouw concludeert dat wanneer ze wat van dit water zou krijgen, ze zelfvoorzienend zou zijn en nooit meer terug zou hoeven keren naar de bron (Johannes 4:10-15). Maar dat zag ze verkeerd. Jezus Zelf was de Bron die ze zo hard nodig had. Om haar leven betekenis te geven en om haar dorstige ziel te drinken te geven, moest ze Jezus niet alleen ontmoeten, maar Hem ook volgen. Het is één ding om de bron te vinden, maar je moet ook dagelijks van zijn levende water drinken. Beiden zijn nodig. Dragen van lasten – Vrede ervaren: de Heer Jezus maakt een vergelijkbaar punt wanneer Hij de menigte onderwijst. Hij zegt: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven”. Wanneer we ons leven aan Jezus geven, zijn onze zonden vergeven. Onze last van zonde en schuld wordt van ons afgenomen. Hij geeft onze ziel rust. Maar na onze bekering blijven sommige lasten aanwezig en worden er na verloop van tijd zelfs nieuwe toegevoegd. Sommige lasten zijn onnodig of zondig en deze lasten moeten we afleggen (Hebreeën 12: 1). Andere lasten horen nou eenmaal bij het leven, zoals het hebben van een familie, voor elkaar zorgen, je werk doen en het dienen van de Heer op wat voor manier dan ook (2 Korinthe 11: 27-28). Zij die deze “rust” ontvangen hebben, kunnen nog steeds gestrest, verward, moe en gedemotiveerd raken en soms krijgen ze zelfs een burn-out. Soms dragen we goede lasten met ons mee die bedoeld waren voor iemand anders. Soms houden we langer vast aan de ons door God gegeven lasten dan Zijn bedoeling was. Vaak is de wortel van het probleem dat we onze lasten alleen willen dragen. Dat is waarom Jezus verder gaat met zijn uitleg: “Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel” (Mattheüs 11: 28-29). Wanneer we tot bekering komen ontvangen we rust, maar we mogen ook iedere dag opnieuw rust vinden door bewust onze lasten met Hem te dragen. Beiden zijn noodzakelijk. De wedloop lopen – Gemotiveerd blijven: we kunnen ons leven als christen ook zien als het lopen van een marathon. De focus ligt niet op het sneller lopen dan anderen, maar op het uitlopen van de wedstrijd. Onnodig gewicht is een energievreter en zal ervoor zorgen dat we langzamer gaan lopen. “Laten ook wij, nu wij door zo’n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt”. Soms moeten we ervoor kiezen om dingen te vermijden of met dingen te stoppen. Niet omdat ze zondig zijn, maar omdat ze een last voor ons zijn geworden. Ze nemen teveel van onze tijd en energie in beslag. We worden aangemoedigd om “met volharding de wedloop (te) lopen die voor ons ligt”. De Heer zelf heeft deze wedloop voor ons uitgestippeld, waarbij Hij ook goede werken voor ons heeft voorbereid (Efeze 2: 10). Wanneer we buiten “de wedloop lopen die voor ons ligt” kan dat veel makkelijker, korter en leuker aanvoelen, maar het is verspilde tijd. Het kan zelfs verkeerd of beschadigend zijn. We zullen er uiteindelijk spijt van krijgen. En hoe moeten we deze levens-marathon lopen? Kijk niet naar de bochten en heuvels die voor je liggen. Ook niet naar het weer, de toeschouwers of je mede-renners. We moeten “het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof” (Hebreeën 12: 1-2). Iedere christen heeft oprechte zorgen en die moeten niet genegeerd worden. Maar onze natuurlijke reactie is om ons oog te richten op die zorgen, in plaats van op Jezus. Afhankelijk van ons temperament, onze opvoeding, geloofsachtergrond, levenservaring, angsten en verlangens kan ons hart afgeleid of in beslag genomen worden door één van de vele alternatieven. En in het slechtste geval raakt het daar zelfs verslaafd aan. Als je goed wilt lopen, met uithoudingsvermogen, zonder vermoeid te raken of de moed te verliezen, moet je…
De Heer zegt tegen ieder van ons dat we “meer dan overwinnaars [zijn] door Hem Die ons heeft liefgehad” (Romeinen 8: 37). En toch weet Hij ook dat het leven in een gebroken wereld moeilijk kan zijn. Hij herinnerde Zijn discipelen eraan: “In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen” (Johannes 16: 33). Wanneer we ons oog op Jezus richten, richten we onze blik op de Overwinnaar! Waarom moeten we ons oog richten op Jezus? Omdat Hij het centrum is van alles. Wanneer we ons oog richten op Hem, helpt ons dat om al het andere in perspectief te zien: “Want door Hem [Jezus Christus] zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem” (Kolossenzen 1: 16-17). Hij is het duidelijk waard! Ten tweede moeten we ons oog richten op Jezus omdat Zijn voorbeeld ons zal inspireren: “Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. Want let toch scherp op Hem Die zo’n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen” (Hebreeën 12: 2-3). En hier zien we nog een derde goede reden: het zal ervoor zorgen dat we niet langer verzwakken en de moed verliezen! Wanneer je op regelmatige basis je oog op Jezus richt, zullen je een aantal veranderingen gaan opvallen in de manier waarop je leeft…
Hoe richt je je oog op Jezus? Het houdt in dat je bewust de ‘ogen van je hart’ en ziel op Jezus richt. Herinner jezelf eraan Wie Hij is, wat Hij gezegd heeft en wat Hij gedaan heeft, nog steeds doet en beloofd heeft dat Hij zal doen. Op een eerder moment in de Hebreeënbrief (3: 1) lezen we: “let op…Jezus”, wat ook vertaald wordt met “richt uw ogen daarom op Jezus” (GNB). Christenen kunnen dit samen doen, bijvoorbeeld tijdens het vieren van het Avondmaal (Lukas 22: 19). Maar we mogen ook leren om dit alleen te doen, wanneer we wat tijd vrijmaken in onze agenda om ons thuis, op het werk of onderweg te richten op onze Heer en Redder. Wanneer we Hem danken en aanbidden, wanneer we onszelf eraan herinneren dat Hij de Heer en Koning is van onze levens (en daarom ook autoriteit over ons heeft), wanneer we ons er bewust van worden dat Hij nu bij ons is, dat Hij het fijn vindt om bij ons te zijn, dat Hij Zich verheugt in wie wij zijn, dat Hij een plaats voor ons aan het voorbereiden is en spoedig terug zal komen… dan worden onze harten warm en de situatie of taak die voor ons ligt zal er anders uit gaan zien. We krijgen perspectief. Ons leven en onze keuzes krijgen betekenis. We beginnen ons leven te zien zoals Hij dat ziet. Hoe kunnen we dit praktisch ervaren? Misschien ben je het er wel mee eens dat dit allemaal waar is, maar voelt het ver weg van wat jij in het dagelijks leven ervaart. Dat heb ik ook weleens. Zo af en toe merk ik dat ik Hem vertrouw, maar dat mijn hart en ziel koud of niet verbonden voelen. Hoe kunnen we de waarheid vanuit ons hoofd naar ons hart krijgen? Misschien is het goed om te beginnen met het erkennen van het probleem. Zonder die erkenning lopen we het risico dat we meer en meer religieus worden. Of we worden cynisch. Waarom zouden we niet open zijn richting de Heer en Hem alles vertellen over onze verdrietige gedachten? De discipelen vroegen de Heer om geloof. Wij vragen de Heer vaak om de ‘ogen van onze geest te openen’ zodat we Gods Woord kunnen begrijpen. Waarom vragen we de Heer niet om ‘de ogen van ons hart’ te openen, zodat we meer kunnen genieten van Zijn aanwezigheid en Zijn waarheid? Door de jaren heen heb ik de kracht ontdekt van het effect dat goede christelijke liederen kunnen hebben op de staat van mijn ziel. In tijden van geestelijke droogte luister ik naar twee of meer van deze liederen tijdens mijn stille tijd in de ochtend. Ik vind ze op YouTube en speel ze af op mijn telefoon. Hier zijn een aantal van de liederen die de Heer vaak gebruikt heeft om mij te bemoedigen. Misschien gebruikt de Heer één van deze liederen ook om jou te helpen je blik af te wenden van de uitdagingen die voor je liggen en in plaats daarvan te vestigen op Jezus.
Conclusie Wanneer we ons bekeren en ons leven overgeven aan de Heer Jezus, worden we opnieuw geboren. We vinden de Bron van levend water, onze ziel vindt rust en we beginnen aan de christelijke wedloop. Ons christelijke leven begint. Wanneer we daar iets van willen maken, wanneer we alles uit dit nieuwe leven willen halen, zullen we snel ontdekken dat we (a) dagelijks moeten drinken uit die bron, (b) moeten leren om Zijn juk op ons te nemen en onze lasten met Hem delen en (c) om “met volharding de wedloop [te] lopen, die vóór ons ligt”, we onze ogen op Jezus gericht moeten houden. Zonder deze dagelijkse discipline zullen we dorstig, uitgeput en gedemotiveerd raken. De Heer Jezus verheugt Zich in de ontmoeting met Zijn volk. Dat weet je. Maar wat je wellicht zal verbazen is dat Hij zich erin verheugt om jou te ontmoeten! Ja, jou! Wat houdt je nog tegen? Philip Nunn Eindhoven, Nederland Mei 2022 Vertaler: Moniek Venhuizen Bron: www.philipnunn.com Tenzij anders vermeld is voor deze vertaling gebruik gemaakt van de HSV vertaling Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.
0 Comments
geloven in de maagdelijke geboorte - deel 2Voor deel 1 klik hier Een geloofsverdediging tegen de verwerping van de maagdelijke geboorte door Peter Overduin (Stichting ‘Way of Grace’) Door Jildert de Boer Inleiding We willen in dit tweede artikel over dit onderwerp voornamelijk de blog van Peter Overduin onder de titel ‘Is Jezus uit een maagd geboren?’ op https://wayofgrace.nl/maagdelijke-geboorte/ bespreken. Dat laatste artikel verwijst aan het eind naar de drie toespraken van ds. Meenderink, voorganger van de Kerk van de Nazarener te Vlaardingen. Zowel door Meenderink als door Overduin, leider van Stichting Way of Grace te Capelle aan de IJssel, wordt de ‘maagdelijke geboorte’ van Jezus ontkend. In het eerste artikel kwamen de opvattingen van ds. Meenderink aan de orde, in dit tweede artikel belichten we de kijk van Peter Overduin op de zogenoemde ‘maagdelijke geboorte’ (beter: maagdelijke verwekking). Via de blogs op zijn website en facebookberichten timmert Peter Overduin flink aan de ‘christelijke weg’ en voor zijn inspiratiedagen in zijn woonplaats en op verzoek elders worden mensen uitgenodigd deze te bezoeken en kennis te nemen van zijn visie en gedachtegoed. Uitdrukkelijk willen we vermelden dat onze kritische benadering niet een spelen op de ‘man’ is, dat wil zeggen: om de persoon van Peter Overduin’ te tackelen, maar op de ‘bal’, dat is: op de zaak zelf, op de inhoud van wat hij leert. We zullen zien of dat de toetsing aan de Bijbel kan doorstaan. Wat Peter Overduin van ‘Way of Grace’ poneert over de maagdelijke geboorte Volgens Peter Overduin - afkomstig uit een orthodox voorgeslacht van predikanten - heeft de christelijke kerk Jezus van Nazareth op een voetstuk geplaatst. Zolang we dat blijven doen, stelt hij, blijven we zelf beneden staan. Hij verklaart zich als volgt nader: “Het is niet mijn bedoeling om Jezus van zijn voetstuk te halen, maar wel om de mens naast Jezus op hetzelfde voetstuk te plaatsen. Alles wat ik hierna zal bespreken is dan ook bedoeld om de wezenlijke gelijkheid tussen Jezus van Nazareth en alle andere mensen te bevestigen. Ik zie Jezus overigens nog steeds als een mens van goddelijke komaf, maar hetzelfde geldt voor ieder ander mens. Ieder mens is door Gods Geest verwekt.” Hij gaat verder: “God bedient zich niet van magische wonderen om zijn Masterplan tot voltooiing te brengen. Als dat zo zou zijn, had God wel wat meer haast kunnen maken met het reddingsplan.” En dan klip en klaar: “Het dogma dat Jezus uit de maagd Maria geboren is, hetgeen een magisch wonder zou zijn geweest, moeten we dan ook afwijzen.” Vervolgens schept hij een tegenstelling tussen aan de ene kant de aan Maria verschenen engel met de aankondiging van de Zoon van God, dat door de heilige Geest in haar verwekt zou worden (Luk. 1: 26-35) en aan de andere kant het verhaal van de twaalfjarige Jezus, waarbij Jezus na hun zoeken naar Hem zonneklaar aangeeft en vroeg: wisten jullie niet dat ik bezig moest zijn met de dingen van Zijn Vader, en zij (Jozef en Maria) het woord niet begrepen, dat Hij tot hen sprak (Luk. 2: 48-50). Hij concludeert dan: “Hier klopt iets niet. Er moet hier sprake zijn van een misvatting. Het kan zijn dat we het gedeelte over de maagdelijke geboorte te letterlijk lezen, doordat we geen rekening houden met het literaire genre waarvan de auteur zich heeft bediend. Een andere verklaring zou kunnen zijn, dat dit gedeelte later is ingevoegd om te benadrukken dat Jezus een heel bijzonder mens is geweest. De term ‘geboren uit een maagd’ werd in die tijd wel vaker gebruikt voor rabbi’s die een hoog aanzien genoten. Verder wordt er in Jesaja gesproken over een ‘jonge vrouw’ (Jes. 7: 14) en niet over een maagd. De tegenstanders van Jezus suggereren dat hij uit hoererij geboren zou zijn, hetgeen niet wordt weersproken door Jezus (Joh. 8: 41). Blijkbaar stond Jezus bekend als iemand die buiten het huwelijk verwekt was.” Hij gaat door: “Als de bovennatuurlijke verwekking van Jezus werkelijk zou hebben plaatsgevonden, dan had daar in de brieven van Paulus toch ook wel wat over gestaan… Zo schrijft Paulus in de brief aan de Romeinen dat Jezus naar het vlees geboren is uit het ZAAD (kapitaal door Overduin) van David (Rom. 1: 3). De genealogieën in Mattheüs en Lukas vertellen ons dat Jezus via Jozef in de mannelijke lijn afstamde van koning David.” Hij durft daarna te beweren: “Al met al, genoeg redenen om aan te nemen dat Jezus uit een natuurlijke vader en moeder is geboren. Jezus is niet als een heilige geboren. Hij moest ons mensen werkelijk in alles gelijk worden (Hebr. 2: 17). Hij heeft gehoorzaamheid moeten leren (Hebr. 5: 8) en Jezus moest zelf ook tot wedergeboorte komen (Matth. 19: 28). Jezus noemt zijn volgelingen zijn broers (Matth. 12: 50; Marc. 3: 34) en wordt door Paulus de eerstgeborene onder vele broederen genoemd (Rom. 8: 29). Daar bovenop zegt Overduin ook nog eens: “Als we ervan uit gaan dat Jezus een mens is geweest, zoals wij dan is Hij niet de Middelaar tussen God en mens geweest, zoals door de christelijke kerk eeuwenlang is voorgesteld…” En hij noteert dan: “De reden dat Paulus zo hoog opgeeft van Jezus heeft te maken met het feit dat Jezus, als mens van vlees en bloed, tot de verheerlijking van zijn lichaam is gekomen. Als Jezus, als mens daartoe in staat was, dan kunnen wij als mensen van vlees en bloed allemaal tot de verheerlijking van ons lichaam komen! Deze zienswijze sluit veel meer aan bij wat Paulus allemaal schrijft in zijn brieven.” Daarna zegt hij nog wel: “Hij (Jezus) heeft als eersteling de weg tot de Vader geopend (1 Kor. 15: 20; Hebr. 10: 20). Een weg die wij ook mogen en kunnen bewandelen.” Maar dan vervolgens weer: “Niet een weg die God vanwege onze zonden gesloten zou hebben, maar een weg die vanaf de eeuwen en alle geslachten verborgen was geweest (Kol. 1: 26-27). Jezus kwam om het mysterie ‘Christus in ons’ te openbaren, zodat we als mens bevrijd zouden worden van de slavernij, het juk van de zonde.” Hij beëindigt zijn artikel met: “Wij zijn net zo Christus, als Jezus van Nazareth. Hij is al tot een verheerlijkt lichaam gekomen. En ook wij kunnen deze weg bewandelen van de rechtvaardiging (onze wedergeboorte) naar de verheerlijking van ons fysieke lichaam.” Tot zover een weergave van de leringen van Peter Overduin op dit punt. Op- en aanmerkingen bij de visie van Peter Overduin De voortrekker van Way of Grace, Peter Overduin, stelt: “Ik zie Jezus overigens nog steeds als een mens van goddelijke komaf, maar hetzelfde geldt voor ieder ander mens. Ieder mens is door Gods Geest verwekt.” Dat laatste is er helemaal naast. Het klopt dat ook wij oorspronkelijk naar Gods beeld en gelijkenis geschapen zijn (Gen. 1: 26-27; Jak. 3: 9b). Paulus zegt tegen de mensen in Athene op de Areopagus: “Want wij zijn ook van Gods geslacht” (Hand. 17: 28). Maar het gaat hier om de natuurlijke verwekking, die bij Jezus werkelijk geheel anders was, dan die van ons, namelijk dat de heilige Geest over Maria is gekomen en dat de kracht van de Allerhoogste haar overschaduwd heeft en dat daarom Gods Zoon uit haar geboren is (Luk. 1: 35). Maria zei: “…laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord” (Luk. 1: 38). Maar dan deze zin: “hetzelfde geldt voor ieder ander mens. Ieder mens is door Gods Geest verwekt.” En daar gaat het mis. Natuurlijk is in algemene zin elk leven uit God, zoals in Gen. 2: 7 over de mens staat: “God blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.” Echter, als het gaat om onze natuurlijke verwekking is die beslist niet uit Gods Geest, maar zijn wij “uit bloed, uit de wil van het vlees en uit de wil van een man” als mens verwekt. Pas bij de wedergeboorte worden wij uit God geboren (Joh. 1: 12-13; 1 Joh. 5: 1). Dan geldt voor ons: “Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want Zijn zaad (Grieks: sperma) blijft in hem; en hij kan niet zondigen, omdat Hij uit God geboren is” (1 Joh. 3: 9). “…u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk zaad (zoals bij de natuurlijke geboorte, JdB), door het levende en blijvende Woord van God” (1 Petr. 1: 23). Peter Overduin noemt de geboorte van Jezus uit de maagd Maria “een magisch wonder” en dat moeten we krachtig afwijzen. Goddelijke wonderen, waar de Bijbel vol van is, kunnen en mogen we niet tot magie verklaren. Deze aperte ontkenning is een directe aanval op het Schriftgezag. Voor de volledigheid en de helderheid schrijven we de twee belangrijkste bijbelse getuigenissen van de maagdelijke geboorte helemaal uit:
Waar haal je als christen de euvele moed en de brutaliteit vandaan om deze goddelijke waarheid ‘gewoonweg’ te ontkennen? In wezen zeg je daarmee dat de engel die afzonderlijk tegen Jozef en tegen Maria sprak in de twee geciteerde verzen over de ‘maagdelijke geboorte’ in beide gevallen gelogen heeft! Alsof een engel zich van een leugenachtig ‘literair genre’ bedient. En dan komt Overduin met het maken van een valse tegenstelling tussen de beschrijving van de ‘maagdelijke geboorte’ en het verhaal van ‘de twaalfjarige Jezus in de tempel’ op dezelfde manier die we al bij ds. Ed Meenderink hebben gezien. Het valt hem op dat genoemde geschiedenis spreekt van “uw vader (Jozef) en ik” (Maria). (Het verkeerd invullen van deze aanhaling hebben we in het eerste artikel afdoende weerlegd, JdB). Naar aanleiding van Joh. 8: 41 zegt Overduin dat Jezus blijkbaar bekend stond als iemand die buiten het huwelijk (uit hoererij?) verwekt was… Ja, inderdaad, maar ondertussen wil Overduin niet het wonder geloven en erkennen van de ‘maagdelijke geboorte’, zoals de Bijbel ons onomwonden toont. Wat lezen we in het tekstverband? “Jezus zei tot hen (de Joden): Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden” (Joh. 8: 42). Jezus was van goddelijke komaf en van Godswege gezonden, maar Overduin redeneert met zijn verstand de goddelijke verwekking van Jezus weg. Peter Overduin beweert verder dat in Jes. 7: 14 niet over een maagd, maar over een jonge vrouw wordt gesproken. Wel, het Hebreeuwse woord almah kan zowel door jonge vrouw als door maagd vertaald worden, zoals de Studiebijbel zegt en zoals eveneens blijkt uit de Strongcodering 05959 (maagd of jonkvrouw). Dan hebben we bovendien te maken met de aanhaling van Jes. 7: 14 in Matth. 1: 23: “Zie de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de naam Immanuël geven; vertaald betekent dat: God met ons” (vergelijk Luk. 1: 27). In het Grieks staat daar parthenos. Datzelfde woord wordt ook gebruikt in de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, in Jes. 7: 14. Strongcodering 3933 zegt: een maagd, dat wil zeggen a. huwbaar meisje, b. een vrouw die nooit seksuele omgang met een man heeft gehad, c. iemands huwbare dochter. Overduin zegt dat de brieven van Paulus nergens wijzen op de maagdelijke geboorte. Toch wordt daar wel indirect over gesproken in Gal. 4: 4-5: “Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen die onder de wet waren vrij te kopen, opdat wij de aanneming (adoptie) tot kinderen (huioi= zonen) zouden ontvangen.” De voorman van Stichting Way of Grace komt zelf met Rom. 1: 3 dat Jezus naar het vlees geboren is uit het zaad van David. Dat klopt natuurlijk, want Jezus is naar het vlees uit Maria en de Zoon des mensen. Maar deze tekst die Overduin aanhaalt, is niet ‘los verkrijgbaar’, want ogenblikkelijk heeft Paulus heeft over Wie de Zoon is naar de geest: “Naar de geest der heiligheid door de opstanding uit de doden verklaard (bewezen) te zijn Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here” (Rom. 1: 4). Hier staat dat Hij beide is: de Mensenzoon en Gods Zoon. In het opstandingshoofdstuk lezen we: “De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede mens is de Heere uit de hemel” (1 Kor. 15: 47). Daarom zegt de Schrift ook: “U bent Mijn Zoon, Ik heb u heden verwekt” (Ps. 2: 7; Hand. 13: 33; Hebr. 1: 5; Hebr. 5: 5) en dat doelt op de verwekking van Jezus Christus van Godswege in Maria. Dan zegt hij ook nog: “Jezus is niet als heilige geboren.” De Bijbel spreekt anders, want Luk. 1: 35 spreekt over “het heilige dat verwekt is” en Hebr. 7: 2 6 zegt: “Immers, zulk en hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven.” Al gaat dit vooral over Jezus’ hemelse taak nu, dat slaat toch eveneens terug op Zijn leven op aarde. Dat laat onverlet dat Hij uit Maria geboren werd als mens en dat Hij de menselijke, eigen wil continu moest verloochenen, om altijd Gods wil, de wil van Zijn Vader, te doen (Joh. 5: 30; Joh. 6: 38). Overduin zegt ook: “Jezus moest zelf ook tot wedergeboorte komen” en hij verwijst daarbij naar Matth. 19: 28. Dat vers zegt: “En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de stammen van Israël zult oordelen.” Dit vers gaat niet over de individuele wedergeboorte nu, maar over de grote wedergeboorte van de aarde in de toekomst, waar Zijn discipelen mee zullen regeren en mee zullen oordelen. Jezus Zelf had geen wedergeboorte nodig. Hij heeft nooit een oud leven geleid en heeft nooit ergens vergeving voor hoeven vragen. Wel werd Hij in ALLE dingen op GELIJKE wijze als wij verzocht, maar zonder te zondigen (Hebr. 4: 15; vergelijk Rom. 8: 3). Dan stelt hij vervolgens: “Als we ervan uitgaan dat Jezus een mens is geweest, zoals wij, dan is Hij niet de Middelaar tussen God en mens geweest, zoals door de christelijke kerk eeuwenlang is voorgesteld…” Hoewel ik er een voorstander van ben, om nooit de traditionele leer klakkeloos te volgen, maar deze te blijven toetsen, zien we hier jammer genoeg dat bij Overduin geen enkel christelijk gedachtegoed veilig is, of hij meent het te moeten aantasten en tot nu toe volhardt hij stug in eigen gelijk door bijbelse bewijsteksten terzijde te schuiven. Wat hij hier beweert, is een overboord gooien van alle teksten die Jezus Christus als Middelaar weergeven, waarvan ik er enkele vermeld:
Ziet Peter Overduin Jezus nog wel in de eerste plaats als Verlosser en Zaligmaker? Jezus is inderdaad de eerste die als Voorloper (Hebr. 6: 20) de weg heeft ingewijd voor ons en dat heeft Hij niet slechts voor ons gedaan, maar ook ons voorgedaan als Voorbeeld, om in Zijn voetstappen te wandelen op de nieuwe en levende weg. Overduin is abuis dat God daarvóór in het oude verbond niet de weg heeft gesloten vanwege onze zonden. Dat bleek al meteen toen God de mens uit de hof van Eden verdreef en er cherubs (engelen) plaatste met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken (Gen. 3: 24). In Jesaja 59: 2 wordt de afstand tussen God en mensen (van nature) uitgelegd: “Maar uw ongerechtigheden maken scheiding tussen u en uw God, uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort.” Dat is de grote kloof tussen God en mensen sinds de val in zonde (Genesis 3). Daarom zet Hebr. 10: 19-22 uiteen dat, hoewel de weg van het Oude Verbond doodliep op het gesloten voorhangsel, Jezus voor ons de nieuwe en levende weg heeft gebaand door het voorhangsel heen, dat is Zijn vlees. Toen Jezus stierf scheurde immers het voorhangsel van boven naar beneden, dat wil zeggen: van God uit kwam de verlossing door het zenden van Zijn Zoon. Hij kwam met een oplossing ‘van boven’ voor ons zondeprobleem. Tenslotte reageren we op wat Overduin stelt in deze uitspraak: “Wij zijn net zo Christus als Jezus van Nazareth.” Met deze gewaagde uitspraak begeeft hij zich op glad ijs, want Christus blijft als Gezalfde (bijv. Jes. 61: 1; Luk. 4: 18; Hand. 4: 27; Hand. 10: 38), de eerste, de grootste en de hoogste, de unieke Zoon van God. Dat wij na onze wedergeboorte en doop in de Geest ook gezalfd zijn met de heilige Geest mag ten volle waar en realiteit zijn (2 Kor. 2: 21; 1 Joh. 2: 20,27). Daarom zijn wij gezalfden of ‘christussen’, zoals Obadja 21 ons ‘verlossers’ of ‘heilanden’ noemt in het meervoud en Rom. 8: 19 (NBG-vert.) zegt, dat geroepen zijn om zonen van God te worden naast de Zoon van God. Christus is met een beeld gesproken de ‘grootste cirkel’ en wij zijn in een bepaalde mate van de wasdom van de volheid van Christus (Ef. 4: 13) de ‘kleine cirkels’, die in de grote, gelijke vorm van Christus gaan passen. Dat is Christus in ons en wij in Christus door het geloof in Hem en door gehoorzaamheid aan Woord en Geest. Enkele andere niet onbelangrijke afwijkingen van de bijbelse leer bij Peter Overduin Peter Overduin is zeer actief met one-liners op Facebook en met blogs op zijn Way of Grace website. Velen slikken zijn stellingen als ‘zoete koek’ en beoordelen te weinig aan de hand van Gods Woord. In reacties op Facebook heb ik hier en daar gereageerd op zijn leringen met weinig succes voor wat betreft het ‘omturnen’ van de visie van Peter zelf. Een vorm van alverzoening Hij heeft veel meer afwijkende visies, zoals een vorm van alverzoening, waarbij hij het woordje ‘allen’ interpreteert als ‘alle mensen’, ook op Schriftplaatsen waar het woordje ‘allen’ in de bijbelse context slaat op ‘alle gelovigen’ en op ‘allen’ zonder onderscheid in plaats van ‘allen’ zonder uitzondering. Twee teksten worden door Overduin daarbij vaak gebruikt:
Het is uiterst belangrijk het woordje ‘allen’ niet zomaar toe te passen op alle mensen, maar de bijbelse context in ogenschouw te nemen. Dat is een grondregel bij het Bijbel lezen. Het gaat nooit buiten het geloof in Christus om! Jezus Christus is de weg om behouden te worden (Joh. 14: 6; Hand. 4: 12; 1 Tim. 2: 5; Hand. 17: 30-31). Voor veel meer wat de alverzoeningsleer betreft, zie het artikel van drs. Piet Guijt: https://www.stichtingpromise.com/alverzoening---een-geraffineerde-misleiding.html Is satan een projectie of de realiteit van een persoonlijke geestelijke macht? Een ander item is dat Overduin niet gelooft in satan als persoonlijke macht. Peter Overduin vindt in een blog op zijn website dat we daarmee af moeten rekenen. Hij meent dat satan geen gevallen engel is, die als een persoonlijke entiteit na zijn val een strijd tegen God en de volgelingen van Jezus zou zijn gaan voeren. Hij ziet de satan of de duivel of de boze als “een projectie van het verduisterde collectieve bewustzijn van de mens.” Hij stelt satan in wezen voor als niets anders dan een beeld van het vlees, het vleselijke denken, de oude mens. Het rijk der duisternis noemt hij “een negatief krachtenveld.” Lukas 11: 17-18 noemt bijvoorbeeld het koninkrijk van satan tegenover het Koninkrijk van God (Luk. 11: 20). Maar Overduin stelt: “Onze negatieve gedachten vormen ‘demonen’.” Ook hier komt Overduin met zijn ‘interne duiveltheorie’ in strijd met het Woord van God. Ik citeer een aantal Schriftplaatsen die dit afdoende aantonen, want de duivel is een persoonlijke, geestelijke macht:
Goddelijk gezag van de Bijbel wordt ondermijnd In correspondentie met Peter Overduin op Facebook is gebleken dat hij erg overtuigd is van zijn eigen visie en niet openstaat voor bijbelse argumenten. Dat vindt hij allemaal rationele dogma’s, maar het ontgaat hem dat hijzelf andere principes van het New Age-denken heeft omarmd. Op diverse punten heeft hij de goddelijke inspiratie en daarmee het goddelijk gezag van de Bijbel terzijde geschoven en daarom staat hij nauwelijks meer open voor correctie of bijstelling. Oproep aan Peter Overduin en zijn volgelingen, zoals o.a. Bas Buizer We hebben gemeend de leringen van Peter Overduin te toetsen aan Gods Woord en daarbij vooral zijn verwerping van de ‘maagdelijke geboorte’ uitvoerig aan de orde gesteld, zijn visie hieromtrent belicht en daarbij een bijbels onderbouwde weerlegging gegeven. In wezen heeft Peter Overduin een groot probleem met de goddelijke inspiratie van de Schriften (2 Tim. 3: 16-17; 2 Petr. 1: 20-21) en staat de Bijbelgetrouwheid bij hem op losse schroeven. Als de Bijbel niet meer ons ultieme referentiekader is, wat voor wijsheid zouden we dan hebben? We roepen Peter Overduin toe om terug te keren tot het volledig aanvaarden van Gods Woord, om binnen die veilige grenzen te blijven. We geloven dat Overduin ergens verlangt naar het leven in de Geest, zoals God bedoelt, maar de Geest kan nooit een tegenwind vormen met een ander geluid dan het Woord. Woord en Geest gaan samen als heilzame combinatie! We publiceren dit ook voor de mensen die momenteel gebiologeerd en betoverd worden door de op sommige onderdelen verleidelijke leer van Peter Overduin. Organisator van de inspiratiedagen die ‘Way of Grace’ maandelijks houdt, is Bas Buizer, een bekende broeder die voorheen in Kracht van Omhoog- en in Rafaël-kringen functioneerde, die ook geobsedeerd en gefixeerd is geraakt door de leringen van Peter Overduin. We wekken hem op en roepen hem op, om te stoppen met het bevorderen en aanmoedigen van de leer die hij nu steunt door Way of Grace te promoten op internet, via zijn eigen organisatie Entheos en op inspiratiedagen. Het is nodig te breken met een leer die helaas de ‘poten onder het christelijk geloof’ wegzaagt en daarom zijn wij uitvoerig het artikel van Peter Overduin ‘Is Jezus geboren uit een maagd?’ ingegaan. Daarnaast hebben we een vorm van alverzoening en het ontkennen van de duivel als persoonlijke macht aangetipt. Bij Bas Buizer proeven we wel een oprecht verlangen naar een leven in de Geest, maar met het vasthouden van genoemde, aantoonbaar onbijbelse leringen drijft ook hij gevaarlijk af van de Bijbel als Gods Woord. Tenslotte merken wij nog op dat Peter Overduin de boeken van de Rooms-Katholieke ‘New Age-‘christen’ Richard Rohr aan, die wij verwerpen, maar waar hij op voortborduurt. Zie hieromtrent: https://www.stichtingpromise.com/nieuwste-artikelen/new-age-in-de-christelijke-kerk-de-misleidende-theologie-van-richard-rohr Het voorleggen van het conceptartikel en de respons van Peter Overduin en Bas Buizer Ik heb dit artikel in concept toegestuurd aan Peter Overduin en Bas Buizer gestuurd, om hen de gelegenheid te geven om te reageren en zo alvorens tot publicatie over te gaan de zaak zuiver te houden. Zij stuurden mij een korte mail, waaruit ik de belangrijkste passage licht: “Wij focussen ons op de verkondiging van het evangelie van Christus, zoals we dit - mede door openbaring - hebben ontvangen. We laten ons daarbij niet afleiden door allerlei randzaken, zoals meningsverschillen over dogmatische kwesties.” Daaruit constateer ik dat zij niet inhoudelijk in willen gaan op hun problematische uitleg van meerdere bijbelse onderwerpen. Zij maken zich er gemakkelijk vanaf door te spreken van “randzaken en meningsverschillen over dogmatische kwesties,” alsof het onbelangrijke bijbelse leer is. Intussen gaan zij door op de weg waartoe zij naar verluidt “mede door openbaring” zich geroepen weten. Zij kegelen echter bijbelse standpunten omver die ontleend zijn aan het Woord der waarheid en de Geest der waarheid. Kortom: zij slaan mijn correctie en waarschuwing in de wind die ik met dit scherp en bewogen geschreven artikel als doel zag. Wij hebben gemeend ernstig te moeten waarschuwen voor deze van de Bijbel afwijkende leringen over de ‘maagdelijke geboorte’ van Jezus door middel van Maria. Een gewaarschuwd mens telt voor twee! https://www.verdiepingenaansporing.nl; https://www.hoger-op.nl; jadeboer@hetnet.nl N.B. Wie zich verder wil verdiepen in wat ik heb laten liggen, namelijk het hoe van de maagdelijke geboorte, die verwijs ik naar het uitvoerige artikel ‘De komst van Jezus Christus’ in Studieblad 66 van volle evangelievoorganger te Breda, Cees Visser: https://veg-immanuel-breda.nl/studiemateriaal/de-komst-van-jezus-christus/ Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. Recensie - 'Orgaandonatie een zaak van leven en dood' (Ruud van der Ven).Drs. Ruud van der Ven, redactie A. Nijburg en E. W. J. Maatkamp, Orgaandonatie een zaak van leven en dood, (Zelhem: Maatkamp, 2022) 515 pp. € 27,40, E-book: € 11,99. Met illustraties in kleur. Alarmerend De overrompelende vraag om orgaandonatie is wel de meest ongelukkige vraag op het meest ongelukkige moment (op de grijze grens van leven en dood) aan de meest ongelukkige familie. Voormalig huisarts, auteur en theoloog Ruud van der Ven vraagt zich af hoe wij na 100 of 200 jaar zullen terugkijken op dit tijdperk van transplantatiegeneeskunde: als een heroïsch tijdperk of als een zijweg van de geneeskunde die we uiteindelijk verlaten hebben? Dit uitgebreid gedocumenteerde boek schudt ons wakker, maar van der Vens oorspronkelijke studie, die ten grondslag ligt aan zijn boek, is nog wetenschappelijker en uitgebreider. Hij concludeert dat het publiek eenzijdig en verkeerd voorgelicht wordt, en zijn forse boek biedt niet alleen een noodzakelijk, maar ook een levensbelangrijk tegenwicht. Van der Ven begint zijn boek met een gefingeerd maar realistisch voorbeeld uit de wereld van de orgaandonatie, geënt op ware informatie van praktijkcasussen vol van dilemma’s. De schrijver verweert zich tegen de eenzijdige en veel te rooskleurige informatie ten aanzien van orgaandonaties, die onvolledig en soms onjuist is. Volgens de auteur wordt er veel te weinig gedaan om de donor te beschermen en vreest hij een verdere commercialisering van de orgaandonatie. De kosten hiervoor zijn gigantisch, terwijl lang niet alle patiënten in de wereld toegang hebben tot gezondheidszorg. De een zijn dood… Een patiënt die een orgaan nodig heeft, hoopt dat spoedig een donor overlijdt zodat hij zelf kan verder leven, hoewel hij nooit echt genezen zal zijn en dus een patiënt blijft wiens leven alleen maar gerekt is. De rest van zijn leven zal hij medicijnen moeten slikken, o.a. omdat zijn lichaam het vreemde orgaan blijft proberen af te stoten. Als een kerk orgaandonatie beschouwt als een teken van naastenliefde, is dat niet alleen manipulatief, maar ook discutabel. Is de donor zich wel bewust van het feit dat hij bij gebrek aan verdoving bij zijn donatie pijn lijdt en dat hij zijn leven inderdaad in eenzaamheid opoffert voor een ander? Commerciële belangen en belangen zoals status en eer van de chirurg spelen ook een grote rol. Een arts die organen uit de donor haalt, handelt dan niet naar de door hem afgelegde eed van Hippocrates: geen kwaad doen aan de patiënt. De apneutest (dat is een medisch onderzoek om te kijken of een beademde patiënt nog spontane ademhalingsactiviteit vertoont) bijvoorbeeld is heel schadelijk voor een patiënt en het uitnemen van een hart voor transplantatie is voor de donor uiteindelijk dodelijk! Hersendood De traditionele eigenschappen (zoals geen hartslag, geen ademhaling, geen pupilreflex, voelt koud aan, lijkstijfheid, lijkvlekken, enz.) van een overleden persoon zijn vervangen door een nieuw doodscriterium: de hersendood. De auteur verwerpt dit criterium met klem en onderbouwt zijn mening met een lawine aan medische feiten, die voor niet-medisch onderlegden niet altijd te volgen zijn. Het moet wel tot nadenken stemmen dat medische deskundigen het onderling lang niet eens zijn in het beantwoorden van de cruciale vraag wanneer iemand precies echt dood is. Er blijken maar liefst meer dan veertig verschillende hersendoodcriteria te worden gehanteerd! Sterven is een fluïde proces. Er zijn levende spiercellen gevonden in lijken die al 2,5 weken dood waren. Hoe bestaat het dat een zwanger lijk wel een levend kind kan voortbrengen? Hersendoden kunnen wel waarnemen, maar niet communiceren en blijken na dagen weer tot leven te kunnen komen. Mensen met een hulpmiddel als een pacemaker, dialyse- en beademingsapparaat, kunsthart, enz. zijn ook nog steeds levende mensen, net zo goed als slapende mensen en mensen zonder hersenfunctie. Bovendien zijn mensen reanimeerbaar. Alleen een levend persoon kan beademd worden, een stoffelijk overschot niet. Een stoffelijk overschot dat wordt beademd, wordt opgeblazen! De heftige reacties van zogenaamd dode patiënten bij de uitname van hun organen zijn analoog aan de heftige reacties van embryo’s bij abortus provocatus en wijzen erop dat het tenminste waarschijnlijk is dat de ‘hersendoden’ iets kunnen waarnemen. We kunnen hersendood beter hersenfalen noemen. Mensbeeld Een orgaandonor wordt gereduceerd tot een beademd stoffelijk overschot en een reserveonderdelendepot. Zo is er sprake van een materialistisch, reductionistisch mensbeeld: een lichaam bevat allerlei reserveonderdelen voor de recycling. Niet voor niets wordt familieleden van een orgaandonor sterk afgeraden om hun dode nog een keer te zien… Indrukwekkend is de beschrijving van de uiterst complexe levende cel. Geniaal! Wat een bewonderenswaardig groot geloof moet iemand hebben om vol te houden dat dit gewoon spontaan en vanzelf ontstaan is. Veelzijdig Het boek is vanuit de donor, de familie van de donor, de ic-verpleegkundigen en ic-artsen (die vaak zelf geen donor willen zijn…) geschreven. Ook schenkt de auteur aandacht aan alternatieven voor orgaandonatie, zoals een kunsthart, een steunhart, kunstalvleesklier (deze kunstorganen worden niet afgestoten) en de inzet van stamcellen. Conclusie Kortom, dit degelijke en voorwaar levensbelangrijke boek met onthutsende feiten is een must ter heroverweging voor alle voorstanders die zich al als donor hebben aangemeld, zoals D66, met als boegbeeld Pia Dijkstra. Maar ook de twijfelaars en onverschilligen ten aanzien van orgaandonatie doen er verstandig aan om tijdig kennis te nemen van de in dit boek opgesomde consequenties. In de 2e druk en in het E-book zijn wat oneffenheden gladgestreken. Kortom, lees dit boek vóórdat je actief of passief een orgaandonor blijkt te zijn… drs. W.J.A. Pijnacker Hordijk Mei 2022 Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. Geloven in de maagdelijke geboorte - deel 1Een geloofsverdediging tegen de verwerping van de maagdelijke geboorte door ds. Ed Meenderink (Kerk van de Nazarener) Door Jildert de Boer Inleiding Onlangs luisterde ik naar drie podcast opnamen van ds. Ed Meenderink, voorganger van de Kerk van de Nazarener te Vlaardingen, over ‘Jezus, de eerstgeborene - het ware verhaal’ uit januari 2020, waarvan ik hier de links vermeld: Deel 1 : https://www.youtube.com/watch?v=wZDs6u6CRb8 Deel 2: https://www.youtube.com/watch?v=EOEFw61OY8c Deel 3: https://www.youtube.com/watch?v=3D7AY9_9BK8 Wij willen niet alleen voor ds. Ed Meenderink, maar vooral ook voor de mensen om deze geestelijk leider heen zijn leer over de ‘maagdelijke geboorte’ bespreken. Dat gebeurt niet om hem persoonlijk aan te vallen of op voorhand te veroordelen, maar door zakelijk-inhoudelijk op een aantal elementen die hij verkondigt te wijzen op basis van bijbelse argumenten. Daarbij tekenen we aan dat de term ‘maagdelijke geboorte’ wat ongelukkig is en beter ‘maagdelijke verwekking’ of ‘maagdelijke bevruchting’ zou kunnen luiden. Hoewel de broeder het mogelijk goed bedoelt en in zekere zin terecht wijst op een star dogmatisme en een traditionele religieuze instelling, onderkennen wij hier helaas een geraffineerde aanval op het gezag van de Bijbel. Een openbare uitingen via mp4 op internet, maar ook rekenen op een openbaar weerwoord. Wie kaatst mag de bal verwachten. Het ontkrachten van de maagdelijke geboorte van Jezus via Maria is bekend vanuit de moderne theologie. Moderne theologen hebben vrijwel alle wonderen uit de Bijbel buiten hun wereld gezet en naar het rijk der fabelen verwezen. Daarmee is het gezag van de Bijbel aangetast en ondermijnd. Het leek ons goed de angel uit het betoog van Meenderink te halen in zijn spreken over de zogenoemde ‘maagdelijke geboorte’ en waar nodig zijn op zijn minst controversiële uitspraken te ontzenuwen. Het is van belang de beweringen die door hem gedaan worden te toetsen aan de hand van de Bijbel. Wat ds. Ed Meenderink te berde brengt over de ‘maagdelijke geboorte’ In de video’s ‘Jezus, de eerstgeborene - het ware verhaal’ spreekt Meenderink nogal schamper over de term ‘eniggeboren Zoon van God’, “alsof wij niks zijn.” Daar tegenover benadrukt hij de uitdrukking ‘eerstgeboren Zoon.’ Hij zegt dat de maagdelijke geboorte een latere toevoeging is geweest om Jezus een goddelijke status te geven. Hij suggereert dat Jezus een zoon is van Jozef en Maria, omdat Maria het in de geschiedenis van de twaalfjarige Jezus het heeft over “zie uw vader en ik hebben U met angst gezocht” (Luk. 2: 48). Het verhaal van de maagdelijke geboorte vindt hij geen argument om te stellen dat Jezus voor zijn dertigste jaar bijzonder was. Integendeel zegt hij, de eerste dertig jaar van zijn leven waren niets bijzonders. De maagdelijke geboorte ziet hij als iets dat later in het christendom is binnengeslopen en hij merkt op: “Dat verhaal rammelt aan alle kanten.” Volgens Meenderink is er geen engel aan Maria verschenen: hij durft te opperen dat dit nooit gebeurd is. En wat de goddelijke natuur betreft, “die hebben we allemaal…” Meenderink meent dat het zou kunnen zijn dat Jezus naar India geweest is en daar kennis gemaakt heeft met het Boeddhisme. Overigens moet hij wel erkennen dat er in de zogenaamde ‘stille jaren van Jezus’ geen enkel bewijs is dat Jezus ooit naar India is geweest. Hij stelt ook dat Jezus niet wist wie Hij was. Meenderink zegt: “Daar worstelde Hij mee.” Hij zegt dat Jezus pas na Zijn doop, toen Zijn bediening begon, Christus werd en beroept zich daarvoor op Hand. 2: 36, waar we lezen: “Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.” Hij meent dat Jezus niet wandelde op het water, want dat kan niet, maar Hij zweefde of leviteerde boven het water. Daarbij merkt hij op: “Er zijn meer heiligen die dat kunnen, de zwaartekracht beheersen. Petrus deed hetzelfde.” Hij legt er het accent op dat de Bijbel, zoals wij die kennen, in de eerste vierhonderd jaar van de kerkgeschiedenis niet bestond. Christus beschouwt hij als universeel en hij benadrukt dat Jezus heeft gezegd: “Gij zijt goden” (Ps. 82: 6). Hij ziet Jezus niet als de Eniggeborene en legt de klemtoon op Jezus als Eerstgeborene en schept zo een tegenstelling. Hij stelt dat wij ook zonen van God zijn (bijv. Rom. 8: 19; Hebr. 2: 10, NBG-vert.) en dat is in een bepaald opzicht zeker juist, maar anders bedoeld dan de kant die Meenderink op wil. Kanttekeningen bij de zienswijze van ds. Ed Meenderink Ds. Ed Meenderink heeft problemen met de uitdrukking dat Jezus de ‘eniggeboren Zoon van God’ is. Hij spreekt zich laatdunkend uit over de term ‘eniggeboren’ met betrekking tot Jezus die wijst op het Zoon van God zijn van Jezus in unieke zin, alsof “wij niks zijn.” Daarnaast markeert Hij Jezus als de ‘eerstgeboren’ Zoon, maar zo schept hij een valse tegenstelling tussen beide bijbelse uitdrukkingswijzen. Het Nieuwe Testament spreekt maar liefst vijf keer over de ‘eniggeboren Zoon’:
Jezus is ook de Eerstgeborene van vele broeders en de Zoon des mensen, Die in alle opzichten aan ons mensen gelijk werd, in alle dingen op gelijke wijze verzocht is geweest (Hebr. 4:15). Hij werd aan ons gelijk: Hij heeft op gelijke wijze deel gekregen aan bloed en vlees als de kinderen (Hebr. 2: 14). Daarom is Hij voor ons te volgen op de weg naar de gelijkvormigheid van Zijn beeld. Hoe wezenlijk is het dat wij verstaan dat Jezus zowel Zoon van God als Zoon des mensen is. Dat komt overeen met zijn goddelijke komaf naar de geest en zijn menselijke afkomst naar het vlees. Des te merkwaardiger wordt het, dat ds. Ed Meenderink wel gelooft in de goddelijke inspiratie van het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de tempel (Luk. 2: 40-52), maar het gedeelte - nota bene in het hoofdstuk van de Bijbel daarvóór - over de maagdelijke geboorte (Luk. 1: 35) als latere invoeging ziet en de verschijning van de engel aan Maria (Luk. 1: 26-38) als “niet gebeurd” betitelt. Dat is kwalijk! Kennelijk neemt Meenderink deze Schriftgedeelten in Lukas 1 met een ‘korreltje zout.’ Daarmee elimineert hij niemand minder dan de aartsengel Gabriël, die door God naar Maria werd gezonden, uit de tekst, alsof deze niet verschenen is (Luk. 1: 26). Daarmee bekritiseert hij ook Matth. 1: 18-25, dat onomwonden de wonderlijke verwekking van Jezus uit de heilige Geest uit de doeken doet, en indirect moet dat wel impliceren dat de engel van de Heere dan - volgens Meenderink - ook niet aan Jozef verschenen is. Bij mij rijst de vraag of hij überhaupt nog wel in engelen gelooft. Dit zijn aanwijzingen dat ds. Ed Meenderink het niet zo nauw neemt met het gezag van de Bijbel als Gods Woord. Hij meent wel te geloven in de bijbelse ‘boodschap’, maar volgens hem kun je de ‘verpakking’ daarvan gerust weggooien. Het is pure vrijzinnige theologie die ds. Ed Meenderink hier bedrijft. Als hij beweert dat Jozef en Maria van niets wisten over Jezus’ bijzondere taak, omdat zij drie dagen naar Jezus zochten, zegt de Meester toch: “Waarom hebt u Mij gezocht? Wist U niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?” (Luk. 2: 49). Jozef en Maria waren dus gewoon niet goed bij de les geweest die zij wel degelijk kenden. Daarna staat er: “Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart” (Luk. 1: 51b). Zij zou zich voortaan heel erg bewust zijn van de goddelijke roeping van haar eigen Zoon die tevens Gods Zoon is. Als hij beweert dat we allemaal de goddelijke natuur bezitten, dan is dit onjuist als hij alle mensen bedoelt, want daarvan is pas sprake na onze wedergeboorte (2 Petr. 1: 3-4). Het verhaal opdissen dat Jezus mogelijk in India geweest is, om daar van het Boeddhisme te leren, is volstrekt uit de lucht gegrepen en een zinloze exercitie. Daarbij steekt Meenderink zijn sympathie voor het Boeddhisme niet onder stoelen of banken en tot op een bepaalde hoogte lijkt hij zich daar min of meer mee te associëren. Dat Jezus bij de doop in de Jordaan met Zijn eigen identiteit worstelde, is bevreemdend. Volgens Meenderink zou Hij niet geweten hebben Wie Hij was. Natuurlijk heeft Jezus Zichzelf moeten leren kennen in het onderscheid van goed en kwaad en in het goede te verkiezen en het kwade te verwerpen (Jes. 7: 15). Hij heeft bij het opgroeien Zichzelf leren kennen naar het vlees (afkomstig van Maria) en naar de geest (afkomstig van Godswege). Uiteraard wist Hij vanuit de verhalen van Jozef en Maria tijdens Zijn aardse opvoeding van het meerdere keren verschijnen van de engel met de belofte voor Zijn geboorte. Hij is onjuist dat Jezus pas de Zoon van God en de Christus werd bij de doop in de Jordaan toen Zijn openbare bediening aanving (of eventueel zelfs pas na Zijn opstanding). Daar bevestigde de Vader Zijn Zoon met: “En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb” (Matth. 3: 17; Luk. 3: 22). Al in Lukas 2: 11 wordt gezegd: “…namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is: Hij is Christus, de Heere” (Luk. 2: 11; vergelijk Matth. 1: 16). En wat betreft zijn Zoon van God zijn was dit niet pas aan de orde toen de Geest op Hem neerdaalde, om Hem te zalven voor Zijn bediening. De Bijbel geeft aan met de zinsnede “U bent Mijn Zoon, Ik heb u heden verwekt” (Ps. 2: 7, Hand. 13: 33; Hebr. 1: 5; Hebr. 5: 5) dat Hij van meet af aan de Zoon van God is. En dan meent Meenderink te kunnen zeggen dat Hij voor Zijn dertigste jaar “niets bijzonders” was. Hoe durf je dat te beweren? Het spreken van Meenderink over ‘de universele Christus’ en het ‘Christus potentieel’ laat een vage spiritualiteit zien die we ook zien bij Richard Rohr die de christelijke waarden wil vermengen met sommige oosterse en New-Age gedachten. Zie hiervoor: https://en.wikipedia.org/wiki/Richard_Rohr en het artikel van drs. Piet Guijt op de website van Promise: https://www.stichtingpromise.com/nieuwste-artikelen/new-age-in-de-christelijke-kerk-de-misleidende-theologie-van-richard-rohr We concluderen dat ds. Ed Meenderink het gezag van de Bijbel betwist en aantast, waarbij ik me nu beperk tot zijn verwerpen van de maagdelijke geboorte (naast andere omstreden leringen die ik hier buiten beschouwing laat). Hij gaat ervan uit dat Jezus een zoon van Jozef en Maria is en loochent daarmee Zijn unieke verwekking door de Geest van God en Gods Woord over Jozef: “en hij had geen gemeenschap met haar totdat zij haar eerstgeboren Zoon gebaard had” (Matth. 1: 25). De Bijbel zegt over de rol van Jozef, de man van Maria, verder het volgende:
Appèl aan ds. Ed Meenderink en de Kerk van de Nazarener Helaas moeten we tot de conclusie komen, dat ds. Ed Meenderink dwaalt door de maagdelijke verwekking uit de heilige Geest te ontkennen en ons verlangen en onze hoop is, dat hij dit in zal gaan zien. En dat hij terug zal keren naar de belijdenis zoals die verwoord is over Jezus Christus in de Geloofsverklaring van de Kerk van de Nazarener: “Door de Heilige Geest mens geworden en geboren uit de maagd Maria.” Wanneer Meenderink niet op zijn schreden terugkeert, dan is mijn vraag wat de Kerk van de Nazarener met deze lering van ds. Ed Meenderink wil doen, omdat die diametraal tegenover hun Geloofsverklaring staat. Het is verbazingwekkend dat Ed Meenderink zijn stellingen blijkbaar bijna onbeperkt kan poneren in de Wesleyaans georiënteerde heiligingskerk die Kerk van de Nazarener heet. We vinden van deze kerk gemeenten op veertien plaatsen in ons land. Deze kerkgemeenschap huldigt het predicaat bijbelgetrouw te zijn, zoals blijkt uit hun geloofsverklaring van zestien artikelen op https://kvdnvlaardingen.nl/overons/ Desondanks krijgt ds. Ed Meenderink kennelijk vrij podium om zijn ‘vrij denker’-opvattingen te ventileren in zijn ongeveer 1800 mensen tellende Kerk van de Nazarener te Vlaardingen. Ondanks zijn mogelijk goede bedoelingen blijkt, dat als we zijn opvattingen bijbels toetsen, hij deze misschien merendeels argeloze mensen mis-leidt. Daarom heb ik ervoor gekozen om de zogenoemde ‘maagdelijke geboorte van Jezus’ bijbels onderbouwd te verdedigen. Respons van ds. Ed Meenderink Om hier zo zuiver mogelijk mee om te gaan heb ik mijn concept-artikel aan ds. Ed Meenderink toegezonden in de ‘stille hoop’ hem op andere gedachten te brengen. Er ontstond via de e-mail een uitwisseling van gedachten. Het positieve daarvan is in elk geval wel dat dit op een normale conversatietoon is gegaan. Ik zal uit de correspondentie het een en ander aanhalen. Hij schrijft: “Ook voor mij is de Bijbel een openbaring van God, waarvan ik het effect nog steeds beleef.” Volgens Meenderink geldt over de Kerk van de Nazarener het volgende: “De kerk is niet vrijzinnig, maar de term bijbelgetrouw, zoals die in ons land wordt gehanteerd, is ook niet echt van toepassing. Zo spreekt de kerkorde bijvoorbeeld over “de onfeilbaarheid van de bijbel, enkel betreffende de verlossingsboodschap” (cursief van ds. Ed Meenderink). Wij geloven dat God het proces van canonvorming van de Bijbel heeft geleid. Het Woord is door de Geest ingeblazen (2 Tim. 3: 16-17; 2 Petr. 1: 20-21). Er is sprake van inspiratie door de Geest daarbij gebruikmakend van allerlei soorten mensen. Wij gaan ervan uit dat de Bijbel gezaghebbend is voor alle terreinen van ons leven en dat hij door en door betrouwbaar is. Meenderink vervolgt: “Zo stond de Kerk van de Nazarener 100 jaar geleden al open voor de evolutietheorie en las zij het scheppingsverhaal niet als een wetenschappelijk feit.” Volgens Meenderink verschillen wij “niet met betrekking tot bijbelgezag, maar in visie.” Maar waarom doe je dan tekort aan de duidelijke omschrijving van de Bijbel over de maagdelijke verwekking? Verder zegt hij: “Ik dank mijn heil en verlossing aan de genade van God en het verlossende werk van Christus en ook voor mij is de Persoon van Jezus uniek.” Dat kunnen we alleen maar be-amen. Over het begrip en het gebeuren van de maagdelijke geboorte stelt Ed Meenderink: “Ik houd het hieromtrent echter liever bij het mysterie en niet bij een geleende mythe om het wonder te verklaren” (Cursief gezet door JdB). Maar de Bijbel laat ons wat betreft dit mysterie, deze verborgenheid of dit geheimenis niet in het ongewisse, maar openbaart ons dat in Matth. 1 en Luk. 1 ten dele. Er is geen enkele aanwijzing of aanleiding deze bijbelhoofdstukken als een legende of mythe te beschouwen… Voorts zegt Meenderink: “Ik heb geen enkele moeite met de parthenogenesis, zoals een maagdelijke geboorte in de biologie wordt genoemd, doch we met de beschrijving daarvan in de bijbel.” Daarmee zeg je in feite dat de bijbelse beschrijving van de maagdelijke verwekking niet deugt en gebaseerd is op een elders vandaan komende mythe! Een definitie van een mythe is: “Een verhaal dat veel mensen kennen, maar dat niet werkelijk is gebeurd.” Is de Bijbel op sommige onderdelen, zoals in Matth. 1 en Lukas 1 die ons onderwerp aangaan, dan een ‘fabeltjeskrant?’ Tenslotte zegt ds. Ed Meenderink: “Ik kan mijn oprechte geloof niet verloochenen” en “wij hebben dus, terwijl wij beiden christenen zijn, een geheel andere hermeneutiek.” Dat is: “Het onderdeel van de theologie dat zich met de regels van de uitleg - de uitleg van de Bijbel in het bijzonder - bezighoudt.” Het is echter voor mij zeer de vraag of het wel over verschil in uitleg gaat. Mijn indruk is zonneklaar dat het om een wezenlijk verschil gaat dat van belang is om te geloven dat Jezus niet alleen als mens, maar als Zoon van God geboren kon worden. Jezus Christus is de Zoon des mensen naar het vlees (1 Joh. 4: 2) en de Zoon van God naar de geest (1 Joh. 4: 15). Dat Hij de Christus is, de Zoon van God, is de belijdenis van Petrus (Matth. 16: 16). Dat Jezus Zich erop beriep dat God Zijn Vader is en Hij Gods Zoon, was voor de Joden de reden om Hem te beschuldigen van godslastering en Hem aan het kruis te doden (Joh. 10: 24-39; Matth. 26: 63-66). Voor ons is het heerlijk dat Jezus als Zoon des mensen ons gelijkvormig werd, opdat wij aan Hem die de Zoon van God is, gelijkvormig zouden worden als zonen van God. Helaas moeten we constateren dat de leer van ds. Meenderink over dit onderwerp ons bijbels gezien op het verkeerde been zet. Lees voor meer achtergrondinformatie het artikel van drs. Piet Guijt over dit thema: https://www.stichtingpromise.com/het-wonder-van-de-maagdelijke-geboorte-van-jezus.html Binnenkort volgt deel 2 Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. Homogenezing - een nieuw misdrijf? Door Roelof Ham Inleiding Op 14 februari 2022 werd met veel bombarie het voorstel voor de initiatiefwet ‘homogenezing’ gepresenteerd. Met name D66 blies hoog van de toren. Zo sprak D66-Kamerlid Van der Laan: ‘Te gek voor woorden, dat in ons land nog steeds homogenezingen plaatsvinden. Dit is schadelijk en onderdrukkend en er moet zo snel mogelijk een eind aan komen.’ [1] De initiatiefwet ‘homogenezing’ behelst het tot misdrijf maken van handelingen gericht op het veranderen of onderdrukken van de seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie. [2] Waar er civielrechtelijk al mogelijkheden hiertoe waren, wordt dit middels deze wet onderdeel van het strafrecht. De wet richt zich met name op de bescherming van minderjarigen en daar waar misbruik gemaakt wordt van ‘overwicht’ bij meerderjarigen, zoals het wetsvoorstel formuleert. Ook het aanbieden van diensten die betrekking hebben op het veranderen of onderdrukken van seksuele gerichtheid en genderidentiteit worden verboden. Dit alles kan leiden tot gevangenisstraf, een boete en zelfs een beroepsverbod. Op zich is dit een goede zaak. Het streven naar wetgeving die misbruik, manipulatie, dwang of andere extremiteiten in de omgang met seksuele gerichtheid, genderidentiteit en genderexpressie tegengaan is lovenswaardig. In zoverre is het te begrijpen dat politici hieraan werken. Toch heeft deze initiatiefwet een aantal problemen en tekortkomingen, waardoor het zijn doel mist. ‘Homogenezing’ Het begint al met de term ‘homogenezing’. Hoewel de wettekst zelf niet spreekt over deze term, is de initiatiefwet wel breed zo geïntroduceerd in de media (zie bijvoorbeeld het citaat van Van der Laan hierboven). Deze term is zeer ongelukkig gekozen, want het dekt de lading van wat men met deze wet beoogt niet. Zo negeert deze term bijvoorbeeld in het geheel het gender-element in het wetsvoorstel. Naar mijn inzicht is het een term gekozen uit ideologische overwegingen. De term homogenezing framet degenen die anders denken dan de indieners van de wet, gelijk als onredelijke figuren die iets doen wat absoluut onwenselijk en ronduit idioot is. Homoseksualiteit is immers geen ziekte en valt dus ook niet te genezen. Streven naar homogenezingen is daarom verwerpelijk. Door de term ‘homogenezing’ lijkt deze wet meer grond en meer belang te krijgen. Daarbij ligt homoseksualiteit ook minder gevoelig dan kwesties rond gender voor veel mensen. Door de wet exclusief als tegen ‘homogenezing’ in te zetten, worden de eventuele gevoeligheden rond gender vermeden. Helaas wordt bij deze initiatiefwet expliciet gedacht aan christelijke organisaties, gemeentes en pastoraal werkers die zich hieraan schuldig zouden maken. Het onderzoek dat als fundament onder dit wetsvoorstel wordt aangedragen, heeft zich namelijk enkel gericht op christelijke organisaties. Deze bias komt hieronder ook nog terug als een van de problemen rond deze initiatiefwet. Toch ken ik geen christen of organisatie in Nederland die zou beweren dat homoseksualiteit een ziekte is die je moet genezen. Het siert de indieners niet dat men op deze manier mensen wegzet en hen demoniseert. Wie kan immers voor homogenezingen zijn? Niemand! Maar dat is ook niemand, ook niet onder Bijbelgetrouwe christenen. De wettekst is te scherp én te vaag Een wettekst is altijd zo opgesteld dat er ruimte zit in de tekst. Zo kan een rechtbank in voorkomende gevallen ruimte nemen voor interpretatie naar de context van de zaak. Het recht is immers niet altijd zwart-wit, soms is er grijs. Interpretatieruimte is noodzakelijk voor goede rechtspraak. Ook de tekst van deze initiatiefwet laat deze ruimte. Zo wordt er in de wettekst in artikel 1 gesproken over het ‘veranderen’ en ‘onderdrukken’ van seksuele gerichtheid of genderidentiteit en in artikel 2 over een situatie van ‘overwicht’ die leidt tot bovengenoemde. Mocht de wet aangenomen en ingevoerd worden, dan wordt het straks in de praktijk spannend wat er wordt verstaan onder deze termen. Wanneer is er sprake van ‘veranderen’ en ‘onderdrukken’ en wanneer van ‘overwicht’ of juist niet? Het probleem is echter dat de wettekst juist hierdoor de plank misslaat en te ver gaat, zo blijkt bij lezing van de toelichting op de wet. Daar valt namelijk te lezen dat het strafbaar wordt om als pastor of voorganger met een minderjarig gemeentelid een aantal gestructureerde gesprekken over dit onderwerp te hebben. [3] En dat dit gebeurt, is niet denkbeeldig. Stel je maar eens voor dat er een tiener van een jaar of 16 bij de voorganger komt en vertelt dat hij of zij worstelt met zijn of haar seksuele gerichtheid of genderidentiteit. Als een voorganger of pastor dan met zo iemand een aantal gesprekken gaat voeren en de Bijbel opent om verder over het onderwerp na te denken, dan kan dit al strafbaar zijn. Zelfs een persoonlijk gesprek valt binnen de grenzen van de wet. [4] Als de jongere niet wordt gestimuleerd in de eigen ontwikkeling en er niet maximale openheid is voor de genderidentiteit, genderexpressie en seksuele geaardheid, kan er snel sprake zijn van ‘veranderen’ en ‘onderdrukken’. Opvallend daarbij is dat een (medische) behandeling die uitgaat van het bevorderen van geslachtsverandering en vorming van identiteit op dat vlak of een behandeling die gericht is op het onderdrukken van zogenaamde hyperseksualiteit en parafilieën (afwijkende, ongewone seksuele voorkeuren die als abnormaal worden gezien) niet als ‘onderdrukking van de seksuele gerichtheid’ worden aangemerkt. [5] De willekeur die hieruit spreekt laat ik voor nu maar even. Ik citeer slechts de tekst uit de toelichting: ‘Sterker: initiatiefnemers benadrukken dat eenieder wiens ervaren geslacht niet overeenkomt met het biologisch geslacht het recht heeft om zicht tot een arts te wenden.’ [6] Ik geef nog een voorbeeld van iets dat straks potentieel strafbaar is. Stel je gaat als jeugdleider of jeugd-oudste met tieners in gesprek op een jeugdavond over LHBTI-kwesties. Ook dan kan dat strafbaar zijn op dezelfde gronden. Ook dat kan namelijk vallen onder ‘veranderen’ en ‘onderdrukken’ als niet de volle ruimte wordt gegeven aan expressie en beleving van gender en homoseksualiteit, bi-seksualiteit of een ander vorm seksuele gerichtheid binnen de LHBTI. De initiatiefwet omschrijft expliciet dat het niet alleen om beroepsmatige beïnvloeding gaat, maar ook om zogenaamde ‘nevenbetrekking binnen een geloofsgemeenschap.’ [7] De consequenties van dit wetsvoorstel zoals het er nu ligt, zijn dus verstrekkend. Het lijkt op deze manier een gevaarlijke inperking van de vrijheid van godsdienst te worden. De initiatiefnemers vinden dat geen probleem, want de vrijheid van godsdienst wordt nu ook al beperkt, zo zeggen zij, [8] maar ze erkennen wel dat dit een zeker spanningsveld met zich meebrengt. [9] Dit weerhoudt hen er echter niet van om voor deze wet te pleiten zoals die nu is ingediend. Hun ideologische drijfveer is sterker dan hun liefde voor de grondwet met haar onvervreemdbare grondrechten. De ideologische gemotiveerde wet In de toelichting wordt onmiddellijk duidelijk uit welk ideologisch vat men hier tapt. Direct op bladzijde 1 lezen we: ‘Ethisch zijn conversiehandelingen niet te verantwoorden in het licht van de wetenschap. Daarbij is nooit aangetoond dat conversiehandelingen effectief zijn in het veranderen van de genderidentiteit of seksuele gerichtheid. Hoewel sommigen zich naar buiten toe weten aan te passen aan de heersende norm, is seksuele gerichtheid niet te veranderen met therapieën.' [10] Op bladzijde 9 lezen we: ‘Seksuele gerichtheid en genderidentiteit betreffen onveranderlijke persoonskenmerken.' [11] En bladzijde 11 voegt daaraan toe: ‘Ten eerste komt het moreel verwerpelijke karakter van het gedrag naar voren. Conversiehandelingen dragen uit dat er iets mis is met seksuele gerichtheden en genderidentiteiten die afwijken van wat als de ‘norm’ wordt gezien.' [12] Deze uitspraken spreken voor zich en laten duidelijk de ideologische lading zien. Het probleem is echter dat er aantoonbaar gevallen zijn waarbij het niet zo zwart-wit ligt. Er zijn mensen die de overgang maken van man naar vrouw of andersom via een transitie, maar ook mensen die later weer teruggaan. Of mensen die voor de daadwerkelijke transitie toch nog weer een andere keuze maken. Daar zit een fluïditeit in. En deze mensen zijn lang niet altijd christenen, noch gedreven door religie. [13] Iemands seksualiteit is nou eenmaal niet onveranderlijk door het leven heen. Een mens ontwikkelt zich. Zo zijn er mensen die zichzelf eerst als heteroseksueel zien, later als homoseksueel of als bi-seksueel. Er zijn mensen die overtuigd monogaam beginnen en dit vervolgens loslaten. Ook seksuele voorkeuren en fantasieën veranderen door de tijd. Dat is allemaal mogelijk en ook hiervoor geldt: dit is niet alleen maar onder christenen het geval, noch ontstaan onder druk van christelijke gemeenschappen en Bijbelse argumenten. Zeker niet. Het is dus feitelijk onwaar wat de toelichting beweert. Ideologische gedrevenheid zorgt voor slechte wetgeving. De ideologische gedrevenheid van de initiatiefnemers zorgt voor fundamentele problemen. Zo is het wetenschappelijk onderzoek dat wordt aangehaald in deze initiatiefwet (‘Voor de verandering’ van Bureau Beko en Ateno) niet echt gedegen geweest, om het eens eufemistisch te stellen. De toelichting vermeldt dat ook. De web-surveys die gedaan zijn hebben slechts een honderdtal reacties opgeleverd. [14] Daarbij heeft men alleen mensen gesproken uit de christelijke gemeenschap. Moslims en Joden zijn niet in het onderzoek betrokken. [15] Dit is op z’n minst mager en eenzijdig. Er is sprake van een bias in het onderzoek (een vertekening in het onderzoek en de resultaten). Dit wordt ook door de onderzoekers zelf erkend. [16] Hoe dit onderzoek als grond voor deze initiatiefwet kan dienen, is mij dan ook een raadsel. Daarnaast wordt er onterecht melding gemaakt van de onwelwillendheid van religieuze groepen. Er wordt gesteld dat er geen interne regulering is op dit vlak binnen religieuze gemeenschappen en dat een poging daartoe vanuit de overheid is tegengehouden door ‘gebrek aan draagvlak vanuit religieuze koepelorganisaties.’ [17] Hierbij wordt, al dan niet bewust, vergeten te vermelden dat dit niet lag aan het draagvlak voor regulering, maar aan het feit dat het Humanistisch Verbond deze gedragscode zou schrijven voor de religieuze gemeenschappen. Dat zagen die gemeenschappen niet zitten. Men had hiervoor zelf genoeg expertise in huis. Alleen al binnen protestants Nederland zijn er theologische universiteiten, seminaria, juristen, theologen, ethici en kerkrechtdeskundigen te over die een gedragscode zouden kunnen opstellen. Voor mij riekt dit naar manipulatie en als ik de rest van de toelichting op deze wet lees, word ik daarin bevestigd. Ook op het gebied van godsdienstvrijheid in relatie tot deze initiatiefwet schuurt het. Op bladzijde 9 en 10 van de toelichting wordt door de initiatiefnemers erkend dat dit een probleem is. Zij verwijzen naar het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) en stellen dat in voorkomende gevallen de rechter een aantal vragen te beantwoorden heeft. ‘Bij een concreet voorliggend geval zal de rechter diverse vragen moeten beantwoorden’ [18] als het aankomt op de verhouding tot vrijheid van religie. De initiatiefnemers zijn duidelijk. Ze vinden dat godsdienstvrijheid beperkt kan worden en dat ‘conversiehandelingen’ zoals zij dat noemen, hooguit tot de periferie van de godsdienstvrijheid behoren en niet tot de kern. Daar hebben zij echter geen duidelijke juridische grond voor en de wettekst is daar ook niet helder over. In mijn ogen een verwijtbaar gebrek, aangezien dit wel aan het hart van de zaak raakt. Tot slot noem ik nogmaals de willekeur in de toelichting als het gaat over het ‘veranderen’ van seksuele gerichtheid en genderidentiteit. Als de verandering positief is in de richting van het verlangde en als de keuzes bevestigd worden, dan valt dat niet onder deze wetgeving en is dat niet strafbaar. De juridische grond hiervoor is mij onduidelijk. Ik kom niet verder dan dit slechts gebaseerd is op ideologische keuzes. Slechte wetgeving leidt tot slechte praktijken. Wij zijn niet het enige land dat wetgeving op het vlak van homoseksualiteit, seksuele gerichtheid en genderidentiteit heeft ingevoerd. De toelichting op de initiatiefwet beschrijft dat ook. In Canada bijvoorbeeld is de C-4 wet (voorheen C-6 en C-8) aangenomen die iets soortgelijks beoogt. Ook daar is het verboden mensen te onderwerpen aan ‘conversion therapy practices’ (conversiehandelingen/therapieën). De tekst van de wetgeving is echter zo breed gesteld dat het zelfs strafbaar is om vanaf een kansel in een preek de Bijbel voor te lezen met betrekking tot seksuele identiteit. Als bijvoorbeeld de tekst uit Romeinen 1 of Leviticus 18 wordt voorgelezen in een gemeente tijdens een dienst, valt dat volgens de wet binnen de kaders van strafbaarheid. Canadese evangelische kerken (Evangelical Fellowship of Canada) hebben grote vraagtekens bij deze wet en hebben daarom vragen gesteld. [19] Verder zijn er petities opgestart die oproepen tot wijziging van de wet. [20] De Nederlandse initiatiefwet gaat niet zover in haar formulering, maar het Canadese voorbeeld toont wel aan dat een te brede of vage formulering verstrekkende gevolgen kan hebben. Het kan ook anders. In de Amerikaanse staat Washington is een wet aangenomen (Senate Bill 5722) met een verbod op conversiehandelingen, maar daarin is expliciet een uitzondering gemaakt voor religieuze handelingen. Het is dus niet zo dat het een niet zonder het ander kan. De initiatiefnemers van de Nederlandse wetgeving zullen zich hiertegen verzetten door te wijzen op de problemen binnen religieuze gemeenschappen. Daarmee laten zij zien dat het hun doel is om vooral dit aan banden te leggen. Ze geven zichzelf weg als anti-religieus en zoals het nu is verwoord in de toelichting en de bias die daarbij hoort, als anti-christelijk met name naar Bijbelgetrouwe christenen. Conclusie De initiatiefwet ‘homogenezing’, zoals de initiatiefnemers het zelf hebben genoemd, is een slechte wet. De wet is niet goed onderbouwd met gedegen onderzoek in de Nederlandse praktijk. Het voorstel is selectief in interpretatie van gegevens en door de bias van het onderzoek met name gericht tegen Bijbelgetrouwe christenen. Er wordt een onterechte voorstelling van zaken gemaakt door gebruik te maken van termen als ‘homogenezing’ en de ideologische drijfveer is duidelijk zichtbaar in de tekst van met name de toelichting bij de initiatiefwet. Daarbij doet het geen recht aan het spanningsveld tussen vrijheid van godsdienst en beleving, die mogelijk in tegenspraak is met de strafbaarstelling zoals de tekst van de wet dit verwoordt. Voor mij persoonlijk is deze wetgeving een volgende stap in een proces dat al veel langer geleden is ingezet. Een proces waarbij een deel van onze samenleving steeds verder van God en de Bijbel komt te staan en zich daar ook niets meer aan gelegen wil laten. Sterker nog, die lastige christenen die daar nog wel naar willen luisteren moeten het zwijgen worden opgelegd. Ik zie dit als profetisch. Ik geloof dat het hoort bij het komende rijk van het kwaad waar de Bijbel over spreekt en waarvan we in dit soort ontwikkelingen de contouren al zien. Ik vermoed dan ook dat dit niet tegen te houden is, maar toch roep ik politici op om deze initiatiefwet zeer kritisch te beschouwen. Er is geen bezwaar tegen bescherming van minderjarigen of tegen het voorkomen van manipulatie of uitbuiting van meerderjarigen in een situatie van ongelijkheid. Deze initiatiefwet lijkt mij echter niet de juiste manier om dat te doen. Noten: [1]https://nos.nl/artikel/2383558-partijen-komen-met-initiatiefwet-om-homogenezing-te-verbieden [2] Zie ‘Voorstel van wet van de leden, Van der Laan, Van der Woude, De Hoop, Westerveld, Kwint en Van Esch tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het strafbaar stellen van handelingen gericht op het veranderen of onderdrukken van seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie (strafbaarstelling conversiehandelingen)’. Deze tekst is online te vinden. [3] Zie ‘Memorie van toelichting’ bij het wetsvoorstel, bladzijde 3, 12, 15, 26, 27. [4] Ibidem, 15 [5] Ibidem, 15. [6] Ibidem, 14. [7] Ibidem, 27. [8] Ibidem, 9, 10. [9] Ibidem, 26, 27. [10] Ibidem, 1. [11] Ibidem, 9. [12] Ibidem, 11. [13] Zie bijvoorbeeld het boek Trans. When ideology meets reality, van Helen Joyce (London 2021) [14] Ibidem, 3. [15] Ibidem, 4. [16] Ibidem, 3. [17] Ibidem, 8. [18] Ibidem, 10. [19]https://www.evangelicalfellowship.ca/Resources/Government/2020/Bill-C-4-to-Ban-Conversion-Therapy [20] Zie bijvoorbeeld: https://www.rebelnews.com/petition_to_ban_bill_c4 of: https://www.campaignlifecoalition.com/petition/id/32 Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. De betere mensDoor dr. Bert-Jan Heusinkveld EEN VISIE OP DE MENS EN ZIJN VERBETERING Samenvatting: Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het proefschrift ‘De betere mens. Een medisch-ethisch kader voor mensverbetering vanuit christelijk perspectief’. Het gaat over ‘mensverbetering’ (human enhancement), in het bijzonder over functionele lichaamsverbetering (functional enhancement): het met behulp van technologieën opwaarderen van het menselijk lichaam. Achter mensverbetering gaat een visie op de mens schuil. De vragen waarop in dit artikel worden ingegaan zijn: verandert onze visie op de mens ten gevolge van de moderne technologische ontwikkelingen op het terrein van mensverbetering? En hebben deze ontwikkelingen consequenties voor een mensvisie vanuit christelijk perspectief? Inhoudsopgave: 1. Technologische mensverbetering 2. Medische praktijk 3. Mogelijkheden 4. Cyborg 5. Mensvisie 6. Cultuur 7. De mens als machine en denkend ding 8. Vooruitgangsgeloof 9. De mens als expressie van genetische informatie 10. Utopisch denken 11. De mens als 'doe het zelf-biografie' 12. Eenzijdige oriëntatie op technologie 13. Dualisme 'mens' en 'wil' 14. Christelijke antropologische noties 15. Beeld van God 16. Twee soorten initiatief 17. Degeneratie 18. De geestelijke mens is de betere mens 19. Levensgeluk: verborgenheid en vertrouwen 1. Technologische mensverbetering De wens om ons leven te verbeteren is zo oud als de mensheid zelf. Het menselijk leven is niet bedoeld om met de armen over elkaar te gaan zitten afwachten. Het is de bedoeling het leven tot ontwikkeling te brengen. Gegeven mogelijkheden kunnen ontwikkeld worden om er op een creatieve manier iets goeds en moois mee te doen en van te maken. Vanouds is geprobeerd het menselijke leven en lichaam te ontwikkelen door goede voeding, lichamelijke beweging en door zaken als onderwijs, werk, meditatie, ouderschap en beïnvloeding van omgevingsfactoren en door te leven volgens religieuze of ethische codes (Miller and Wilsdon, 14; Siep, 159). In onze tijd wordt het gebit verfraaid door tanden te bleken, botox geïnjecteerd om kraaienpootjes en rimpels tegen te gaan, liposuctie verricht om overtollig vet kwijt te raken en bètablokkers ingenomen om rustiger te worden. Onderzocht wordt of het implanteren van elektroden in het brein de ervaring van geluk kan bevorderen en ondertussen kan met behulp van prenatale genetische diagnostiek het gewenste geslacht of de gewenste genetische kenmerken van het nageslacht bepaald worden. Hoewel de mens nooit volledig ‘onbehandeld’ en ‘natuurlijk’ is geweest (Sturma, 175), gaat het in de huidige situatie om een specifieke vorm van maakbaarheid, namelijk om de idee mensen op te waarderen en te perfectioneren door middel van technologie. Onder ‘human enhancement’ wordt meestal verstaan het verheffen van het lichamelijk functioneren boven wat (in de ervaring of statistisch) als normaal kan worden beschouwd. 2. Medische praktijk Voor het verbeteren van (uiterlijke) kenmerken, gemoedstoestanden, fysieke en mentale vermogens, lichaamsdelen en -functies wordt gekeken naar de medische praktijk. Nu is de grens tussen ‘herstel’ van functies die verloren zijn gegaan en ‘verbetering’ van functies boven het normale uit, niet eenvoudig te trekken. Dat komt onder andere doordat middelen die worden toegepast voor verbetering meestal met het oog op genezing en therapie zijn ontwikkeld. Het verbetereffect van een middel is dan een neveneffect van een middel dat oorspronkelijk voor genezing is bedoeld. Zo wordt methylfenidaat (Ritalin®) bijna exclusief voorgeschreven in de behandeling van ADHD. Maar het blijkt dat dit middel ook mensen zonder ADHD alerter kan maken en kan zorgen voor een betere concentratie. Zo heeft een enkele dosis ook bij gezonde jonge mannelijke studenten een verbetering van hun presteren laten zien (Sandberg, 74). 3. Mogelijkheden Bij mensverbetering met behulp van technologie kan gedacht worden aan: - fysieke verbetering – lichaamskracht, sportprestaties, lengte -gedragsverbetering – concentratie, prestaties -genetische verbetering – designer baby’s, menselijke eigenschappen -verlengen van het leven -het verbeteren van iemands stemming – bètablokkers en bijvoorbeeld Prozac® -cognitieve verbetering – geheugen -implantatietechnologie, vooral het implanteren van een microchip – zicht, gehoor, brain-computer interfaces. 4. Cyborg Duidelijk is dat technologie steeds verder het lichaam binnendringt. Er ontstaat zo een verbinding tussen mens en machine. De gedachte aan een cyborg (cybernetisch organisme) komt vooral op bij degenen die streven naar nieuwe – bovenmenselijke/transhumane – mogelijkheden die nog geen enkel mens tot nu toe heeft gehad. Te denken is aan het horen van frequenties die door niemand gehoord kunnen worden (maar door sommige dieren wel), aan infrarood of ultraviolet zien, het verplaatsen van objecten door ze alleen maar in gedachten te verplaatsen of aan het draadloos laten samenwerken van hersendelen van verschillende personen. 5. Mensvisie In dit artikel wil ik niet alle verbetermogelijkheden de revue laten passeren, maar inzoomen op de visie op de mens die achter deze ontwikkelingen zichtbaar wordt. Is die visie aan het veranderen ten gevolge van de moderne technologische ontwikkelingen op het terrein van mensverbetering? In de meeste medisch-ethische debatten wordt impliciet een bepaald mensbeeld verondersteld, dat vervolgens de uitkomst van dat debat mede beïnvloedt. Den Dikken signaleert dat de discussie over maakbaarheid eigenlijk vooral een discussie is over mensbeelden (Den Dikken, 61). De vraag hoever we kunnen of willen gaan in het aanpassen, c.q. verbeteren van het menselijk lichaam is direct verbonden met de vraag wat voor mensen we zijn en willen zijn. 6. Cultuur De cultuur waarin wij leven heeft grote invloed op hoe wij mensen zien en hoe wij denken onszelf te kunnen verbeteren. In onze tijd vallen de middelen op die voor mensverbetering geschikt worden geacht, namelijk de op wetenschap en technologie gebaseerde middelen. Deze middelen zijn niet alleen het gevolg van de ontwikkeling van nieuwe technologieën – nanotechnologie, biotechnologie, ICT, cognitiewetenschappen –, maar vooral het gevolg van de mensvisie die richting geeft aan deze ontwikkeling. Dat betekent dat het ontwikkelen van deze middelen niet neutraal is om vervolgens goed of slecht te worden toegepast, maar dat deze ontwikkeling zélf al door ideeën gestuurd wordt. Voor een goede morele reflectie is het nodig iets van die ideeëngeschiedenis te zien. In de 17e eeuw kwam een groeiende nadruk te liggen op de functionele structuur van Gods schepping. De zich ontwikkelende mathematische natuurwetenschap liet zien dat hoe mensen de natuur ervaren niet overeenkomt met hoe de natuur ‘echt’ is. Kwalitatief onderzoek naar de aard, motieven en betekenis van de werkelijkheid – waarbij allerlei interpretaties van de werkelijkheid op hun waarde worden getoetst – werd vervangen door kwantitatief onderzoek met behulp van een mathematische manier van kijken, waarbij het gaat om helderheid, exactheid en onbetwijfelbaarheid. Kwantitatief onderzoek vraagt om tellen, meten en rekenkundige modellen, waardoor er een scheiding ontstaat tussen de alledaagse zintuiglijke ervaring én objectieve, wetenschappelijke kennis. Dit onderscheid is zeker nuttig en effectief in een bepaalde onderzoeksetting, maar geeft geen zicht op de samenhang van dingen en het integrale karakter van de werkelijkheid. 7. De mens als machine en denkend ding De mensvisie van Descartes (1596-1650) heeft veel invloed gehad en nog tot op de dag van vandaag. Descartes liet zich niet meer leiden door oude geschriften (Plato, Aristoteles, de Bijbel), maar door rede, gezond verstand en ervaring. De mens is – voor zover niet bezield – volgens hem een machine. Functies waarvan men zich een mechanisch equivalent kan voorstellen, zijn functies van het lichaam. Alle andere functies zijn toe te schrijven aan de ziel. Deze strikte tweedeling kan hij echter niet volhouden, waardoor hij stelt dat lichaam en ziel op elkaar inwerken via de pijnappelklier: van daaruit straalt de ziel door het hele lichaam. De menselijke wil staat daarbij centraal als het gaat om mensverbetering: met zijn ‘wil’ – door discipline en rationele controle – moet de mens zich beheersen en zich verbeteren. Met de gedachte de menselijke natuur te interpreteren als een machine wordt één van de meest fundamentele kenmerken van de aristotelische filosofie – die tot dan toe leidend was – geschonden, namelijk de tegenstelling tussen natuurlijk en onnatuurlijk. Het Cartesianisme maakt van de mens een ‘denkend ding’ dat in een puur rationele verhouding staat tot de werkelijkheid. Het ‘ik’ komt overeen met de logische bewustzijnsfunctie, die zélf zin en waarde aan de dingen en het leven moet geven. De mens wordt zo heel abstract. Hij staat los van zijn lichamelijkheid en los van de buitenwereld. Het lichaam is slechts een middel om te kunnen handelen. Lichaamsprocessen zijn daarbij meetbare en te berekenen eenheden, waardoor het lichaam in principe repareerbaar en manipuleerbaar wordt als een machine. Als het lichaam echter niet meer is dan deeltjes uitgebreidheid, terwijl het bewustzijn het eigenlijke ‘ik’ is, kan het lichaam vrijwel onbeperkt gemodificeerd worden. En God wordt een pro-memoriepost, die alles weliswaar in beweging heeft gezet, maar in het dagelijkse leven geen rol speelt. 8. Vooruitgangsgeloof Voortbordurend op Descartes kenmerkt de Verlichting (laat 17e én 18e eeuw) zich door een mentaliteit, waarin men gelooft dat met behulp van de rede mens en wereld verbeterd kunnen worden. Er ontstaat een vooruitgangsgeloof dat het geloof in een niet-zichtbare werkelijkheid gaat vervangen. De mens is niet meer zin-ontvanger, maar zin-gever. Met de opkomst van de fysiologie, biologie, genetica wordt het leven steeds meer van zijn mystiek ontdaan. Kennis van de natuur leidt tot macht over de natuur. De mens wordt vaker gezien als biologisch product van een evolutionaire ontwikkeling en is daarmee een toevalsproduct dat ter hand genomen kan worden om aan te passen. 9. De mens als expressie van genetische informatie De biotechnologische ontwikkelingen in de 20e eeuw – zoals het ontwikkelen van methoden om het DNA te modificeren – hebben grote invloed in de medische praktijk, waar de diagnostiek en ook de behandeling van patiënten grote vooruitgang boeken en veel voordelen en positieve resultaten genereren. Nieuwe en specifieke behandelingen worden mogelijk, waardoor de levensverwachting en de kwaliteit van leven vooruitgaan. Het aan deze nieuwe ontwikkelingen verbonden en door de techniek geïnitieerde mensbeeld is er vooral één van een organisme als expressie van genetische informatie. De genetische code wordt daardoor steeds belangrijker als een ‘tekst’ die kan worden gelezen, en omdat veel van haar afhangt, moeten de aanwezige fouten in deze code zo snel mogelijk worden gevonden en verbeterd (Dorschel, 121-130). Dit mensbeeld werkt vervolgens door in hoe men over mensverbetering denkt: de mens wordt steeds meer een project dat naar bewust ontwerp verbeterd en geperfectioneerd kan en wellicht ook moet worden. 10. Utopisch denken De tweede helft van de 20e eeuw laat een exponentiële toename zien van de medicalisering. Dat wil zeggen dat levensproblemen steeds vaker worden vertaald in medische vraagstukken. Gezondheid is voor mensen het belangrijkste – en daarmee ‘heilig’ – geworden en daartoe stellen zij hun hoop en vertrouwen op de geneeskunde. De mens gaat zichzelf zien als diagnostisch te inventariseren en therapeutisch te behandelen object. Er ontstaat een vorm van heilsverwachting die inhoudt dat mens en wereld door middel van de moderne techniek verbeterd en tot voltooiing gebracht kunnen worden. Deze ‘heilsverwachting’ is een vorm van utopisch denken. Achter de huidige technische vooruitgang lijkt het streven naar perfectie een soort inherente, respectievelijk transcendente, drijfveer te zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat mensen steeds meer verwachten van technische oplossingen en steeds minder uit de voeten lijken te kunnen met niet-technische handelingsalternatieven (Verkerk, 402-406). Probleem is daarbij niet de introductie van allerlei technische apparatuur of de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis, maar het geloof in wetenschap en techniek als neutrale en superieure vormen van kennen die voor vooruitgang zullen zorgen. 11. De mens als ‘doe het zelf-biografie’ In het begin van de 21e eeuw zien we dat levensbeschouwelijke fragmentering en pluralisering gepaard gaan met een pluraliteit aan leefstijlen, waarbij ieder mens, kiezend uit een diversiteit aan opvattingen en overtuigingen, vorm geeft aan de eigen identiteit: een ‘doe het zelf-biografie’. Waar voorheen ongeluk en tegenslagen konden worden toegeschreven aan het lot, aan iemands maatschappelijke positie of aan de wil van God, wordt nu gewezen op beslissingen die het individu zelf heeft genomen. Men is wat men kiest, en dat betekent dat men ook volledig verantwoordelijk is voor de mix die men van het eigen leven maakt. Men moet zélf zin aan het leven geven (Sacks, 10-11). De mens is niet meer iemand met een min of meer stabiele identiteit, maar wordt een conglomeraat van diverse grootheden. Hij heeft geen essentie of eigen aard, maar moet zichzelf uitvinden en vormgeven (Böhme, 184). Hij geeft vorm aan het project dat hij zelf is, aansluitend bij de laat-moderne waarden van individuele autonomie en mobiliteit. Laat-moderne mensen zijn altijd in beweging: ze veranderen frequent van baan, carrière, huis, hobby, collega’s, kerk, vrienden en zelfs van partner. Mobiele en autonome mensen moeten wel fysiek gezond en mentaal alert zijn, anders zijn ze te veel afhankelijk van anderen. Laat-moderne mensen zijn het meest thuis in een wereld die ze (voor zich)zelf hebben gefabriceerd. De toenemende formatieve invloed van technologie krijgt een aura van onvermijdelijkheid, omdat mensen steeds meer afhankelijk worden van de instrumenten die ze hebben ontwikkeld in het beheersen van de natuur. In ‘Sleutelen aan de mens. De zoektocht naar perfectie’ concluderen De Lange en Witteman dat techniek het evangelie van onze tijd lijkt te zijn geworden en ons het idee geeft dat we grip hebben op lichamelijke perfectie, gezondheid, ouderdom en zelfs het tijdstip van sterven. ‘De laboratoria zijn de nieuwe kerken en techneuten de moderne predikers. Hun boodschap: vernieuwing is de dwingende kracht die het geheim van het leven zal doorgronden’ (De Lange en Witteman, 1-13, 45-46). 12. Eenzijdige oriëntatie op technologie Door het gebruik van techniek zijn heel veel goede dingen gerealiseerd, zeker ook in de geneeskunde. Niemand die terug wil naar de tijd van vóór de grote technische doorbraken. Het is dan ook zeker niet het probleem dat er in de geneeskunde veel gebruik wordt gemaakt van allerhande technieken. Probleem is de eenzijdige oriëntatie op wetenschappelijk-technische oplossingen voor de problemen van moderne mensen. Binnen het huidige cultuurparadigma is de (mainstream) medische wetenschap exact (zuiver natuurwetenschappelijk) geworden. In de loop van de geschiedenis van onze cultuur is de mens de heilvolle werkelijkheid, die hij verbeeld zag in religieuze tradities, zelf gaan nastreven. In het afzien van gegeven zinvolle samenhangen en structuren wil de mens zélf de werkelijkheid vormgeven. Die werkelijkheid wordt eerst herleid tot basiseenheden (genen, moleculen, bits en bytes), die daarna de bouwstenen worden voor de opbouw van een nieuwe wereld. 13. Dualisme ‘mens’ en ‘wil’ In de moderne tijd ontstaat zo een nieuw dualisme, namelijk dat tussen ‘materie’ en de menselijke ‘wil’. Voor het menselijk lichaam betekent dit dat het moet gaan bijdragen aan een goed, nuttig en aangenaam leven en zich moet gedragen naar de wensen van zijn eigenaar. Doordat de aandacht zich verplaatst van het lichaam naar zijn onderdelen, verdwijnt de integrale beleving van het lichaam- en mens-zijn naar de achtergrond. Het moderne subject lijkt op zichzelf te staan en zichzelf genoeg te moeten zijn (Groot, 15-41). Daarbij moet het lichaam ‘nuttig’ zijn. Maar mensen die zichzelf willen veranderen naar de normen van hun eigen cultuur stoten nog steeds op hun natuurlijke en biologische grenzen. De geneeskunde moet dan het middel zijn om die grenzen te overstijgen. Er ontstaat echter een antropologisch tekort wanneer het menselijk lichaam een object van handelen wordt met het oog op het momentane nut zonder oog te hebben voor de eigen waarde en de zin van de lichamelijkheid. 14. Christelijke antropologische noties De tweede vraag die in dit artikel aan de orde is, is of moderne technologische ontwikkelingen op het terrein van mensverbetering gevolgen hebben voor een mensvisie vanuit christelijk perspectief. Dat lijkt mij niet, in die zin dat Bijbelse noties en inzichten zich niet aanpassen aan heersende culturele ideeën, gedachten en normen, maar deze juist willen voeden. Wel kunnen technologieën nieuwe inzichten geven in wat lichamelijkheid precies inhoudt – kennis van de werking van het lichaam, het brein, neurofysiologie, verschillen en overeenkomsten tussen mens en machine enzovoorts –, waardoor christelijke antropologische noties opnieuw worden bevraagd en ook daar eventueel vernieuwde inzichten ontstaan. In het kader van dit artikel zal ik mij beperken tot enkele christelijke antropologische noties met hun betekenis voor mensverbetering als aanzet voor een christelijke mensvisie voor mensverbetering. 15. Beeld van God Belangrijke antropologische noties zijn onder andere te vinden in de eerste 11 hoofdstukken van de Bijbel (Genesis 1-11). Belangrijk is het principiële onderscheid tussen God en mens. In zijn lichamelijke manier van bestaan is de mens ambassadeur van God op aarde. Lichamelijkheid betekent daarbij: zichtbaarheid, handelingsmogelijkheid, communicatie door middel van luisteren, zien, denken, voelen, spreken en doen. De bestemming van het mensenleven is: leven van wat God geeft in een persoonlijke relatie met Hem (= ‘rust’). Dat betekent dat de mens – op Gods gezag – dingen vertrouwend moet aanvaarden, ook als hij ze niet begrijpt. Het idee om als God te zijn heeft echter een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht. Wanneer de mens zijn Schepper loslaat, wordt hij zélf de zekerheid van zijn bestaan en zoekt hij houvast in de eigen lichamelijkheid. Doordat hij zijn vertrouwen in God kwijtraakt, gaat hij zijn eigen zaak behartigen en besturen; hij gaat zélf bepalen wat ‘goed’ is en wat niet. Daardoor moet hij – geconfronteerd met allerlei mogelijkheden – keuzes maken en gaan bepalen bij welke ‘machten’ hij hulp zoekt. Maar wat ‘goed’ is, is geworteld in wat Gód zegt, niet in wat de méns denkt dat wenselijk is om het leven op een hoger plan te brengen. Dat geldt ook voor de kennis van de moderne verbetermogelijkheden van het menselijk lichaam; daarmee wordt de vanzelfsprekendheid waarmee we als lichaam existeren verstoord. Nu de mogelijkheden er zijn (of eraan komen), moeten we ons tot die mogelijkheden verhouden en een positie innemen, respectievelijk keuzes maken. In de Bijbelse geschiedenis van Kaïn en Abel komt naar voren wat er kan gebeuren als een ander het ‘beter’ lijkt te hebben dan jij. Terwijl we als mensen – in wederzijdse afhankelijkheid en onderlinge steun – verantwoordelijkheid hebben voor elkaar, tast jaloezie deze aan. Omdat Kaïn denkt het recht te hebben om te doen wat hij wil, is het gevolg dat zijn ‘rustige’ leven moet plaatsmaken voor een vluchten; er treedt een proces van verharding en vereenzaming op (Gen. 4: 9, 12-16; vgl. Jagersma, 65). De mens wordt erdoor in zijn identiteit aangetast, want tot die identiteit behoort naast de relatie met de Schepper óók het culturele en sociale als uitdrukking van de menselijke relationaliteit. De mens heeft de mogelijkheid en de vrijheid zich te distantiëren van God, medemens en omgeving, maar hij kan zich er niet van losmaken, aangezien deze drievoudige betrokkenheid bij het mens-zijn hoort. 16. Twee soorten initiatief Kaïn neemt het initiatief nu in eigen hand. Hij moet zichzelf een naam maken; hij wil zichzelf nu verwerven wat God de mens als koning in de schepping heeft gegeven, maar waar hij geen genoegen mee neemt. Kaïns leven volgt voortaan het eigen proberen en wensen, eigen behoeften en grenzen. Er ontstaat een scheiding tussen de wereld van God en de wereld van de mens, die naast elkaar komen te staan. Deze scheiding lijkt een repeterende breuk te worden, gezien de verschillende cultuurparadigmata die we hierboven zagen die door deze scheiding gekenmerkt worden (God als pro-memorie post bij Descartes; heilsverwachting in een utopisch denken; de mens als ‘doe het zelf-biografie’). Jabal, Jubal en Tubal-Kaïn worden beschreven als stamvaders van verschillende takken van cultuur: veeteelt, muziek, koper- en ijzersmeedwerk. De opkomst van deze cultuurtakken wordt beschreven in de door God vervloekte lijn van het menselijke geslacht. Het door God in de schepping beoogde ontplooiingsproces is op gang gekomen, hoewel het door de menselijke zonde is geperverteerd (Wolters, 84). Popma zegt daarover: ‘Het bederf maakt geschiedenis, maar die is niet zonder culturele vooruitgang. Het valt ons op, dat dit voornamelijk of uitsluitend technische vooruitgang is’ (Popma, 32-33). Techniek – als ‘zingerichte vormgeving’ met behulp van middelen tot interventie – is uitdrukking van Gods mandaat aan de mensheid om te onderzoeken hoe het potentieel dat God in de schepping heeft gelegd tot ontplooiing kan worden gebracht. Techniek lijkt niet in de hof van Eden te beginnen, maar buiten het paradijs. Zij blijkt in de praktijk vaak een antwoord van de gevallen mens op de weerbarstigheid die de aarde gaat vertonen na de val. Bepalend voor het gebruik van techniek zijn de richtinggevende ideeën achter de ontwikkeling ervan (zie bovenstaande cultuurparadigmata). Noach wist zich afhankelijk van de zegen van de Schepper en gebruikte techniek met respect voor de door God aangebrachte orde (bootbouw). In Babel (torenbouw, Gen. 11) leek men de werkelijkheid meer te zien als (slechts) een grote voorraadkamer van materialen en als werkplaats voor het uitvoeren van eigen ontwerpen en bouwplannen. Omdat Enos een kloof ervaart tussen zichzelf en God, gaat hij offeren ter verzoening van zijn overtredingen. Hij beseft dat het leven op aarde slechts kan voortbestaan door de zegen van God, door middel van een verbinding met de hemel. Ook na de verstoring van de relatie met de levende God proberen mensen als religieuze wezens voortdurend een verbinding tot stand te brengen of te houden (Jochemsen, 39). Deze houding, waarin wordt teruggevallen op God en leiding wordt aanvaard vanuit Gods wereld, beantwoordt aan de naam ‘mens’ (= Enos). Terwijl Kaïn zichzelf een naam maakt, roept Enos de Naam aan (vgl. Babel versus Abraham). Bij Henoch zien we ook een ander initiatief dan bij Kaïn. Henoch wandelt met God. Deze Henoch ontvangt koninklijke roem, omdat hij leeft als beeld van God, als koning in de schepping. Hij is de eerste en enige uit dit geslacht van wie we lezen dat hij niet sterft, maar door God wordt opgenomen. Blijkbaar gaat zijn aardse leven met lichaam en al over in een nieuwe bestaanswijze. Deze uitzondering laat zien dat er meer is dan de zichtbare materialiteit en dat het einde van het leven op aarde niet per definitie het einde van het menselijke bestaan hoeft te betekenen. 17. Degeneratie Ten gevolge van de menselijke val – de keus om zélf te bepalen wat ‘goed’ en ‘kwaad’ is – is het oneindige leven gereduceerd en herleid tot de tijdelijke gave van de levensgeest uit de hand van JHWH. Met de religieuze en ethische degeneratie van de mensheid is een fysieke degeneratie (afnemen van levenskracht) hand in hand gegaan. Het kwaad werkt dus ook op de biologische ontwikkeling van de mens in. De pretentie die eens de hof van Eden aantastte, tast nu de praktische wereld van werk en technologie aan. Bij deze pretentie hoort dat men zich van Gods aanwijzingen niets aantrekt. Alles wat los van God geprobeerd wordt, brengt geen verbetering, maar loopt uit op een mislukking. Dat wil niet zeggen dat er geen ‘grote dingen’ kunnen worden gedaan: vijanden worden verslagen, rijkdom wordt verkregen, er zijn bloeiperioden in de economie en Israël heeft de hegemonie over een groot gebied. Toch eindigt het in de ballingschap. Vreemd is dat niet. De mens is immers geschapen als beeld van God en geroepen tot navolging van God. Onder geen beding kan de mens die structuur van zijn creatuurlijk bestaan afleggen; vroeg of laat wordt hij daarmee geconfronteerd. De hele toekomstverwachting is dermate aan Gods initiatief te danken en daarvan afhankelijk dat mensverbetering in de Bijbel primair religieus (belofte, opdracht, redding, nieuw begin enz.) wordt benaderd en niet fysiek of ethisch. 18. De geestelijke mens is de betere mens Na Pinksteren en Hemelvaart wordt de méns de tempel van de Geest (1 Kor. 3:16, 6:19). Het menselijke lichamelijke bestaan wordt daarmee geheiligd (tot zijn bestemming gebracht). Jezus Christus liet zich in alles leiden door de Geest van God en was daarmee een pneumatisch (geest-vervuld en geest-gedreven) mens. Hij leefde zijn leven in aanhankelijkheid aan en afhankelijkheid van God, wat heel duidelijk uitkomt in de vele momenten waarop Hij zich terugtrok om met God te spreken. Hij stelde niet zijn eigen wil op de eerste plaats, maar de wil van God. De afhankelijkheid en de vanzelfsprekende geborgenheid die in de scheppingsgeschiedenis wezenlijk bleek voor de mens, kenmerken het leven van Jezus. Jezus herstelde het aangetaste leven van de betreffende mens (Mat. 4: 23, 9: 35, 12: 22, 15: 28; Mar. 1: 34, 5: 29; Luc. 4: 40, 9: 42). Niet het biologische leven (bios Grieks) staat daarbij centraal, maar het goede, nieuwe leven (zoè Grieks; vgl. Mat. 21:9; Mar. 11:10). Dit nieuwe leven houdt een totale vernieuwing van de menselijke bestaanswijze in en ontstaat door de geloofsrelatie met Christus. Een geestelijk lichaam is een lichaam dat past bij de herscheppingsorde van de Geest en wordt bepaald door de Geest. Een mens is in zijn lichamelijk bestaan afhankelijk van en beïnvloedbaar door machten. De vraag is welke macht hij bepalend laat zijn. De garantie voor mensverbetering in de zin van ‘eeuwig leven’ ligt niet in de eigen aard van het menselijk leven, maar in het werk van Christus en de Geest (vgl. Ef. 1: 13, 14). Het is de Geest waardoor de mens een beter lichaam krijgt in de betekenis van ‘een betere manier van bestaan’. Ondertussen zal het leven met pijn en smart gepaard blijven gaan (Gen. 3). De gedachte aan het – dankzij menselijke inspanningen – volledig elimineren van het kwaad en het creëren van een perfecte wereld is derhalve een onbereikbare utopie. Medisch-technische ingrepen in het menselijk lichaam die beogen te komen tot herstel, preventie of niet-verbeterende interventies kunnen gezien worden als een bestrijden van het kwaad en kunnen als zodanig verwijzen naar het eschaton (de terugkomst van Jezus en de komst van Gods Rijk op aarde) waar het kwaad zal zijn weggedaan. Functionele lichaamsverbetering gaat een stap verder en tracht het normale te verbeteren door de huidige menselijke constitutie te modificeren of uit te breiden. Dit kan vanuit theologisch gezichtspunt gezien worden als het ontplooien van in de schepping gelegde mogelijkheden. Toch is Jezus archetype en prototype van de nieuwe en volmaakte mens. Zijn reddings- en herscheppingswerk is van normatief belang voor ons huidige handelen met betrekking tot mensverbetering. Beeld van God-zijn is een constante roep om vooruit te gaan. Onze bestemming is echter eschatologisch, dat wil zeggen dat we ertoe bestemd zijn om onze grenzen te overschrijden, dichter bij God te komen en te wonen in de beloofde tuinstad van God als Jezus terugkomt op de wolken. Zélf kunnen wij dat niet bewerkstellingen; God wil het ons geven. 19. Levensgeluk: geborgenheid en vertrouwen Het is van belang te onderkennen dat levensgeluk niet afhangt van een door de mens bereikte verbetering – hoe positief ook. Het levensgeluk komt van buiten de mens. Voor een goed leven is een levenshouding van geborgenheid en vertrouwen nodig. De lichamelijkheid van de mens is de vooronderstelling voor het (ervaren van het) leven in al zijn aspecten. Zij is de manier van bestaan op deze aarde, de wijze waarop het leven geleefd wordt. De bijzondere nadruk op de eigen lichamelijkheid en individualiteit ontstaat pas als gevolg van de breuk in de ik-jij-relatie (met God, medemens, schepping, mijzelf), waardoor de mens zich bij het verwerkelijken van zijn mogelijkheden veelal richt op zelfverwerkelijking en zelfhandhaving. Het gaat niet om kwantiteit van leven, maar om kwaliteit van leven (zoè). Niet het biologische leven (bios) staat centraal, maar de volheid van leven dat alle geluk en heil en dus de band met God omvat en niet gericht is op ‘onsterfelijkheid’ (kwantiteit) maar op ‘eeuwigheid’ (kwaliteit). De invloed van Gods Geest moet uiteindelijk dominant worden in de mens om tot het echte menszijn en het goede leven te komen. Voorkeur verdient het om niet het biologische leven – dat functioneel verbeterd kan worden – centraal te stellen, maar het volle leven (met ál zijn relaties; integraliteit). Menselijke beperkingen horen bij het goede mens-zijn. Literatuur Gernot Böhme, Invasive Technisierung. Technikphilosophie und Technikkritik (Die Graue Reihe 50), Kusterdingen: Die Graue Edition 2008. Annika den Dikken, Het maakbare lichaam. Een ethische studie naar de maakbaarheidsdiscussie in de gezondheidszorg, Universiteit Utrecht: Ethiek Instituut 2005. Andreas Dorschel, Verwandlung. Mythologische Ansichten, technologische Absichten (Neue Studien zur Philosophie 22), Göttingen: V&R Unipress 2009. Ger Groot, De geest uit de fles. Hoe de moderne mens werd wie hij is, Rotterdam: Lemniscaat 2017 (derde druk). Bert-Jan Heusinkveld, De betere mens. Een medisch-ethisch kader voor mensverbetering vanuit christelijk perspectief, Utrecht: Academische Uitgeverij Eburon 2021. H. Jagersma, Genesis 1:1 - 25:11 (Verklaring van de Hebreeuwse bijbel), Nijkerk: Callenbach 1995. H. Jochemsen, ‘Scheppingsbeheer als eredienst. Enige historische en bijbelse overwegingen omtrent de omgang met de schepping’, in: R.M.M. Berns (red.), Om het beheer van de schepping (Marnix van St. Aldegonde Stichting 8), Nunspeet 1995, 35-56. Rob de Lange en Paul Witteman, Sleutelen aan de mens. De zoektocht naar perfectie, Amsterdam: Balans 2015. Paul Miller and James Wilsdon, ‘Stronger, longer, smarter, faster’, in: Paul Miller and James Wilsdon (eds.), Better Humans? The politics of human enhancement and life extension (Demos Collection 21), London: Demos 2006, 13-27. Klaas J. Popma, Harde feiten. Kanttekeningen bij het Genesisverhaal, Franeker: Wever 1972. Sacks, Jonathan, To Heal a Fractured World – The Ethics of Responsibiltiy, London: Continuum 2005 (Ned. vertaling: Een gebroken wereld heel maken. Verantwoordelijk leven in tijden van crisis, Vught: Skandalon 2016). Anders Sandberg, ‘Cognition Enhancement: Upgrading the Brain’, in: Julian Savulescu, Ruud ter Meulen, and Guy Kahane (eds.), Enhancing Human Capacities, Chichester: Wiley-Blackwell 2011, 71-91. Albert M. Wolters, Schepping zonder grens. Bouwstenen voor een bijbelse wereldbeschouwing (Verantwoording 3), Amsterdam: Buijten & Schipperheijn 1997 (derde druk). Ludwig Siep, ‘Normative Aspekte des menschlichen Körpers’, in: Kurt Bayertz (Hrsg.), Die menschliche Natur. Welchen und wieviel Wert hat sie? (ethica 10), Paderborn: Mentis Verlag 2005, 157-173. Dieter Sturma, ‘Jenseits der Natürlichkeit’, in: Kurt Bayertz (Hrsg.), Die menschliche Natur. Welchen und wieviel Wert hat sie? (ethica 10), Paderborn: Mentis Verlag 2005, 174-191. Maarten J. Verkerk, Jan Hoogland, Jan van der Stoep, Marc J. de Vries, Denken, ontwerpen, maken. Basisboek techniekfilosofie, Amsterdam: Boom 2007. Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. New-age in de christelijke kerk - de misleidende 'theologie' van Richard Rohr.Door Piet Guijt Inhoudsopgave
Inleiding In deze tijd met internet kunnen christenen met allerlei informatie in aanraking komen die het geloof zoals de Bijbel aangeeft en bedoelt, kunnen ondermijnen. Ook in hedendaagse boekhandels is van alles te koop over moderne ‘spiritualiteit’, wat niet in overeenstemming is met wat de Bijbel aangeeft. Genoemd kunnen worden boeken over astrologie, mindfulness, channeling, meditatie, astrale projectie, reiki, over zgn. geneeskrachtige stenen die geneeskrachtige energieën zouden bevatten, etc. Daarnaast zijn er boeken over New Age en diverse oosterse godsdiensten en filosofieën te koop. Daaronder zijn ook boeken, geschreven door de populaire mystieke Amerikaanse Franciscaner priester Richard Rohr populair. In dit artikel zullen we de ‘boodschap’ van Rohr bespreken en ons afvragen of het terecht is dat hij ook bij een deel van de christenen zo populair is. Wie is Richard Rohr? Richard Rohr werd in 1943 in Kansas geboren. Hij behaalde in 1970 zijn master’s degree in de theologie aan de Universiteit van Dayton. Hij trad toe tot de Franciscanen in 1961 en werd tot priester gewijd in 1970 (17). Hij heeft vele boeken met mooiklinkende titels geschreven. Ik noem er enkele: De onsterfelijke diamant (2013, over het zoeken naar je ware zelf), De goddelijke dans (2016), Het Christus mysterie (2019), Het enneagram (2019), over een weg naar dieper zelfkennis, Spiritueel Bijbellezen (2020), De universele Christus (2021). Zijn (in het Nederlands vertaalde) boeken vinden gretig aftrek. Verschillende van de boeken kwamen zelfs op de New York Times bestsellerlijst. Waarom dit artikel? Door zijn boeken (met vaak extatische taal) (7) en zijn zeer populaire leringen over o.a. het enneagram (een persoonlijkheidsmodel dat zich met bewust of onbewust gedrag bezighoudt) (4) wint Richard Rohr aan invloed, vooral onder millennials die opgroeiden in de evangelische kerk. Maar ook bij bekende mensen als Gloria Gaither (echtgenote van Bill Gaither, leider van de muziekgroep The Gaithers) en de christelijke theoloog en auteur in de Quaker-traditie Richard Foster (Childers) vindt hij gehoor. Rohr is bijzonder invloedrijk in de progressieve christelijke beweging en wordt door bekende vooruitstrevende stemmen aangeduid als een geestelijke vader, held en mentor (2). Men spreekt van een bevrijdende, bewustzijnsverruimende boodschap (3). Rohr wordt gesteund door leiders zoals Rob Bell (auteur van het boek Love Wins), en William Paul Young (auteur van het controversiële boek The Shack) (2). Rohr wint aan populariteit omdat hij aansluit bij het groeiende verlangen naar spiritualiteit (14). Mede omdat het bedenkelijk is dat hij gebruik maakt van bronnen uit het boeddhisme en hindoeïsme en ook van Carl Jung, wordt het steeds belangrijker voor kerkleiders om zich bewust te zijn van (het gevaar van) Rohrs leringen en hun wijdverbreide invloed (2). Wat is Rohrs bedoeling? Uiteraard zijn dogma’s in de zin van basiswaarheden voor het godsdienstige leven van groot belang, maar Rohr wil het kerkelijk dogmatisme (orthodoxie) dat niet leidt tot vrucht en leven, tegengaan. Hij probeert het christelijke geloof zo te vertolken dat het een boodschap van universele liefde is, een boodschap van eenheid en verbondenheid met elkaar en de kosmos (7). Terecht bekritiseert hij religieuze rituelen die zich richten op regels in plaats van de allerhoogste centrale rol van de relatie met God en de naaste (17). Hij refereert aan Jung die gedesillusioneerd was door zijn eigen vader en zes ooms, allemaal Zwitserse gereformeerde voorgangers, die hij als ongelukkig en niet-geïntegreerd zag. Jung voelde dat het christendom bijdroeg aan een discontinuïteit – een onoverbrugbare kloof – tussen God en de ziel door externe rituelen en intellectueel geloof te veel te benadrukken in plaats van innerlijke ervaring en innerlijke transformatie. Jung zei eigenlijk over het christendom: “Het werkt niet in het echte leven!” (9). De vergissing die Rohr maakte, is dat hij wel zag dat er soms geen vrucht te zien was, maar hij zag niet dat het kwam omdat veel christenen niet vervuld waren met de Heilige Geest, die het ware leven in de gelovige legt als deze zich in toewijding aan Jezus en aan God de Vader daarvoor openstelt. En dan zullen stromen van levend water uit ons binnenste vloeien (Joh. 7: 38)! Rohr benadrukt een ‘alternatieve orthodoxie’, een term die de Franciscaanse traditie op zichzelf heeft toegepast, verwijzend naar een focus op ‘orthopraxis’ - een overtuiging dat levensstijl en praktijk veel belangrijker zijn dan louter verbale orthodoxie (17). De essentiële boodschap van Rohrs werk richt zich op de vereniging van de goddelijke werkelijkheid met alle dingen en het menselijk potentieel en verlangen naar deze vereniging (17). Het gaat om een proces naar een door God bedoelde levenshouding. Met andere woorden, het gaat niet om het intellectueel onderschrijven van een aantal dogma’s maar om incarnatie, het beleven van de goddelijke inwoning. God liefhebben is iets dat moet groeien, iets waar we naartoe moeten werken. We moeten klein beginnen, vindt Rohr, met het liefhebben van de elementen – daarna de bomen, dan de dieren, dan de mensen. En via die weg groei je toe naar liefde voor God. Het draait daarbij niet om een verstandelijk analyseren van jezelf, maar eerder om contemplatie: het ervaren van God (16). Rohrs bedoeling is goed en begrijpelijk, maar door een belangrijk, zelfs essentieel element over het hoofd te zien, werd dat de grote valkuil in zijn leer zijn. Wat hij nastreeft, is namelijk alleen maar mogelijk door de vervulling met de Heilige Geest! En wel in wedergeboren gelovigen, die Jezus Christus hebben aangenomen (Joh. 1: 12), maar daar blijkt hij helaas volledig aan voorbij te gaan. Wat houdt zijn leer in? We zullen diverse onderdelen van zijn visie de revue laten passeren. 1. Rohrs visie op Christus De betekenis van het woord Christus is volgens Rohr niet de ‘achternaam’ van Jezus of een eretitel voor een individueel mens van tweeduizend jaar geleden, maar een aanduiding die veel universeler en verstrekkender is dan slechts horend bij de man uit Nazaret. Het woord Christus staat voor de goddelijke dieptedimensie van de hele werkelijkheid (7)! Je leert zien dat God Zijn hele schepping doordringt en overal om ons heen aanwezig is. Hij is te ontmoeten in iedereen die je tegenkomt (3). Het goddelijk DNA is in elk schepsel, in heel de schepping aanwezig – of we ons daarvan bewust zijn of niet. Jezus is het ‘licht van de wereld’, het Licht maakt dat je alle andere dingen ziet. ‘In Jezus Christus wordt Gods eigen, brede, diep en alles omarmende wereldbeeld voor ons toegankelijk gemaakt’. Christus is een andere naam voor alle dingen, Hij heeft de dingen lief door de dingen te worden (3). Dat zijn mooie woorden, maar die geheel vreemd zijn aan de Bijbel. En bovendien wordt niet aangegeven hoe dat werkelijkheid in je zou kunnen worden. Rohr meent dat Jezus en Christus twee verschillende wezens zijn, en in zijn boek Het Christusmysterie maakt Rohr onderscheid tussen de Jezus uit de Bijbel die 2000 jaar geleden leefde en de Christus (de "Kosmische Christus"), die een eeuwig wezen is (1,3). Deze 'kosmische Christus' is een New Age-idee dat Rohr promoot als 'christen' (2). Echter, het woord 'Christus' betekent 'gezalfde' (gezalfd of gevuld met de Heilige Geest) en Jezus Christus was de aanduiding/benaming van de door God beloofde Messias (1). Daarom is het onjuist om te zeggen dat Jezus en de Christus twee afzonderlijke mensen zijn. En dat Jezus het ‘Christusbewustzijn’ vond, is dezelfde ketterij die we ook zien bij bijvoorbeeld Deepak Chopra die beweert dat Jezus de Christus werd en goddelijke verlichting vond, of Godsbewustzijn, zoals hij het noemt (1). Waarom komt Rohr tot een opvatting die niet in overeenstemming is men wat de Bijbel bedoelt? Hij zegt dat katholieken en protestanten voornamelijk bezig zijn geweest met de 'historische Jezus', degene die 2000 jaar geleden leefde, en het resultaat is dat we de 'Christus' volledig mislopen, aldus Rohr (1). Toegegeven moet worden dat kerken niet (altijd) hebben laten zien wat het geestelijke leven met God zou mogen betekenen, maar Rohr vergeet dat de Heilige Geest werkelijk is uitgestort in hen die in Jezus Christus geloven en Hem willen volgen met heel hun hart. Denk aan de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest in Jeruzalem (Hand. 1:8; 2). Rohr trapt in de New Age valkuil (leugen) dat we allemaal ‘de Christus’ kunnen worden (1,10) en dat alles en iedereen tot Gods Koninkrijk behoort (10). Maar dat is een halve waarheid. Mensen kunnen inderdaad een volgeling van Jezus Christus worden en meer en meer op Christus gaan lijken (Rom. 8: 29) en vervuld (gezalfd) zijn met de Heilige Geest, maar dat kan alleen in hen die wedergeboren zijn door persoonlijk geloof in het verzoenend offer van Jezus Christus! En pas dan kan iemand tot het Koninkrijk Gods behoren (Joh. 3: 3, 5). Het misleidende bij Rohr is dat zijn visie een mengeling is van niet-bijbelse opvattingen en bijbelse noties, maar die worden geheel anders geïnterpreteerd. 2. Verzoening? Als Rohr meent dat elk mens de Christus in wezen al in zich heeft, dan is de stap niet zo groot naar Rohrs opvatting dat hij de noodzaak ontkent van plaatsvervangende verzoening door het lijden en sterven van Jezus voor onze zonden, ook al wordt dat zowel in de Schrift als door Jezus Zelf onderwezen (2, 10). In zijn boek Het Christus mysterie keert Rohr zich zelfs radicaal af van het idee van ‘verzoening door voldoening’ door Jezus die moest sterven in onze plaats, zodat Hij daarmee de toorn van God afwendt (16). Rohr gelooft wel dat Jezus gekruisigd is, werd begraven en opstond, maar hij duidt dat geheel anders. Want Gods beledigde gerechtigheid had toch niet een bloedige betaling nodig om het probleem van de zonde recht te zetten? ('transactionele' theologie) (2). Ook al is het plaatsvervangend offer wel een ‘bloedoffer’, het gaat er mijns inziens niet om dat God per se bloed wil zien of zou willen straffen, maar opdat wij uit de greep van satan zouden kunnen worden verlost. Volgens Rohr was het kruis geen transactie, maar een grootse openbaring van de oneindige en participerende liefde van Gods stromende liefde. Jezus komt naar ons toe, zodat wij bij God kunnen zijn – onze vergoddelijking is het doel (ND). En verder zegt Rohr dat Jezus niet aan het kruis hoefde te sterven. Want het is je ‘valse zelf’ (wij zouden zeggen, de ‘oude mens’ of ons ‘oude ik’) dat moet sterven, dus niet iemand anders. Jezus is volgens Rohr geen goddelijke probleemoplosser (14) maar niets meer dan een "model en voorbeeld" van het menselijke en goddelijke die in één menselijk lichaam verenigd zijn. Het kruis staat volgens Rohr ten diepste voor een pad dat iedere christen zal moeten volgen (14). Jezus kwam niet om ons van de zonde te verlossen, maar om ons te doen inzien dat alles vol is van goddelijke glans, aldus Rohr (7). Rohr denkt het dus beter te weten dan Christus Zelf, Die volgens Rohr dus een fatale vergissing zou hebben gemaakt, en Zich dus heel wat lijden had kunnen besparen! We zien hier een mengeling van waarheid en dwaling. Uiteraard is het waar dat het Gods liefde was die Hem ertoe bracht om Zijn Zoon te geven voor onze zonden. En het is waar dat wij ons vlees moeten afleggen, en dat er sprake is van een geestelijke strijd, maar dat kan alleen als wij de Heilige Geest hebben ontvangen, en wat alleen mogelijk is door (geloof in) het verzoenend offer van Jezus. Immers, wat zegt de Bijbel? Het OT spreekt tientallen malen over verzoening door het offeren van dieren, dat een schaduwbeeld was van het Lam Gods. Johannes schrijft duidelijk dat Jezus een verzoening is voor onze zonden. “Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld” (1Joh. 2:2) en ”Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden” (1 Joh. 4:10). Zie ook bijv. Matt. 20: 28, Mark. 10: 45 en 1 Tim. 2: 6 over losprijs en Rom. 3: 23 t/m 27 over verlossing, zoenmiddel en rechtvaardiging. Zie ook Gal. 4: 5 over vrijkopen. Wij kunnen Gods Koninkrijk alleen binnengaan indien wij een nieuwe schepping zijn die vergeven, gerechtvaardigd en geheiligd is door het bloed van Jezus en wij verzoend zijn met God. De opvattingen van Rohr staan dus in schril contrast met de historische christelijke kijk op het evangelie (2). Hoe ernstig dit is, beschrijft Childers: “Degenen die Gods voorziening van redding en verlossing door het verzoenende werk van Jezus aan het kruis aanvaarden, zullen eeuwig leven bij God krijgen. Maar voor degenen die deze gave van genade afwijzen, beschrijft de Bijbel hun eeuwige straf gescheiden van Gods liefde en goedheid” (2). 3. Universalisme Gezien wat we al van Rohr weten, zal het niet zo verwonderlijk zijn dat hij universalistisch denkt, een soort van alverzoening. God is in ieder mens. Incarnatie is meer dan alleen de menswording van God in de persoon van Jezus, betoogt Rohr. Het is veel breder en duidt op de aanwezigheid van God in de schepping vanaf het allereerste begin. God is liefde, staat in relatie tot alles wat Hij geschapen heeft en hoe Hij wil werken aan herstel van alles wat gebroken is (16). Rohr ziet een doelgerichte beweging in de geschiedenis, een evolutie die wordt voortgestuwd door Gods liefde, waarbij niets en niemand wordt uitgesloten (3). Rohr stelt: Gods hoop voor de mensheid is dat we op een dag allemaal zullen erkennen dat de goddelijke woonplaats de hele schepping is (10). Rohrs boek De goddelijke dans is opgedragen aan “ieder nietsvermoedend mens die niet weet dat hij al met de Goddelijke Stroom mee stroomt. ‘De stroom’ is tegelijkertijd en goddelijk en kosmisch en menselijk en altijd samen” (13). Uiteraard heeft God alle mensen lief en wil Hij alles herstellen wat gebroken is. Hij verlangt ernaar dat de mens als beelddrager van God deel zal hebben aan de goddelijke natuur (2 Petr. 1:4), maar dat kan alleen door het werk van de Heilige Geest in mensen die Jezus als hun Verlosser hebben aanvaard en Hem willen volgen en vervuld zijn met de Heilige Geest. Dus het vraagt een keuze van de mens om Jezus wel of niet aan te nemen! En inderdaad, uiteindelijk zal God alles zijn in allen (1 Kor. 15: 28) die tot geloof zijn gekomen en God als hemelse Vader hebben leren kennen. 4. Verhouding Jezus en de gelovige Volgens Rohr hebben we van Jezus een exclusief kind van God gemaakt, in plaats van een inclusief model voor ieder van ons, omdat we net zo goed zoons en dochters zijn (11). Rohrs boek Immortal Diamond: The Search for Our True Self suggereert dat de dood en opstanding van Jezus een archetypisch (=voorbeeldig) patroon is voor de beweging van het individu van ‘valse zelf’ naar ‘ware zelf’, van ‘wie je denkt dat je bent’ naar ‘wie je bent in God’ (17). Want, en dan spreekt Rohr de kerkvader Athanasius na: “Goddelijkheid en menselijkheid moeten op een of andere manier als één spreken, want als de vereniging van God en mensheid ‘waar’ is in Jezus, dan is er een hoop dat die in ons allemaal waar zou kunnen zijn” (16). Hier zien we waarheidselementen en dwaling door elkaar heen. Rohr spreekt een halve waarheid. Immers ook al mogen en moeten we als kinderen van God gelijkvormig worden aan Jezus (Fil. 3: 21), Jezus is en blijft onze Redder zonder Wie wij nooit een kind van God zouden hebben kunnen worden. Maar aan dat essentiële element gaat Rohr voorbij. Bovendien is ons leven alleen in Christus Jezus verborgen in God (Col. 3:3). e. Andere leringen Andere misleidende leringen van Rohr zijn ideologieën zoals syncretisme (alle religies zijn in feite geldige wegen naar God, een concept dat de Bijbel afwijst), monisme, het derde oog (een hindoeïstisch concept), en vele problematische leringen over seksualiteit, homoseksualiteit en transgender (1). Weer een ander problematisch gebied is Rohrs goedkeuring c.q. onderschrijving van het enneagram, een pseudowetenschappelijk en spiritueel twijfelachtig persoonlijkheidssysteem (1,4). f. Contacten met New Agers Als men de opvattingen van Richard Rohr beziet, dan is het niet zo verwonderlijk dat er relaties zijn met niet-christenen, met name New Age aanhangers. In 2016 nam Rohr deel aan een evenement genaamd SAND16 US (dat staat voor ‘Science and Nonduality’). Non-dualiteit is een New Age term die in feite betekent dat er geen goed en kwaad is, geen goed of fout; dus alles is één, alles is God (daarom zei New Ager Neale Donald Walsch dat zelfs Hitler naar de hemel zal gaan) (6). Rohr was uitgenodigd om te spreken op dat evenement omdat New Agers hem aanspraken. Er waren meer dan 100 andere New Agers, waaronder Matthew Fox, Deepak Chopra, Ken Wilber en Larry Dossey (10). Opmerkelijk is ook dat Rohr Marianne Williamson heeft uitgenodigd die wordt geprezen als de wereldwijde expert in ‘Een cursus in wonderen’. In dat occult geïnspireerde boek wordt geleerd dat Jezus' kruisiging geen betekenis heeft en zelfs verkeerd was omdat men meent dat zonde niet bestaat (1, 5) of een gebrek aan bewustzijn is (9). Immers, er is niets wat je van God gescheiden houdt, behalve de gedachte dat je van God gescheiden bent (8), zo sluit Rohr zich aan bij de trappistenmonnik Thomas Keating (14). Rohr onderschrijft de leringen van Marianne Williamson over ‘Een cursus in wonderen’, die zegt dat we nu allemaal in de hemel zijn (????) maar dat we het ons gewoon niet realiseren omdat we die verlichting van ‘Godsbewustzijn’ nog niet hebben gevonden (1). Het is toch triest dat een katholieke priester iemand uitnodigt die niet in het bestaan van zonde of in de echte Jezus gelooft, die Jezus lastert en die zegt dat redding en verlossing niet nodig zijn (en zelfs ongedaan gemaakt moeten worden)? (1). Daaruit blijkt wel hoe deze priester in zijn denken verduisterd is. Bezwaren tegen de leer van Rohr We noemen enkele kritieken van theologen. Ian Paul, een anglicaans theoloog, schreef in een recensie van De universele Christus: "Ik heb geen enkele Bijbeltekst gevonden die met enige aannemelijkheid werd geciteerd; elke tekst was ofwel verkeerd gelezen, of uit de context gehaald, of zelfs geciteerd met fouten", en concludeert dat "Rohr ons op een aantal zeer vreemde paden leidt en op tal van punten ver verwijderd is van het orthodoxe christelijke geloof" (17). De katholieke theoloog Douglas Farrow schrijft: “De Christus van Rohr omvat, net als die van Teilhard, de hele schepping. Jezus mag dan de unieke Christus zijn, maar Hij is niettemin slechts één voorbeeld van openbaring van de Christus. En het is openbaring, geen verzoening, die we in Jezus moeten zoeken” (17). Erwin Lutzer, een evangelische predikant, heeft Rohr bekritiseerd voor het promoten van universalisme en een New Age spiritualiteit die specifieke doctrines en fundamentele bijbelse leer schuwt (17). Volgens Douglas Groothuis, hoogleraar filosofie aan het Denver Seminary, baseert Rohr zijn leringen op oosterse mystiek in plaats van op bijbels christendom door te prediken dat we ons 'ware zelf' moeten vinden in plaats van een verlosser te kennen die van het ‘zelf’ verschilt. Rohr ziet over het hoofd dat een verlosser vinden en ons ware zelf vinden zeer nauw met elkaar samenhangen; het eerste is zelfs de voorwaarde voor het tweede. Groothuis stelt dat Rohrs fundamentele beweringen over de ‘universele Christus’ en het pantheïstische wereldbeeld het "bijbelse wereldbeeld met de meest flagrante fouten" ondermijnen. Rohr manipuleert de Geschriften om zijn pantheïstische (= alles is goddelijk) of panentheïstische (= de schepping is een deel van God) wereldbeelden te ondersteunen, terwijl hij de christelijke theologie dat schepping en Schepper of God verschillende entiteiten zijn, tegenspreekt, aldus Groothuis. Hij zegt verder dat de geschriften van Rohr parallel lopen met New Age christologieën die, zegt hij, de Bijbelteksten verkeerd interpreteren (17). Zorgwekkende invloeden in Nederland Helaas heeft Rohr ook christenen ons land beïnvloed. In de stichting Way of Grace gaat men in zekere zin nog verder dan Rohr. Ik geloof dat de bedoelingen goed zijn, maar men is op een verkeerd spoor gekomen, mede door de invloed van Rohr. Hieronder een korte impressie van enkele van de m.i. onjuiste opvattingen (cursief) van de stichting en een korte weerlegging ervan. “Ieder mens is van nature gezalfd met de Geest en is dus een gezalfde des Heren, dus Christus. De identiteit van ieder mens is dus altijd Christus geweest. De zalving van de Geest (Christus) bevindt zich dus in alle mensen van alle tijden”. Dit is strijdig met Gods Woord. Ook al is elk mens in beginsel wel door God bedoeld als ‘partner’ met wie Hij een liefdesrelatie wil hebben tot in eeuwigheid. Door de zondeval (die nota bene door Way of Grace wordt ontkend of geheel anders wordt geïnterpreteerd!) is dat verstoord. Het was daarom noodzakelijk dat Jezus als het Lam van God moest lijden en sterven opdat wij met God verzoend konden worden (o.a. 1 Joh. 2: 2, 4: 10) en wij zo de Heilige Geest konden ontvangen, tenminste als wij in Jezus geloven en Hem willen volgen (gehoorzamen). Dus alleen zij die Jezus Christus als hun Verlosser hebben aanvaard, zijn wedergeboren en overgeplaatst in Gods Koninkrijk, en kunnen gezalfd zijn met de Heilige Geest. “Gods Geest woont in alle mensen. Er bestaat dus geen fundamenteel verschil tussen christenen en niet-christenen. We zijn allemaal broeders en zusters en kinderen van één Vader. De mensheid vormt het Lichaam van Christus”. De consequentie zou zijn dat zending en evangelisatie zinloos en overbodig zijn! En God zou ‘dus’ voor iedereen de hemelse Vader zijn. Het Lichaam van Christus wordt echter alleen gevormd door hen die Jezus Christus als hun persoonlijke Heiland hebben aanvaard (Joh. 1: 12). Er is uiteraard geen fundamenteel verschil tussen mensen in die zin dat zij allen zondaars zijn en dat zij zonder (geloof in) Christus verloren zijn. Maar het essentiële verschil tussen waarachtige christenen en niet-christenen is dat de eerste groep gered (wedergeboren – Joh. 3: 3) is en de tweede groep (nog) niet. In de eeuwigheid zal God zijn alles in allen (1 Kor. 15: 28) in hen die geloven. “We worden niet gered door de vergeving van zonden, maar door bewustwording van onze ware Christus-identiteit”. We worden alleen gered door persoonlijk geloof in Jezus tot vergeving van zonden, en alleen door de vervulling met de Heilige Geest zullen we ons meer en meer bewust gaan worden van onze ware identiteit als geredde zonen en dochters van God. “God rekent niet met goed en kwaad. God heeft ons bij voorbaat alles al vergeven”. God maakt wel degelijk onderscheid tussen goed en kwaad. Als God ons bij voorbaat alles had kunnen vergeven, dan was het offer van Jezus niet nodig geweest. Ook al kunnen we dat met ons verstand niet begrijpen, de noodzaak van het offer was kennelijk onvermijdelijk. Dat heeft overigens niets te maken met het gegeven dat God niet zou willen vergeven. Conclusie Het is heel triest dat deze priester Richard Rohr die het in beginsel goed bedoelt (hij wil geen dode dogma’s, maar werkelijke beleving van wat God bedoeld heeft) door zijn eigen filosofie met halve waarheden toch zo ernstig misleid is en vele anderen misleidt. Terecht wil hij af van een dorre dogmatiek waarin geen leven is, en verlangt hij naar het geestelijke leven wat God bedoeld heeft. Maar helaas is hij in de New Age valkuil gevallen, die zegt dat elk mens goddelijk is en geen Redder nodig heeft. Rohr gaat volkomen voorbij aan de weg die de Bijbel wijst. Door zijn boeken en zijn zeer populaire leringen over het enneagram (4) wint Richard Rohr snel aan invloed bij individuele christenen. Rohr spreekt veel mensen zo aan omdat hij zoveel mooie en verheven woorden gebruikt dat het je aan het eind een beetje duizelt (16). Dat is mijns inziens het verleidende en misleidende van de boeken van Rohr, want hij gaat voorbij aan de in de Bijbel genoemde oplossing: het verzoenend lijden en sterven en opstaan van Jezus, het Lam van God én de vervulling met de Heilige Geest in hen die in Jezus geloven. Iedere christen en ook kerkleiders zouden er goed aan doen zich bewust te zijn van wat Rohr eigenlijk leert, namelijk een dwaalleer over de Bijbel, het kruis en het evangelie. Bijbelgetrouwe christenen dienen daarom zijn leringen te vermijden (2). Literatuur 1. Catholic Truth, The Problems with Fr. Richard Rohr: Untrustworthy Spiritual Guide. Bron: The Problems with Fr. Richard Rohr: Untrustworthy Spiritual Guide - Catholic Truth (thecatholictruth.org) 2. Alisa Childers, Here’s why christians should avoid the teachings of Richard Rohr. Februari 2021. Bron: Here's Why Christians Should Avoid the Teachings of Richard Rohr (crossexamined.org) 3. Paul Delfgaauw, ‘Christus was er al voordat Jezus werd geboren’. Bron: Richard Rohr – GODEN EN MENSEN 4. Gerard Feller, Enneagram: vertel me wie ik ben. Bron: https://stichting-promise.nl/categorieen/40-waarzeggerij/153-enneagram 5. Piet Guijt (Guyt), Is "een cursus in wonderen" uit God of niet? Bron: Is een cursus in wonderen uit God of niet? (stichting-promise.nl) 6. Piet Guijt, Een ongewoon gesprek met Neale Donald Walsh. Zoetermeer, 9 april 2001 7. Wolter Huttinga, Een theologisch werk dat gerust esoterisch kan worden genoemd. Bron: Een theologisch werk dat gerust esoterisch kan worden genoemd | Trouw 8. Dineke van Kooten, Christus in ons – Richard Rohr. Bron: Christus in ons - Richard Rohr - Dineke van Kooten 9. Dineke van Kooten, Schaduwwerk – Richard Rohr. September 2019. Bron: Schaduwwerk - Richard Rohr - Dineke van Kooten 10. Lighthouse Trails Editors,The Tragic Influence of Catholic Priest Richard Rohr’s Mysticism on Millennial Evangelicals,September 24, 2019. Bron: The Tragic Influence of Catholic Priest Richard Rohr's Mysticism on Millennial Evangelicals - Lighthouse Trails Research Project 11. Richard Rohr: 'Laten we de Bijbel gebruiken zoals Jezus die gebruikte!'. Augustus 2020. Bron: Richard Rohr: 'Laten we de Bijbel gebruiken zoals Jezus!' - EO Lazarus 12. Boeken van Richard Rohr. Bron: Richard Rohr Boeken kopen? Kijk snel! | bol.com 13. Fred Sanders, Waarom ik niet met Richard Rohr mee stroom. September 2019. Bron: Waarom ik niet met Richard Rohr mee stroom (tgcnederland.nl) 14. Daan Savert, ‘Richard Rohr daagt mij uit om Christus te vinden op plekken waar pijn, woede en verdriet is' | Het Christus Mysterie #leestip. Oktober 2019. Bron: Richard Rohr nodigt mij uit om dagelijks 'ja' te zeggen - EO Lazarus 15. Spiritueel Bijbellezen. Bron: KokBoekencentrum | Spiritueel bijbellezen 16. Voor Richard Rohr is Christus overal zichtbaar. Bron: Voor Richard Rohr is Christus overal zichtbaar | Nederlands Dagblad. September 2019 17. Wikipedia, Richard Rohr. Bron: Richard Rohr - Wikipedia Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. (Genees)krachtige stenen?Door Roelof Ham Inleiding Op het erf van alternatieve geneeswijzen spelen mode en trends evenzogoed een rol als op veel andere terreinen. Ook in het alternatieve wisselen nieuwe trends en hypes elkaar voortdurend af om op die manier mensen te verleiden om de wereld van New Age, oosterse spiritualiteit en zelfs occultisme (verder) binnen te treden. Op een gegeven moment krijgt iets momentum en slaat het aan; bladen besteden er aandacht aan, beroemdheden koketteren ermee en influencers op social media posten erover. Op dit moment, in de herfst van 2021, is er een opleving rond zogenaamde geneeskrachtige stenen. Zie bijvoorbeeld de uitzending die ‘de Keuringsdienst van Waarden’ daaraan heeft gewijd op 29 oktober 2021 [1] of de stenen die de ‘moonsisters’ van Lexmond verkopen. Deze twee zussen staan de laatste tijd erg in de belangstelling vanwege hun mystieke pretenties [2]. Het geloof in steenkrachten is op zich niet nieuw, de grote populariteit ervan vandaag de dag wel. Sommigen spreken van een hype. Dit artikel bekijkt deze trend. We zullen daarbij ontdekken dat er eigenlijk niet veel nieuws onder de zon is. Zoals zo vaak met dit soort nieuwe trends, zijn dit uiteindelijk weer dezelfde gedachten verpakt in een nieuw jasje. Het is een hedendaagse variatie van het overbekende en inmiddels ‘standaard’ alternatieve denken. Ondersteunende en (genees)krachtige stenen Een paar voorbeelden van de ‘krachten’ van stenen, zoals je die beschreven vindt door alternatieve genezers en winkels waar je dit soort stenen kunt kopen. Jade: Jade is een reinigende en beschermende steen (met name tegen lichamelijk letsel). Het zorgt voor harmonie en evenwicht en trekt voorspoed, geluk en welvaart aan. De steen bevordert zelfverwezenlijking en zelfredzaamheid en helpt om negatieve emoties en irritaties los te laten. Het werkt in op het hart chakra en bevordert hiermee liefde, verzorging en tolerantie. Jade stimuleert het bedenken van allerlei ideeën en ook de daadkracht om ze in praktijk te brengen. Het is een goede steen om bij je te dragen tijdens een reis of vakantie voor wat extra bescherming. Fysiek werkt jade sterk reinigend, brengt allerlei lichamelijke systemen in balans en verwijdert gifstoffen uit het lichaam. Het heeft een positieve werking op nieren en bijnieren, blaas, het zenuwstelsel, vruchtbaarheid en op het bevallen. Amethist: Amethist heeft een beschermende en zuiverende werking. De steen bevordert zelfinzicht en helpt je om eerlijk te zijn naar jezelf toe over gedrag dat schadelijk kan zijn en niet in dienst is van je hoogste zelf. Het helpt je bijvoorbeeld om verslavingen te onderkennen en aan te pakken. Daarnaast geeft de steen ook inzicht in emotionele processen waardoor bepaalde (pijnlijke) ervaringen verwerkt kunnen worden en ook vermijdend gedrag op dit vlak veranderd kan worden. Amethist is vanwege haar reinigende werking ook heel geschikt om een ruimte te zuiveren. Samen met bergkristal en rozenkwarts creëert het een harmonische sfeer. Omdat het de bovenste chakra’s stimuleert, kan het de intuïtie, spirituele groei en inzichten bevorderen, zeker voor mensen die aan het begin staan van hun spirituele pad. Amethist heeft ook een reinigende werking op het lichaam en een positieve invloed op het zenuwstelsel, hoofdpijn en migraine en nachtmerries en andere slaapproblemen. En zo zijn er veel meer. De hoeveelheid steensoorten en hun krachten zijn enorm. Deze krachten zijn wel voorbehouden aan edelstenen, niet aan gewoon, regulier gesteente. Het verschil tussen edelstenen en andere stenen? Edelstenen zijn zeldzame mineralen, die goed bewerkt kunnen worden, omdat ze hard zijn. Ze worden gevormd door allerlei geologische processen in het binnenste van de aarde. Het zijn deze processen die het mineraal haar krachtige eigenschappen zouden geven. Achterliggende ideeën. Het achterliggende idee achter deze werkzame stenen ligt in het denken in vibraties en frequenties. De minerale edelstenen waarover het gaat, zouden deze krachten hebben omdat alles in de werkelijkheid om ons heen een bepaalde frequentie heeft waarop het vibreert. Deze edelstenen ook. En omdat al deze edelstenen op verschillende frequenties vibreren, hebben ze allemaal een andere werking op ons mensen. Daar is trouwens geen enkel wetenschappelijk bewijs voor. Er is geen meting of apparaat dat ooit iets heeft geregistreerd! Stenen vibreren simpelweg niet, edelstenen ook niet. Het hele concept van vibrerende stenen is slechts ‘spiritueel’ en is uiteindelijk terug te voeren op het hindoeïsme. Het heeft dus religieuze wortels en betekenis. Je vindt dit denken ook terug in yoga en in allerlei modernere varianten van New Age, die ook weer putten uit dezelfde bronnen. Het is nauw verbonden met het geloof in chakra’s die geopend kunnen worden met behulp van de juiste vibraties. Chakra’s zouden zelf ook vibraties afgeven. Chakra’s zijn in die zin poorten voor trillingen en vibraties op verschillende frequenties in ons lichaam. Ze zijn een belangrijk onderdeel van het hindoeïsme, oosterse mystiek en New Age. Chakra’s zijn de energiepunten in je lichaam waar je verdieping in je bewustzijn zou kunnen krijgen of waar je in jezelf nieuwe energie zou kunnen aantappen. Via meditatie en oefeningen zijn deze energiepunten te openen en aan te boren. De edelstenen nu zouden met hun vibraties invloed uitoefenen op onze chakra’s. Ze hebben in die zin een eigen aura die werkt als je er in de buurt van bent, de steen bij je draagt of zelfs in een lichaamsholte meeneemt. Als je een beetje kennis hebt van New Age en oosters denken, dan herken je dus meteen wat hier speelt. Er is inderdaad niets nieuws onder de zon. Het gaat hier om een trendy uitwerking van dezelfde eeuwenoude basisgedachte die je in het alternatieve circuit steeds weer terugziet. Het heeft alles te maken met aloude denken in energievelden, chakra’s, aura’s en vibratie, waarbij nergens harde wetenschappelijke feiten een rol spelen. Je moet het voelen en ervaren. Je moet ervoor open staan. Dat zeggen veel van alternatieve therapeuten die gebruik maken van deze stenen zelf ook. Vertrouw op God alleen Voor christenen moge het inmiddels duidelijk zijn dat edelstenen en hun vermeende krachten geheel haaks staan op wat wij geloven. Het geloof in de krachten van edelstenen is een moderne variant van het hindoeïstische denken dat het goddelijke in alles om ons heen en in onszelf plaatst en dat de weg van zelfverheffing promoot. Terwijl God ons laat zien dat we bij Hem mogen aankloppen als we ergens mee zitten, moeite kennen of worstelen met zaken waarbij deze edelstenen zogenaamd zouden kunnen helpen. Petrus houdt ons in 1 Petrus 5: 6, 7 voor: ‘Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op zijn tijd verhoogt. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.’ We mogen onszelf onderwerpen aan God en geloven dat Hij voor ons zorgt. Kampen we met negatieve emoties en irritatie, hebben we te weinig inzicht, willen we een verslaving overwinnen? Dan kunnen we bij Hem terecht. Hij laat in ons de vruchten van geduld en zachtmoedigheid groeien, Hij geeft wijsheid en inzicht aan wie Hem daarom vragen en Hij bevrijdt van elke band en gebondenheid. Dat is onze God. Het past daarom niet om buiten Hem om te gaan snuffelen in andere religies en alternatieve spirituele achtergronden of geneeswijzen. Bovendien, en dat moet niet vergeten worden, is lang niet alles zo onschuldig als het wel lijkt. Het zijn maar stenen, zul je wellicht denken, maar de achterliggende gedachtewereld is niet anders dan van door occultisme doorspekte oosterse filosofieën en oefeningen. Je opent jezelf ermee voor geestelijke machten uit het rijk der duisternis. Door je in deze wereld te begeven, komt de deur van jouw leven op een kier te staan. En dat is gevaarlijk. Het maakt wat dat betreft echt niet uit of het stenen zijn, tarotkaarten, koffiedik, astrologie of wat dan ook. Het zijn allemaal wegen die ons afleiden van God en Zijn goedheid en die ons binnenbrengen in het rijk van occulte machten en krachten. Het zet ons op een pad van onbijbelse spiritualiteit en zal ons geloof ondermijnen. Daarom moeten we er verre van blijven. Samengevat De trend van het toekennen van mystieke krachten aan edelstenen is de bekende, aloude, heidense spiritualiteit in een trendy jasje. Er zijn dezelfde hindoeïstische wortels in te ontwaren die je ook terugziet in New Age en in zoveel andere moderne vormen en uitingen van het spirituele menszijn. Ze voert ons weg van God en ondermijnt ons geloof. In het ergste geval kan het zelfs een opening zijn voor kwade machten en de invloed van boze geesten op ons leven. De edelstenen doen immers niets, omdat ze dat niet kunnen. Het zijn levenloze stenen. Als het wel werkt, is dat dus niet door de steen. Dan is het de kracht van suggestie of zijn er achterliggende krachten van de duisternis in het spel. Beter is het te vertrouwen op God en op zijn beloften. Hij kan meer doen dan wij bidden of beseffen. Ook voor ons. Noten: [1] Zie dit artikel inclusief link naar de uitzending van 'de Keuringsdienst van Waarden'. Klik hier om te lezen. [2] Bijvoorbeeld dit artikel van Hart van Nederland. Klik hier om te lezen. Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. Afscheid br. Gerard Feller
Na bijna veertig jaar werkzaam te zijn geweest voor de stichting Promise, kan ik alleen maar met grote dankbaarheid terugkijken op alle zegeningen, contacten en werk wat ik samen met mijn vrouw Coby voor de Heer hebben mogen doen. In dit artikel ga ik geen uitgebreid overzicht geven van al die activiteiten, maar ik wil contacten met enkele personen kort benoemen die meegeholpen hebben aan het werk van de stichting. Verder wil één activiteit als voorbeeld wat meer belichten. Korte geschiedenis Het werk van Promise is ontstaan na een plotselinge ontmoeting met Jezus en een radicale bekering van Coby en mij. Een van de eerste contacten was een ontmoeting met J.C. Graaff in het Christelijk Conferentiecentrum ‘De Toevlucht’ in Oudewater. In het eerste nummer van de eerste jaargang van Promise (1984) stond een verslag van een lezing van hem voor een groep christelijke fysiotherapeuten getiteld: ‘Wat heeft geloof met ons beroep te maken?’ Dit was ook het begin van een jarenlang contact met christencollega’s dat naast het werk van Promise bestond. Jacob Graaff heeft ons jarenlang geholpen met Bijbelstudies op themadagen, weekenden en artikelen in ons blad, die deels nog op de website van Promise staan. Onder andere zijn studies over de relaties tussen geest, ziel en lichaam waren een belangrijke wegwijzer in het bijbels denken over gezondheid waar Promise voor staat. Een van de christen-collega’s die ons jarenlang geholpen heeft, is Tiny Dijkstra, die onder andere in 17 Promise bladen artikelen van het befaamde boek ‘The Spiritual Man’ van Watchman Nee vertaald heeft. De eerste jaren heeft Margreet Nagtegaal ook veel werk verricht, deels door korte artikelen in het blad maar ze heeft ook jarenlang de administratie verzorgd. Marco Blankenburgh heeft jarenlang samen met mij de redactie van het blad verzorgd. Ook was hij de drijvende organisatorische kracht achter de verschillende uitgebreide lustrum-vieringen. Dagen waar bekende sprekers zoals Orlando Bottenbley, Henk Jochemsen, Martie Dieperink, Chris Steijn, Arie van der Veer, Jef de Vriese en vele anderen spraken over bijbelse gezondheid. In al die jaren hebben ik honderden lezingen mogen geven in Nederland en België. Diapresentaties In de eerste jaren werden die lezingen vaak ondersteund door diaklankbeelden, gemaakt door Johan Nagtegaal. Destijds waren dat diapresentaties in overvloei met gesproken tekst en muziek een technisch hoogstandje. Johan heeft zeven prachtige presentaties gemaakt waarvan ikzelf de tekst geschreven had. Veel waarschuwende presentaties zoals ”Achtergronden van yoga vanuit een bijbels perspectief”, “Bijbelse en medische bezwaren tegen acupunctuur”, diarama’s over Israël en vooral 3 prachtige presentaties over “de opkomst en ondergang van new age”. Als ik nu de tekst weer bekijk, dan zie ik dat alle voorspellingen, die we bijna 40 jaar geleden deden over ontwikkelingen in de wereld, uitgekomen zijn en zelfs nog veel meer dan we destijds voorspelden. Na de eerste beginjaren kwam ik in contact met Willem Jan Pijnacker Hordijk en dat was het begin van een dertig jaar lange trouwe samenwerking vooral in het publiceren van artikelen in het blad. Voor de lezers van Promise is Piet Guijt ook een vertrouwde naam die ook al twintig jaar geholpen heeft met het schrijven van artikelen en de redactie van het blad Promise. Het is heel bijzonder hoe de Heer onze verschillende kwaliteiten gebruikt heeft om het Promise Magazine en de website te ontwikkelen. En Willem Jan en Piet gaan door met het werk! Door contacten met een werkgroep die door Bert Dorenbos georganiseerd was, kwam ik in aanraking met Rob Matzken. Hij was een missioloog, volgens mij de beste futuroloog in die tijd. Zijn boeken zoals o.a. De anders denken boerderij en New age handboek waren hun tijd 20 jaar vooruit! Ook met hem heb ik in verschillende projecten mogen samenwerken. Christelijke alternatieven In de beginjaren werd het accent in de publicaties gelegd op het kritisch bijbels toetsen van de vele vaak op new age denken geënte behandelmethoden. Later, toen we de ‘grenspalen’ uitgezet hadden voor een bijbelse toets, hebben we ons ook veel meer gericht op het zoeken en ontwikkelen van bijbelse alternatieven. We beseften dat het niet alleen genoeg was om ergens voor te waarschuwen als we zelf geen goede christelijke alternatieven konden aanbieden. Als tegenhanger van yoga hebben we op heel veel manieren cursussen ‘Bijbels omgaan met spanningen’ georganiseerd waarover later meer. Er waren veel themadagen over problemen zoals anorexia, burn-out en rouwverwerking. Ruim 20 jaar geleden hadden we een cursus psychosomatiek voor hulpverleners, waarin christelijke hulpverleners als fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers, psychologen en pastoraal werkers in een éénjarige opleiding kennis maakten met een ‘holistische’ Bijbelse visie op gezondheid. Ook als een alternatief voor de wereldse invulling van assertiviteit hebben we meer dan 15 jaar een cursus ‘Christelijke assertiviteit’ georganiseerd, een cursus van 10 avonden waar ook veel mensen aan deel genomen hebben. Na die tijd kwam ik in Canada in contact met Jim Wilder een psycholoog/theoloog die voor mijn gevoel dezelfde visie over gezondheid had als ik. Hij wist de laatste inzichten in de ontwikkeling van de brein-neurofysiologie te combineren met belangrijke pastorale bijbelse waarheden. Zelf ben ik als psychosomatisch fysiotherapeut in mijn leven altijd op zoek geweest naar de relaties tussen geest, ziel en lichaam. Jim Wilder liet in zijn neurotheologie steeds meer die verbanden zien als het gaat om identiteit, emotionele synchronisatie, zelfbeheersing, geweten als een fysieke en geestelijke realiteit. Ook belangrijk is dat hij de rol van een kerkelijke gemeenschap in de heling en gezondmaking beschreven en uitgewerkt heeft (Life Model). Tot slot heb ik van hem geleerd dat de persoonlijke relatie in het geloof en de communicatie daarin het belangrijkste is (Meditatie en Immanuelgebed). In mijn vele artikelen over en met hem op de Promise website kunt u daarvan meer lezen. Veel van die inzichten heb ik gepubliceerd in mijn laatste boek Complementaire zorg in het licht van de Bijbel. Nu God me duidelijk gemaakt heeft met het werk van Stichting Promise te stoppen ben ik geweldig dankbaar dat Hij samen met mijn trouwe vrienden en broeders Willem Jan en Piet een broeder heeft aangewezen die het werk kan voortzetten, namelijk Roelof Ham. In dit blad zal hij zichzelf verder voorstellen en een tipje van de sluier oplichten van de plannen die hij heeft om het werk van Promise te moderniseren, actualiseren en te continueren, weliswaar zonder papieren magazine maar wel met alle andere moderne communicatiemiddelen. Ik wil daarom u daarom vragen de voortgang van het werk verder te ondersteunen, in het delen van de publicaties van een bijbelse visie op gezondheid en het toetsen van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, maar zeker ook financieel. Want ook de voortgang van het werk wordt door vrijwilligers, onbezoldigd voortgezet. Dit alles in dienst van onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Gerard Feller “Doe uw werk met plezier, alsof het voor de Heer is. Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Here Jezus, terwijl u God de Vader dankt door Hem” (Kol. 3:17). Themaweekenden Bijbels omgaan met spanningen Van de vele activiteiten in de afgelopen 38 jaar vanuit de Stichting Promise wil ik er één wat meer voor het voetlicht brengen. Het is ook een voorbeeld van het bijbels holistische denken over gezondheid wat in de loop der jaren ontwikkeld is. Het begon met het zoeken naar een alternatief voor yoga, een methode die bijna een synoniem was voor ontspanning. Veel christenen zagen het als een eenvoudige methode voor adem- en ontspanningsoefeningen en beseften vaak niet dat yoga geënt is op het Hindoeïstische gedachtengoed. En dat je door de betekenis en verklaringen die aan die oefeningen gegeven worden gemakkelijk veranderd kunt worden in je denken over God, mens en wereld. Als fysiotherapeut zag ik naast de geestelijke bezwaren ook de medische, oefentherapeutische bezwaren. Met de diapresentatie: ’Achtergronden van yoga in een bijbels perspectief’ trokken we het hele land door met presentaties in kerken, instellingen, vrouwengroepen, kringen en zelfs yogaverenigingen. Er bleek een hele grote behoefte aan bijbels en medisch verantwoorde ontspanningsoefeningen. Oefeningen die meer geënt waren op de stressfysiologie van spieren en ademing. De beschrijving en verklaringen van die oefeningen werden opgetekend in het boek: ‘Bijbels omgaan met spanningen, deel 1 lichamelijke aspecten’. Uiteindelijk zijn in verschillende drukken meer dan 10.000 exemplaren verspreid. Als psychosomatisch fysiotherapeut merkte ik in de praktijk dat als je ontspanningsoefeningen bij patiënten aanreikte men al gauw open stond om ook de onderliggende problematiek en oorzaken bespreekbaar te maken. Deze gesprekken hadden vaak een meerwaarde vergeleken met gesprekken met twee hulpverleners (fysiotherapeut en psycholoog). Bij een goede vertrouwensrelatie en het op de juiste manier aanvoelen waar mensen voor open stonden zonder te manipuleren was er in die mix van hulpverlening veel te bereiken. Weekendcursus Vanuit die ervaringen kwam het idee een weekendcursus te organiseren waarin we de ontspanning en ademoefeningen konden combineren met inzichten in de geestelijke en psychologische achtergronden. Zo ontstond er een programma wat bestond uit adem- en ontspanningsoefeningen, groepsgesprekken, Bijbelstudie, lofprijzing en gebed, samen eten, getuigenissen en een zondagsdienst met pastorale prediking. De meeste weekendcursussen werden in de beginjaren gehouden in het christelijke conferentiecentrum ‘De Toevlucht’ in Oudewater. Maar later ook op uitnodiging van kerken die hun ruimte en diensten openstelde ook voor mensen die niet christen waren maar die op het onderwerp ‘Omgaan met stress’ afkwamen. Het was voor hen overigens wel duidelijk dat de oefeningen in een christelijke context aangeboden zouden worden. Dominee O. Bottenbley was een van de eersten die het belang hiervan zag ook om in contact te komen met vaak zoekende mensen. We zijn op zijn uitnodiging een aantal keren in Lemmer en Drachten geweest om een dergelijk weekend te organiseren. Maar ook in het westen hebben we dergelijke cursussen buiten Oudewater georganiseerd, bijvoorbeeld in de Nehemia-gemeente in Zwijndrecht en Dordrecht op uitnodiging van Gerard en Fransje Krielaart. Het succes van dit ‘format’ Duizenden mensen hebben aan deze weekenden, soms met verschillende programma’s, deelgenomen. We kregen van veel deelnemers een geweldige feedback en een verheugende respons. Veel reacties als: “Leven vernieuwend!”, “Een verademing en oase om mee te maken”, “Ik heb een ontmoeting met God gehad”, “Bijzonder dat je zo snel een band met andere christenen ervaart”, “Ik heb nu een praktische en toepasbare methode geleerd om me echt te ontspannen”. En: “Ik ga weer opnieuw contact in de gemeente zoeken”, “Ik krijg weer hoop en ga verdere hulp zoeken”, “Door gebed voel ik me gesterkt en bemoedigd”, “Grenzen zoals kerkelijk achtergrond en sociale verschillen vallen weg”, “God geeft me weer hoop om verder te gaan” enzovoort, enzovoort. Waarom noem ik dit? Zeker niet om onszelf of ons werk te beroemen, dat is allemaal Gods werk, maar ik noem het omdat in deze tijd van corona, digitalisering en gebrek aan socialisering wij elkaar niet meer in een geestelijk klimaat ontmoeten. Er is nog steeds een grote behoefte aan dergelijke bijeenkomsten. Vele jaren hebben we de bemoedigende respons van deelnemers van deze ‘bijbels holistische bijeenkomsten’ (naar lichaam, ziel en geest) proberen te analyseren. En natuurlijk is dit niet het enige model waar mensen zegenrijk kunnen samenkomen, maar ik zal proberen enige elementen te benoemen die volgens mij ook een belangrijke bijbelse waarde hebben gehad en die nu ook in mijn boek Complementaire zorg in het licht van de Bijbel naar voren komen en geestelijk, psychosociaal en neurofysiologisch belicht worden. Verbondenheid Larry Crab zegt hierover in zijn boek getiteld ‘Verbondenheid’: “Het effectiefste wat we kunnen doen om iemand te helpen veranderen is hem overvloedig te laten proeven van Gods ongelooflijke goedheid in het Nieuwe Verbond. Hij kijkt vol vreugde naar ons met ogen die achter de puinhopen iets goeds zien, met een hart dat opgewonden klopt over wie we zijn en wie we zullen worden. Soms brengt Hij dát aan het licht, waarvan we overtuigd waren dat het Hem vol walging zou doen afwenden, met het doel ons te verbazen over Zijn genade. Dát is verbinden. Als we ons zo verbinden, kan dat de levens van mensen veranderen". De bevestigende ontmoetingen en relaties in bijeenkomsten lijken vaak zelfs een meerwaarde te hebben boven veel psychotherapeutische interventies. Crabb beschrijft een voorval wat hem tot die conclusie gebracht had. Dat was een ontmoeting, na vele jaren, met een man die hij als psycholoog jaren daarvoor begeleid had. Hij dacht dat de man zich zeker wel de belangrijke therapeutische sessies kon herinneren, waar zeer belangrijke zaken aan de orde geweest waren. Immers deze moesten wel in Crabb’s beleving het keerpunt in het leven van die man geweest zijn. Larry ontmoette de man in een park en hij was hem niet ‘professioneel’ voorbijgelopen maar hij had hem liefdevol en hartelijk begroet. De eerste reactie van de man was dat hij zich niet slechts een confident/patiënt voelde, maar dat hij ‘als mens’ werd ontmoet en dat die liefdevolle blikken hem meer gedaan hadden dan vele diepe sessies! Toen ik dat las, herkende ik het in mijn eigen leven. Ik heb samen met mijn vrouw heel veel mensen begeleid met de cursus ‘Bijbels omgaan met stress’. En vaak hoorde ik als bemoedigende respons dat het een keerpunt was in vele levens van mensen. Als ik dan later aan sommigen vroeg: "Wat was nou het omslagpunt voor je”, dan dacht ik, net als Crabb, dat het de bijzondere geestelijke inzichten waren, maar tot mijn verbazing zeiden sommigen: “Het feit dat jullie als leiding vaak met stoelen voor ons sjouwden en dat jullie ons liefdevol verzorgden”. Met andere woorden, ze voelden zich verbonden met ons. Acceptatie van de ander en de liefde van God in de ander ervaren bepaalde die verbondenheid. Overigens werd die verbondenheid naast de geestelijke verbondenheid ook ervaren door de lichaamsoefeningen. Eén les bestond uit het oefenen met tweetallen. We merkten als je dat op een ontspannen, soms humoristische wijze die les leidde, dat dit vaak al een verbondenheid van deelnemers bewerkte. Herstel Bij herstel vanuit een zeer pijnlijke of traumatische achtergrond spelen bevestigende relaties met God en anderen een grote rol. Zowel de emotioneel verwonde persoon als de coach als ook de omstanders kunnen hier een actieve rol spelen. Toen Jezus hier op aarde rondwandelde bekeek Hij de mensen met ogen vol genade en liefdevolle acceptatie. Die liefde daarvoor putte Hij dagelijks bij Zijn hemelse Vader. Door onderlinge aanvaarding in een groep verdwijnen angst en de drang om je te bewijzen. Veel verwonde mensen hebben geleerd angstrelaties aan te gaan. ln de weekendcursussen en trainingen leren de mensen hun op angst gebaseerde relaties te vervangen door liefdevolle relaties. Daar spelen niet angst, maar acceptatie en veiligheid een grote rol. Het groepsproces is een dergelijk krachtig middel tot herstel. De leiding is niet in de eerste plaats therapeut maar coach, die zijn ervaringen, geloof en hoop deelt. Het is een feest van herkenning. Men wordt gestimuleerd tot bidden, schrijven en delen. Er wordt geleerd dat je relaties kunt repareren, en dat daardoor relaties eerder sterker dan zwakker worden. Er wordt geleerd dat je noden mag hebben en dingen mag vragen aan anderen. Wetenschappelijk onderzoek heeft inmiddels ook wel aangetoond dat werkzame aspecten in een groepsproces zijn: veiligheid, imitatiegedrag, delen van gevoelens, catharsis, het uiten van emoties, vergeven, samen studeren. Dit alles lijdt tot bevrijding van schuld, schaamte en angsten. Iedereen is in een verschillende fase van herstel, maar er is geduld en acceptatie. Het is als het ware een identificatie met een gezin. Bijbelse vreugde in getuigenissen en prediking Vreugde is het ultieme wapen in de strijd om herstel van gezondheid en relaties. Zij is een belangrijk onderdeel van genezings- en bevrijdingsprocessen. Wat is vreugde, en waarom is het zo belangrijk voor herstel? Jezus zegt in Joh.15: 11: “Dit heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld wordt”. In het oude testament staat in het boek Nehemia: “Bedrijft geen rouw…, want de vreugde des Heren is je kracht” (Nehemia 8:10). God weet dat we die soort kracht nodig hebben, die alleen door vreugde gegeven kan worden, en Hij is bijzonder bereid ons te helpen, om de volle omvang van die vreugde te ervaren. Deze vreugde is een fundament in ons leven en nodig voor ons herstel. Voor ons brein betekent vreugde dat iemand echt blij is om bij ons te zijn. Het werk van de bekende neurofysioloog dr. Allan Schore laat zien dat het brein duidelijk leert de dopamine te reguleren door directe interacties met anderen. Volgens dr. Schore wordt vreugde primair gecommuniceerd, non-verbaal, door elkaar aan te kijken. Zijn werk zegt dat de hersenen van baby’s en kleuters leren de dopamine te regelen door een herhaaldelijk oog-tot-oog contact tussen hen en hun directe verzorgers. Als deze interacties vreugdevol zijn, ontwikkelt het brein een grote capaciteit voor vreugde en daardoor een effectieve dopamine-regulatie. Dat betekent dat we in staat zijn een steeds grotere capaciteit van vreugde, blijdschap en plezier in ‘leven-gevende’ relaties met anderen te ervaren. Interessant genoeg behoudt het vreugdecentrum van de menselijke hersenen deze biochemie gedurende ons gehele leven. Praktisch gezien betekent het dat het brein door vreugdevolle interacties met anderen leert de dopamine te reguleren, ongeacht hoe oud we zijn. Als herhaalde interacties van anderen ‘die blij zijn bij ons te zijn’ zo goed is voor ons brein in herstel, wat zou er dan gebeuren als we het bouwen en ontwikkelen van vreugdevolle relaties een opzettelijk deel van onze herstelprogramma’s zouden maken? Stel dat onze herstelprogramma’s er niet alleen op gericht zijn om zo maar samen te zijn, maar juist die dingen te doen, die het brein helpen om te groeien in emotionele capaciteit, en daardoor een effectievere dopamine-regulatie bewerkstelligen. Goede verhalen vertellen helpt ook om vreugde te bouwen. Verhalen over verschrikkelijke dingen die gebeurd zijn, helpen niet echt om vreugde te verzamelen. Maar verhalen over mensen, plaatsen, gebeurtenissen en tijden die vreugdevol waren, hoop geven, kunnen blijdschap produceren. Dat zijn de getuigenissen die we stimuleren tijdens de maaltijden en activiteiten. Geestelijke groei Belangrijk is dat men in ontmoetingen en door de Heilige Geest en Gods Woord in relatie met Christus steeds meer leert zich te oriënteren en zo steeds meer te veranderen tot die persoon die God bedoeld heeft. Het stimuleert na te denken over de identiteit en relatie die we in Christus hebben. Dat is een leerproces wat hier op aarde nooit klaar is. Steeds hebben we ook weer die bevestigingen van God Zelf nodig om te zien wie we zijn in die nieuwe schepping. Steeds zullen we meer moeten leren hoe de Heilige Geest ons in die zin kan vernieuwen door het leven van en in Christus. Het veranderingsproces is een proces wat plaatsvindt door de reiniging en vernieuwing van ons geweten, door het anders denken (niet ik, maar Christus centraal) en het vernieuwen van ons emotionele leven in de gezindheid van Christus. Zo is niet alleen het werken aan een individuele identiteit maar ook een collectieve identiteit (deel van het lichaam van Christus, de gemeente) van groot belang. Die geestelijke groei die ook nodig is om niet weer terug te vallen in ‘de oude manier’ van leven, wordt verder geoefend en gestimuleerd in de gemeente van de Here Jezus. Gelukkig zijn de weekenden en cursussen niet een doel op zichzelf maar een bemoediging om weer (hernieuwd) actief deel te hebben aan een plaatselijke gemeente. Een belangrijk onderdeel op de weekendcursussen was het zaterdagavondprogramma. Dan was er een tijd voor lofprijzing, die vaak geleid werd door Andy Pratt, een populaire Amerikaanse popzanger die tot bekering gekomen was en die jarenlang in België, vlak over de grens, gewoond heeft. Andy heeft in die tijd een paar prachtige cd’s gemaakt met vaak diepgaande lof- en aanbiddingsliederen. Andy had zelf ook depressieve periodes in zijn leven gekend en zijn mededogen met anderen en aanbidding voor de Here Jezus, zijn nederige houding, zijn virtuoze piano- en gitaarspel maakte hem tot een uitstekende voorbidder. Na de lofprijzing werden de aanwezigen gestimuleerd om voor elkaar te bidden. Zelfs als men dat niet gewend was, baden mensen voor het eerst hardop voor en met anderen. God werd op die avonden groot gemaakt! Relationele circuits open Betekent het dan dat de onderwerpen en studies inhoudelijk niet belangrijk zijn? Natuurlijk wel, we moeten ernaar streven dat de inhoud van een programma steeds een bijbels hoogstaand niveau heeft maar ook een actuele en zover het de bijbelse toets doorstaat ook een hoog-wetenschappelijke inhoud. Moderne christenwetenschappers en onderzoekers zoals dr. Karl Lehman en dr. J. Wilder hebben aangetoond dat de relaties (met God en de medemens) vaak belangrijker zijn dan het oplossen van problemen. Het brein en de geest is door interventie van de Heilige Geest veel meer in staat in een verbonden en relationele toestand diverse trauma’s op te lossen. Het is een leerproces om je van de aanwezigheid van God bewust te worden en zo te bidden voor zaken en herinneringen waar je je eenzaam voelt (bijvoorbeeld ‘het Immanuel gebed’). Geloven is in de eerste plaats een relatie met de levende God, waarin communicatie een belangrijke rol speelt. Spreken met God maar ook luisteren. Net zoals bijvoorbeeld een auto wassen een bepaalde volgorde in het programma nodig heeft is de verwerking van gebeurtenissen in ons brein ook belangrijk. Het is niet slim een auto eerst in de was te zetten en dan vervolgens schoon te maken. Dat geldt ook voor de verwerking van brein. En wat goed is voor ons brein is ook goed voor onze geestelijke gezondheid. Het is van belang dat onze gevoelens eerst gevalideerd worden in de aanwezigheid van Christus, waarna Hij in onze bewuste relatie met Hem ons kan genezen en herstellen. Veel mensen praten veel over God maar weinig met Hem. Op onze weekenden en cursussen hebben we het belang van een open relatie met Hem benadrukt. Tot slot Als u mensen in verschillende groepen en individueel wilt helpen, raad ik u aan het boek Complementaire zorg in het licht van de Bijbel te lezen en de bijbehorende cursus te volgen. Hier heb ik alle aspecten van het komen tot geestelijke gezondheid uitgebreid behandeld. Op deze plaats wil ik alle mensen met wie we in cursussen en trainingen in contact gekomen zijn hartelijk danken. We hebben erg veel van jullie geleerd en hopen dat God dit heerlijke genadevolle werk met anderen wil voortzetten. Gerard en Coby Feller door Piet Guijt In dit artikel wil Piet Guijt de actuele ontwikkelingen rondom homofilie en genderdysforie benaderen vanuit een bijbels perspectief. Er zijn namelijk zowel in de samenleving als op het christelijk erf diverse nieuwe ontwikkelingen (genderdysforie, zegenen van homorelaties, verbieden van zgn. homo-conversietherapie) die aandacht vragen, mede omdat er hierover vanwege grote verschillen in opvatting - zelfs onder christenen - veel verwarring bestaat. Daarom is het nuttig om vanuit Gods Woord een heldere zicht te hebben. 1 Inleiding Voor ons als christenen is het van belang om allerlei soorten van dwaling en misleiding te kunnen ontmaskeren, en daarbij ook allerlei schijnargumenten te weerleggen. In de afgelopen decennia zijn in diverse Promise Magazines vele artikelen daarover geschreven. Het betrof niet alleen ‘valse' godsdiensten en ‘valse’ leringen zoals in onze tijd new age en atheïsme, maar ook diverse dwaalleringen binnen het christendom, bijvoorbeeld de Mariacultus, de predestinatieleer, de alverzoeningsleer.In de huidige maatschappij en ook in het christendom (denk aan ontkerkelijking) zien wij veel misverstanden, verwarring, polarisatie, framing en nepnieuws. Waarheid en liefde worden vaak van elkaar los gemaakt en bijbelse waarheden worden weggewuifd onder het motto van tolerantie, liefde, ‘inclusiviteit’, enzovoort. In verband met de actualiteit zal ik ingaan op twee thema's die al eerder zijn besproken, namelijk genderdysforie (6) en homofilie/homoseksualiteit (7). Er zijn namelijk zowel in de samenleving als op het christelijk erf diverse nieuwe ontwikkelingen (genderdysforie, zegenen van homorelaties, verbieden van zgn. homo-conversietherapie) die aandacht vragen, mede omdat vanwege grote verschillen in opvatting, zelfs onder christenen, daarover veel verwarring bestaat. Daarom is het nuttig om vanuit Gods Woord een heldere zicht te hebben. Vooraf wil ik benadrukken dat ik vanuit bewogenheid over de bestaande problematiek een en ander vanuit de Bijbel wil onderzoeken. Dus het gaat beslist niet om het veroordelen van mensen, maar om hen te helpen de weg te wijzen naar een bijbelse oplossing. 2. Transgenderisme Met name in de laatste decennia en vooral de laatste jaren zeggen met name jonge mensen zich niet thuis te voelen in het lichaam dat hoort bij hun biologisch geslacht. We noemen dat genderdysforie. Daarom willen zij van geslacht(srol) veranderen. Mede door de rol van de media en het promoten van genderdysforie als iets 'normaals' (transgenderideologie) krijgen steeds meer jongeren, met name meisjes, de (m.i. misleidende) gedachte dat zij in een verkeerd lichaam zitten. Want als we zien dat sommige mensen een zgn. lichaamsidentiteits-stoornis hebben waarbij iemand denkt dat bepaalde ledematen niet bij zijn lichaam horen en deze wil laten amputeren (waarbij dus onmiskenbaar sprake is van een zelfidentificatie die in strijd is met de realiteit) (7), dan rijst de vraag of dat ook niet bij genderdysforie het geval zou kunnen zijn. Volgens de Transgenderwet van 1985 moest een transgender (teneinde als zodanig erkend te worden) een fysieke operatie van man naar vrouw of van vrouw naar man ondergaan. Maar sinds 2014 geldt die verplichting niet meer. Nu is het zgn. transgenderbeleid als volgt: “Als een (biologische) man zich vrouw voelt, dan is hij vrouw en heeft hij het recht om per direct als vrouw te worden behandeld (en omgekeerd), ook al heeft er nog geen fysieke transitie plaatsgevonden” (2). Men kan zich voorstellen dat dit tot grote verwarring zal (kunnen) leiden. Denk alleen al aan het uitgaansleven. Terugkeer nog mogelijk Dat de ‘geslacht-veranderende’ operatie niet meer wettelijk vereist is, heeft overigens wel het voordeel dat men nog kan terugkeren naar (de rol van) het eigen biologische geslacht, en wel door te stoppen met het gebruik van hormonenpillen. Want een operatie is niet meer ongedaan te maken met alle dramatische gevolgen van dien. Het blijkt dat steeds meer transgenders ('detransers') spijt kregen/krijgen van hun transformatie en dat om diverse redenen: “ik had er meer van verwacht” is een gehoorde uitspraak, en psychiatrische aandoeningen zoals bijv. autisme, anorexia, zelfbeschadiging, zelfmoordneigingen, e.d. worden niet opgelost door transitie (2). Het aantal zelfmoordpogingen voor en na transitie blijkt even hoog te zijn (12). Bovendien ontstaan er na de dure operaties (zoals borst- en penisamputaties, baarmoederverwijdering, penis- en vagina-constructies)(2) vaak allerlei medische complicaties. Voorts moet bedacht worden dat men levenslang hormonenpillen moet slikken. Voor dat soort problemen houdt D66 zich doof. Deze partij wil zelfs het psychologische onderzoek (met een deskundigenverklaring) dat nu nog voor transgenders verplicht is, afschaffen. Want men meent dat genderdysforie helemaal geen stoornis is (2). Volgens minister van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moeten we af van het natuurlijke onderscheid tussen man vrouw. Men moet toch van jongs af aan in 'vrijheid' de eigen gender(identiteit) kunnen kiezen? (2). Wat vreemd dat leeftijd bij dit zeer belangrijke thema niet zou gelden (maar wel bij het mogen stemmen en het behalen van een rijbewijs). Men wil zich niet onderwerpen aan de 'dictatuur' van de natuur (13). Ten diepste wil men niets te maken hebben met God en Zijn scheppingsorde en zelf bepalen wat goed is en wat niet. Achter deze opstelling zie ik het (al of niet bewuste) verzet tegen al wat christelijk is. Maar ook sommige theologen ondermijnen m.i. het gezag van de Bijbel. De onlangs opgekomen zgn. queer-theologie is bedacht om zich af te zetten tegen de 'beperkende' hetero-normativiteit. Schepping staat dan niet meer voor goddelijke ordening maar voor ruimte voor chaos (13). Ik zie hierachter een inspiratie vanuit het rijk der duisternis. En als iemand vragen stelt bij die queer-theologie, wordt die persoon direct als transfoob gelabeld. Identiteitsprobleem In het gereformeerde tijdschrift Kontekstueel (januari 2020) pleiten de theologen Jolanda Molenaar (vroeger een gehuwde man en vader, nu een trans-vrouw) en professor Heleen Zorgdrager voor de acceptatie (in welke zin?) van transgenders. Het geloof in de schepping van de mens als man en vrouw zien zij als een obstakel voor transgenders om zichzelf te accepteren. Maar ieder mens mag zich toch geliefd weten door God, ongeacht welk probleem of welke handicap iemand ook heeft? Uiteraard moeten en mogen we elkaar als medemens niet afwijzen, maar deze theologen willen transgenders zien als een normale variant (12). Dat is een m.i. ernstige misvatting, want deze zgn. 'varianten' naast man en vrouw moet men niet zien als een door God bedoelde diversiteit maar als een afwijking ten opzichte van de scheppingsorde als gevolg van de zondeval. Bovendien is genderdysforie een persoonlijkheids- of identiteitsprobleem dat niet zozeer te maken heeft met gender (5, par. 12), en dat niet kan worden opgelost door een ‘geslacht-veranderende’ operatie. En hoe goed men het ook bedoelt, er kan m.i. geen sprake zijn van “het vieren van de overgang naar een ander geslacht”. Immers genderdysforie is vooral een probleem in de geest. Ten diepste heeft het vinden en leren kennen van onze ware identiteit te maken met je geliefd weten door God als je hemelse Vader en Jezus als je Redder in een levende geloofsrelatie door de inwoning van de Heilige Geest. Een vrouw die een transitie tot man had ondergaan, en later tot bekering kwam, zei: “Als ik eerder tot bekering was gekomen, had ik me niet laten opereren” (4). Wondermooi gemaakt? In het in juni 2019 verschenen boek Wondermooi zoals u mij gemaakt hebt denken genoemde theologen dat God de seksuele en genderdiversiteit zo heeft bedoeld (15). Inderdaad is er veel diversiteit in de schepping als we kijken naar de vele soorten dieren, bomen, planten en bloemen. Maar dat is geen argument om diversiteit te veronderstellen waar God dat niet bedoeld heeft. En hoezo 'wondermooi' als men een (verminkende) ‘geslacht-veranderende’ operatie wil ondergaan die niet eens nodig is omdat die het probleem niet wezenlijk oplost. Bovendien zijn er grote gevolgen ten aanzien van bijvoorbeeld vruchtbaarheid. Zorgwekkende ontwikkeling Hoe bedenkelijk een doorgeschoten genderideologie (die bij sommigen mede de ‘veroorzaker’ is van genderdysforie) is, blijkt uit de nieuwe huisregels in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Zo mag daar niet meer gesproken worden in termen van man of vrouw, op welke manier dan ook (1). Ook hier een ontkenning van Gods scheppingsorde. De achtergrond is dat transgenders eisen dat zij als normaal worden beschouwd. De wetgeving wordt er zelfs op aangepast (ook al gaat het om een zeer kleine minderheid). Dat men terecht rekening wil houden met de nood van mensen die worstelen met hun seksuele gerichtheid/gevoelens en omdat lhbti-ers zich uiteraard niet gediscrimineerd en verworpen willen voelen, mag toch geen reden zijn om de gehele maatschappij ernaar te richten. In dat geval lijdt de maatschappij onder de dictatuur van de lhbti-lobby. “De genderideologie predikt vrijheid, maar vernietigt de vrijheid, en brengt gebondenheid” (4). Waar het toe leidt, blijkt ook uit het feit dat de bekende atheïst Richard Dawkins zijn prijs van 'Humanist van het jaar' kwijtraakte omdat hij zich (m.i. terecht) afvroeg waarom mensen belasterd moeten worden als zij zich afvragen of een man die zich identificeert als vrouw niet gewoon een man is. Dat wordt door de trans-gemeenschap gezien als een aanval (20), terwijl het feitelijk zo is dat men nooit het biologisch geslacht kan veranderen. Ook is het toch ernstig te noemen dat je strafbaar bent (en in Canada zelfs in de gevangenis komt) als je iemand die is getransformeerd tot vrouw of die zich vrouw voelt, nog man durft te noemen, want dat wordt als 'beledigend' en 'discriminerend' opgevat. De omgekeerde wereld! En hoe de geesten van mensen al rijp zijn voor de omkering van waarden, blijkt uit een recente aankondiging (met roze en blauwe vlaggetjes) van de geboorte van een ‘genderneutraal’ kind. 3. Homofilie/homoseksualiteit Houding Ook al behoort ieder mens met aandacht en liefde te worden bejegend en dus niet verworpen of afgewezen te worden, toch is de vraag van lhbti-ers begrijpelijk of er voldoende veiligheid en acceptatie is in kerken en christelijke organisaties voor homoseksuele, biseksuele en transgender mannen en vrouwen die worstelen met de eigen seksuele oriëntatie. Daarom is het noodzakelijk en goed dat men begrip heeft voor hun nood, dat men met pastorale bewogenheid aandacht voor hen heeft en eerlijke gesprekken met hen voert. In het verleden is dat helaas niet of te weinig gebeurd. Men moet er echter voor oppassen dat men onder een 'veilig klimaat' verstaat dat homofilie en homoseksualiteit als normaal worden beschouwd, en dat men gaat goedpraten en accepteren wat God niet bedoeld heeft. Immers er is toch alleen echte veiligheid als men leeft volgens Gods heilzame leefregels! God wil herstellen! Juist daarom mag en moet steeds de bijbelse visie en oplossing genoemd worden en doen wij als kinderen van God er goed aan ons eraan te houden. Er moet worden voorkomen dat wij onder invloed komen van de tijdgeest die zich niet meer wil stellen onder het gezag van Gods Woord, want als de kerk meegaat met die tijdgeest, dan verliest zij haar geloofwaardigheid. Helaas zien we dat veel christenen het Woord loslaten. Misverstanden Over homofilie en homoseksualiteit bestaan diverse misverstanden. Zo wordt vaak geen onderscheid gemaakt tussen a) homofilie en b) homoseksualiteit. Homofilie (a) is de seksuele gerichtheid op iemand van hetzelfde geslacht. Het is geen zonde of lichamelijke ziekte maar een gebrokenheid (dus geen deel is van onze kern-identiteit) (18) als gevolg van de zondeval. Ook al houdt God van elk mens, het is een misvatting om te denken dat God de mens heeft geschapen mét homofiele neigingen. Het begrip homoseksualiteit (b) betreft (de keuze voor) homoseksuele praxis, wat de Bijbel wél zonde noemt, want het is tegen Gods wil omdat dit gedrag het probleem van de mens met een homofiele gerichtheid niet echt oplost. Ook al is de Bijbel m.i. duidelijk over het afwijzen van de homoseksuele praxis, toch proberen zelfs ook christenen het met diverse drogredenen goed te praten (7). Oprechte christenen die een bijbelse visie hebben op homoseksualiteit (bijv. de ondertekenaars van de Nashville-verklaring) worden ten onrechte weggezet als homohaters of homofobe haatpredikers. Echter het enige wat zij willen, is waarschuwen voor de groeiende acceptatie (ook onder christenen) van de homoseksuele levensstijl (en ook het transgenderisme) als gevolg van het loslaten van het Woord van God. Gods heilzame geboden worden opgevat als beperkend en beknellend, terwijl deze juist zijn gegeven voor bescherming en vrijheid, zelfs eeuwige vrijheid! Bedacht mag worden dat wij als christenen ertoe bestemd zijn en ervoor mogen kiezen te veranderen naar het beeld van Jezus (Rom. 12: 2; 1 Joh. 5: 18). Verzet Niet alleen zijn er misverstanden, ook zien we een toenemend verzet tegen Gods heilzame Woord. De Jezuïet Wim Smeets schreef: “De Rooms-Katholieke Kerk heeft recht op haar eigen moraal. Maar als die moraal leidt tot een intolerante opstelling, dan moet men zich daartegen verzetten” (21). Dan is mijn vraag: is God dan intolerant als Hij vanuit Zijn liefde en voor ons bestwil bepaalde zaken afwijst? Toen per abuis de Nashville-verklaring openbaar werd, was de selectieve verontwaardiging groot, ook al stond er niets in wat strijdig is met Gods Woord. Kennelijk zijn velen weerspannig en willen niet meer luisteren naar wat God zegt. Sommige lhbti-ers vinden dat in een christelijke kerk alle mensen even welkom moeten zijn en dat daarom ook alle relaties gelijke rechten moeten hebben. Wie daar niet in meegaat, is dan niet ‘inclusief’ (een soort modewoord) maar discrimineert. Een lesbienne wil dat haar lesbische relatie in de kerk net zo beoordeeld wordt als een heterorelatie, want anders is sprake van discriminatie (3, 16). Dat laatste is een vaak gebruikt maar vals argument. Want van discriminatie kan alleen sprake zijn als het plaatsvindt op basis van verkeerde normen. Als je op basis van goede ethische en bijbelse normen onderscheid maakt (zelfs: moet maken!) kan er geen sprake zijn van discriminatie. Elk mens, en dus ook de homofiele medemens mogen en moeten wij met de liefde van Christus tegemoet treden. In Hongarije is in juni dit jaar een wet aangenomen die de straf op pedofilie verhoogt, en verbiedt dat kinderen onder de 18 jaar via school of media geconfronteerd worden met promotie van homo- en transseksualiteit (23). Velen lopen te hoop tegen wat ten onrechte een antihomowet wordt genoemd. Maar waarom zou men de genoemde promotie niet mogen verbieden terwijl men in ons land ‘homoconversietherapie’ bij jongeren wél wil verbieden (zie onder). En we mogen toch ook bijv. rook- en alcoholreclame verbieden? Begrijpelijk is het dat de homofiele dominee Wielie Elhorst (11) zegt dat je homo's niet mag zien als mensen met een afwijking, maar wat opvalt is dat lhbti-ers vinden dat het gewoon oké is zoals zij zijn, en als je daar anders over denkt, dan is dat beledigend. Uiteraard moeten we medemensen niet verwerpen maar we kunnen hetgeen God niet zo heeft bedoeld toch niet als ‘normaal’ beschouwen, want daarmee helpen we de ander niet. Dat wij als mensen mogen herstellen, geldt toch voor iedere mens (homo of hetero)? Schijnoplossingen Een probleem van veel kerken is dat men vaak geen raad weet met homofilie omdat men de oplossing niet kent of er niet in gelooft. Hooguit wijst men op de optie van celibatair leven. En uit onmacht om homo’s te helpen zoals God het in Zijn Woord aangeeft, gaan er stemmen op om homorelaties en homohuwelijken (in) te zegenen als een vermeende oplossing voor de nood van homo’s. Ondanks het verbod van het Vaticaan daartoe, willen ruim 2600 (!) Duitse rooms-katholieke priesters dit toch doen onder het motto: “Want we zijn toch geroepen om mensen vrijheid te geven?” (16). Ik geloof zeker dat men vanuit bewogenheid wil helpen, maar dat moet men dan niet doen met het toestaan van homoseksuele praxis en het homohuwelijk. Als God in Zijn Woord homoseksualiteit (net zoals elke andere zonde) afwijst, dan wijst God niet de mens af, maar de daden omdat die tot schade zijn van de mens. Daarom kan God nooit iets zegenen dat tegen Zijn heilige wil ingaat (Gal. 5:16,17). Bijbelse oplossing De homofiele gerichtheid is een gebrokenheid die niet bij de mens hoort, en waarvan men verlost kan worden door de kracht van de Heilige Geest (Rom. 8:13b) in een proces van toewijding en heiliging. God heeft Zijn Heilige Geest toch niet voor niets gegeven? De visie die in par. 10 van het artikel De bijbelse weg voor de nood van homofielen (7) is weergegeven, wordt overigens bevestigd door het indrukwekkende boek van de Amerikaanse psychiater Jeffrey Satinover (8). Verbod op hulpverlening Het kan verkeren. Vroeger was homopraxis in ons land nog strafbaar, maar als je nu zegt dat de Bijbel deze praxis afwijst, dan kan je daarop worden aangevallen. Nu worden op basis van o.a. misverstanden pogingen worden ondernomen om juist wat de Bijbel aanbiedt als oplossing, te gaan verbieden. Medio dit jaar is zowel in Duitsland als in ons land het bij wet gaan verbieden van de zgn. homogenezing of homo-conversietherapie (het COC spreekt in het AD van 29 mei 2021 van kwakzalverij) zeer actueel geworden (19). Men zegt dat homofilie geen ziekte is, dus kan er van genezing geen sprake zijn. Homofilie is inderdaad geen fysieke ziekte, en de vaak gebezigde term 'homogenezing' is dus onjuist, maar men ziet over het hoofd dat het bij homofilie (en ook genderdysforie) niet gaat om een (kern)identiteit (13,18). Uit onderzoek blijkt dat bij een significant deel van de Nederlanders sprake is van fluïditeit in seksuele gerichtheid. Het “beperken of verbieden van counseling aan hen die een seksuele verandering ervaren of die dat willen onderzoeken in de richting van heteroseksualiteit, is willekeurig, onrechtvaardig en discriminerend” (17). Vanuit bijbels perspectief bezien gaat het om een gerichtheid die niet bij de mens hoort, en waarvan men m.i. in beginsel bevrijd kan worden door de kracht van de Heilige Geest. Het gaat dus helemaal niet om vermeende onderdrukking maar juist om bevrijding. Immers bij God is ieder welkom, maar vanuit Zijn liefde wil Hij dat ieder tot zijn of haar doel komt. Vergelijk de gemeente of de kerk met bijvoorbeeld een ziekenhuis. Elke patiënt (wat hij/zij ook heeft) is hartelijk welkom, maar het is wel de bedoeling dat de patiënt zo goed mogelijk herstelt. Niet meten met twee maten Wat toch wel opmerkelijk is, is dat men de zgn. homoconversie-therapie afwijst of zelfs wil verbieden, maar de zeer dure ‘transitie-operatie’ van transgenders niet, terwijl dat geen wezenlijke oplossing is en ook verminking met zich meebrengt! Jeno Sebök (22) zegt zeer terecht: “Zolang mensen die dat willen, zich medisch van geslacht willen laten veranderen, moet het ook mogelijk zijn dat homo's die dat zelf willen, voor zich laten bidden om van geaardheid te veranderen. Anders meten we met twee maten”. 4. Tot slot Gezien diverse ontwikkelingen in onze tijd is meer dan ooit geestelijke ‘dijkbewaking’ nodig tegen de opkomende vloed van ongeloof en verzet tegen Gods Woord. Ik heb hierboven al op het een en ander gewezen. Het is ook te zien als men Jezus Christus, de Zoon van de levende God, een transgender durft te noemen of wanneer men de rol van de persoon Jezus in The Passion laat spelen door een vrouw, en hoe men in de USA niet meer zal mogen spreken van vader en moeder, enzovoort. Wat een gevolg is van de zondeval, en dus niet naar Gods wil, moet kennelijk als normaal worden beschouwd, want anders discrimineer je. Dat men aandacht en begrip vraagt, is op zich goed, maar dat kan men beter op andere manieren doen. Wat zal onze (christelijke) opstelling in de toekomst moeten zijn? Allereerst denk ik dat wij erop bedacht moeten zijn dat de duivel steeds feller zal rondgaan om te verslinden wie hij kan misleiden (1 Petr. 5:8). Steeds meer mensen kennen het Woord van God niet, of geloven het niet met hun hele hart. De misleiding van de leugen doet zich overigens voor als een mix van halve waarheden (door bepaalde feiten en nuances achter te houden) en hele leugens. Mede door individualisering denkt men alleen aan zichzelf, en ziet men de ander als tegenstander. Men is vaak niet eens bereid om te luisteren naar argumenten van anderen, die bij voorbaat in een bepaald hokje worden geplaatst en verketterd. Als wij Jezus willen volgen, zullen wij net als Hij niet begrepen en door sommigen zelfs gehaat worden. Wat een nood is (bijv. genderdysforie, homofilie) en waarvoor God in Zijn Woord een oplossing aanbiedt, wordt door de boze misbruikt om Gods heilzame scheppingsorde te ondermijnen. En dat wat niet naar Gods wil is, als goed wordt gezien en moet worden geaccepteerd (Jes. 5:20). Ja, zelfs is het denkbaar dat de Bijbel als een zgn. ‘discriminerend’ Boek wordt gezien omdat daarin man en vrouw, zoon en dochter, worden onderscheiden, of dat het moet worden aangepast. Bij de besproken thema’s zijn er grote verschillen qua inzicht, en moet worden geconstateerd dat sommige christenen en christelijke instanties een knieval hebben gedaan voor de druk van de tijdgeest. Hoe komt dat, ondanks het feit dat ze dezelfde Bijbel hebben? Is er twijfel, angst voor verguizing en vervolging? Alleen wie werkelijk de prijs voor de waarheid wil betalen, zal de waarheid (en vrijheid) vinden. Maar als men de door God gegeven oplossing, namelijk bevrijding door de kracht van de Heilige Geest niet kent of niet gelooft, dan gaat men uit machteloosheid zijn ‘toevlucht’ nemen tot het goedpraten van en accepteren wat de wereld ons dicteert. Omdat Gods waarheid voor ons als christenen ertoe doet, en het fundament van ons handelen is, is het van groot belang dat we de waarheid van Gods Woord blijven vasthouden omdat alleen dat tot ons heil is en werkelijk vrij maakt. We moeten uiteraard bewogen zijn met de nood van medemensen en hen liefhebben, maar óók de waarheid liefhebben, want die geeft zicht op zowel de oorzaak als ook op de oplossing van problemen. OM OP HET RECHTE (GELOOFS)PAD TE KUNNEN BLIJVEN, ZIJN TOEWIJDING EN SOMS RADICALE KEUZES VAN GROOT BELANG. WANNEER MEN IN WOORD EN GEEST GEWORTELD IS, ZAL MEN IN DE TOEKOMST STAND KUNNEN HOUDEN. DOOR DE LEIDING EN KRACHT VAN DE HEILIGE GEEST IS HET MOGELIJK TE LEVEN NAAR DE WIL VAN GOD, EN MOGEN WIJ ALS KINDEREN VAN GOD OPGROEIEN TOT ZONEN GODS DIE GELIJKVORMIG AAN JEZUS MOGEN WORDEN EN DE WERKEN VAN HEM ZULLEN GAAN DOEN, TOT BEVRIJDING VAN DE SCHEPPING (ROM. 8:14 EN 19). GÓDS WAARHEID ZAL WERKELIJK VRIJMAKEN (JOH. 8:32). Bronvermeldingen 1. Jan van Benthem, Geen man of vrouw meer in het Huis van Afgevaardigden, Nederlands Dagblad, 6 januari 2021 2. Ad de Boer, Gender, nieuw splijtzwam CU en D66, Nederlands Dagblad, 25 maart 2021 3. Gerald Bruins, Twee lhbti’ers delen hun ervaringen met de kerk: ‘Lhbti is nauwelijks bespreekbaar’. Nederlands Dagblad, 8 mei 2021. 4. Bijbels Beraad M/V, Studieconferentie Transgenderisme, 1 juli te Alblasserdam. „Het bestrijden van de transgenderideologie is een christelijke taak” - Bijbels Beraad Man / Vrouw (bijbelsberaadmv.nl) 5. Patrick Goede, Mart van de Kamp is vader van een transdochter: “Transitietraject is aangrijpend”, CIP-nieuws, 22 juli 2021. Mart van de Kamp is vader van een transdochter: Traject is aangrijpend - CIP.nl 6. Piet Guijt, Het transgenderdilemma, Promise Magazine, januari 2018 7. Piet Guijt, De bijbelse weg voor de nood van homofielen, Promise Magazine, juli 2018 8. Piet Guijt, De strijd rond de waarheid over homoseksualiteit, Promise Magazine, april 2019 9. Martin de Jong en Wielie Elhorst, Veilig kader voor LHTB+-personen in kerken en christelijke organisaties is nog ver weg. Opinie, Nederlands Dagblad,14 mei 2018 10. Rimme Masterbroek, ‘Cultuuroorlog’ woedt rond transgender mensen in VS, Nederlands Dagblad, 9 april 2021 11. Hilbert Meijer, Zelfdiscriminatie bij homo’s, Nederlands Dagblad, 1 augustus 2020 12. Hilbert Meijer, Pastorale route bij gendervragen, Nederlands Dagblad, 1 juli 2021 (n.a.v. ‘Genderdysforie. Een handreiking aan kerkenraden met het oog op het pastoraat’ van de Gereformeerde Bond) 13. Jan Minderhoud, Je zou de Schepper vergeten, Nederlands Dagblad, 5 januari 2021 14. Assuntina Morressi, Experiment met genderdysforie, Nederlands Dagblad, 29 december 2020 15. Remco van Mulligen, Eerste boek over transgender en geloof, Nederlands Dagblad, 22 juni 2019 16. Hendro Munsterman, Duitse rooms-katholieke pastores blijven massaal homostellen zegenen Nederlands Dagblad, 29 maart 2021 17. Philip Nunn, Gedragscode Homopastoraat en Seksuele fluïditeit. Open brief aan Hugo de Jonge, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 21 juli 2020. Zie ook http://philipnunn.com 18. Philip Nunn en Jos, Programma Uitgelicht, Family 7, 16 juni 2021 19. Redactie VK, D66, VVD, PvdA en GL schrijven initiatiefwet tegen ‘homogenezing, Nederlands Dagblad, 5 juni 2021 20. Dick Schinkelshoek, Dawkins raakt humanistenprijs kwijt, Nederlands Dagblad, 21 april 2021 21. Wim Smeets, Jezelf zijn staat vaak onder druk, Nederlands Dagblad, 6 mei 2021 22. Jenö Sebök, Homogenezing, Nederlands Dagblad, 24 maart 2021 23. Herman Veenhof, Veel Hongaarse christenen delen de visie van kabinet Orbán-IV en zien ‘lhbti-ideologie’, Nederlands Dagblad. 29 juni 2021. Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. |