Leiding in de christelijke gemeenteVanuit dienstbaarheid of vanuit controle? Door Jildert de Boer Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Dienend leiderschap, in plaats van een ‘piramide’-model 3. Is een ‘plat’ gemeentemodel of ‘pannenkoek’-model een goede optie? 4. De tijdgeest en de geest van weerspannigheid of rebellie 5. Heilzame onderwerping 6. Goed verstaan van de uitdrukkingen ‘onderwerping’ en ‘onderdanig zijn’ 7. De verhouding tussen ‘ieder heeft iets’ en ‘van God gegeven leiding’ 8. De valkuil van controle over gemeenteleden door de leidinggevenden 9. De valkuil van geestelijke manipulatie 10. Onzuivere methoden vanuit de leider of leiding 11. De leider kan bijna niet (meer) gecorrigeerd worden 12. De leider toont nauwelijks respect voor de grenzen van mensen en probeert hen praktisch monddood te maken 13. Op het verkeerde spoor worden gerangeerd 14. Eigen afwegingen mogen maken door gemeenteleden 15. Manipulatie richting leiding door gemeenteleden 16. Ruimte voor meedenken? 17. Volgzaam zijn mag, maar opbouwend-kritisch mee blijven toetsen is beter 18. De koninklijke weg is de onderste weg op aarde gaan 19. De oorzaak van problemen in de geestelijke wereld zoeken 20. De minste willen zijn in de natuurlijke wereld 21. Hoop hebben en houden voor alle gemeenteleden in de gemeenteopbouw 22. Vier principes tot gemeenteopbouw 23. Stimulans tot deelname, maar in vrijwilligheid, geeft het gezonde evenwicht 24. De gemeente helpen bouwen is niet vrijblijvend, maar ieders taak! 25. Samenvatting 1. Inleiding In de loop der jaren heb ik veel kunnen waarnemen op het christelijk erf. Allereerst vanuit eigen betrokkenheid in de leiding van twee verschillende gemeenten en tevens als gemeentelid in twee andere gemeenten. Door die beide rollen heb ik ervaring opgebouwd in het functioneren aan weerszijden in een gemeente, om zo een goed overzicht te krijgen en een gezonde balans aan te kunnen geven. Door die ervaring heb ik lessen getrokken die nuttig zijn voor de praktijk van het bouwen aan de christelijke gemeente. En helaas heb ik ook mechanismen zien optreden die minder goed waren en meer afbreuk aan de gemeente deden dan dat ze bevorderend waren voor de opbouw. Ik probeer ietwat vrijmoedig en praktisch te schrijven. Zonder overigens dat ik daarbij alle wijsheid in pacht heb, omdat ik zelf ‘een broeder onder de broeders’ wil zijn en ook nog dagelijks mag leren- en afleren. 2. Dienend leiderschap, in plaats van een ‘piramide’-model Jezus sprak over leiderschap in de wereld vergeleken met hoe dat moet zijn onder zijn discipelen:
Dienen en dienstbaar zijn staan tegenover heersen en heerschappij voeren over de kudde. Paulus schrijft:
Oudsten, opzieners of voorgangers, of welk woord er ook aan gegeven wordt in het nieuwe testament, zullen goede leiding moeten geven aan de gemeente. Dat neemt niet weg dat opzieners (episcopous, Gr.) overseers zijn, dat wil zeggen: het overzicht hebben. Zo leidt ook de herder de schapen in de grazige weide. Daarbij is diens integriteit en dienende houding van groot belang. De ene leider kan wel gevaarlijk zijn, als deze met een sterke, charismatische persoonlijkheid dominant wordt. Het is leerzaam om te ontdekken dat Gods Woord deze woorden geeft met het gebruik van het meervoud. Het minimumaantal oudsten, al naar gelang de grootte van de gemeente, is daarom altijd minstens twee en liefst minimaal drie. Meervoudig leiderschap, met eventueel een eerste onder zijns gelijken (primus inter pares) is een gezonde bijbelse richtlijn die evenwicht binnen de leiding aanbrengt zonder de piramidevorming en het gevaar van één man aan de top (met Rome als het ultieme, verkeerde voorbeeld in de paus, maar er zijn ook veel kleine pausjes). Het ‘piramide’-model is hiërarchisch opgebouwd. De Bijbel laat qua gemeentebouw veel meer een omgekeerde piramide zien, waarbij Jezus als eerste steen of hoeksteen helemaal onderaan zit, hoewel Hij evengoed het enige, echte hoofd van de gemeente is. Er staat:
Zo kunnen zij als oudsten, vanwege hun geestelijke ‘leef-tijd’ met de Heer, vooropgaan. Daarbij blijven ze afhankelijk van de Opperherder, of de grote Herder van de schapen, Jezus Christus. Het is dan niet moeilijk, om hun leven op ontspannen wijze te volgen. Zij geven leiding op een natuurlijke, ongedwongen manier, zonder krampachtigheid of het leggen van druk op gemeenteleden. Als het nodig is ergens bij te sturen, dan gebeurt dat soepel, met wijsheid, in alle nederigheid en zachtmoedigheid, die hun Meester Jezus zo kenmerkte. Wanneer zij indien nodig corrigeren, gebeurt dat met lankmoedigheid, dat wil zeggen: ‘lang van moed’-zijn, oftewel met veel geduld handelen. Hun doel is de kudde in leer en leven in het rechte spoor naar Woord en Geest te leiden. Als het om de waarheid gaat, dan maakt de bazuin geen onzeker, maar een duidelijk geluid. Zij willen deze dienst verrichten vol van Geest en wijsheid en vol van geloof, want zij beseffen dat ze het alleen, in eigen kracht, niet kunnen. Hun bekwaamheid is Gods werk! Zulke dienende leidinggevenden willen de mensen alleen binden aan het Hoofd van de Gemeente, dat is Christus (Ef. 1: 10; Ef. 1: 22; Ef. 4: 15; Ef. 5: 23; Kol. 1: 18; Kol. 2: 19) en nooit aan hun eigen persoon, dus om mensen achter zich(zelf) aan te trekken (vergelijk Hand. 20: 29-30). 3. Is een ‘plat’ gemeentemodel of ‘pannenkoek’-model een goede optie? In een tijd waarin door God gegeven gezag tanende is, zien we in sommige kringen ook dat er soms geëxperimenteerd wordt in de vorm van gemeente-zijn. In een plat gemeentemodel is iedereen gelijk en is er geen duidelijke leiding. Ieder kan daar heel democratisch ‘zijn zegje’ doen. Dat kan op den duur zelfs gaan leiden tot ordeloosheid of anarchie in de gemeente. Er is weinig structuur en ‘rijp en groen’ heeft in zo’n setting inbreng in de gemeente, waar men met elkaar wil beslissen, liefst zonder ‘gebonden’ te zijn aan leidinggevenden of oudsten. Daarbij staat men soms weinig open voor correctie, wat blijkt uit een ongezeglijke houding om leiding te accepteren of een goede, duidelijke raad aan te nemen. Een broederraad of een leidinggevend team vindt men in feite niet nodig of overbodig. Het is meer ‘oude jongens krentenbrood’ onder elkaar. Dat gaat niet altijd heel lang goed. Men beroept zich soms op de tekst ‘ieder heeft iets’. Hoewel het principe “telkens als u samenkomt, heeft iedereen iets” (1 Kor. 14: 26) een bijbels gegeven is, is dit in wat ik noem het ‘platte pannenkoek’-model zover doorgevoerd dat vleselijke elementen evenveel te zeggen als de mensen die in waarheid geestelijke mensen zijn. Alsof in het huisgezin van God, de gemeente, de kleine kinderen in Christus eenzelfde inbreng zouden (moeten) kunnen geven als de vaders in Christus. In het natuurlijke huisgezin ben je blij als het jongste (klein)kind van bijna twee jaar na het eten bij het danken ook ‘amen’ roept, maar dat is dan ook alles. Het is ook van groot belang om in te zien dat het bij dit ‘ieder heeft iets’ niet gaat om leidinggeven maar gaat om het doorgeven van ‘iets goeds, dat tot opbouw is!’ Het vraagt om vrijmoedigheid, maar ook om vreze of ontzag voor de Heer om niet zomaar lukraak iets te roepen, maar met iets te komen dat waardevol en nuttig is voor de geestelijke opbouw van de gemeenteleden, en getoetst mag worden. Het is heel goed dat kinderen en jongeren in Christus inbreng kunnen geven, maar naar verhouding hebben de oudsten in geest en waarheid, de ‘ouderen in Christus’, de meeste inhoud van God in hun leven gekregen. Zij kunnen bij uitstek de gemeente dienen met woorden van God die de gemeente opbouwen en verder brengen in haar geestelijke ontwikkeling. De Bijbel propageert nergens een model waarin voorgangers, oudsten of opzieners bijna overbodig worden. Daarom is het ‘pannenkoek’-model geen geschikt en geen gezond idee. Sterker: het is niet bijbels! 4. De tijdgeest en de geest van weerspannigheid of rebellie In dit streven naar een ‘platte’ gemeente zien we meer invloed van de tijdgeest die gezag wil nivelleren en ondermijnen, dan dat ons dit meer op bijbelse bodem zou kunnen brengen. Door deze tijdgeest is gezag ‘uit’ en kunnen er gemeenteleden opstaan die denken het beter te weten dan de aangestelde oudsten en niet willen luisteren naar door God gegeven leiding van de voorgangers. Dan kun je oprispingen krijgen als “die oudsten kunnen me nog meer vertellen en zij denken zeker dat ze het alleen weten!” “Denken ze soms dat ze meer, hoger of beter zijn dan wij?” Dat is niets anders dan rebellie en de geest van weerspannigheid en zelf de dienst willen uitmaken, in plaats van de leiding van Gods Geest te zoeken en te bidden om wijsheid voor de oudsten. In de Bijbel vinden we genoeg voorbeelden van hoe slecht dat afloopt. Ik denk bijvoorbeeld aan de opstand van Korach, Dathan en Abiram die te gronde gingen omdat zij het gezag van Mozes en Aäron aan de kaak stelden. En ook aan de kwalijke oppositie van Aäron en Mirjam tegenover Mozes met het fnuikende argument: “Heeft de Heere alleen maar door Mozes gesproken, heeft Hij ook niet door ons gesproken?” (Num. 12: 2). Daar staat veelzeggend achter: “En de Heere hoorde het.” Even verder lezen we: “Waarom bent u niet bevreesd geweest om over mijn knecht Mozes te spreken (Waarom hebt u zich niet ontzien tegen Mijn knecht Mozes te spreken?”, NBG-vert.) (Num. 12: 8). Het voerde tot melaatsheid bij Mirjam. Of denk ook aan het verzet van Absalom en Adonia tegen het koningschap van hun vader David, die de gezalfde des Heeren was. In het nieuwe testament zien wij bijvoorbeeld de vrouw Izebel optreden die van zichzelf zei dat zij een profetes was, en die men in de gemeente van Thyatira ongemoeid haar gang liet gaan om te onderwijzen en te misleiden, zodat het leidde tot hoererij en afgoderij (Openb. 2: 20-25). En ook het verkeerde voorbeeld van Diotrefes, die steeds onder hen de eerste wilde zijn, maar de apostel Johannes niet erkende en hem belasterde met kwaadaardige praatjes, en hij stootte bepaalde broeders de gemeente uit (3 Joh. 9-10). En: laten we nooit vergeten dat Lucifer, een cherub, de morgenster, zoon van de dageraad, de eerste rebel in de engelenwereld was die zich in weerspannigheid, hoogmoed en afgunst verzette en opstond tegenover God en tegen het plan van God met mensen. Kort gezegd: hij achtte zijn eigen rol in Gods ontwerp en bestek niet groot genoeg (Jes. 14: 12-19, Ezech. 28: 13-19). Hij kon de dienende taak van engelen onder de mensen niet aanvaarden (Hebr. 1: 14). De val van deze hooggeplaatste engel, maakte hem tot satan (= tegenstander) en duivel (diabolos= door elkaar gooier).l 5. Heilzame onderwerping We lezen ook:
6. Goed verstaan van de uitdrukkingen ‘onderwerping’ en ‘onderdanig-zijn’ De bijbelse uitdrukkingen ‘onderwerping’ en ‘onderdanig-zijn’ vanuit de door God gestelde gezagsverhoudingen doen ons in de moderne westerse wereld wellicht denken aan de onderdrukking van vrouwen in Moslimlanden als Iran en Saoedi-Arabië. Uiteraard doelen deze uitdrukkingen niet op zoiets als “mannen, houd jullie vrouwen er danig onder.” Of: “Voorgangers, houd de gemeenteleden goed onder de duim.” Ze bedoelen veel meer te zeggen: hoe is je houding, hoe stel je je op in de samenwerking, in dit verband: in de gemeente? Ben je inschikkelijk? Kun je je gemakkelijk voegen naar een ander? Ben je plooibaar en flexibel? Of ga je nog voor eigen gelijk, eigen fiere houding en sterke eigen mening? De Bijbel zegt: “Gehoorzaamt uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut” (Hebr. 13: 17). Tegen dit vers wordt enerzijds veel gezondigd door nodeloze kritiek op leidinggevenden die zuchten bij hen tot gevolg kunnen hebben, in plaats van vreugde en die de critici zelf geen nut doet. Anderzijds is dit ook een regelmatig misbruikte tekst, om de tirannie van dominant, autoritair leiderschap, controle en manipulatie te rechtvaardigen door zich erop te beroepen, dat gemeenteleden altijd en overal gehoorzaam en onderdanig dienen te zijn. Geeft de Bijbel ook veiligheidsclausules, om daaraan te ontkomen, waarbij het onderdanig-zijn niet van toepassing is? Ja, die zijn er. We zien die ontsnappingsroute in de volgende twee teksten:
7. De verhouding tussen ‘ieder heeft iets’ en ‘van God gegeven leiding’ Wat betreft de bijdragen van gemeenteleden in de samenkomsten wordt er bijbels gezien ruimte gegeven. In veel gemeenten is er volgens menselijke tradities te veel een ‘éénmans-bediening’ aan de orde die onbijbels is. Paulus geeft in 1 Korintiërs 14 wel richtlijnen voor het spreken van de profeten: twee of drie en laten de anderen het beoordelen (1 Kor. 14: 29) en bij het profeteren wordt gezegd: de één na de ander (1 Kor. 14: 31). Ook bij tongentaal gaat het om twee, ten hoogste drie, ieder op zijn beurt en laat één het uitleggen (1 Kor. 14: 27). Dus: “laat alle dingen op gepaste wijze en in goede orde gebeuren” (1 Kor. 14: 40). Ook in andere Schriftplaatsen is sprake van vrijheid in de gemeente en in de samenkomsten. Het was daar bepaald geen ‘koekoek één zang’:
Mensen die neigen naar de platte gemeentestructuur onder het democratische motto ‘we zijn allemaal hetzelfde’ hebben er vaak problemen mee om de oudsten te erkennen, is het niet in woorden, dan wel in hun houding en gedrag (daden). De gemeente is geen democratie, maar een theocratie, een Godsregering! 8. De valkuil van controle over gemeenteleden door de leidinggevenden Iets anders wordt het als voorgangers of oudsten in de gemeente gemeenteleden controleren en hen regelmatig gaan aanspreken en bevragen over hun taak of hun inbreng in de samenkomst, of juist hun verzuim ten aanzien van de gemeente. Controle door leidinggevenden is een valkuil, waartegen gewaakt dient te worden. Dat kan subtiel of minder subtiel plaatsvinden. Het gevaar van controle is dat het kan leiden tot manipulatie. Zo kan de geest van controle postvatten in de gemeente, waardoor de broeders en zusters beperkingen ondervinden in hun ontwikkeling en dienen. Zelfs kunnen daarbij - onder dit regiem van heerschappij voeren over de kudde - te veel mensen die gemeente op termijn gaan verlaten. Er kunnen overigens legitieme redenen zijn om een gemeente te verlaten. Het verlaten van een gemeente kan allerlei aanleidingen en oorzaken kan hebben. Leidinggevenden moeten niet te gauw denken “die horen blijkbaar niet bij ons en daarom gaan ze weg” (al dan niet met een gedachte aan 1 Joh. 2: 19: “ze zijn van ons uitgegaan, maar ze waren uit ons niet”, let wel, dat gaat over antichristen). Zo gezien ga je jezelf er waarschijnlijk heel gemakkelijk vanaf laten komen. Oudsten die gemeenteleden zien vertrekken, dienen altijd bij zichzelf te rade te gaan, bereid te zijn zelf ook de hand in eigen boezem te steken en zichzelf te onderzoeken: hadden wij dit kunnen voorkomen? Of: ligt dit misschien ten dele aan onze eigen manier of stijl van leidinggeven of aan onze wijze van communiceren vanuit de leiding? Als oudsten goed en oprecht begonnen zijn - met vertrouwen en gezag in de gemeente - dan kan het gebeuren dat zij, naarmate de gemeente groeit, de zaken te veel gaan organiseren en reguleren, waardoor de leiding als te overheersend en te dominant ervaren wordt. Dan is het niet vreemd als gemeenteleden zich op den duur afvragen of ze niet beter kunnen vertrekken uit zo’n gemeente, waar zoveel controle op allerlei zaken is. Ik wil daarvan wat voorbeelden geven die zomaar in de praktijk plaats kunnen vinden (persoonlijk heb ik ze meegemaakt). Zo kan het voorkomen dat oudsten menen gemeenteleden die een prediking houden, tijdens de samenkomst te moeten interrumperen. Wel, men heeft bepaalde mensen een zeker vertrouwen en krediet gegeven om zich tot de gemeente te mogen richten in Woordverkondiging. Het bouwt daarom niet op, als zij tijdens de samenkomst gaan interveniëren om aanmerkingen te maken. Dat is een niet-gewenste onderbreking tijdens het spreken. Degene die spreekt, staat in een bepaalde geestelijke ontwikkeling, en het zal zeker nog niet volkomen zijn wat de spreker naar voren brengt. Laat de persoon die het aangaat gewoon de kans krijgen zijn boodschap af te maken en de ruimte krijgen om hierin te groeien. Bovendien is het goed mogelijk dat de spreker later in zijn boodschap weer ‘rechtbreit’, wat hij tevoren misschien krom onder woorden gebracht heeft, of wat als kwinkslag was bedoeld, maar dat zonder meer in een goede geest was. Jammer als men daartussen springt. Bovendien kan men altijd nog na de dienst de prediking bespreken en evalueren. Deze controle is een vorm van heersen over de vrijheid van de Geest die een bijbels gegeven is. Die vrijheid mag niet aangewend worden voor het vlees, maar iemand die in een goede gezindheid staat te spreken, dient niet met een kritische noot geïnterrumpeerd te worden. Ingrijpen in de samenkomst dient zeldzaam te zijn, kan alleen in het uiterste geval nodig zijn als er voor de gemeente werkelijk schadelijke dingen (in plaats van bij tamelijk onschuldige ‘missers’) worden geuit. Als iemand in een prediking een keer ‘een plank misslaat’, dan kan de gemeente doorgaans doorzien, dat dit ernaast was, maar in de regel hoeft men niet te twijfelen aan de goede bedoelingen en doet het verder geen kwaad. Als er iets rechtgezet dient te worden, dan kan dat prima met de betrokkene achteraf besproken worden. Dat geldt ook voor bemoedigingen, complimenten en hints aan de spreker. En - indien nodig - is er wellicht een keer een opmerking als de boodschap wat te lang was met het verzoek daarbij het een volgende keer wat korter en bondiger te houden, waardoor de geestelijke opbouw wellicht beter tot zijn recht komt. Let wel, het gaat hier niet om het verkondigen van ketterse zienswijzen, waarbij - indien dit aan de orde is - het terecht is dat de verantwoordelijke oudsten acuut ingrijpen omdat dit de gemeente schade kan berokkenen. Controle ontstaat ook als alles per se altijd volgens het inzicht en de werkwijze van de oudsten gedaan moeten worden en men moeilijk dingen kan loslaten of delegeren aan anderen. En moet voor gewaakt worden dat er menselijke regels gehanteerd worden, die indruisen tegen de vrijheid van de Geest. Let wel, het gaat dan niet alleen om zaken die direct door Gods Woord worden gezegd. Zelfs kan het gaan over natuurlijke zaken. Als die vrijheid gemodelleerd en ingeperkt wordt door een eenvormige zienswijze van de oudsten, die niet rechtstreeks uit de Bijbel komt, dan is er sprake van menselijke controle. Zulke zaken werken op den duur stremmend voor de gemeente en het is belemmerend voor de broeders die een dienst verrichten. Zulke broeders komen voor de keus te staan zich te voegen naar wat de oudsten voorstaan, of zich terug te trekken van deze dienst. Welke keus ook gemaakt wordt, het kan wel een strijd zijn het ene of het andere te doen en de vrede in het hart te bewaren. Een strijd voeren om bijzaken, die niet of nauwelijks verankerd zijn in Gods Woord, moeten we niet willen. In bijzaken dient er vrijheid te zijn. Het gaat om de hoofdzaak dat Jezus Christus centraal staat en dat we Hem volgen in de hemelse gewesten en op aarde. Er zijn oudsten die het bij hun taak vinden horen om gemeenteleden te controleren in hun doen en laten en hen daar geregeld op aan te spreken door te vermanen, ook als er van zonde helemaal geen sprake is (want in dat geval is aanspreken in liefde goed en nodig!). Als dat zich zelfs gaat uitstrekken naar het privégebied en de natuurlijke zaken, dan dreigt het gevaar dat een en ander tenslotte zelfs kan uitmonden in een sektarisch heersen, in plaats van de vrijheid van het individu te waarborgen en te respecteren. 9. De valkuil van geestelijke manipulatie Ook in de christelijke gemeente kan manipulatie voorkomen, en dus een gevaar zijn dat ons bedreigt. Het woord ‘manipulatie’ komt van het Latijnse woord ‘manus’ dat hand betekent. Manipulatie wil dus zeggen dat iemand bewust of onbewust iets of iemand naar zijn hand wil zetten. Daarmee wordt er gehandeld voor eigen belang, niet voor het belang van anderen, in dit geval de gemeenteleden. Zo kan men in een richting worden geduwd, die men feitelijk niet wil. Het is belangrijk om te onderkennen dat achter het werk van mensen demonen in de geestelijke wereld mee vibreren. Dat doen deze machten om problemen en wanverhoudingen in de gemeente te bewerkstellingen of te bevorderen. Wees alert op deze geestelijke ‘addertjes’ onder het gras die misbruik van mensen maken. 10. Onzuivere methoden vanuit de leider of leiding Bij manipulatie worden gemeenteleden beïnvloed via het gebruik van misleidende of onzuivere methoden, om een ander te overtuigen tot een bepaalde denkwijze of handeling te komen. In die richting moet iedereen het liefst worden omgeturnd. Bepaalde overtuigingen worden uitgelegd als: dit is wat God (erover) zegt en kritische vragen of tegenspreken worden niet gewaardeerd als aanvulling, opscherping, of ter overweging. Veel meer worden vragen om opheldering (bijv. over de transparantie en openbaarheid van financiën) afgeraden of ontmoedigd. De leider laat zich erop voorstaan door God aangesteld en geroepen te zijn, meent (het meest) door de Heer geleid te worden en denkt vanuit zijn positie als de nummer 1 van de gemeente en zijn eigen toko. Daarmee wordt de eigen verantwoordelijkheid, de persoonlijke mening en de vrije keuze van gemeenteleden drastisch ingeperkt, of zelfs aan mensen ontnomen. Zo wil de leider zijn eigen zin en mening doordrijven en hij probeert gemeenteleden voor zijn karretje te spannen en in die richting zou iedereen moeten worden geduwd. Daarbij kan er manipulatief zo verbaal gedraaid worden dat de leider altijd zijn gelijk haalt, soms zelfs via het gebruik van vleitaal. 11. De leider kan bijna niet (meer) gecorrigeerd worden De autoriteit van de leider kan een dusdanig karakter krijgen, dat hij denkt overal boven te staan, zodat er weinig tegenin gebracht kan worden, want de leider beroept zich op de Heer en een hogere autoriteit is er immers niet. Dan wordt de leider praktisch oncorrigeerbaar. Maar ook de leider is niet onfeilbaar en dient altijd open te blijven staan voor correctie of bijsturing van anderen. Zo niet, dan kan er een vorm van geestelijke chantage optreden, waarbij de eigen uitleg door de leiding van de Bijbel verabsoluteerd wordt, of het omgaan met een situatie in de gemeente naar het oordeel van de leiding maatgevend is, alsof elke andere uitleg, visie of invalshoek niet meegenomen of meegewogen dient te worden. 12. De leider toont nauwelijks respect voor de grenzen van mensen en probeert hen praktisch monddood te maken Een leider die manipuleert, walst over de gevoelens en gedachten van anderen heen en respecteert hun persoonlijke grenzen niet. Het liefste verzamelt een manipulerende leider een kring om zich heen die meegaand is, geen kritische vragen stelt, maar een gemeente van ‘ja-knikkers’ wordt. Hun eigen identiteit wordt ondergesneeuwd. Op een gegeven moment kan dat zover gaan dat mensen niets meer durven te zeggen en monddood worden gemaakt, omdat het eventueel ingebrachte misschien later wel tegen hen gebruikt kan worden. In zo’n verstikkend klimaat ontbreekt ruimte en openheid. De weg naar sektarisme is daarbij niet denkbeeldig. 13. Op het verkeerde spoor worden gerangeerd Je kunt manipulatie vergelijken met een rangeerterrein bij de Nederlandse Spoorwegen. Daar rangeert men treinstellen en wagons van plaats naar een ander deel van het spoorterrein. Helaas gebeurt dit in sommige christelijke kringen ook wel met mensen die men door middel van manipulatie op een zijspoor of op doodlopend spoor zet. Het gebeurt dat mensen verwondingen en beschadigingen oplopen, nota bene in de zich christelijk noemende gemeente en zich in zo’n gemeente uitgerangeerd voelen. Wat hebben leiders een verantwoordelijke taak om voor te gaan en te dienen in de gemeente op een manier die het evangelie waardig is. In plaats van te heersen als autoritaire leiders door manipulatief gedrag, waardoor de gemeente uit het gezonde, bijbelse spoor getrokken wordt, of zelfs volledig ontspoord. 14. Eigen afwegingen mogen maken door gemeenteleden In de gemeente van de levende God dient manipulatie niet voor te komen en zal er sprake zijn van dienstbaarheid, waarbij het de bedoeling is dat gemeenteleden mogen meedenken en zelf afwegingen mogen maken. Een leider kan bijvoorbeeld zeggen: “Als jij eerst het Koninkrijk van God zoekt, dan ben je bij alle activiteiten van de gemeente aanwezig”. Dat is een suggestieve en manipulerende opmerking die op het plichtsbesef inspeelt. Want een gemeentelid mag zelf beoordelen en nagaan waar zijn prioriteiten liggen, ook als die op bepaalde momenten op een ander vlak liggen. Dat neemt uiteraard niet weg dat als iemand lid is van een gemeente en hart gekregen heeft voor het evangelie hij/zij dan ook de verantwoordelijkheid verstaat om actief betrokken te zijn en mee te bouwen. 15. Manipulatie richting leiding door gemeenteleden Kan er ook manipulatief gedrag van de kant van gemeenteleden komen? Zeker! We geven twee voorbeelden: Twee zusters - vriendinnen - zijn het niet eens met het beleid en de visie van de voorganger. Hoe kunnen zij dat veranderen? Wel, de ene zuster spreekt bij gelegenheid in tongen in de samenkomst en de andere zuster legt de tong uit met een boodschap namens de (hun) ‘heer’ waarin de voorganger veranderen moet. Zo kunnen de geestelijke gaven manipulatief aangewend en misbruikt worden door mensen om hun zin en gelijk te krijgen. Op een gemeentevergadering kunnen vragen gesteld worden. Daar kan een goed en nuttig gebruik van gemaakt worden. Vaak levert dat een gezonde uitwisseling op. Maar het komt in gemeenten ook voor dat mensen een verborgen agenda hebben en vanuit onzuivere motieven vragen stellen en aanmerkingen maken om hun wil erdoor te drukken. Vaak kun je dan aan de toon proeven dat er in troebel water wordt gevist en dat er niet in een goede geest wordt gecommuniceerd. Daardoor worden er kwade vermoedens geïnsinueerd en is de boze mede in het spel, waarbij men anderen op het verkeerde been wil zetten, of geestelijk beentje lichten. Merk op dat de boze vaak ook op het vinkentouw zit om zijn gemeente ondermijnende werk te verrichten. Laten zijn gedachten ons niet onbekend zijn (2 Kor. 2: 11). Kortom: laten we als leiders en als gemeenteleden waken voor de valkuil van manipulatie in de christelijke gemeente! 16. Ruimte voor meedenken? Er zijn gemeenteleden die graag willen meedenken met de oudsten en hen soms op iets wijzen dat aandacht behoeft, of overweging verdient om praktisch toe- of in te passen in de gemeente. Zulke gemeenteleden dienen serieus gehoord te worden zonder dat de oudsten bang moeten zijn, dat zij door op een nuttig voorstel in te gaan de controle en de grip op de gemeente verliezen. Een ingezonden brief voor een gemeentevergadering behoort welwillend, transparant en integer behandeld te worden. Vragen, overwegingen en tips kunnen heel nuttig zijn. Alles in de hand willen houden en slechts moeizaam kunnen delegeren is een valkuil voor leidinggevenden. Het kan heel goed zijn een idee van een gemeentelid over te nemen als dat een verbetering is. Oudsten dienen niet meteen de hakken in het zand te zetten en te denken “dat willen we niet, daar hebben we geen zin in”. Als frisse impulsen van gemeenteleden weinig door de leiding worden opgepakt, dan kan dit voor die gemeenteleden frustrerend werken en van invloed zijn op hun vreugde. Zij verlangen er immers naar om geen ‘zeurvragen’ te stellen, maar om een werkzaam aandeel in de gemeente te mogen hebben. Als het regelmatig gebeurt dat gemeenteleden niets of ‘nee’ te horen krijgen van de leiding, dan kunnen gemeenteleden van lieverlee zich gefrustreerd af gaan vragen of zij wellicht in een andere gemeente beter op hun plek zullen zijn. Daarom zullen oudsten serieus om moeten gaan met wat gemeenteleden in een goede gezindheid aangeven, al zullen zij zeker niet alles, wat er ingebracht wordt (meteen) kunnen honoreren. 17. Volgzaam zijn mag, maar opbouwend-kritisch mee blijven toetsen is beter Sommige mensen vinden strakke, controlerende leiding wel duidelijk en daardoor niet verkeerd. Zij zullen geneigd zijn op te kijken naar wat de oudsten doen en geneigd zijn zich volgzaam op te stellen en misschien hen op een voetstuk te zetten. Dat bevestigt eventueel ongezond leiderschap alleen maar. Ze zullen de besluiten van de oudsten bijna blindelings of haast klakkeloos volgen, in plaats van zich ook zelf op Gods Woord te richten. En: zelf goed en opbouwend-kritisch mee te blijven toetsen over de koers van de gemeente in wat zich geestelijk aandient. Kritische noten in een goede geest geuit zijn zeker niet verkeerd. Wel zullen we waken voor een geest van kritiek waarbij de leiding in een gemeente het haast nooit goed kan doen en deze veel te weinig hoort wat er wel allemaal goed functioneert en waar men echt dankbaar in is voor wat de Heer aan het doen is. Oudsten zullen erkend en gerespecteerd worden zonder hen over het paard te tillen. 18. De koninklijke weg is de onderste weg op aarde gaan Ook kan het gebeuren dat sommige oudsten er niet scheutig mee zijn na een voorgevallen (karakter)botsing of conflictueuze situatie met een gemeentelid dit - waar maar mogelijk - recht te (gaan) zetten. Het kan dringend gewenst zijn bij een gemeentelid ruimhartig en ruiterlijk vergeving te vragen en excuses te maken. Maar het komt helaas wel voor dat oudsten zich te ‘hoog’ voelen om zich te ‘buigen’ naar een gemeentelid en zichzelf te ‘verlagen’ door zich mogelijk te branden aan een netelige kwestie. Toch is dat mogelijk door zich in-der-daad te vernederen, de onderste weg op aarde te gaan en een zaak met een gemeentelid, die al veel te lang speelt, eindelijk op te lossen. Kennelijk zijn sommige leidinggevenden bang gezichtsverlies te lijden door van hun troon van zogenaamd ‘gelijk hebben’ als ‘gezag van de gemeente’ af te stappen. Zulke gemeenteleden, die lijden onder een geschil met een oudste en daar bijvoorbeeld maar ten dele zelf debet aan zijn, kunnen in een ‘patstelling’ terechtkomen als een oudste hen niet tegemoet komt en de lucht wil opklaren. 19. De oorzaak van problemen in de geestelijke wereld zoeken Demonen verkneuteren zich in langslepende kwesties tussen broeders en zusters, omdat dit de gezonde voortgang en groei van een gemeente behoorlijk kan afremmen en het daarom koren op hun molen is. Het zijn de machten van de duisternis die goed garen willen spinnen bij interne spanningen in de gemeente. De oorzaak van problemen in de gemeente ligt altijd in de geestelijke wereld. Welke machten spelen er een rol en worden die onderscheiden? Gaat het om een geest van weerspannigheid tegenover leiding? Is er een geest van controle werkzaam via die leiding? Onderken zulke werkingen die een gezond gemeente-zijn willen ondermijnen! 20. De minste willen zijn in de natuurlijke wereld Daarom is het van groot belang om kwesties die spelen tussen gemeenteleiding en gemeenteleden zo spoedig mogelijk te doorbréken en tot een goed einde te brengen door op aarde de minste te willen zijn. Daarvoor is het vanuit de leiding nodig de controle op ‘een vastzittende verhouding’ op te geven door ‘mee te bewegen’ naar dat gemeentelid toe en niet in de fout te gaan door te denken: “Ik ben oudste en heb het gezag, ze hebben maar naar mij te luisteren”. Dat is niets anders dat het innemen van een machtspositie en het onder controle willen houden van gemeenteleden. Dat past totaal niet in een opstelling van dienen in alle nederigheid. ‘God roept ons broeders (en uiteraard zusters) tot de daad’, om niet maar om de ‘hete brei’ heen te lopen en net te doen alsof ‘je neus bloedt’ en er voor het oog en de schone schijn niets aan de hand is. Als de ‘status quo’ van een stroeve verhouding van onderkoelde spanning tussen een oudste en een gemeentelid zich maar voortsleept en de andere oudsten een moeizaam tot buigen beweegbare oudste niet helpen om de eerste stap te zetten, dan zal het gemeentelid in een onmogelijke positie blijven en zo’n gemeentelid raak je langzamerhand kwijt. Een oudste moet zich nooit laten verleiden tot de duivelse gedachte ‘liever kwijt dan rijk’. 21. Hoop hebben en houden voor alle gemeenteleden in de gemeenteopbouw Oudsten zijn geroepen om hoop te hebben voor allen en niemand af te schrijven. Meer dan andere broeders en zusters hebben de leidinggevenden de viervoudige taak:
de zwakken te ondersteunen, en met allen geduld te hebben” (1 Thess. 5: 14). 22. Vier principes tot gemeenteopbouw We lezen de volgende vier principes voor gemeentebouw:
en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden” (Hand. 2: 42). Dit was de constatering, die Lukas noteerde, wat het goede functioneren van de gemeente inhield. Hoe belangrijk zijn deze vier elementen:
23. Stimulans tot deelname, maar in vrijwilligheid, geeft het gezonde evenwicht Dit viertal elementen mag door de leiding van de gemeente aangemoedigd en gestimuleerd worden, om de gemeenteleden enthousiast te maken voor Bijbelstudie en bidstonden, het beoefenen van gastvrijheid en het avondmaal niet te veronachtzamen, maar daaraan deel te nemen. Anders wordt het als deze zaken van boven - vanuit de gemeenteleiding - aan de gemeenteleden worden opgelegd, of dat mensen een druk ervaren om aan elke gemeenteactiviteit te moeten deelnemen. Daarom is het onverstandig mensen te pressen naar de bidstonden/ Bijbelstudies te komen. In gezinnen zijn er vaak jonge kinderen waardoor het nodig is dat of de broeder of de zuster bij de kinderen thuis blijft. Gemeenteleden dienen er van binnenuit zin in en behoefte aan te krijgen, om naar de doordeweekse Bijbelstudie of bidstond te komen. Zij ervaren het als controle als hun (incidentele?) verzuim, mogelijk met een hele goede reden, wordt gezien als een gebrek aan plichtsbesef. Deelname dient vrijwillig te zijn en niet opgedrongen of min of meer verplicht. Het is belangrijk nieuwe potentiële gemeenteleden tijd te gunnen om zich in de gemeente thuis te gaan voelen. Wie gegrepen is in het volgen van Jezus en het bouwen aan Zijn gemeente krijgt van binnenuit er vanzelf trek in om aan fundamentele activiteiten als bidstond en Bijbelstudie deel te willen nemen. Zulke zaken moeten niet door de oudsten als een eis worden gesteld. Dat werkt in veel gevallen averechts. 24. De gemeente helpen bouwen is niet vrijblijvend, maar ieders taak! Natuurlijk is het gaan leren functioneren als een levend lid in een gemeente niet vrijblijvend. Zoals je mag genieten van de voorrechten en de zegeningen van de gemeente, is daarnaast het appèl om je in te zetten in de gemeente in allerlei taken die er zijn, niet vreemd. Als er (te?) veel tijd gaat zitten in het (te?) veel werken van beide echtelieden buiten de gemeente, dan is het mogelijk dat de gemeente wellicht tekortkomt. Goede keuzes en prioriteiten zijn voor elk gemeentelid van groot belang! Het gemeenteleven bestaat uit veel meer dan alleen maar zondagmorgen, ook al is dat zeker een hoogtepunt. Het is logisch om niet alleen te ontvangen, maar ook te geven, ook in letterlijk opzicht, door het geven van een financiële bijdrage naar vermogen. 25. Samenvatting
N.B. Zie voor meer over dit onderwerp ook mijn vroegere artikel ‘De geest van controle en de leer van de Nicolaïeten’: https://verdiepingenaansporing.nl/artikelen/de-geest-van-controle-en-de-leer-der-nikolaieten Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.
0 Comments
Klankschalen. Houd je er niet mee bezig!Door Piet Guijt
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wat zijn klankschalen? 3. Wat is de oorsprong? 4. Wat is de werking en bedoeling ervan? 5. Hoe gaat een behandeling en wat verwacht men ervan op grond van welke ‘verklaringen’? 6. Connectie met taoïstische denkbeelden 7. Wie werken met klankschalen? 8. Wat gebeurt er op paranormaalbeurzen? 9. Wat moeten we als christen denken van de mogelijke en vermeende invloeden van klankschalen? 10. Mogelijke gevolgen van je inlaten met vormen van occultisme 11. Literatuur 1. Inleiding Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat christenen zich aan Gods Woord houden en hun heil alleen van een relatie met Jezus Christus verwachten en zich laten leiden door de Heilige Geest. Helaas zien we dat sommige christenen yoga doen met naast de yoga-mat zelfs nog een Boeddhabeeld, transcendente meditatie doen, of geloof hechten aan vermeende krachten van een kristal, stenen of bepaalde etherische oliën. Ook blijkt dat iemand die lid is van een evangelische gemeente die buiten gemeenteverband zich bezighoudt met coaching en daarbij klankschalen gebruikt, en dat op zijn website aanbiedt. Het was de aanleiding voor dit artikel over klankschalen. 2. Wat zijn klankschalen? Een klankschaal is een soort kom van metaal (bijv. een mengeling van verschillende metalen, waaronder ‘goud, zilver, koper, kwik, lood, ijzer en tin’) (9,14) of keramisch materiaal. Of het bestaat uit bijv. uit silicazand van puur kwartskristal (16). Zij worden traditioneel gebruikt in Tibetaanse en boeddhistische ceremonies. Ze worden ook wel ‘zingende kommen’ genoemd vanwege het karakteristieke geluid (11). Zowel de samenstelling van de metalen als de dikte, de grootte en de kleur kunnen verschillen. Zoveel klankschalen, zoveel klanken (14). Elke klankschaal heeft, afhankelijk van de grootte en samenstelling, een eigen karakter, toonzetting en klankkleur (16). De eenvoudigste manier om geluid en trilling uit een klankschaal te krijgen, is door er met een klopper tegenaan te tikken. De trilling van de klankschaal verplaatst zich snel om en door het lichaam, waar het in iedere cel resoneert (9), zo denkt men. Het verkrijgen van geluid kan ook door het aanstrijken van de buitenrand van een klankschaal waardoor een aanhoudende toon ontstaat, het ‘zingen’ van een klankschaal (15). 3. Wat is de oorsprong? Vele honderden jaren geleden ontdekten boeddhistische monniken in het Himalayagebergte dat trillingen een diepgaand effect hebben op lichaam en geest, en werden klankschalen gebruikt als onderdeel van spirituele en genezende praktijken in religieuze ceremonies en meditatieve rituelen. Binnen de traditionele Himalayaanse cultuur werden klankschalen vaak gebruikt door sjamanen die geloofden in de kracht van geluid en trillingen om fysieke, mentale en spirituele onevenwichtigheden te harmoniseren (2). De hogere klanken zouden via de psyché de weg vrijmaken naar een veranderd bewustzijn en zelfverwerkelijking (20). Later kreeg klankschaaltherapie een plaats in westerse wellness-centra en meditatiegroepen. 4. Wat is de werking en bedoeling ervan? De klankschalen worden veelal in de new age beweging gebruikt en bij meditatie vanwege de rustgevende klanken (16) en “worden beschouwd als hulpmiddelen voor ontspanning en genezing. Door het geluid en de trillingen die ze produceren, kunnen klankschalen helpen bij het verminderen van stress en angst, het verbeteren van de concentratie en het bevorderen van een gevoel van welzijn” (11). In de gedachtewereld van new age is de mens te zien als alleen een brok ‘energie’ dat continu beïnvloed wordt door ‘andere’ energieën, zoals licht, kleur en geluid (20). Volgens oude tradities heeft klankschaaltherapie een diepgaand effect op het zgn. energetisch systeem omdat het blokkades oplost en zgn. energiecentra in balans brengt (2). Verschillende schalen worden op de voor- en achterkant van het lichaam geplaatst (soms ook direct op het lichaam of om iemand heen, bijvoorbeeld ter hoogte van de zgn. chakra’s – die anatomisch nooit zijn aangetoond) waarbij voeten, handen en hoofd ook worden meegenomen, waardoor alle lichaamscellen op subtiele wijze door de trillingen worden ‘gemasseerd’, en daardoor komt men in een diepe ontspanning en in een andere staat van (bewust)zijn, aldus een vrouw die ook reiki -behandelingen geeft “voor het ontvangen, benutten en het doorgeven van universele levensenergie” (17). Een klankschaal produceert een verscheidenheid aan harmonische boventonen. “Deze tonen (die ook trillingen zijn) brengen alfagolven in de hersenen op gang, waardoor je hersenen en je zenuwstelstel onmiddellijk ontspannen en kalm worden. Je normale wakende hersenstaat produceert bètagolven. In alfagolven wordt het denken vertraagd en als je lang genoeg op het geluid focust, kun je gemakkelijk een meditatieve staat binnengaan” (15). Volgens Jeanne Ruland (12) ontstaat in een klankschaal de oerklank, het heilige ‘Om’, de allesomvattende en in alles trillende toon waardoor een trancetoestand wordt opgewekt en waardoor de energie van de energiecentra (chakra’s) wordt georiënteerd en in evenwicht gebracht. Ook zou men er zgn. behulpzame geesten kunnen oproepen (12). Men meent dat de trillingen van klankschalen de cellen in je lichaam masseren, en aldus een innerlijke massage geven. Zo kunnen eventuele blokkades, die je onrustig maken of fysieke klachten geven, loskomen (15). Iemand, die een klankschalensessie heeft ondergaan, zegt: “Al snel zak ik weg in een staat van ontspanning. Het is alsof de geluiden van de instrumenten (klankschalen en grote gongs) me naar een magisch droomland voeren” (2). Een ander: “Je wordt opgenomen in een andere wereld, in een andere bewustzijnstoestand” (12). Lijkt dat niet op een soort hypnose? 5. Hoe gaat een behandeling en wat verwacht men ervan op grond van welke ‘verklaringen’? Op haar website (17) schrijft Bianca Witteveen, die ook reiki-behandelingen geeft: ”De klankschaalmassage is gericht op de 7 zgn. hoofdchakra’s”, en “per chakra wordt een klankschaal geplaatst die door zijn vibratie de energie van de desbetreffende chakra gaat opleven. Chakra’s zijn energiewielen die elk een eigen kwaliteit hebben die bij een bepaald gebied in het lichaam hoort. Om je leven in balans te houden, is het van essentieel belang dat de energie goed door het lichaam kan stromen. Door evenwicht in deze chakra’s kan de levensenergie weer onbelemmerd gaan stromen. Met deze energie wordt het zelfherstellend vermogen van het lichaam gestimuleerd en dit werkt fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel en energetisch door” (17). “Door de trilling van klank wordt het hele lichaam op diepere lagen in beweging gezet. Alle materie vibreert op een eigen unieke frequentie, je cellen, je hart, hersenen en alle organen. De trillingen brengen een diepe ontspanning en geven ruimte om tot jezelf te komen. Klank is één van de oudste manieren om in contact te komen met je diepere zelf en tot genezing en heling te komen. De trillingen van de schalen masseren als het ware je innerlijke organen, dit is klankmassage in de diepere lagen, bijv. de spirituele laag”, aldus Bianca Witteveen. Men spreekt wel over het ondergaan van een zgn. klankbad (17). Een andere website (6) beschrijft de effecten van trillingen door klankschalen als volgt: “De trillingen die door je lichaam gaan, zijn vergelijkbaar met een rimpeling in het water, wanneer je een kiezelsteentje in een spiegelglad meer gooit. De kringen van het steentje gaan dan over het hele wateroppervlak. Zo is het ook met de klankschaal. Elk gezond lichaam heeft een eigen trilling en een eigen frequentie. Als je ziek bent of een blokkade in je lichaam hebt, bijvoorbeeld door stress, is jouw frequentie verstoord. Los je dat op met een klankschaal, dan zal jouw lichaam eerst mee gaan trillen met de trilling van de klankschaal. Daarna gaan jouw lichaam en de klankschaal op gelijk niveau trillen, waardoor je weer in je eigen frequentie komt”. Volgens Willam de Prouw, oprichter van Sound Meditation resoneren zijn zeven klankschalen (crystal bowls) met de zeven hoofdchakra’s in het lichaam. In zijn sprookachtig ingerichte studio staan grote Boeddhabeelden naast tropische planten (2). Op de website ‘Linnerkracht’ (5) van een vrouw die yoga- en reiki- cursussen geeft, is te lezen: “Een klankschaal is een hulpmiddel dat inwerkt op alle cellen en spierlagen van ons lichaam. Door de trilling van de klankschaal trilt het lichaam eerst mee met de schaal, om zo in cadans te komen met de schaal. De trilling en vibratie maakt een eventuele blokkade vrij en vermindert daardoor”. Opmerkelijk is het dat alleen op haar website vermeld staat, dat een klankschaalbeleving niet geschikt is als men een psychisch- of psychiatrisch behandeltraject volgt; bij hartproblemen zoals hartritmestoornissen of een pacemaker, bij zwangerschap, spataderen, epilepsie, kort na een operatie, bij extreem hoge bloeddruk, en wanneer men in behandeling is voor kanker (5). Mensen die allergisch zijn voor bepaalde soorten metaal moeten de schalen niet op hun lichaam plaatsen, aangezien klankschalen meestal van metaal zijn gemaakt (10). 6. Connectie met taoïstische denkbeelden Ook in het taoïsme (een eeuwenoude Chinese mystieke, filosofische en religieuze stroming) is het werken met en geloven in effecten van klanken bekend. De oude tao-meesters en hun sjamanistische voorgangers constateerden op helderziende wijze een verband tussen specifieke emoties en organen. “De vijf zgn. helende klanken (long-, nier-, lever-, hart-, milt- klank) die worden gebruikt als een belangrijk hulpmiddel om emoties te balanceren en een begin te maken met detraumatiseren, brengen het desbetreffende orgaan in trilling, waardoor het gaat ontgiften. Dit kunnen fysieke afvalstoffen zijn maar meestal gaat het om energetische ballast. Iemand die te vaak bang is geweest en deze emotie niet goed heeft verwerkt, verzamelt angst in de nieren. Emoties en hun residuen huizen deels in de organen. Deze organen kunnen hierdoor te gespannen zijn. Met behulp van de klank kan het orgaan deze energie loslaten en zich vervolgens vullen met zuivere gebalanceerde energie. Het orgaan ontspant zich en er ontstaat ruimte. De helende klanken zijn bij uitstek een techniek die psyche en lichaam op een integrale manier benadert. Het proces is zowel fysiek als mentaal” (4). Een andere website die eveneens gebaseerd is op taoïstische denkbeelden, maar nu spreekt over zeshelende klanken, schrijft: “Het is een heel effectieve manier om stress, energieblokkades, lichamelijke én emotionele verontreiniging tegen te gaan. De basisgedachte is dat elk orgaan (te verdelen in 5 yin- en 5 yang- organen) verbonden is met een bepaalde klank, kleur en kwaliteit van energie. Men neemt aan dat emoties die niet goed verwerkt zijn, zich als het ware vastzetten op de vliezen van de organen. De Chinese Geneeskunde gaat van dezelfde principes uit” (3). De klanken (long-. nier-, lever-, hart-, milt- klank) zorgen ervoor dat de emoties, die volgens de taoïsten verbonden zijn met de organen, in balans komen, waardoor je kalm en rustig wordt (alleen de zgn. drievoudige Verwarmerklank is niet verbonden met een orgaan. Deze klank wordt als afsluitende, centrerende en tot rust brengende klank gedaan). De visualisatie tot slot is gericht op het ondersteunen en versterken van het element waarmee het orgaan verbonden is (3). Vooruitlopend op par. 9 is mijn vraag: Kunt u dit alles geloven? Dat het zgn. helende effect kennelijk ook al door alleen het reciteren of ‘chanten’ van mantra’s, dus geluid van de stem (!), wordt verondersteld, blijkt wel als je op een website Ohm Teken, Wat Betekent dit Symbool bij Yoga? - Yogashop leest: “Er wordt gezegd dat Tibetaanse klankschalen ‘het geluid van het niets’, of ‘Om’ (Ohm of Aum) produceren; door boeddhisten en hindoes wordt dit geluid beschouwd als het oorspronkelijke geluid van de schepping. ‘Ohm’ is de klank van de mantra die resoneert in je lichaam als je het reciteert. De trillingen zijn voelbaar van je basis(chakra) tot je kruin(chakra)” (15). De klanktherapie gaat uit van het sjamaanse (sjamaan = toverdokter) denken dat tonen en klanken een helende werking hebben. Esoterische systemen kennen een universum, dat bestaat uit klanken. Het hindoeïsme kent zelfs een ‘oerschepping’ door een heilige klank (de shabda of oer-klank a-oe-mmmm) (20). “De klank Om bestaat uit vier geluiden A, U, M en stilte. Als je Aum chant, dan voel je als het ware de trilling van je basis naar je kruin gaan.
7. Wie werken met klankschalen? Uit de diverse websites die wij doorgenomen hebben (zie de literatuurlijst), blijkt dat degenen die klankschalensessies als therapie voor ontspanning en herstel/healing aanbieden, allemaal zich ook bezighouden met zaken zoals bijv. yoga, NLP, reiki, channeling, hypnose, contact met geleidegeesten (lees: demonen), helderziendheid of heldervoelendheid, en dat hun (new age) denken is doortrokken van boeddhistisch, hindoeïstisch en taoïstisch denken wat blijkt uit het gebruik van energetische termen als chakra’s, meridianen, energiebalans, etc. 8. Wat gebeurt er op paranormaalbeurzen? Op paranormaalbeurzen zien we diverse dubieuze zaken zoals o.a. vormen van waarzeggerij (zoals iriscopie, hypnose, handlezen, astrologie, tarotkaarten, pendelen, helderziendheid) , meditatietechnieken (TM, yoga, Silva mind control), alternatieve geneeswijzen vooral gericht op de geest (zoals aura healing, reïncarnatietherapie, Bachbloesemtherapie, spirituele aromatherapie, neuro- linguïstisch programmeren, neuro-emotionele integratie, psychosynthese, rebirthing), alternatieve geneeswijzen vooral gericht op het lichaam (zoals acupunctuur, magnetisme, homeopathie, reiki therapie, chakra healing, touch for health) (13,18,19). En verder ziet men op die beurzen ook aandacht voor ‘genezende’ werkingen van etherische oliën, edelstenen, mineralen, en ook …..klankschalen! Dat moet toch al te denken geven. In de volgende paragraaf gaan we er nader op in. 9. Wat moeten we als christen denken van de mogelijke en vermeende invloeden van klankschalen? Opvallend is dat op internet en in christelijke boeken niets te vinden is over het mogelijke gevaar van klankschalen. Alleen het schokkende artikel Elektrosound farmaceutica (20) van Gerard Feller zegt er zijdelings iets over. Kennelijk is het niet zo gemakkelijk om het bezig zijn met klankschalen te duiden als goed of fout. Want waar ligt de grens? Immers, niet alles is toch fout of gevaarlijk? Bij klankschalen zijn twee aspecten te onderscheiden, namelijk het hoorbare geluid (net zoals bij muziek) en de trilling, die onzichtbaar is maar bij een bepaalde kracht wel te voelen is. Wat het geluid betreft, men kan van bijvoorbeeld muziek genieten, en het kan blijdschap geven en rustgevend zijn. Denk aan David die op de harp speelde voor koning Saul. Maar men kan door muziek ook in trance raken of bijv. agressief worden. Ook is van belang in welke mate men iets doet. Eten en drinken is prima en nodig voor het lichaam, maar te veel eten en drinken is ongezond en kan, zeker wat alcohol betreft, problemen opleveren, bijv. in het verkeer. Men moet de grenzen kennen en niet overgaan. Het zingende geluid van bepaalde klankschalen kan mensen in een verlaagde staat van bewustzijn brengen waarbij men zich heel ontspannen en zelfs loom kan voelen. En wat betreft het effect van trillingen, is dat dan zo verkeerd? Het hangt ervan af. Trillingen zijn wat de gevolgen betreft, zeker waarneembaar (zichtbaar), bijv. bij een aardbeving. Maar ook het voorbijgaan van een vliegtuig en het afgaan van een bom is niet alleen te horen maar ook te voelen. Dat bepaalde trillingen ten goede kunnen worden gebruikt, zien we bij bijv. fysiotherapie waarbij een fysiotherapeut trillingen (vibraties) en massages gebruikt als therapie voor bepaalde sportblessures van het lichaam. Maar hoe zit met trillingen door het aanslaan van een klankschaal waarbij de trillingen meestal zo minimaal zijn dat het geen fysiek effect kan hebben op het lichaam, ook al bestaat dat voor 70% uit water (9), maar dat is niet te vergelijken met het water in een vijver of sloot. En bovendien is er de grote leugen en misleiding dat de minimale trilling van invloed zou zijn op de 7 chakra’s en energiebanen (die wetenschappelijk en anatomisch niet aantoonbaar zijn) en deze in evenwicht en balans zou brengen. Als men zich openstelt voor die vermeende invloed van die ‘trilling’, dan geeft men zich over aan suggestie. Wie de paragrafen 4 t/m 6 gelezen heeft, zal wellicht gedacht hebben: ‘Je moet toch wel heel goedgelovig (om niet te zeggen: naïef) zijn om dit alles als waarheid aan te nemen’. Het gebruik van klankschalen en de vermeende effecten van de (minimale) trillingen door die schalen is namelijk gekoppeld aan een occult en esoterisch new age denken dat niet-bijbels is (de oorsprong is het occulte taoïsme en het Tibetaans boeddhisme) en wetenschappelijk ook niet verifieerbaar is, maar wat mensen in nood (stress etc.) van alles belooft zoals rust, ontspanning en heerlijk gevoel. Het is een middel van satan om mensen van God af te trekken of af te houden, en hen vervolgens in de duisternis te voeren. In feite is het niet een je openstellen voor de zgn. ‘energie’ maar voor de gevallen geestelijke wereld, voor demonen dus! (20). Dit is wat er gebeurt: de duivel parasiteert altijd op bepaalde fysieke elementen in Gods schepping om er zijn leugenachtige draai aan te geven. Dat begon al in het paradijs: "God heeft zeker wel gezegd....". Iemand zei: “Bezig zijn met klankschalen en geloof in de werking ervan kan voor naïevelingen (niet-occultisten) nog op de rand zijn maar voordat je het doorhebt, stap je het domein van de slang binnen”, en men heeft niet in de gaten dat men steeds dieper in een moeras gezogen wordt. Wie de waarheid van Gods Woord heeft losgelaten of niet kent, is vatbaar voor elke denkbare en ondenkbare leugen, kwakzalverij en misleiding met mooie beloften (vgl. Eva in het paradijs). Het is een toegangspoort naar een mysterieuze, duistere wereld waar satan je in laat verstrikken. De klankschalen op zich zijn uiteraard niet occult (tenzij ze besproken zouden zijn), maar worden gebruikt als een opstap of medium naar wat anders, net zoals bijv. de iris en de handlijnen bepaalde gegevens/media zijn voor waarzeggers, en tevens een afleidingsmanoeuvre om mensen te laten denken dat het niet om waarzeggerij en misleiding gaat. Het heeft inwerkingen op de geest, en dooft de Heilige Geest, men is niet op Jezus Christus gericht, de geestelijke wapenrusting (Ef. 6) raak je kwijt of wordt aangetast/uitgeschakeld, en je wordt een prooi van de vijand. Het bezig zijn met klankschalen is niet uit de Heilige Geest, de Geest der waarheid. Door de filosofie achter de klankschalen (chakra’s etc.) wordt een mens weggevoerd van bijbels denken, en raakt men verstrikt in de misleiding van de boze. Men komt steeds dieper in de zuigkracht van het ongrijpbare, het mysterieuze, en het nuchtere denken wordt uitgeschakeld. Het lijkt zo mooi en onschuldig, maar bezig zijn met klankschalen heeft te maken met een andere geest dan de Heilige Geest, en zal kunnen leiden tot bijv.: betovering (hypnotisering), leegte, verkeerde meditatie (om je geest ‘leeg’ te maken in plaats van te vullen met de Heilige Geest), verdoving, bedwelming, in slaap gesust worden, verleiding waardoor men niet meer alert is, en men kan komen in een andere wereld, een schijnwereld of zelfs occulte wereld. Men zegt soms: het werkt toch? Dat pragmatisme is een argument, dat het in deze tijd heel goed doet. Wat kan er voor kwaads in zitten om een methode te gebruiken, waardoor het lijden van een mens verlicht of de stress verminderd wordt? Maar zelfs als het lijkt te ‘werken’ (net zoals soms bij magnetiseurs, iriscopisten, waarzeggers, reiki masters, gebruik van drugs etc.) dan moet je, zeker als christen, je er absoluut niet mee bezig houden. Je komt los van God met alle gevolgen van dien. Je raakt uit Zijn bescherming. En waarom zou je als christen niet naar onze Heer Jezus Christus gaan die onze Geneesheer is en die ook zegt: “Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (Matth. 11: 28). En zelfs al zouden ‘verklaringen’ deels kloppen, dan nog moet je je er niet mee inlaten. God heeft ons de Heilige Geest gegeven, en dat is voldoende. Als men iets doet dat tegen de Heilige Geest ingaat, dan gaat de kracht weg. Vergelijk het met een gaatje in een band. De kracht (spanning) is weg. God is een jaloerse God. Hij wil ons helemaal. Hij begeert onze geest met jaloersheid (Jak. 4: 5). In tegenstelling tot klankschalen werkt de Geest van God de Trooster, heilzaam diep door (1 Cor. 2: 4-16). Enkele Bijbelteksten die van belang zijn:
10. Mogelijke gevolgen van je inlaten met vormen van occultisme Tot slot noemen we nog enkele mogelijke gevolgen die in diverse boeken en artikelen worden genoemd:
11. Literatuur (o.a. websites over klankschalen) 1. Ananda, Klankschalen. Bron: klankstalen - Ananda Nieuwetijdswinkel. 2. Fleur Baxmeier, Massage voor de geest. Het klankschaal-effect. Bron: +Gezond, oktober 2023, pp. 66 t/m 71. 3. Conny Coppen, Chinese Geneeskunde: schoon je organen energetisch op met de 6 helende klanken. Bron: Chinese Geneeskunde: schoon je organen energetisch op met de 6 helende klanken - Inspirerend Leven4. Drakenpoort, De vijf helende klanken. Bron: Helende klanken – Drakenpoort)))))5. Linda van Gaal, ……. Bron: kom volledig tot rust op de klanken van een klankschaal - Linnerkracht6. Sophie Golbach De kracht achter klankschalen (en frequenties). Bron: Dit is de kracht van klankschalen en frequenties - Bedrock 7. Holistisch Centrum Brabant, Klankschalen therapie. Bron: Klankschalen therapie - Holistisch Centrum Brabant (holistischcentrum-brabant.nl)8. Eva Rudy Jansen, Klankschalen, Tingsha’s, Bel en Dorje. Werking en gebruik. 9. Melanie, Wat zijn klankschalen? Bron: https://www.happywithyoga.com/ontspanning/klankschalen/#Klankschaal%20Meditatie%20of%20Klankreis? 10. Presspassblog, Gevaren van klankschalen: mythen en mogelijke bijwerkingen. Bron: Gevaren van klankschalen: mythen en mogelijke bijwerkingen (presspassblog.com)11. Reiki Wereldwijd. Klankschaal Kiezen en Gebruiken, Zo Doe je Dat! Bron: Klankschaal Kiezen en Gebruiken, Zo Doe je Dat! - Reiki Wereldwijd12. Jeanne Ruland, Rituelen en magische voorwerpen. 13. Ruud van de Ven, Genezing uit het Oosten. Voorhoeve, Utrecht, 2011 14. Marieke Wiersma, Tibetaanse klankschalen voor diepe ontspanningKlankschalen; de oorsprong, het gebruik en effect - Yogashop 15. Marieke Wiersma, Ohm Chanten bij Yoga. Dit is de Betekenis van het Symbool. Bron: Ohm Teken, Wat Betekent dit Symbool bij Yoga? - Yogashop16. Wikipedia, Klankschaal. Bron: Klankschaal - Wikipedia 17. Bianca Witteveen. De Klankhoeve. Bron: Home - De Klankhoeve 18. Gerard Feller e.a., Tovenaars van de 20ste eeuw. Gezondheid en de ‘new age’. Een kritische behandeling van ‘”moderne” alternatieve therapieën., Gideon, Hoornaar, 1995 19. Rianne van der Smitte, Als het licht duisternis is… een aangrijpend getuigenis en onthullende feiten over new age en occultisme, Gideon, Hoornaar, 1992 20. Gerard Feller, Elektrosound farmaceutica, 1992 21. Roelof Ham, (Genees)krachtige stenen? TikvaDoor Piet Guijt
Inhoudsopgave 1. Wat is tikva? 2. Hoe is het ontstaan? 3. Wat moeten we ervan denken? 4. Literatuur 1. Wat is tikva? Het woord tikva is een Hebreeuws woord dat ‘hoop, verwachting’ betekent. Tikva als training is een vorm van lichaamsbeweging en ontspanning. Het maakt gebruik van rustige, spieropbouwende bewegingen die de bloedsomloop bevorderen. De bewegingen zijn eenvoudig en effectief: ze vergroten de mobiliteit, verbeteren de ademhaling, stimuleren de bloedsomloop en bevorderen flexibiliteit en stabiliteit. Ledereen mag naar eigen vermogen meedoen (1). Er zijn diverse soorten oefeningen, bijv. gericht op dynamische en statische stretchoefeningen (Tikva stretch), op ontspanning (Tikva relax) en op mobiliteitstraining met ontspanning (Tikva forte) (1). Tijdens de trainingen worden er bemoedigende en opbouwende Bijbelteksten (bijv. Psalm 23) voorgelezen die kracht en inspiratie bieden, want bijbelse gedachten kunnen ons leven positief en ten goede beïnvloeden. Deelnemers hoeven een christen te zijn om aan Tikva te kunnen doen, maar Tikva onderscheidt zich van andere vormen van beweging waarbij niet-christelijke spirituele overtuigingen worden geïntegreerd, zoals yoga (1). Tijdens de les wordt er rustgevende muziek afgespeeld die speciaal voor Tikva is gecomponeerd (1). Na een les is er gelegenheid voor een gesprek met de instructeur. Je kunt de teksten overigens aan het publiek aanpassen, het hoeft dus niet alleen voor christenen te zijn (2). In Nederland zijn er 30-35 plekken waar je tikva kunt volgen. De les duurt een half uur tot drie kwartier (2). 2. Hoe is het ontstaan? Het concept van Tikva is bedacht door Mimmi Edin en de technieken van de Tikva-workout zijn ontwikkeld in Kungsportskyrkan in Huskvarna, Zweden. Toen Tikva werd bedacht, was Mimmi projectleider bij een gezondheids- en fitnesscentrum bij haar lokale kerk (1). Een paar jaar geleden werd Tikva ontdekt door Janita Stoorvogel, die bij de christelijke sportorganisatie Next Move werkt (2). Tikva ontstond uit Mimmi Edins behoefte aan heelheid en herstel na letsel door een whiplash. Tijdens medische consulten werd haar geadviseerd yoga te gaan doen, maar ze besloot om in plaats daarvan naar iets te zoeken dat niet geworteld was in niet-bijbelse overtuigingen. In samenwerking met een fysiotherapeut ontdekte ze rustige, versterkende bewegingen om de bloedsomloop te stimuleren, wat haar hielp te herstellen van haar nekletsel. Terwijl ze het Tikva-concept bleef ontwikkelen, werden er andere oefeningen en technieken toegevoegd, waarbij spieropbouw, kracht- en conditietraining en ontspanning in lagen werden toegepast. Naarmate het concept evolueerde, integreerde ze het lezen van Bijbelverzen tijdens de Tikva-sessies, die kracht, waarheid en meditatieve elementen toevoegen die mensen helpen de verbinding te leggen tussen lichaam, geest en ziel. Later voegde Tikva, in samenwerking met muzikant en componist Fredrik Larsson, rustgevende muziek toe die een sfeer van inspiratie creëert (1). Het concept van Tikva combineert drie elementen: 1) Lichaamsbeweging 2) Bijbelse waarheden, en 3) Muziek Deze drie elementen samen leiden naar een beweging van hoop voor de hele mens: in dezelfde volgorde lichaam, geest en ziel. 3. Wat moeten we ervan denken? Janita Stoorvogel ziet tikva als vorm van bewegen en van ontspanning. “Door dynamische bewegingen ontspant je lijf, waardoor je ook tot rust komt in je hoofd. Door de Bijbelteksten die tijdens en tussen de oefeningen worden voorgelezen, worden je gedachten gericht op iets positiefs. Het bemoedigt je. Ik zie het als manier van bewegen die goed is voor geest, ziel en lichaam” (2). Aan bepaalde bewegingen kan je een bepaalde gedachte koppelen. Of omgekeerd, men kan aan een gedachte of een lied met beweging of dans een uitdrukking (uitbeelding) ervan geven zoals men soms ziet bij dramagroepen in kerkdiensten. Tikva doet misschien denken aan yoga, maar het is wezenlijk anders. De bron van yoga is het hindoeïsme, bij tikva is de bron God en de Bijbel. Janita Stoorvogel: “Vanuit yoga ben je bezig met het leegmaken van jezelf en je kracht te zoeken in jezelf of in andere dingen. Met tikva vullen we ons juist met woorden van God en richten we ons op Hem. We geloven dat we afhankelijk zijn van Hem, dat Hij alleen ons kan geven wat we nodig hebben” (2). Bewegen in combinatie met Bijbelteksten zoals in Tikva bedoeld, is niet per se verkeerd. Men moet er wel op bedacht zijn dat door het vele herhalen van een tekst bij bewegen het net als een mantraspreuk kan gaan werken en men de context van de Bijbeltekst uit het oog verliest. Het kan dan meer een techniek worden dan een ontmoeting met God. Daarom is de vraag van belang door wie de oefeningen gegeven worden. Tot slot moet bedacht worden dat een lichaamsoefening pas betekenis krijgt door de context waarin de oefening wordt aangeboden. Oefeningen krijgen niet alleen betekenis door de handeling of beweging zelf, maar vooral ook door welke betekenis impliciet of expliciet aan de oefening gegeven wordt. En bij het zoeken naar ontspanning zijn niet alleen de oefeningen als zodanig belangrijk maar ook inzicht in en bewustwording van mogelijke oorzaken van de gevoelde spanning en/of deze last aan God overgeven. Het leren omgaan met spanningen heeft veel meer waarde gedurende de gehele dag dan alleen maar tijdens het oefenen ontspanning zoeken. Het is dus prima om stress van je af te schudden, maar ook is het van belang om overmatige stress te voorkomen. In elk geval is er hoop voor over-spannen mensen, ook via andere methoden. 4. Literatuur
Moet een christen wel of niet zijn zonden belijden?Door Piet Guijt
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Hoe is de opvatting ontstaan dat het belijden van zonden niet meer nodig zou zijn, en welke argumenten worden daarvoor gehanteerd? 3. Verwarring 4. Misverstanden 5. Wat zegt de Bijbel over zonden belijden? 6. Tot slot 7. Literatuur 1. Inleiding Over diverse thema’s blijken christenen anders te kunnen denken. Men hoeft alleen maar voorbeelden te noemen als de doop, het spreken in tongen, vasten, Israël, etc.. Als wij als christenen met elkaar erover in gesprek komen, is het goed om in de liefde van Christus een en ander aan de ander aan te reiken. We kunnen wel van een opvatting getuigen, maar de ander overtuigen kunnen we niet, want dat is een werk van de Heilige Geest. Een thema waarover verschil van inzicht kan bestaan en inderdaad ook bestaat, is de vraag of een christen na zijn bekering wel of niet nog zonden (die in het dagelijkse leven alsnog gedaan worden) zou moeten belijden. In de meeste kerken en gemeenten wordt het belijden van zonden (= erkennen van gemaakte fouten of verkeerde karaktereigenschappen aan God en evt. aan elkaar) als vanzelfsprekend beschouwd. Bij Jong en Vrij (dat sinds 2007 in Nederland in een aantal plaatsen nieuwe gemeenten heeft gesticht) echter is men van mening dat het voor een kind van God niet meer nodig is de zonden te belijden. De vraag is hoe men dan omgaat met fouten die men maakt in het leven van alledag. Deze opvatting is ontleend aan de leer van broeder Joseph Prince, waarmee Jong en Vrij zich verbonden voelt. 2. Hoe is de opvatting ontstaan dat het belijden van zonden niet meer nodig zou zijn, en welke argumenten worden daarvoor gehanteerd? Uit het boek ‘Onverdiende gunst’ van Joseph Prince (voor wie ik uiteraard respect heb vanwege het werk dat hij als dienstknecht van de Heer doet) en wel met name hoofdstuk 13 (met de titel ‘Hoe er afbreuk wordt gedaan aan onverdiende gunst’), wordt duidelijk wat de achtergrond en oorzaak is van de visie dat het belijden van zonden niet meer nodig zou zijn. Wat blijkt? Joseph Prince is tot die opvatting gekomen omdat hij zelf vroeger er op zo’n ongezonde en overtrokken manier met het belijden van zonden omging, dat hij bijna gek werd en zelfs vreesde dat hij zijn geloof zou kwijtraken (pag. 161 en 162 van zijn boek). Vanuit die krampachtige manier van zonden belijden (die een karikatuur is van een normale en gezonde manier van zonden belijden) is Joseph Prince doorgeschoten naar het andere uiterste, namelijk dat je helemaal geen zonden meer hoeft te belijden, want al je zonden zijn toch aan het kruis uitgedelgd/uitgewist? Het vragen om vergeving zou de gelovige te veel op de zonde gericht doen zijn en hem/haar alleen maar depressief en gedeprimeerd maken en leiden tot gebondenheden. Je kunt beter Christus-bewust zijn dan zonde-bewust, aldus Prince. Op zich klinkt die laatste opmerking uiteraard heel positief, maar het is een valse tegensteling, want belijdenis van een zonde en vergeving ervan zijn beide belangrijk en horen bij elkaar. Bovendien hoeft een christen zich niet schuldig en aangeklaagd te voelen als hij zijn of haar zonden belijdt, maar men mag op grond van de genade van God weten dat God de zonden wil vergeven. Het is dus niet terecht dat Prince het belijden van zonden ziet als zelfveroordeling. Een ander argument van Joseph Prince voor het niet meer hoeven belijden van zonden is dat bidden om vergeving voor zonden die je na je bekering hebt begaan, een teken van ongeloof zou zijn in het volbrachte werk van Jezus. Immers, zegt Prince, als men bij de bekering eenmaal vergeving heeft gevraagd, dan hoef je voor de rest van je leven geen vergeving meer te vragen (pag. 166), want men heeft vergeving gekregen van al de zonden uit het verleden, heden en toekomst. Immers Jezus heeft alle zonden gedragen, aldus Prince. Inderdaad is het zo, dat Jezus Christus is gestorven voor alle zonden van de mensen en met de zonde heeft afgerekend, maar dat kan iemand zich slechts toe-eigenen als iemand zelf zijn concrete zonden belijdt, ook de zonden die je na de bekering hebt gedaan of nog zal doen. Alleen als je je concrete zonden belijdt, wordt de gelovige van die schuld bevrijd. Overigens willen we er nog op wijzen, dat bidden om vergeving voor zonden die je na je bekering hebt begaan, helemaal geen teken van ongeloof is, maar juist een teken/bewijs van geloof in de genade van Gods vergeving. 3. Verwarring Opvallend is dat broeder Prince twee zaken met elkaar verwart (niet goed van elkaar onderscheidt), namelijk de zgn. eigen (‘goede’) werken voor behoud enerzijds en wat hij noemt het ‘werken’ om zonden te belijden anderzijds. Enkele voorbeelden van zijn foute redeneringen:
Verwarring blijkt ook uit de uitspraak van Prince dat je Gods genade en de vergeving van zonden niet kunt verdienen met belijdenis van zonden (pag. 162). Onze behoudenis kunnen we inderdaad niet verdienen door eigen goede werken, maar alleen door geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Maar bij het belijden van zonden gaat het helemaal niet om iets verdienen maar om het doen van een beroep op Gods genade. Bijhet belijden van een gedane zonde gaat het erom dat je iets erkent en dat je om vergeving vraagt (en wel in het geloof dat God je vergeving wil en zal geven). Net zoals het nodig is om in Jezus’ offer te moeten/mogen geloven om een kind van God te kunnen worden, zo is het belijden van zonden nodig om een door een concrete zonde vertroebelde gemeenschap met God weer in orde te krijgen. Op pagina 162 schrijft Prince: “Als je vergeving van zonden tot jouw verantwoordelijkheid maakt …. zal je zeker falen. Het bestaat niet dat een mens echt al zijn zonden kan belijden. Hij zal zichzelf knettergek maken”. Ja, dat was zijn eigen ervaring door een vreemde toepassing van het belijden van zonden. Maar wie zegt, dat een mens op een concreet moment al zijn zonden concreet zou moeten belijden? Dat weet een mens vaak helemaal niet, en bovendien hoeft een mens alleen die zonden te belijden, waar de Heilige Geest ons op wijst in onze wandel met God. Daarom is ook de veronderstelling van Prince, dat een gelovige voortdurend (pag. 161) zijn zonden moet belijden, niet juist. 4. Misverstanden Op pag. 213 blijkt nog een geheel ander misverstand bij Prince als hij probeert uit te leggen dat christenen zich vergissen als ze van mening zijn dat belijdenis van zonden nodig is om de gemeenschap met God te herstellen. Hij schrijft: “Als je denkt dat jouw gemeenschap met God verbroken wordt wanneer je zondigt, dan zul je niet meer vrijmoedig voor Zijn troon van genade durven komen met jouw verzoek of nood”. Dat is toch wel een vreemde opmerking. Immers juist op grond van Gods Woord weten wij dat, ook al hebben we gezondigd, wij met vrijmoedigheid naar de troon van genade mogen gaan (Hebr. 4: 16) en onze zonden mogen belijden opdat de gemeenschap met God weer kan worden hersteld. Neem het voorbeeld van een vader en een zoon. Als de zoon iets verkeerds heeft gedaan tegenover zijn vader, is de gemeenschap met de vader verstoord. Hij blijft de zoon van zijn vader, maar de relatie-belevinglijdt onder de gemaakte overtreding. De gemeenschap tussen vader en zoon is verstoord en zal verstoord blijven totdat de zoon tegenover zijn vader toegeeft dat hij verkeerd gehandeld heeft en om vergeving vraagt. Men kan dus onderscheid maken tussen twee soorten vergeving van zonden. Enerzijds de positionelevergeving op grond van ons geloof in het offer van Jezus (Die aan het kruis de straf heeft gedragen voor alle zonden die we ooit gedaan hebben en die we nog zullen doen en in beginsel met die zondeschuld waarmee Jezus aan het kruis heeft afgerekend) waardoor we een kind van God zijn geworden. En anderzijds de relationele vergeving als we vergeving vragen aan elkaar en aan de heilige God om de dagelijkse gemeenschap met elkaar en met God in orde te brengen en gezond te houden. We kunnen ook nog kijken naar het voorbeeld van een huwelijk. Als door bijvoorbeeld ruzie de sfeer en dus de gemeenschap tussen de echtgenoten is vertroebeld, dan is er nog steeds sprake van een huwelijk, maar er zal toch het een en ander moeten worden rechtgezet en worden goedgemaakt door elkaar te belijden dat men fout was. Wat fout is moet en mag gewoon worden toegegeven, en er mag om vergeving worden gevraagd. Het werkt met God net zo: onze gemeenschap(sbeleving) met Hem wordt door overtredingen verstoord totdat we aan Hem onze zonden belijden (dus de verkeerde daden en gedachten toegeven en erkennen) en vergeving vragen. Dan wordt onze gemeenschap met Hem weer hersteld. Het is daarom heel nuttig om je fouten te erkennen, want dat vraagt dat wij ons bewust zijn van onze fouten. Anders gaan we maar denken dat het allemaal wel meevalt, en zal er steeds minder berouw zijn over het doen van zonden met als mogelijk gevolg dat het geweten afgestompt raakt en niet meer te corrigeren is door Gods woord. We moeten nooit de vergissing maken dat zonde sinds Christus’ kruisdood niet serieus meer is. In Gods ogen is zonde nog steeds ernstig. Maar wij mogen weten dat God onze zonden zal vergeven als wij zo ootmoedig durven zijn om onze zonden te belijden. Geconcludeerd kan worden dat de argumentaties (en voorstelling van zaken) van broeder Prince zeer merkwaardig overkomen. Maar wellicht is er ook sprake van begripsverwarring of langs elkaar heen praten als het gaat over belijden van zonden. Op pagina 167 bovenaan schrijft Prince (omdat we weten dat onze zonden door ons geloof in het offer van Jezus vergeven zijn): “Nu kun je open zijn met God over je fouten en tekortkomingen”. Maar dat erkennen van fouten en tekortkomingen is toch hetzelfde als je fouten (zonden) belijden tegenover God en Hem daarbij vragen om vergeving van de zonden (die je weer eens hebt gedaan) in het zekere geloof dat God je ook die zonden zal vergeven? 5. Wat zegt de Bijbel over zonden belijden? Vanuit zijn vroegere overdreven manier van zonden belijden, en door bovengenoemde misverstanden blijkt Joseph Prince bepaalde teksten anders uit te leggen teneinde een vermeende bijbelse basis voor zijn opvatting te suggereren. Als algemeen punt wijst hij erop dat Paulus in zijn brieven niets schreef over het belijden van zonden. Echter dit wil niet per se betekenen, dat Paulus het niet nodig zou vinden. Het hangt immers af van de vragen of problemen die in een gemeente actueel waren en in de brieven behandeld werden. Bovendien kan het zijn dat het belijden van zonden zo vanzelfsprekend was dat Paulus er niet over hoefde te spreken. Prince bespreekt 1 Johannes 1: 9 waar staat: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid”. Deze tekst wordt echter niet gezien als basis om als kind van God je zonden te belijden, want deze tekst zou volgens hem moeten worden gezien als tegenstelling voor de teksten 8 en 10 die gaan over mensen, die zeggen geen zonde te hebben gedaan (de gnostici) en dus het offer van Jezus niet nodig zouden hebben. De brief zou volgens Joseph Prince alleen tot die gnostici gericht zijn, hetgeen overigens niet klopt, want elders in de brief spreekt Johannes over gelovigen (geliefden, kinderen, vaders en jongelingen). Laten we ook eens kijken naar andere teksten die spreken over belijden van zonden of schuld. Allereerst enkele voorbeelden uit het Oude Testament. “Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zei: Ik zal de HERE mijn overtredingen belijden, en Gij vergaf de schuld mijner zonden” (Psalm 32: 5). “Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming” (Spreuken 28: 13). Verder zijn nog te noemen: Leviticus 26: 40; Numeri 5: 7; Nehemia 1: 6 en 7; Daniël 9: 20. De teksten uit het Oude Testament werden bij Jong en Vrij, zo begreep ik, nu niet meer van toepassing beschouwd omdat we nu leven nadat het offer door Jezus is gebracht. Mijn tegenwerping zou zijn: ook al was in het Oude Testament het grote verzoenoffer van Jezus nog niet gebracht, de morele wetten van God zijn toch niet gewijzigd? Ook het Nieuwe Testament spreekt over het belijden van zonden en het vragen om vergeving van die zonden. “Vergeef ons onze zonden, want ook wij vergeven eenieder die bij ons in de schuld staat” (Lukas 11: 4). “… en velen van hen, die gelovig geworden waren, kwamen hun schuld belijden en uitspreken wat zij bedreven hadden” (Handelingen 19: 18). Belijdt daarom elkaar uw zonden en bidt voor elkaar, opdat gij genezing ontvangt (Jakobus 5: 16). Sommige gelovigen menen op grond van deze tekst dat je dus alleen aan elkaar je zonden zou moeten belijden, dus niet aan God. Maar elke zonde die tegen een broeder of zuster begaan is, is in eerste instantie toch ook een zonde tegen God? De algemene conclusie is dat de Bijbel ons oproept onze zonden te belijden, zowel voordat we tot geloof kwamen als ook tijdens onze wandel als kind van God. Het mogelijke gevaar van niet je zonden belijden is dat dit je langzamerhand het zicht op de ernst van de zonde ontneemt en daarmee de deur opent tot het toelaten van zonden. Het kan de werking van het geweten verdoven, want men kan gemakkelijk gaan denken dat het ‘allemaal wel goed zit’. Het ontneemt de gelovige ook het heilzame en bevrijdende belijden van de zonde, waarmee hij of zij in het reine kan komen met God en de medemens. Breng zonde in het licht, dan kan ermee afgerekend worden. Dat is toch een algemene geestelijke wetmatigheid. Denk alleen al aan een misdadiger die aan de politie zijn delict bekent. Ook al kun je je schamen of het gevoel hebben af te gaan, die bekentenis of belijdenis geeft uiteindelijk bevrijding. Of denk gewoon aan de relatie tussen ouders en kind(eren). 6. Tot slot Ik heb diverse mensen van Jong en Vrij leren kennen als lieve broeders en zusters, die de Heer van harte liefhebben, en bij wie ik mij in de huisgroep in Zoetermeer bijzonder thuis heb gevoeld. Hun opvatting dat men niet langer zonden hoeft te belijden nadat men eenmaal tot geloof gekomen is, namelijk een verwerpelijke visie die kennelijk is ontstaan vanuit een verkeerde (karikaturale) visie op het belijden van zonden, roept alleen maar misverstand op bij die christenen die niet vanuit die karikatuur ten aanzien van het belijden van zonden leven. Op zich is het uiteraard goed om diep te beseffen dat alleen het bloed van Jezus ons verlost van zondeschuld. Maar God kan niet onze schuld vergeven als we niet erkennen dat wij gezondigd hebben. Niet alleen belijden dat we gezondigd hebben vóór onze bekering, maar ook de concrete zonden die wij als kind van God nog (kunnen) doen. Het is jammer dat een positieve christelijke groepering als Jong en Vrij door een misverstand ten aanzien van het belijden van zonden een onnodige verwijdering ten opzichte van of onbegrip van medechristenen van andere denominaties oproept. Het is daarom mijn verlangen dat men de moed zal hebben bepaalde onjuiste voorstellingen van zaken te herzien en te corrigeren, of om de diverse begrippen zoals ‘zonden belijden’ etc. beter te omschrijven om misverstanden te voorkomen. Oktober 2023 7. Literatuur
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. Review - 'niemand anders dan Jezus alleen' (Ruud van der ven)‘Niemand anders dan Jezus alleen’ verscheen voor het eerst in 1993. Deze versie is de dit jaar verschenen, gewijzigde herdruk. Het boek vertelt het verhaal van Ruud die van jongs af aan geplaagd wordt door een sterk ‘doodsbewustzijn’. Desondanks zoekt hij het geluk en belandt hij via allerlei vormen van hulp in het alternatieve circuit waar hij steeds verder verstrikt raakt in occultisme en New Age. Als huisarts opgeleid, kiest hij er uiteindelijk voor om natuurarts te worden. Hij houdt zich bezighoudt met zaken als iriscopie, magnetiseren en homeopathie. Het gevoel van innerlijk dood zijn blijft echter. Verslaafd aan drank, vervreemd van mensen om hem heen, voelt hij dat hij richting het einde gaat wanneer de duisternis zal winnen en hij een einde aan zijn leven zal maken. Maar gaandeweg ontdekt hij ook dat Jezus de Christus is en de weg, de waarheid en het leven. Dat wordt zijn redding. Het boek is, ondanks dat het in de jaren ’90 voor het eerst verscheen, nog steeds relevant. De aangehaalde therapieën uit de alternatieve wereld zijn enigszins door de tijd ingehaald, maar de kern van deze duistere wereld is nooit veranderd en daar legt het boek ook voor nu precies de vinger op de zere plek: het schetst hoe de mens zichzelf tot god maakt en hoe in deze wereld allerhande valse christussen aangeboden worden. Zo werkt het kwaad ook vandaag nog. Ruud van der Ven beschrijft zijn reis in hoofdstukken die hij aandoet als stations in zijn levenstrein. Deze vertelvorm leent zich goed om helder over te brengen hoe de ondergang in occultisme en de alternatieve (New Age) wereld vrijwel nooit ineens gaat. Het zoeken vanuit leegte is het startpunt om langzaamaan verstrikt te raken. Het duister geeft steeds een beetje, maar vraagt steeds meer. Bij de auteur ligt de wortel van zijn ‘doodsbewustzijn’ in zijn jeugd, maar hij laat ook ruimte voor zijn eigen verantwoordelijkheid. Waardevol is de beschrijving van de zoektocht naar Christus. Hier geen rechte weg naar de verlossing, maar een worsteling. Zelfs na de bekering moet er nog jarenlang gestreden worden tegen de geestelijke aanvallen van het kwaad. Toch blijft Jezus Overwinnaar! Ruud van der Ven, ‘Niemand anders dan Jezus alleen: een ex-natuurarts vertelt over de enige weg uit een occulte nachtmerrie’ – Uitgeverij Maatkamp, € 20,45 (ISBN-13: 978 90 90367 15 6) Zijn er waterdichte argumenten voor de geloofsdoop?Door Piet Guijt Inhoudsopgave
1. Inleiding Al eeuwen wordt door christenen verschillend gedacht over de doop. De meer traditionele kerken zoals bijvoorbeeld de Reformatorische kerken kennen de kinderdoop (soms ook wel baby- of zuigelingenbesprenging [-besprenkeling] genoemd), terwijl o.a. de Evangelische, Baptisten- en de Pinkstergemeenten de geloofsdoop kennen. Er is bovendien ook nog een tussenvorm: het onderdompelen van (naakte) baby’s. Er zijn zeer vele boeken en artikelen over het onderwerp geschreven. Na een artikel van ds. Mark de Jager in het Nederlands Dagblad (medio 2022) (7) kwam een maandenlange gedachtewisseling over de doop op gang (6, 9). Het was voor mij aanleiding om het onderwerp weer eens te overdenken. Vooraf wil ik opmerken dat ik besef dat de doop een gevoelig thema is, en dat het consciëntieus besproken moet worden. Ik heb begrip voor de zorg en angst van ouders voor hun kinderen wat mede heeft geleid tot de kinderdoop. Maar toch is het nodig om gezien het belang van de doop eerlijk en open na te gaan wat de Bijbel erover te zeggen heeft. Eerst zal worden aangegeven wat heeft geleid tot het ontstaan van de kinderdoop en vervolgens zullen de argumenten worden besproken die voor zowel kinderdoop als geloofsdoop naar voren zijn gebracht. Tot slot zal worden nagegaan waarom men vaak een (star?) standpunt inneemt en wat de oplossing zou kunnen zijn. 2. Ontstaan van de kinderdoop Een voedingsbodem was het meer en meer samenvallen van het burgerschap van de Romeinse samenleving en het christen zijn. Als je in die maatschappij wilde meetellen, dan moest je christen zijn. Zo werd de doop ook een sociaal relevant gebeuren. Een andere belangrijke voedingsbodem voor de kinderdoop die pas enkele eeuwen na Christus is ontstaan en, nog wat later, de zuigelingenbesprenkeling, blijkt angst te zijn. Dit hing samen met de opgekomen theologie van de erfzonde. Motief voor de kinderdoop was de angst dat de ongedoopte zuigeling verloren zou gaan, en daardoor was er bij ouders de wens om het heil van hun kind veilig te stellen. Kennelijk is in de loop van de kerkgeschiedenis een koppeling ontstaan tussen kinderdoop en heil. Bekend zijn de verhalen dat, terwijl de moeder nog op het kraambed lag, de vader zo snel mogelijk naar de priester ging om het kind te laten dopen. Vooral in (bijv. middeleeuwse) tijden van massale kindersterfte kwam dat voor. Tot in de jaren 1950 was het bij katholieken de gewoonte dat een kind zo snel mogelijk na de geboorte gedoopt werd. Een ongedoopt kind zou, zo dacht men, in geval van overlijden niet in de hemel komen (18). Maar zien we hier niet een verkeerd beeld van onze hemelse Vader, die elk mens zo liefheeft (Joh. 3:16) en niet wil dat iemand verloren gaat? Tegenover deze ‘angst’visie kan worden gesteld dat zuigelingen of baby’s op voorhand niet verloren gaan als ze, ongedoopt, vroegtijdig zouden sterven. Immers een zuigeling heeft nog geen besef van goed en kwaad en heeft nog geen bewuste zonden gedaan (19). Schuld ontstaat pas als een mens (een volwassene of een jong kind) bewust de wetten van God overtreedt. In de erfzondeleer heeft men eigen zonden verward met de gevolgen van de zonde van het voorgeslacht. Het feit, dat een baby de nare gevolgen van zonden van het voorgeslacht ervaart, is nog geen bewijs van het hebben gedaan van zonden door de baby zelf. Denk aan een baby van drugsverslaafde ouders. Als die baby dagenlang huilt, is dat dan een gevolg van de zonde van dat kind? Nee, natuurlijk niet, het is een gevolg van de verslaving van een van de ouders of beide ouders. Overigens is een jong kind, dat zonden heeft gedaan en vroegtijdig overlijdt, ook niet op voorhand verloren. Immers het kind heeft nog niet eens een bewuste keuze voor Jezus kunnen maken. Maar wij hoeven daar niet over te oordelen, want dat oordeel is voorbehouden aan God. Hij kent ieders hart. Dan maakt het voor God niet uit of een baby wel of niet enkele druppels water op het hoofdje heeft ontvangen. Het is pure magie om te denken dat het wel wat zou uitmaken. 3. Argumenten voor de kinderdoop en de weerlegging ervan De argumenten zijn te verdelen in enkele categorieën: A. argumenten die ontleend zijn aan het Oude Testament (met nadruk op gezin en sociale gemeenschap; collectiviteit) en aan de besnijdenis B. andere argumenten voor de kinderdoop C. men kent de kinderdoop een waarde toe die het niet heeft. Ad A. OT-ische familie als collectief a. Het geloof van het volk Israël en de bijbelse feesten van het volk waren altijd gezinsvieringen. Denk aan het verhaal van de uittocht uit Egypte en hoe de Israëlieten in de nacht dat ze uit Egypte vertrokken samen als gezin het Pascha beleefden (Ex. 12: 2). Rachab werd met heel haar familie in haar huis gered (Jozua 2: 18 e.v.). Door de eeuwen vierde Israël dit als een familiefeest waarbij alle mannen, vrouwen en kinderen betrokken waren. De teksten wijzen op de waarde van gezinnen maar de connectie met de later door Jezus ingestelde doop is daar niet aan de orde, en het gaat zelfs ook niet over de besnijdenis. Bij de doop in de naam van Jezus Christus gaat het om een nieuwtestamentisch gebeuren, dus kan men het Oude Testament (hoe belangrijk dat als zodanig ook is) niet aanvoeren ter verdediging van de kinderdoop. b. Men zegt: “Zoals de besnijdenis een blijvend teken voor de joodse jongen was dat hij bij Gods volk hoorde, is de doop dat teken voor ons. Iedereen die wordt geboren binnen de familie, het volk van God, hoort door de doop bij het volk, al heeft de zuigeling daar nog geen weet van. Onze baby's zijn ook voor honderd procent onderdeel van dit volk van God”. Wat is de denkfout? In het Oude Testament ging het om natuurlijke geboorte, in het Nieuwe Testament gaat het om wedergeboorte, de besnijdenis des harten (Rom. 2: 29), ook al zien we dat ook in het Oude Testament (Deut. 10: 16). Die wedergeboorte heeft niets met jonge leeftijd te maken maar met het feit dat iemand Jezus Christus als zijn of haar Verlosser heeft aangenomen en daardoor een kind van God is geworden (Joh. 1: 12) en tot het nieuwtestamentische volk van God is gaan behoren. Een kind van gelovige ouders is wel onderdeel van een plaatselijke kerk of gemeente en is zelfs geheiligd, dat wil zeggen apart gesteld, op een bevoorrechte plaats in een gezin waar het kind het evangelie kan horen en zien worden voorgeleefd in de gelovige ouder(s) (1 Kor. 7: 14), maar het kind is nog geen lid van het universele Lichaam van Christus. In Kol. 2: 11, 12 staat: “In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam. Toen u gedoopt werd, bent u immers met Hem begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die Hem uit de dood heeft opgewekt”. In het Nieuwe Verbond dat Jezus heeft ingesteld, is de doop geen voortzetting van de lichamelijke besnijdenis - de biologische lijn - maar van een geestelijke besnijdenis, ‘door het geloof’. En iemand is pas een nakomeling van Abraham als hij/zij Jezus toebehoort door het geloof (Gal. 3: 7) en naar de belofte erfgenaam is (Gal. 3: 29). Kol. 2 spreekt de kinderdoop duidelijk tegen (1). Ad B. Andere argumenten voor de kinderdoop Vooraf moet worden opgemerkt dat bij de kinderdoop zelfs de benaming ‘doop‘ niet eens juist is want het besprenkelen van zeer jonge kinderen met een paar druppels water is geen doop want dopen = onderdompelen (Grieks: baptizoo). a. Aanhangers van de kinderdoop wijzen op de zgn. gezins- of huisteksten in het boek Handelingen (huis van Cornelius, Lydia, Stefanus, gevangenbewaarder van Filippi) want daaruit zou zijn af te leiden zijn dat ook baby’s en kleine kinderen zouden zijn gedoopt. Maar uit nauwkeurig lezen van de desbetreffende teksten kan men afleiden dat alleen zij die het Woord gehoord hadden (bijv. Hand. 10: 44-48) en de Heilige Geest ontvingen (vers 45) en in nieuwe tongen spraken (vers 46) gedoopt werden. Zuigelingen en baby’s kunnen nog niet naar het woord van God luisteren en het begrijpen en de Heilige Geest ontvangen. In Hand. 16:40 wordt gesproken over Lydia en de broeders (geen baby’s of zuigelingen), die bemoedigend toegesproken werden. Uit 1 Kor. 16: 15 blijkt, dat het huis van Stefanus zich ten dienste van de heiligen had gesteld. Zeer kleine kinderen kunnen zich nog niet ten dienste van anderen opstellen (1, 5). b. Men noemt Markus 10: 13-16: “Laat de kinderen tot Mij komen”. Hieruit kan men geen argument voor de kinderdoop ontlenen (1). Jezus zegent de kinderen, bedoeld ter bescherming van hen. Hij doopte hen echter niet. Ook werden zij niet door de discipelen gedoopt. Er moet op worden gewezen dat in Mark. 10:14 niet staat ‘van hen’ (auton) maar ’van zodanigen’ (tontoiouton). Het gaat er namelijk om dat wij als volwassenen de gezindheid/gesteldheid (ontvankelijk, afhankelijk) van een kind moeten hebben. Zie vers 15 waar staat: “Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan”. En zie ook Matt.18:3: “Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan”. c. Men wijst op Hand. 2:39: “want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen”, en voorstanders van de kinderdoop zeggen: “Onze kinderen horen automatisch onder Gods beloften”. Echter over het hoofd wordt gezien dat “Voor u is de belofte” een toelichting is op “Bekeert u en een ieder late zich dopen .. en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen” (vers 38). Die oproep tot bekering en dopen en het ontvangen van de Heilige Geest kan alleen maar betrekking hebben op volwassen toehoorders. Dat hoeven niet per se volwassenen van 18 jaar en ouder te zijn. Het gaat om een zekere geestelijke volwassenheid. De vroege kerk keek naar ‘bewust geloof’ (begrip, inzicht en bekering waarvan de uitwerking te zien was). Dat kan al op 14-jarige leeftijd. d. “In het doopformulier staat dat God in de doop bevestigt dat een baby ook erfgenaam van Gods rijk, een kind van God en een lid van Christus’ gemeente is geworden” (10) Hier zien we dat een aantal zaken door elkaar heen wordt gehaald. Uiteraard is het Gods bedoeling dat mensen uiteindelijk erfgenaam zullen zijn van Gods Koninkrijk, maar dat kan alleen door persoonlijk geloof in Jezus Christus en als men als uiterlijk teken daarvan gedoopt wordt door onderdompeling wat een uiterlijk teken is van iets dat binnenin heeft plaatsgevonden (wedergeboorte). Pas dan wordt iemand geacht lid te zijn van het universele Lichaam van Christus. Lid zijn van een plaatselijke gemeente (kerk) is heel wat anders. Ad C. Men kent de kinderdoop een waarde toe die het niet heeft. Menprobeert de kinderdoop te verdedigen door het een zekere betekenis te geven, die het niet heeft. Omdat dit punt de oorzaak is van veel misverstanden en onbegrip bij gesprekken over de doop, zullen we hier wat langer bij stilstaan. Aan het eind van het artikel komen we er nog op terug. a. Men zegt: “De kinderdoop is zegel of teken van Gods trouw en liefde. Hij zet Zijn stempel op jouw leven. Dan hoor je bij Christus” (de vroegere kerkvader Irenaeus sprak zelfs over wedergeboren baby’s, en dat terwijl baby’s nog niet eens kunnen geloven). Ik wil vooropstellen dat ik de goede intenties erken. Echter, nergens staat in het Nieuwe Testament dat de kinderdoop zegel of teken is van Gods trouw. Noch de kinderdoop noch de geloofsdoop is een teken, een getuigenis, een bewijs van Gods liefde, maar het ware teken ligt in het feit, dat God de wereld, dus elk mens, zo lief heeft gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe (Joh. 3:16). b. Men zegt: “De kinderdoop is Gods getuigenis aan mij. Hij neemt mij dankzij het offer van Jezus Christus weer aan tot zijn kind” (10). Dit zijn op zich hele mooie woorden. Echter, niet de dóóp is Gods getuigenis, maar het feit dat hij voor ons Zijn Zoon gaf omdat Hij ons zo lief had (Joh. 3:16), is Gods getuigenis! Met onze bekering nemen wij met grote dankbaarheid Gods aanbod van genade in Jezus Christus aan. De doop door onderdompeling is de uitbeelding (Rom. 6:4) van ons getuigenis dat wij op Gods liefde-aanbod zijn ingegaan door Jezus als Verlosser aan te nemen, waardoor wij verzoend zijn met God de Vader. Pas dan neemt Hij ons aan als Zijn kind (Joh. 1:12). Uiteraard heeft God elk mens al lief, ook al is die nog niet Zijn kind. c. In een lezing van ds. Procee (14) werden de volgende vier uitspraken (cursief) over de (kinder)doop gedaan, met daarachter onze reactie. “God laat in de doop zien dat Hij de dood, de duivel, de macht van de zonde en de hel heeft overwonnen”. Wat in deze uitspraak staat, heeft God in Jezus Christus laten zien! En de onuitsprekelijke gave die de mens kan ontvangen, is niet de doop maar (na Jezus Zelf als onze Redder) de Heilige Geest die met Pinksteren is uitgestort op oprechte gelovigen. “De kinderdoop betekent dat God in Zijn grootheid, macht en heiligheid Zich ontfermt over mensen die naar God niet gevraagd hebben. De volwassendoop is dus niet nodig is om Jezus te volgen. De navolging van Christus ligt ingebakken in de kinderdoop”. God ontfermt Zich inderdaad over mensen, maar toch is de uitspraak een onjuiste voorstelling van zaken, want in Christus heeft God Zich over zondige mensen ontfermd en Zijn genade aan ons aangeboden. En de keuze voor het aanvaarden van die genade en die navolging wordt alleen in de geloofsdoop uitgedrukt. Dus hoe onjuist is het om te menen dat de geloofsdoop niet nodig is! “De doop symboliseert wedergeboorte, leven (Joh. 7: 37, 38)”. Een baby kan nog niet wedergeboren zijn, want de zuigeling heeft nog niet eens van het evangelie gehoord, laat staan dat het dat evangelie kan omarmen. Pas door persoonlijk geloof in Jezus Christus als Redder wordt een mens wedergeboren, en een kind van God de Vader geworden. En het afleggen van het oude leven wordt alleen in de geloofsdoop uitgebeeld (Rom. 6: 4). “De (kinder)doop is pleitgrond”. Ook dit is niet juist. Alleen de genade van God, blijkend uit het feit, dat Hij Zijn Zoon gaf tot redding van zondaren, is onze pleitgrond. Bij de geloofsbelijdenis van de gelovige wordt dat beleden, hetgeen wordt uitgedrukt in de doop door onderdompeling; het oude leven wordt begraven en de dopeling staat met Christus op in een nieuw leven (Rom. 6:4). Daar kunnen een paar druppels niet tegenop! d. Men (17) denkt dat een kind door de kinderdoop bij God en bij de gemeente behoort. Iemand (10) zegt zelfs: “Men moet de kinderdoop waarderen als ‘beter passend bij de instelling van Christus’ en bij de uitspraak dat een kind van gelovige ouders ‘in Christus voor God heilig is en daarom als lid van zijn gemeente gedoopt behoort te zijn”. Hier blijkt een misverstand over wat men onder gemeente verstaat. Gelukkig heeft God elk mens lief, dus ook elk kind. En ook al is een kind niet gedoopt, het kan gewoon een onderdeel zijn van de plaatselijke gemeente en is geheiligd in de ouders (1 Kor. 7: 14). Daarvoor is de kinderdoop dus niet nodig. Immers, ook de ongelovige ouder die is geheiligd in de gelovige ouder, is niet gedoopt. En door de kinderdoop is een kind nog niet ingelijfd in het universele Lichaam van Christus, ook al wijst men (15) ten onrechte soms op 1 Kor. 12: 13 en Rom. 6: 3 (maar dat slaat op iemands persoonlijk geloof in Jezus). Iemand is pas een kind van God en ingelijfd in het universele Lichaam van Christus door Jezus Christus als Verlosser aan te nemen (Joh. 1: 12) en daarvan in de doop door onderdompeling getuigenis heeft afgelegd (Mark. 16: 16). e. “De baptisten dragen kinderen op (een ‘droge doop’ in de ogen van de kinderdopers) en dopen later met water. Protestanten, gereformeerden en katholieken dopen de kinderen die later belijdenis van hun geloof afleggen (een ‘droge doop’ in de ogen van de baptisten)” (10). Het is onjuist om het opdragen van kinderen te zien als een ‘droge doop’. Bij het opdragen gaat het om heel wat anders: de ouders vragen in aanwezigheid van de gemeente om Gods hulp bij het opvoeden van hun kind in de vreze des Heren opdat het kind later zelf zijn keuze voor de Heer zal maken. En de belijdenis van het geloof wordt uitgebeeld in de geloofsdoop door onderdompeling, en dus is het onjuist om een baby (die niet eens gelooft) te besprenkelen en dat ‘doop’ te noemen. f. “Als je iemand pas doopt die tot geloof is gekomen dan is dat ‘te laat’, omdat je God zo’n twintig jaar laat wachten voor Hij Zijn beloften, die Hij zo graag aan de gelovigen én hun kinderen wil geven, op iemand mag zetten” (10). Ten onrechte wordt gedacht dat God Zijn beloften tot heil in Christus geeft bij de kinderdoop, maar die gelden in beginsel voor elk mens, gedoopt of ongedoopt als kind. Gods beloften worden echter pas ingevuld, effectief, als iemand Jezus Christus als Verlosser en Heer heeft aanvaard en leeft zoals God bedoelt. 4. Vermeende bezwaren tegen de geloofsdoop. a. Samenhangend met het feit dat men (ten onrechte) aan de kinderdoop een grote waarde toekent, is men tegen de geloofsdoop, want dat zou een ‘overdoop’ of ‘herdoop’ zijn. Voorstanders van de kinderdoop vinden de geloofsdoop een verloochening van de kinderdoop. Ze zeggen: “Er is maar één doop (in hun visie de kinderdoop), dus niemand van de gedoopten hoeft zich nog een keer te laten dopen” (13). Maar die gedachte is onjuist. Kinderdoop en geloofsdoop zijn twee geheel verschillende zaken. De besprenkeling van baby’s wat men ‘doop’ noemt, is helemaal geen doop in bijbelse zin omdat er geen sprake is van geloof bij de dopeling (i.c. de baby). Dus kan er bij de geloofsdoop ook geen sprake zijn van een overdoop, maar alleen van de enige echte bijbelse geloofsdoop. Als de Bijbel spreekt over de ene doop dan is daarmee bedoeld de (geloofs)doop door onderdompeling op basis van persoonlijke bekering en geloof in Jezus Christus. Een aanhanger van de kinderdoop gaat in zijn kritiek op de overdoop zelfs zover door te zeggen dat de overdoop de tegenstelling tussen de beide dooppraktijken benadrukt. Maar o.i. MOET dat inderdaad benadrukt worden, want de kinderdoop is niet juist en de geloofsdoop is wél zoals de Bijbel bedoelt! Het Evangelisch Werkverband dat steeds meer te maken krijgt met christenen die zich willen laten dopen zoals de Bijbel aangeeft, wil het probleem van overdoop ‘oplossen’ door het invoeren van de term ‘doopbevestiging’. Maar ook dit is een misvatting, want de kinderdoop (een ritueel dat is ontstaan als gevolg van een verkeerd verstaan van de Schrift) is helemaal geen doop, en dus kan die ook niet bevestigd worden. Wat in de volwassen doop wél uitgebeeld en bevestigd wordt, is dat de gelovige belijdt dat hij Jezus Christus als Verlosser nodig heeft en Hem heeft aanvaard. Ook lijkt het ons geen goed idee om bij een geloofsbelijdenis door het aanraken van het doopvont nog eens de relatie uit te drukken met een on-bijbelse vorm van ‘dopen, waarbij niet sprake is van geloof en onderdompeling (1). Andere kinderdopers zeggen: “Christus verbindt zich door de kinderdoop aan een kind. Dat kun je nooit overdoen”. Dit is niet juist, want Jezus verbindt Zich met ons door ons geloof in Hem, dus alleen bij de geloofsdoop. Ds. Procee (14) meent zelfs “dat door de herdoop iemand zou zeggen dat de naam van God in hun jeugd over hen uitgeroepen ijdel en nietszeggend was en ijdel werd gebruikt, en dat de herdoop het verachten van de inzettingen van God is”. En ds. Mark de Jager zegt: “Baptistencollega’s zouden zich bewuster moeten worden van de schade die kan worden gedaan aan gemeenschappen en families door overdoop”. Echter bedacht moet worden dat de kinder’doop’ helemaal geen inzetting van God is, maar een inzetting van mensen, die misleid door een eeuwenlange kerkelijke traditie de Schrift niet goed hebben begrepen, dus kan bij de geloofsdoop geen sprake zijn van overdoop of herdoop. Als iemand zich heeft laten dopen door onderdompeling om ervan te getuigen dat Jezus zijn/haar Redder is en hij/zij door geloof in het offer van Jezus een kind van God is geworden (Joh. 1:12), dan is dát een daad van gehoorzaamheid aan het Woord van God (Mark. 16:16; Hand. 2:38; 8:12; 19:5; 22:16) en dus niet een verachting van de (overigens goedbedoelde) intenties van de ouders en ook niet het onteren van de heilige naam van God. Eerder zou men moeten spreken van misbruik van Gods Naam bij de kinderdoop. En wat de opmerking van ds. de Jager betreft, gehoorzaamheid aan Gods Woord kan toch nooit schadelijk zijn? Tot slot willen we er nog op wijzen dat overdoop ook in de Bijbel voorkomt. Immers de apostel Paulus heeft hen die door Johannes gedoopt waren opnieuw gedoopt (Hand. 19: 1-5). Tot zover de overdoop. Opvallend is dat aanhangers van de kinderdoop ook andere onjuiste argumenten (eigenlijk hetzelfde argument maar dan iets anders geformuleerd) aanvoeren tegen de geloofsdoop. Men toont m.i. daarmee eerder het eigen ongelijk aan! b. “Bij de geloofsdoop staat de mens centraal en niet God, en wordt de afhankelijkheid aan God veronachtzaamd en staat menselijke inbreng voorop” (10) Dit is pertinent onjuist. Juist het liefdevolle genade-aanbod van God om in Jezus Christus onze zonden te vergeven en ons in staat te stellen om door persoonlijk geloof in dat offer een kind van God te mogen worden (Joh. 1:12) staat bij de geloofsdoop centraal. Want van het aannemen van die genade door geloof in Jezus Christus legt de dopeling getuigenis af. De afhankelijkheid van God is juist de basis van de geloofsdoop. c. “Christenen die zich verzetten tegen de doop van kinderen, leggen vaak nadruk op de ‘vrije wil’. Dat je als mens zelf voor God kunt kiezen” (10) Dit is toch een misvatting, zelfs de omgekeerde wereld! Immers God biedt in Christus Zijn genade aan de mens aan, en het is nota bene God Zelf die ervoor gekozen heeft aan ons te vragen om Gods genade wel of niet aan te nemen (Joh. 3: 16). Als iemand in Jezus Christus gelooft en Hem als zijn Verlosser aanneemt, kan hij/zij zich op grond van Mark. 16: 16 laten dopen, wat een uitbeelding is van het feit dat iemand zijn oude leven (zonder Christus) aflegt, en in nieuwheid des levens (met Christus) opstaat (Rom. 6: 4). Wie zich op grond van zijn geloof laat dopen getuigt dat hij een nieuwe mens is geworden die zich met Christus heeft bekleed (Gal. 3: 27). d. “Maar kom niet aan Gods initiatief, Zijn keuze voor ons! Hij laat zich de eer niet roven voor de verlossing die zijn werk alleen is” (10) Het is een onjuiste voorstelling van zaken om te denken dat iemand met de geloofsdoopopvatting aan Gods initiatief zouden komen. Uiteraard nam God het initiatief voor onze redding. Immers, God Zelf was het die Zijn Zoon gaf en God Zelf vraagt aan ieder mens dat aanbod van genade aan te nemen, juist voor onze redding. Dus de dopeling komt echt niet aan Gods initiatief. Integendeel, de dopeling mag met erkenning van en in antwoord op Gods initiatief ervoor kiezen om op Gods initiatief in te gaan, en wel met zeer grote dankbaarheid! e. “De doop vraagt om een belijdend antwoord” Niet de doop, maar God Zelf vraagt een belijdend antwoord op Zijn aanbod van genade (in het offer van Zijn Zoon), dus het evangelie. Als iemand Jezus als zijn Verlosser heeft aangenomen, dan belijdt hij dat tegenover God, mensen, engelen en demonen, en belijdt hij dat hij zijn oude leven heeft afgelegd en opstaat in een nieuw leven met Christus, en dat wordt uitgebeeld door de doop door onderdompeling (Rom. 6: 4). f. “Geloofsdopers hebben zwakke bewijsteksten, namelijk Matt. 28: 19 en Markus 16: 16” (14) Deze twee teksten op zich heeft een baptist niet eens nodig, omdat er andere teksten zijn waarbij de combinatie van geloof en dopen wordt genoemd, bijv. Hand 2: 41 en 18: 8, dus juist een sterke bewijsvoering. g. “De keuze- en belevingscultuur zouden mede de oorzaak zijn van de belangstelling voor de geloofsdoop” (17) Dat zou soms kunnen meespelen, maar daar gaat het niet om. De hoofdreden is dat steeds meer mensen inzien dat de kinderdoop bijbels gezien niet te verdedigen is. Een gelovige wil zich niet laten dopen vanwege ‘beleving’, maar om te voldoen aan een bijbelse opdracht (Hand. 22: 16). 5. Enkele bijbelse argumenten voor de geloofsdoop (volwassen doop door onderdompeling) (1,2,3) a. De nieuwtestamentische doop is een uitbeelding van de begrafenis van de oude, zondige mens, en de opstanding van de nieuwe mens met Christus. "Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden is opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen" (Rom. 6: 4). Ook in Kol. 2: 11b en 12 is sprake van met Jezus begraven zijn in de doop en met Hem mede opgewekt zijn door het geloof. De besprenkeling van baby’s (en ook van volwassenen) is van deze begrafenis een onjuiste uitbeelding. De doop door onderdompeling (het Griekse woord voor dopen betekent: onderdompelen) is wél een goede uitbeelding. b. Hand. 8: 38: "….beiden (zowel Philippus als de kamerling, dus zowel de doper als de gedoopte) daalden af in het water (er was dus meer water dan een paar druppels) en hij doopte hem". Bij de kinderdoop wordt het kind volkomen passief naar het doopvont gedragen. c. Jezus liet Zich als volwassene dopen in de Jordaan door onderdompeling (Mark. 1: 9). We lezen “toen Hij opsteeg uit het water” (vers 10) en “Er was daar veel water” (Joh. 3: 23). De kinderdoop is niet in overeenstemming met het voorbeeld dat Jezus Zelf gaf. d. Aan de doop moet prediking voorafgaan (Matt. 28: 19). Baby’s kunnen nog geen prediking hebben begrepen, laat staan geloven. e. “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden” (Mark. 16: 16). Een baby heeft nog geen geloof en heeft geen enkel besef van het belang van het universele lichaam van Christus, de gemeente. f. De apostelen doopten geen baby’s. Ook Jezus doopte nooit kinderen, maar Hij legde ze de handen op en zegende hen. Jezus doopte evenmin volwassenen (Joh.4: 2). g. De doop is het bad der wedergeboorte (Titus 3: 5). Bij baby’s is geen sprake van wedergeboorte. De zgn. ‘veronderstelde wedergeboorte’ vermindert voor een kind de gevoelde noodzaak van een latere bekering en een persoonlijk aannemen van Jezus Christus omdat men op een foutieve basis ervan uitgaat dat een kind al opnieuw geboren is. De kinderdoop kan leiden tot een magisch geloof in de sacramenten. h. De geloofsdoop na bekering is het beeld van de besnijdenis des harten, een besnijdenis die geen werk is van mensenhanden (Kol. 2: 11). Dus de doop als zodanig is niet de besnijdenis van het hart, maar de uitdrukking, de uitbeelding ervan. De besnijdenis des harten is de bekering, en als uitdrukking dáárvan laat degene, die tot geloof gekomen is, zich dopen in Jezus’ naam. Een baby is nog niet naar het hart besneden, omdat hij het evangelie nog niet eens gehoord heeft. i. Johannes de Doper doopte geen zuigelingen, want men werd alleen gedoopt als men zijn zonden beleden had. Bij een zuigeling is nog geen sprake van belijdenis van zonden. Bovendien hoeft dat ook niet, want een baby heeft nog geen bewuste zonden gedaan. Overigens was de doop van Johannes een andere dan de doop in Naam van Christus. j. De doop is een bede van een goed geweten tot God (1 Petr. 3: 21). Bij een baby is geen sprake van een weten of een bewust geweten, en kan geen gebed bedenken of uitspreken. De kinderdoop is daarom, hoe goed men het ook bedoelt, niet bijbels, omdat zij niet voldoet aan de door God gestelde voorwaarden. k. De kinderdoop leidt de mens af van het echte geloof en doet hem waarde hechten aan ceremonies van slechts menselijke oorsprong. Omdat de kinderdoop niet gebaseerd is op enige opdracht van God, gebruikt men de naam van God tevergeefs, dus ijdel (Mark. 7: 7). l. De kinderdoop heeft geen nut omdat baby’s geen werken hebben op grond waarvan zij veroordeeld kunnen worden. De kinderdoop is een ‘loze’ handeling, want alleen opnieuw geboren en dus ‘geestelijke’ christenen hebben deel aan het nieuwe, geestelijke verbond. OPM. Bij het woord dopen (onderdompelen) kan men onderscheid maken tussen twee Griekse woorden, namelijk ‘bapto’ (tijdelijk onderdompelen) en een sterkere vorm, namelijk ‘baptizo’ (wat een blijvende verandering teweegbrengt) dat wijst op het achterlaten van je oude situatie (en leven) en op een werkelijke vereniging en vereenzelviging en identificatie met Jezus Christus. Het dopen, het tijdelijk onderdompelen in water is een uitbeelding van het begraven van je oude leven en wat een blijvende verandering teweegbrengt, en zelfs een eenwording met Christus (11). Uit de vroege kerk (Didachè) weten we dat dopelingen bij hun doop eerst een periode van bidden en vasten doorliepen. Van baby’s kan dat niet verwacht worden. 6. Naar een doorslaggevende argumentatie voor de bijbelse geloofsdoop Naar aanleiding van de discussie over de doop in het Nederlands Dagblad in 2022 had de redactie van CVandaag (een digitale nieuwsbrief met artikelen) in augustus 2022 (15) een interview met Nico van der Voet, docent en pastor aan de Evangelische Hoogeschool. Deze had begin 2022 het artikel “Zet een punt achter de discussie over kinderdoop-volwassendoop” geschreven (17). Want kinderdoop en geloofsdoop binnen kerkelijke praktijken lagen volgens hem dichter bij elkaar dan we meestal denken. In dat artikel schreef Van der Voet: “Nog nooit is echter hét doorslaggevende theologische argument voor geloofsdoop te berde gebracht. Dat zal ook niet gevonden worden”. Dat was aanleiding om voor het onderwerp doop te gaan bidden en ik kreeg het volgende in gedachten (zie cursievetekst). De Bijbel bestaat uit het Oude en Nieuwe Testament, de tijd vóór en na de komst van onze Verlosser Jezus Christus, Die de essentie is van Gods reddingsplan. Met de komst van Jezus was en is het Koninkrijk Gods nabijgekomen (o.a. Mark. 1: 15; Luk. 10: 11). Dat was daarvóór nog ver weg. Alleen door geloof in Jezus kan een mens, als een nieuwe schepping (2 Kor. 5: 17; Gal. 6: 15) worden overgeplaatst in het Koninkrijk van God. Jezus zei tegen Nicodemus: “tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan” (Joh. 3: 5). De mens gaat over van de dood (het gescheiden zijn van God door de zonde) naar het leven met God. De mens is door geloof in het offer van Jezus Christus verzoend met God. Onder het oude verbond was de situatie nog anders. Immers, zelfs de rechtvaardigen van het oude verbond gingen na hun overlijden naar (de lichtzijde van) het dodenrijk, en waren dus nog niet in het Koninkrijk van God. Wat is nu het kernpunt? Dat na de komst van Jezus voor het eerst een in zonde verloren mens door geloof in Jezus een nieuwe schepping kon worden en verzoend kon worden met God en kon worden overgeplaatst in het Koninkrijk van God (!), en is overgegaan van de dood in het leven. Dat nu is zo wezenlijk dat de Bijbel dit gegeven (dat iemand in Jezus is gaan geloven en het gevolg ervan) wil uitbeelden met het onderdompelen van de dopeling in het watergraf, wat weergeeft dat het oude leven zonder Christus wordt afgelegd en begraven, en dat de dopeling daarna opstaat in een nieuw leven met Christus. “En nu, …… wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen (geloofsdoop) en uw zonden afwassen, onder aanroeping van Zijn naam” (Hand. 22: 16). Eigenlijk is bovenstaande niets nieuws maar wel een nadere toelichting bij en onderbouwing van het belang van de al enkele keren genoemde kerntekst in Rom. 6: 4 waar staat: “Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen”. Iemand die het Nieuwe Testament onbevangen en met een open mind leest, zal dit kunnen begrijpen en aanvaarden, lijkt mij, maar helaas kunnen gelovigen zo door traditionele dogma’s en leringen (die ten onrechte als heilig worden gezien) bevooroordeeld zijn, dat ze het niet kunnen/durven of willen geloven. Daarom is het merkwaardig dat ds. Mark de Jager (8) uitgerekend over deze tekst Rom. 6 :4 schrijft: “Ook de kinderdoop symboliseert het sterven en opstaan met Christus zoals in Romeinen 6 beschreven wordt. Voor zowel kinderen als volwassenen geldt dat God genadig initiatief neemt en met zijn Geest het geloof wekt”. Nogmaals, uiteraard zal niemand ontkennen dat God Zelf het genadig initiatief nam en dat die genade voor alle mensen bedoeld is, maar dat is géén argument voor de kinderdoop. Een baby heeft nog geen ‘oud’ leven zonder Christus en weet nog niet eens wie Jezus is, en kan ook nog niet in Hem geloven. En de geloofsdoop vraagt geloof van de dopeling zélf. 7. Waaróm is de geloofsdoop zo belangrijk? Niet alleen gaat het om de vraag welke doop de door de Bijbel bedoelde doop is, maar vooral om de vraag waaromdie bijbelse doop zo belangrijk is. Het behoort namelijk tot de grote opdracht in Matt. 28 en het fundament van ons geloof (Hebr. 6: 1-3). Zonder de geloofsdoop waarop vaak het ontvangen van de Heilige Geest volgt (zie bijv. Hand. 2: 38), is er geen stevig fundament van ons geestelijk leven. Ook Jezus Christus werd gedoopt en ontving toen de Heilige Geest (Mark. 1: 10). Zonder geloofsdoop loopt de gelovige nog met het oude leven rond. Men is dan geen nieuwe schepping en men krijgt/heeft geen geestelijke kracht door de Heilige Geest en zal men niet de werken van Jezus kunnen doen (Joh. 14: 12). Wel moet worden opgemerkt dat de geloofsdoop als zodanig geen garantie is voor een toegewijd en Godvruchtig leven, want dat is afhankelijk van wat een christen ermee doet. Mark.16: 16 laat dit zien door te wijzen op het geloof. 8. Slotopmerkingen Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de bijbelse doop een eenmalig gebeuren dient te zijn, echter de kinderdoop is om diverse redenen absoluut geen bijbelse doop te noemen en daarom zeker geen volwaardige. De intentie erachter is goedbedoeld maar berust op o.a. een denkfout, want de Bijbel spreekt duidelijk over onderdompeling van een gelovige op grond van diens eigen geloof (dus niet het geloof van de ouders). De doop is ten diepste een teken van inlijving van de mens in Gods heil. Maar die inlijving vindt pas plaats op grond van iemands persoonlijke geloof door ja te zeggen op het aanbod wat God doet in het verzoenend offer Jezus Christus, dus door Jezus te erkennen als Verlosser die onze zondeschuld wegdroeg. Het moet in de gedachtewisseling omtrent de doop uiteraard niet gaan om gelijk te krijgen, maar om het verlangen dat er toch eindelijk eens een einde komt aan de onnodige verdeeldheid op dit punt, mede ook vanwege het belang van de betekenis van de doop voor de christen. We mogen elkaar als broeders/zusters liefhebben, maar we hoeven niet de dwalingen te accepteren die een gevolg zijn van een verkeerde Bijbelexegese. Ook al kan men begrijpen dat voor vele christenen de eeuwenlang bestaande traditie van de kinder’doop’ a.h.w. iets heiligs is, en wat men niet zomaar kan loslaten, het is toch wel triest dat er zoveel verschil van mening is over de doop. En mijns inziens toch eigenlijk onnodig. Of durft men uit angst voor verwarring in de kerk niet met een traditie die niet op het Nieuwe Testament is gebaseerd, te breken? (uiteraard zal dat met wijsheid moeten gebeuren). Of is men bang voor het ontslag/vertrek van een dominee? Durft men eerlijk over deze materie na te denken. Is er liefde tot de waarheid? En… is Gods liefde dat niet waard? Ieder die vasthoudt aan tradities zou moeten willen nagaan waarom hij of zij dat doet. Ik stel mijzelf ook steeds die vraag. Is dat uit angst om een (schijn)zekerheid waar men jaren in geloofd heeft, te verliezen als blijkt dat het niet bijbels te funderen is? We moeten bedenken dat niet tradities ons fundament zijn, maar het geloof in het Woord van God. Ik heb geen moeite met traditie als zodanig, maar we moeten ons wel steeds durven afvragen of het in overeenstemming is met de Bijbel. Traditie kan als kerkleer een eigen leven gaan leiden, waardoor de zeggingskracht van het Woord wordt afgezwakt. Traditie, die niet klopt met de Bijbel, is ballast waarvan we verlost mogen worden (4). De waarheid is altijd confronterend tegenover de leugen, maar alleen Gods waarheid maakt de mens echt vrij. Het vraagt een persoonlijke keuze én moed om los te komen uit leringen (of ze nu kerkelijk zijn of niet) die niet bijbels zijn. God zegent mensen die de moed hebben om te breken met verkeerde tradities en die durven te handelen naar de waarheid van Gods Woord. Dat betekent ook dat men niet de Bijbel moet aanpassen aan zijn eigen mening maar de eigen mening moet aanpassen aan wat Gods Woord zegt en bedoelt. Wat zal de toekomst brengen? Is te verwachten is dat de kinderdoop een verdwijnend verschijnsel zal zijn? Immers, vele traditionele kerken lopen leeg, mede omdat ze geen waarachtig geestelijk leven bieden en geen kracht en geen onderscheiding hebben, en men onder het motto van liefde vaak gaat goedpraten wat God in Zijn Woord duidelijk verbiedt zoals homohuwelijk en het ‘ombouwen’ van mensen. En dat terwijl God in Zijn Woord een betere oplossing biedt. Bovendien gaan heel veel oprechte christenen inzien dat de geloofsdoop de door de Bijbel bedoelde doop is. Vandaar de oproep: “En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen” (geloofsdoop) (Hand. 22:16). Laat u wat betreft de geloofsdoop door goede bijbelse argumenten overtuigen van de waarheid, want die maakt vrij. 9. Literatuur
De waanzin van oorlogDoor Piet Guijt
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Oorlog een grote vorm van ruzie of haat 3. Dwang 4. Type oorlogsvoering 5. Verwoesting 6. Angst en verdriet 7. Kosten 8. Ethiek en economie 9. Is er ook een gerechtvaardigde oorlog? 10. Tot slot Bronnen 1. Inleiding Ieder weldenkend mens weet dat oorlog (een gewapende strijd tussen volkeren of staten) om diverse redenen waanzin(nig) is. De paus, die eind januari 2022 al had opgeroepen tot een wereldwijd gebed voor de vrede, zei in een video op Aswoensdag: “Oorlog is waanzin” (5). Deze keer zijn we het van harte met hem eens. Oorlog gaat in tegen de menselijkheid. Oorlog is ‘achterlijk’ en zou in een geciviliseerde samenleving niet meer mogen plaatsvinden. Bepaalde leiders hebben kennelijk niets geleerd of willen niets leren van de gruweldaden uit het verleden. Maar hoe komt het dan dat het toch gebeurt? Elke oorlog heeft zijn eigen bepaalde aanleiding of oorzaak. Er zijn vele, vele boeken over (het ontstaan van) oorlogen verschenen, bijvoorbeeld Waar de waanzin begon. De Frans-Duitse oorlog 1870—1871’ (G.J.I. Klokhuis), ‘Totale waanzin’ (Janine di Giovanni), ‘Het monster van de oorlog’ (Rob Kammelar, Jacques Sicking & Menno Wielinga). Als we kijken naar de huidige oorlog in Oekraïne, dan zien we hoe een Russische dictator probeert zijn grootheidswaanzinnige droom waar te maken. Dat doet hij door Oekraïne, dat op democratische wijze een niet-Russisch gezinde leider heeft gekozen, weer onder zijn invloed en macht te krijgen. Met geraffineerde leugens, halve waarheden en retoriek (propaganda) wil hij de oorlog ‘legitimeren’ en bedriegt en misleidt hij zijn eigen landgenoten. Hij deinst er zelfs niet voor terug om over vele lijken te gaan. Het is demonisch wat deze man in gedachten heeft. En dat wordt nota bene bij monde van de patriarch Kirill ook nog door de zgn. Russisch-Orthodoxe Kerk verdedigd. Ook al heeft elke oorlog zijn eigen specifieke aanleiding of oorzaak, er zijn enkele algemene factoren die vrijwel universeel gelden. Deze zullen we eerst kort benoemen en daarna zullen we aangeven waarom oorlog zo waanzinnig is. 2. Oorlog een grote vorm van ruzie of haat Tussen mensen kunnen verschillen van mening bestaan die kunnen overgaan in conflicten als men zijn eigen zin wil doordrijven. Enkele voorbeelden van klein naar groot: jonge kinderen in een huisgezin ruziën over speelgoed, buren ruziën over geluidsoverlast of over de vraag van wie een stuk grond is, landen ruziën over de vraag van wie een bepaald grensgebied is, of zijn er conflicten tussen bevolkingsgroepen binnen een land (burgeroorlog). Soms is er sprake van geweld, bijv. in het voetbalstadion als hooligans vuurwerk op het veld gooien, er rellen ontstaan en vechtpartijen tussen supporters onderling, en de ME moet ingrijpen. Of baldadige jongeren zoeken ruzie met de politie. Sommigen gaan vanwege woede over bijv. de avondklok de straat op, richten vernielingen aan en er ontstaan gevechten met de politie en ME. Ook in het uitgaansleven kan er ineens ruzie over iets ontstaan wat kan ontaarden in een handgemeen waarbij messen of ander wapens worden gebruikt en er gewonden, soms zelfs doden vallen. Niet vergeten mag worden dat er in verschillende landen helaas veel geweld gepleegd wordt door extremistische moslimgroepen zoals bijv. Boko Haram en de Faluni-herders in Nigeria, ISIS in Syrië en Al Shahab in Somalië. Met name christenen worden door deze extremisten aangevallen en gedood. Hierbij gaat het niet zozeer om ruzie maar om een zgn. heilige oorlog (jihad) en blinde haat tegenover het christelijk geloof. Helaas hebben ook christenen geweld gebruikt, denk onder andere aan de Kruistochten. 3. Dwang Maar als het gaat om oorlog tussen landen waarbij leiders die de macht hebben bepaalde beslissingen nemen, dan worden mensen erbij betrokken die op zich er niets mee te maken (zouden willen) hebben. Men wordt gedwongen om ook mee te vechten in een leger. We zagen dat al tijdens de eerste en tweede wereldoorlog, en we zien het nu bijvoorbeeld in Rusland. Als men tegensputtert en dus weigert, dan gaat men de gevangenis in. Terwijl andere gevangenen juist worden ‘vrijgelaten’, op voorwaarde dat ze vóór Rusland gaan vechten tegen de Oekraïne. Veel ongetrainde misdadigers blijken daar gemakkelijk kanonnenvoer te zijn. De waanzin zit ook in het gegeven dat vele soldaten niet eens willen vechten maar door de legerleiding worden gedwongen om te vechten. De generaals op hun beurt voelen zich en/of worden door de leiders van het regime gedwongen om te vechten. Zelfs komt het voor dat soldaten die in de voorste linies vechten, weten dat als ze zich terug zouden willen trekken, ze door legereenheden in de meer naar achteren gelegen linies worden neergeschoten. Ze zitten dan letterlijk tussen twee vuren in. Afschuwelijk! De absurditeit van oorlog blijkt uit het verhaal over de eerste wereldoorlog dat soldaten die in de loopgraven waren, op Kerstavond uit de loopgraven kwamen om met elkaar Kerst te vieren en liederen te zingen en daarna weer de zinloze oorlog moesten voeren. Men zit gevangen in een systeem waar ieder bang is voor meerderen die weer bang zijn voor hún meerderen. Zo zit men opgesloten in een soort macht-pyramide. Dat zagen we jaren geleden ook in het Roemenië van dictator Ceauçescu. Het machtssysteem werd uiteindelijk doorbroken door de morele moed van een dominee. In december 1989 brak er een grote opstand uit in Timișoara, aangevoerd door de held dominee László Tőkés, die behoorde tot de Hongaarse minderheid in Roemenië. Maar de essentie van de waanzin zit in de geest van de leiders achter een oorlog, bijv. een gewetenloze dictator die veel macht heeft en alleen maar aan eigen eer en roem denkt. Zo iemand denkt alleen maar aan zichzelf en gaat over lijken om zijn doel te bereiken (zijn zin te krijgen). Vaak zijn dit leiders die ook niet bereid zijn hun fouten toe te geven (want dat zou een ontstellend gezichtsverlies betekenen, het gaat immers om eigen eer en trots). Eerder nog komen ze met nog meer draconische maatregelen om alsnog hun wil op te leggen. Dictators kunnen overigens slechts functioneren met behulp van veel vriendjes, die allerlei beloningen kunnen verwachten. 4. Type oorlogsvoering Oorlog voeren ging vroeger heel wat anders dan tegenwoordig. Vroeger waren er vaak gevechten van man tot man. Wat mij bij het zien van afbeeldingen ervan zo schokt, is dat het zo intens in strijd is met Gods bedoeling met de mensheid. Men slaat elkaar dood (dat begon al in Gen. 4: 8) of men verwondt/verminkt elkaar, terwijl het Gods bedoeling is dat mensen elkaar lief zouden hebben, in harmonie en vrede met elkaar zouden leven en gelukkig zijn. Een paradijs op aarde, met aan niets gebrek. Geen angst, honger en verdriet. Tegenwoordig heeft men ‘dankzij’ vele uitvindingen en de ontwikkeling van de techniek de beschikking over veel zwaarder en destructiever oorlogstuig, en kan men met tanks, vliegtuigen, raketten en artillerie etc. vanaf grote afstand elkaar bestoken, soms zonder elkaar te zien. Zelfs wordt gebruik gemaakt van drones, die via GPS gestuurd worden naar een bepaald doel en daar hun destructief ‘werk’ kunnen verrichten. Verder zijn er zgn. killer robots. Dat zijn autonome wapensystemen die een doelwit kunnen selecteren en aanvallen zonder menselijke controle. Dit betekent dat het wapensysteem dodelijk geweld kan gebruiken zonder directe instructies van een mens. Dit kan worden geïntegreerd in allerlei andere wapensystemen, zoals een tank, een gevechtsvliegtuig of een oorlogsschip. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, want de beslissingsbevoegdheid moet altijd bij mensen blijven liggen. Naast de conventionele wapens zijn er nog de biologische en chemische oorlogsmiddelen, en ook de atoombom (ABC-wapens). 5. Verwoesting De verwoestende en desastreuze gevolgen van oorlog zijn onbeschrijfelijk. Denk allereerst aan de doden en gewonden aan het front, in vaak erbarmelijke omstandigheden. Terwijl de netjes in het pak gestoken opdrachtgevers veilig en warm, hoog en droog in hun paleis of ministerie zitten en geen besef (willen) hebben van wat de gevolgen zijn van hun opdrachten. Je leest regelmatig over bijvoorbeeld duizenden doden en gewonden, en je beseft bij het lezen van zo’n getal nauwelijks de werkelijke omvang van het leed. Maar als je even een concrete situatie van slechts één persoon voor ogen neemt, bijv. een soldaat die een arm of been moet missen of anderszins zwaargewond is geraakt, en ook aan de bloederige situatie voordat iemand naar een hospitaal kan worden vervoerd, dan is één gewonde al te veel. Als je een foto ziet van een dode soldaat (of het nu een Rus of een Oekraïner is) dan kan je bedenken dat die man door het thuisfront (ouders, kinderen, broers en zussen, familie) voor altijd gemist zal worden. En denk ook aan de ontberingen in de koude en soms natte en zelfs blubberige loopgaven. Wat een drama en waanzin! Dan zijn er nog de materiële schaden aan gebouwen zoals huizen, scholen, kerken, ziekenhuizen, fabrieken, kantoren, en openbare nutsinstallaties voor licht, warmte en energie, etc. In kranten, tijdschriften, op het internet en op tv zien we (vrijwel) dagelijks foto’s van de gevolgen van bombardementen en raketbeschietingen. Maar niet alleen moet worden gedacht aan de schade aan gebouwen, wegen, installaties, maar ook aan de inboedels in de huizen. Stelt u zich een woning of flatwoning voor. De bewoners waren in de schuilkelder, maar van het huis en de inboedel is na bijv. een raketinslag en/of brand niets meer over. Moet u zich dat eens indenken. Niet alleen allerlei meubels, apparaten, computers, maar ook dierbare foto’s en herinneringen zijn vernietigd. Wat een bijna onvoorstelbaar en ondragelijk gemis en verdriet, vaak met traumatische gevolgen! En het gaat niet om één woning, maar om honderden en zelfs duizenden woningen! Dat is qua verlies en leed niet of nauwelijks te bevatten! En waar moeten de bewoners die hun huis kwijt zijn naar toe? Allerlei sociale contacten en verbanden zijn ineens verbroken. Wanneer nutsinstellingen zijn beschadigd of verwoest (soms zelfs doelbewust om een tegenpartij op de knieën te krijgen), dan is er ook gebrek aan water, warmte, licht, elektriciteit. Dat is met name in de strenge winter een zeer groot probleem. Doordat soms ook land- en tuinbouwgronden gebombardeerd zijn en soms ook fabrieken die voedsel produceren zijn beschadigd of verwoest, stagneert de voedselproductie en wordt hongergeleden, zoals ons land de hongerwinter van 1944/1945 heeft meegemaakt. Door het leggen van mijnenvelden worden gebieden ontoegankelijk gemaakt. Ook mag het nadelige effect van oorlogvoering op het milieu niet worden onderschat. Men denke alleen maar aan het risico dat een kerncentrale door oorlogshandelingen wordt beschadigd. 6. Angst en verdriet (10) Oorlog veroorzaakt angst. Alleen al de angst die men doormaakt, omdat men niet weet wanneer er weer een bom of raket inslaat. Daarnaast is er heel veel verdriet en wanhoop bij nabestaanden vanwege het gemis van hen die zijn omgekomen. En wat een pijn bij hen die gewond zijn en zelfs levenslang gehandicapt zullen blijven, of de trauma’s van mensen die martelingen hebben doorgemaakt. Vaak is in oorlogssituaties ook sprake van verkrachting van vrouwen. Kinderen raken getraumatiseerd door wat ze meemaken (bijv. als gevolg van oorlog zoals in de Oekraïne en in de burgeroorlog in Jemen die sinds 2014 het leven van meer dan 150.000 volwassenen heeft geëist en waardoor meer dan 11.000 kinderen gedood zijn of verminkt geraakt, en volgens UNICEF ruim 2,2 miljoen kinderen ernstig ondervoed zijn) (2). Door een oorlog komt het slechtste uit de mens tevoorschijn (8), terwijl God bedoeld heeft en nog steeds bedoelt dat wij beelddragers van onze hemelse Vader zullen zijn, dus vol liefde voor onze naaste. Als wij oorlog en de gevolgen ervan al zo verschrikkelijk vinden, hoe erg zal onze heilige en liefdevolle hemelse Vader het vinden? Zijn hart huilt om de ellende en het onrecht. 7. Kosten Hierboven is al gewezen op het aantal doden (9) en gewonden als gevolg van oorlog. Daarbij moet worden bedacht wat het kost om hen te begraven of te verplegen en te verzorgen. Oorlog voeren kost ontzettend veel geld wat veel beter besteed had kunnen worden. Wereldwijd wordt veel meer geld geïnvesteerd in defensie ($1100 miljard voor alleen al de 5 landen met de grootste defensie-uitgaven) (3) dan wordt besteed aan ontwikkelingshulp (ca. € 130 miljard) (6,7). De oorlog in Oekraïne kost Rusland tot nu toe (eind november 2022) naar schatting ongeveer 82 miljard dollar (raketten, artilleriegranaten, munitie, brandstof, verliezen van vliegtuigen en tanks, soldij, smartengeld voor gesneuvelde en gewonde soldaten) hetgeen een kwart is van het jaarlijkse budget van Rusland. Inmiddels heeft Rusland de oorlogsproductie verhoogd, en besteedt tot de helft van de staatsbegroting aan het leger en de oorlog (1). Behalve het budget voor het reguliere leger zullen in geval van oorlog ook reservisten worden opgeroepen. Dat betekent extra kosten voor o.a. het levensonderhoud en de huisvesting van deze soldaten. En bovendien betekent het een aanslag op de economie want vele arbeidsplaatsen zullen niet meer worden ingevuld, immers de arbeiders zijn nu gedegradeerd tot ‘milítairen (kanonnenvoer). Door sancties en boycotten van andere landen zullen inkomsten drastisch verminderen en zullen vele artikelen en diensten niet of minder beschikbaar zijn. Het nationaal product zal verminderen. Tot slot moet nog worden bedacht dat heel veel geld nodig zal zijn voor het herstel van gebouwen en infrastructuur die in de oorlog vernietigd of beschadigd zijn. De kosten van oorlog zijn dus zeer hoog, en de vraag kan worden gesteld of dan alle uitgaven voor defensie ten onrechte zijn. Nee, want een land mag zich toch verdedigen tegen agressors. We komen in paragraaf 9 hierop terug. 8. Ethiek en economie Bij geld en kosten denkt men al snel aan economie (huishoudkunde), de wetenschap die de mens bestudeert in zijn streven zijn behoeften te bevredigen met schaarse alternatief aanwendbare middelen en zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten. Het gaat om het verkrijgen van een zo groot mogelijk nut. Dat blijkt bij oorlog zeer negatief te zijn, zeker als men economie in ruime zin opvat. Immers, in de jaren zestig van de vorige eeuw kwamen de welvaartseconomie en welzijnseconomie op. Men keek niet meer alleen naar de nutmaximalisatie van afzonderlijke individuen, maar ook van de nutmaximalisatie van een gehele samenleving. Daarbij was de inkomensverdeling een belangrijk thema. En men keek niet alleen naar door mensen geproduceerde goederen en diensten, maar er kwam ook aandacht voor het milieu en de natuur. Immers ook het milieu en de natuur zijn ‘goederen’ die behoeftebevrediging kunnen opleveren en in die zin ‘economische’ goederen zijn met een bepaald nut voor mensen. Milieuverontreiniging (lawaai, stank, bodem-, water- en luchtvervuiling) is een negatief ‘product’. Bedacht moet worden dat het van invloed is op de gezondheid van mens en dier, maar ook dat het productievermogen van de natuur in gevaar kan worden gebracht. Meer en meer won de gedachte veld dat ook het milieu een schaarste-factor is geworden, niet alleen als een productiefactor, maar ook als consumptiefactor. Als de productie van bepaalde goederen zoveel nadelige milieueffecten met zich meebrengt, dat per saldo een negatief resultaat optreedt, dan kan men de productie beter staken. Dus door minder productie zou de welvaart juist kunnen worden vergroot. Economie en milieu vormen dus geen tegenstelling maar dragen beide bij aan onze behoeftebevrediging (welvaart). Een volgende ontwikkeling was de opkomst van de welzijnseconomie. De vraag is welk welzijn men ervaart door het beschikbare aanbod van goederen en diensten, ook bijv. vrije tijd, want ook immateriële goederen (diensten) zijn van groot belang. Ook vrede, dus de afwezigheid van oorlog, is een groot goed. Denk aan de al genoemde angst als gevolg van oorlog(sdreiging). Verlammende angst is een zeer negatieve gevoelssituatie in de geest, en volkomen anders dat de uiterlijke en innerlijke vrede van het Koninkrijk van God. Dat geldt ook voor verdriet dat in vele gradaties kan voorkomen. Je kan een geliefde verliezen, maar ook goederen. Ook al moeten we niet aan het aardse gehecht zijn en moet onze relatie met de Heer de grootste prioriteit hebben, het is toch Gods bedoeling dat wij ook van het aardse leven met grote blijdschap mogen genieten De ethiek van het Koninkrijk van God zoals Jezus ons leerde, kan dus ook in economische termen begrepen worden. Het economisch handelen van de mens is geheel te koppelen is aan de ethiek van Gods Woord. Wat is nuttig, goed en rechtvaardig? Dat de mens tot zijn door God bedoelde recht en bestemming komt. De gevolgen van een oorlog zijn niet dus alleen in economische zin een ramp, maar ook in ethische en religieuze zin. 9. Is er ook een gerechtvaardigde oorlog? Oorlog is verschrikkelijk, vooral ook als het veroorzaakt is door de machtswellust van een gewetenloze tiran, die zijn zin wil doordrukken, hoeveel mensenlevens en leed het ook kost. Toch kan een oorlog of strijd soms nodig en onvermijdelijk zijn, dus in zekere zin ‘gerechtvaardigd’, bijv. om een volk of een groep mensen te verlossen van een tiran. Of dat een land een bezetter wil terugdrijven, denk bijv. aan het tegenoffensief door de geallieerden bij Normandië (D-day). Immers een land mag zichzelf toch verdedigen! Ook al zal die oorlog veel levens kosten, zelfs van onschuldige mensen, het gerechtvaardigde doel van de strijd is het verkrijgen van vrijheid of recht, en is men zeer gemotiveerd. Uiteraard is gebed van ons als christenen tijdens die oorlog van belang. We kunnen bidden om bescherming en moed van ‘onze’ soldaten en om successen op het slagveld, en bidden dat degenen die ervoor verantwoordelijk waren dat zij ons land binnenvielen, tot besef zullen komen dat ze moeten terugtrekken. Los van fysieke oorlog, ook in geestelijke zin hebben wij als christenen een ‘oorlog’, een strijd te voeren. Een strijd niet tegen vlees en bloed, dus niet tegen mensen, maar tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Dat is de geestelijke oorlogsvoering waarover o.a. Ef. 6 spreekt. “Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten” (Ef. 6:12). Deze geestelijke strijd als zodanig kost geen fysieke mensenlevens. Maar wel is het mogelijk dat mensen die het niet eens zijn met het christelijk geloof, christenen gaan haten en vervolgen of zelfs doden. In het laatste Bijbelboek Openbaring wordt veel over oorlog gesproken, bijv. “En er kwam oorlog in de hemel; Michael en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog” (Opb. 12: 7). “Maar het Lam zal hem (het beest) overwinnen (want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen) en zij, die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen” (Opb. 17: 14). De grootste strijd werd al gestreden door Jezus, toen Hij aan het kruis van Golgotha de duivel en dienst demonen overwon, en door de kracht van de Heilige Geest opstond uit de dood. Uiteindelijk zullen de in Openbaring genoemde overwinningen leiden tot de realisatie (hoe dat precies zal gaan, weten we niet) van het eeuwige Koninkrijk van God waarin geen oorlog meer zal zijn maar eeuwigdurende vrede (shalom) in alle opzichten. 10. Tot slot Oorlog is een onvoorstelbaar grote waanzin. Een uitvinding van de duivel. Het is niet te bevatten wat het aan verdriet, ellende en verwoesting met zich mee heeft gebracht en meebrengt. Helaas heeft de mensheid niet veel geleerd en blijven er conflicten die leiden tot oorlog en zijn er dictators die oorlog willen voeren. Degenen die het op hun geweten hebben, zullen uiteindelijk een rechtvaardige straf niet kunnen ontlopen, tenzij zij hun zonden belijden en Jezus Christus als hun Verlosser aanvaarden. Maar wat een troost voor ons als volgelingen van Jezus Christus de Vredevorst (Jes. 9: 6), dat wij mogen weten dat er een einde zal komen aan alle ellende en oorlog: “En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren” (Jes. 2: 4). “Zalig zijn de vredestichters” (Matt. 5: 9). God zal alle tranen afwissen (Opb. 7: 17; 21: 4). Zij, die Gods genade hebben aanvaard en Zijn liefde hebben leren kennen en de weg van heiliging (hebben) willen volgen door de kracht van de inwonende Heilige Geest, mogen uitzien naar Gods eeuwige Koninkrijk van gerechtigheid en vrede. Van de redactie: voor meer over de relatie tussen geweld, oorlog alsmede de oorlogen van het Oude Testament, zie het artikel: ‘God van liefde en geweld?’ van Willem Jan Pijnacker Hordijk op deze site. Bronnen 1. Jan van Benthem, Partners in het kwaad. Bron: Nederlands Dagblad van 13 december 2022 2. Alien Boele, Hongerdood dreigt voor kinderen in Jemen. Bron: Nederlands Dagblad van 13 december 2022 3. Laurens Bouckaert, Visueel: 5 wereldmachten geven dit jaar meer dan 1 biljoen dollar uit aan defensie. Business AM. Bron: Visueel: 5 wereldmachten geven dit jaar meer dan 1 biljoen dollar uit aan defensie - Business AM 4. Defensie-uitgaven wereldwijd gestegen. Bron: Defensie-uitgaven wereldwijd gestegen | 04 | Defensiekrant 5. Paus Franciscus: ‘Oorlog is waanzin. Stop alsjeblieft! Bron: Nederlands Dagblad van 6 maart 2022 6. Nu.nl, Uitgaven aan ontwikkelingshulp vorig jaar gestegen. Bron: Uitgaven aan ontwikkelingshulp vorig jaar gestegen. Economie. Nu.nl 7. ONE.org, Wereldwijd budget voor ontwikkelingssamenwerking op recordhoogte – maar ’s werelds armsten ontvangen minder. Bron: https://www.one.org/nl/press/datarapport2017 8. Reuters, Het Nigeriaanse leger heeft duizenden kinderen vermoord in oorlog tegen Boko Haram. Bron: Bron: Het Nigeriaanse leger heeft duizenden kinderen vermoord in oorlog tegen Boko Haram (msn.com) 9.Top 10 Meest Gruwelijke Oorlogen. Bron: Top 10 Meest Gruwelijke Oorlogen - Alletop10lijstjes 10. Joël Voordewind bezocht oorlogsslachtoffers Oekraïne: "Ik begrijp dat mensen bidden om de dood van hun vijand". Bron: Joël Voordewind bezocht oorlogsslachtoffers Oekraïne - cvandaag.nl11. Willem Jan Pijnacker Hordijk, God van liefde én van geweld? Promise Magazine, oktober 2019 11. Willem Jan Pijnacker Hordijk, 'God van liefde en geweld?' Promise Magazine, oktober 2019. 12. M.R. van den Berg, Bijbel en oorlog (Den Haag, Voorhoeve), 1981 13. J.N. Sevenster, Bijbel en bewapening (Den Haag, Boekencentrum), 1980 Veel gestelde vragen - een standaardartikelAls Stichting Promise krijgen we voortdurend vragen over allerhande varianten in alternatieve therapieën en ‘behandelwijzen’. [1] Vragen zoals: kent u deze therapie en wat vindt Promise daarvan? Is er een reden waarom jullie een bepaalde benadering op grond van de Bijbel afraden of niet? En zo, ja wat is dan die reden? Bent u bekend met deze ‘heler’ of ‘therapeut’ en kan ik daarmee in zee gaan? En ga zo maar door. Vele terechte en kritische vragen over even zovele ‘behandelwijzen’, therapieën en behandelaars. Het is voor ons kleine team van vier vrijwilligers niet te doen om dat allemaal bij te houden. Je zou er een dagtaak aan kunnen hebben, zeg maar. Steeds weer duiken er in het alternatieve circuit nieuwe therapieën op, steeds weer ontstaan er varianten van reeds bekende werkwijzen, waarbij het nieuwe niet direct herkenbaar is en een andere naam draagt, maar nog wel dezelfde wortels en bron heeft. We hebben daarom besloten om dit artikel te schrijven, waarin we een aantal basisprincipes en een beslisboom willen geven die als leidraad kunnen dienen bij de beantwoording van bovengenoemde veel gestelde vragen. Daarnaast kunt u altijd gebruik blijven maken van ons uitgebreide archief op het gebied van bijvoorbeeld ethiek en alternatieve therapieën. Bij het afwegen van alternatieve ‘behandelwijzen’ en therapieën kun je jezelf altijd de volgende drie afwegingen voorleggen. Afweging 1 – Informeren A. Kennis van de alternatieve therapievorm ‘Weet wat je eet’, was een bekende slogan uit het verleden. Hetzelfde principe gaat ook op voor alternatieve therapievormen: weet wat je tot je neemt en waar jij je mee inlaat. Doe dus onderzoek en verdiep je vooral ook naar achtergronden. Er zullen maar weinig therapieën openlijk worden aangeboden als occult of gebaseerd op gevoel, magisch denken, etc. Alles wordt door voorstanders verkocht als verantwoord en (wetenschappelijk) onderbouwd. Zoek daarom die kennis niet alleen bij de mensen die lyrisch zijn over de therapie en/of die deze vorm aanbieden, maar ook bij tegenstanders en sceptici, bij goede en gedegen christelijke bronnen en bekijk ook de wetenschappelijke achtergrond en weging ervan, voor zover je die kunt vinden. Maatgevend daarbij moet zijn of het uit een schone bron komt. B. Wat leert Gods Woord over deze therapievorm? Denk je erover om een bepaalde therapie uit het alternatieve circuit te gaan volgen? Vraag je dan af hoe deze zich verhoudt tot de uitgangspunten van geloof in Gods Woord, de Bijbel. Dit veronderstelt ten eerste dus kennis van Gods Woord. Filippenzen 1: 9 en 10 leert dat wij mogen groeien ‘in kennis en alle fijngevoeligheid, opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is…’ Kennis is van levensbelang. Het is dus evenzeer van levensbelang dat we die kennis opdoen door studie te maken in en van de Bijbel. Van daaruit kunnen we vervolgens vragen gaan beantwoorden als: wordt God ermee geëerd als de enige die redt als jij hiermee inlaat? Krijgt Jezus als Geneesheer de ruimte? Past de achterliggende filosofie en spiritualiteit van deze therapievorm bij de Bijbel? Heel vaak zijn alternatieve therapievormen gebaseerd op oosterse spiritualiteit, mystiek en New Age. Belangrijk kenmerk daarvan is dat het goddelijke wordt vermengd met het menselijke. Daar waar de Bijbel onderscheid maakt tussen Schepper en geschapene, gaat oosterse spiritualiteit, mystiek en New Age uit van het goddelijke in de mens en schepping. Zo zijn er (goddelijke) energiebanen die stromen in levende wezens, chakra’s die in balans moeten worden gebracht, de aarde en de kosmos die een spirituele kracht in zich hebben (‘chi’ of een andere variant ervan) en ga zo maar door. De Bijbel leert echter dat God God is en dat wij dat als zijn schepsels niet zijn. Het goddelijke zit niet van nature in ons. Een andere alarmbel is het zoeken naar balans tussen goed en kwaad. Ook dat is oosters en ook dat vinden we terug in de westerse New Age. Denk aan het symbool van Ying en Yang, zwart en wit, mannelijk en vrouwelijk, goed en kwaad. Als de balans in het lichaam verstoord is dan zouden mensen ziek worden en zou hij of zij psychische problemen en blokkades krijgen. Het herstel van evenwicht, het herstel van balans is dan de weg naar heling en genezing. Gods Woord laat echter een andere weg naar herstel zien: niet het evenwicht tussen goed en kwaad, niet zwart én wit, maar vergeving van zonden en reiniging van alle ongerechtigheden. Heiliging en uiteindelijk vervolmaking in Christus. ‘Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw’, zegt God in Jesaja 1: 18. Afweging 2 – Hoe werkt het? Dat alternatieve therapieën kunnen werken, betwisten wij bij Promise niet. De vraag is dan ook niet of een therapievorm iets doet, maar vooral hoe het dat dan doet? Centrale en belangrijkste vraag daarbij is of iets aantoonbaars en verklaarbaar werkt of niet. Is er sprake van werkzaamheid uit stoffen bijvoorbeeld? Natuurgeneeswijzen die werkzame bestanddelen uit planten nemen tot ons welzijn, zijn hier een goed voorbeeld van. Nog tot op de dag van vandaag ontdekken wij allerlei nieuwe toepassingen en werkwijzen van wat God in al zijn wijsheid in de schepping heeft gelegd. Deze geneeswijzen kunnen we met dankbaarheid gebruiken, omdat ze door Hem gegeven zijn. Hun werkzaamheid is aan te tonen en te onderbouwen met logica, data en onderzoek. Anders wordt het bij veel alternatieve (psychologische) therapievormen. De exacte werkwijze daarvan is niet of nauwelijks bekend. Dat hoeft niet per definitie een probleem te zijn, maar we waarschuwen er wel voor. Wij hebben uit onze jarenlange ervaring in het alternatieve circuit namelijk geleerd dat veel ervan is gebaseerd op suggestie en soms zelfs keihard bedrog, of dat het werkt omdat het de bron heeft in het occulte. De duivel en zijn trawanten willen immers best een ruil maken: jouw ziel voor een tijdelijke ‘genezing’ of ‘verbetering’. In de praktijk blijkt dan uiteindelijk dat het middel veel erger was dan de kwaal waarop het werd toegepast, maar dat hoor je vaak niet meer. Stel jezelf daarom voortdurend de vraag of er iets aantoonbaars en verklaarbaars werkt in deze therapievorm of dat het richting ‘magie’ [2]gaat (wat altijd gepaard gaat met manipulatie om macht over iets of iemand te krijgen), omdat de werkzaamheid niet kan worden aangetoond anders dan met een verwijzing naar verbeeldingskracht/geestelijke machten, of lichaamsbeelden en filosofische overtuigingen die geen basis hebben in de werkelijkheid noch Gods Woord (zie ook punt 1). Veel therapeuten beweren dat er onaangebroken (goddelijk) potentieel is in de mens, dat zich kan uiten als die wordt aangetapt, maar dat is niet waar. Dit mensbeeld is pertinent onbijbels, evenals vele andere alternatieve mensbeelden die vooral het goddelijke en menselijke vermengen. In zo’n geval is het een duidelijk teken dat we met een therapie te maken hebben die afgewezen moet worden. Maar kan er dan niet iets zijn dat wel werkt, waarvan nog niet is aangetoond hoe, terwijl dat later wel zal blijken? Ja, dat zou uiteraard kunnen. Ons menselijk kennen is maar beperkt, leert immers Gods Woord. Het risico echter dat je in een kuil valt waar je niet zomaar meer uitkomt als jij je vergist, is levensgroot. ‘Bij twijfel niet doen’ is een verstandig motto voor een christen in deze. Mocht later alsnog blijken dat er wel sprake is van concrete werkzaamheid (wat ook blijkt uit herhaalbaar onderzoek en wat met logica, kennis en gezond verstand te verklaren is), dan kun je alsnog kiezen om je ermee in te laten. Daarbij laat de Geest van God die werkt zich niet manipuleren of sturen door de mens. Een occulte genezer moet zich altijd opladen of kan op commando iemand genezen tijdens een ‘spreekuur’, gelovig of niet. Dat is niet hoe Gods Geest werkt. Hij is vrij en werkt hoe, waar en wanneer Hij wil. Hij is niet gebonden aan personen, tijden of plaatsen. Gaven van genezingen (1 Kor. 12: 10, 28) kunnen dus ook niet geclaimd worden of doorgegeven. Er mag om gevraagd worden, maar Gods Geest is vrij om te doen zoals Hij wil. Let daarbij op dat ook in het reguliere circuit inmiddels allerlei therapieën zijn binnengeslopen die geen basis hebben in aantoonbare werkzaamheid. Deze therapieën zijn voor een groot deel terug te voeren op het alternatieve en magische denken met bijbehorend wereldbeeld. Een goed voorbeeld hiervan is hypnotherapie voor kinderen. Dit wordt binnen Nederlandse ziekenhuizen en door kinderartsen verkocht als wetenschappelijk en verantwoord. Het zou niets te maken hebben met hypnose en dergelijke, maar dat is een leugen. Afweging 3 – Wie past de therapie toe? Wat ons opvalt bij allerlei therapieën in het alternatieve circuit, is dat veel therapeuten en behandelaars allerlei vormen van therapie aanbieden. Hun werkzaamheden blijven vaak niet beperkt tot één ‘behandelwijze’. Soms bieden zij daarbij ook therapieën aan die wellicht an sich niet direct schadelijk of verkeerd zijn, maar zij nemen daarin zichzelf wel mee als behandelaar. En als behandelaars houden zij zich dan vaak daarnaast ook nog bezig met allerlei occulte behandelvormen. Ze praktiseren bijvoorbeeld waarzeggerij of spiritisme, doen aan reiki, healing touch of een andere variant van energieoverbrenging. Zelfs als je bij zo iemand een ‘schone’ behandelwijze zou vinden, dan nog is de bron zo besmet dat je er niet op kunt vertrouwen dat iemand zuiver omgaat met wat jij hem of haar vraagt. Zo weet jij niet of iemand bij een gangbare massagebehandeling stiekem toch ook (bewust, dan wel onbewust) reiki gebruikt. De scheiding die er op papier is, wordt in de praktijk niet altijd zo scherp gemaakt. Wellicht vraag jij je af of je hiervoor niet beschermd bent, want je laat je er dan immers niet bewust mee in en stelt jezelf er niet bewust voor open. Dit is waar, voor zover jij het niet weet of niet kunt weten. Christenen hoeven in die zin niet angstig en krampachtig te leven, want ‘Hij die in ons is, is groter dan hij die in de wereld is,’ zegt 1 Joh. 4: 4. Maar laten we evenmin naïef en blindelings alles en iedereen vertrouwen. Als jij bewust een ‘heler’ opzoekt waarvan je door even op diens site te kijken kunt ontdekken dat er meer aan de hand is, dan speel je op z’n minst met vuur om met hem of haar in zee te gaan. Wij hebben een eigen verantwoordelijkheid en die moeten we niet licht nemen. Beslisboom Tot slot Keuzes maken hoort bij een (gelovig) leven. God heeft ons daarvoor ook de mogelijkheden gegeven in ons verstand, in Zijn Woord en door de leiding die Hij door zijn Heilige Geest wil geven. Blijf zoeken en bidden en vind je weg. Iedere therapie, therapeut, medicijn of behandelmethode moet door uw persoonlijke geweten als een middel gezien kunnen worden om God erdoor te danken. Persoonlijk vind ik hierbij het principe van rust heel belangrijk. Als ik afweeg en ik kom op basis van het bovenstaande tot een conclusie, dan mag ik verwachten vrede te ervaren die Gods Geest mij geeft. Bij enige onvrede of een gevoel van twijfel houd ik mij er verre van en zet de stap niet. Je moet geen risico’s opzoeken. De vrede van God is als het fluitje van de hemelse scheidsrechter in deze. Bovenal echter wil ik eindigen met datgene waar het uiteindelijk allemaal om draait: God, de Heer en Vader, Jezus de Zoon en de Heilige Geest. Het gaat uiteindelijk niet om wat wij willen, maar om wat God wil, Zijn doelen, zijn voorwaarden. En dat is zo mooi, want de Drie-enige God is bij machte meer te doen dan wij bidden of beseffen. Hij houdt de wereld in Zijn hand en zal volvoeren. Ook in uw leven. Vertrouw op Hem. Hij is onze Geneesheer! Namens het team van Promise, Roelof Ham Met dank aan br. Gerard Feller voor het beschikbaar stellen van de beslisboom Noten: [1] We schrijven ‘behandelwijze(n)’ bewust tussen aanhalingstekens, omdat er weinig echte behandeling plaatsvindt bij het overgrote deel van deze therapievormen. Waar dat wel het geval is, is er vaak sprake van een middel dat erger is dan de kwaal, omdat men zich inlaat met de machten van de duisternis die niets voor niets geven en altijd een hogere prijs terugvragen. [2] De oudtestamentische varianten van toverijen of magie zijn bij de meeste christenen wel bekend. De moderne varianten zijn minder bekend. We noemen enkele voorbeelden van bezweringstoverij zoals: belezen, mentale suggestie, vervolgingsmagie, liefdesmagie; en voorbeelden van rituele magie, zoals: magische orden, hekserij, satanisme, geestdrijverijen, bloed-pakten, medische magie, bewustzijn veranderende methoden, etc. Speciaal noemen we nog de moderne magie van de geest, zoals: visualisatie, positief denken, hypnose, etc., die juist in onze tijd zo'n opgang maken. En die onder het mom van nieuwe wetenschap, moderne theologie en (para)psychologie subtiel hun intrede doen in de maatschappij. De nieuwe succesformule is zelfontwikkeling en ontplooiing, ook wat betreft het praktiseren van ’paranormale’ gaven. Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. De leugen als wapen van het kwaadDoor drs. Piet Guijt Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wat is een leugen? 3. Soorten onwaarheden 4. Waarom liegen mensen? Wat zijn hun motieven? 5. Waarom geloven mensen een leugen? 6. Nadelen van liegen 7. Gevolgen van de leugen: misleiding, dwaalleringen, bedrog, schade, verdriet 8. Praktische bescherming tegen leugens 9. Verlost van de leugen. Literatuurlijst 1. Inleiding Vanaf de zondeval is er een strijd gaande tussen licht en duisternis, tussen leven en dood, tussen vrijheid en gebondenheid, tussen waarheid en leugen. De oorsprong en het wezen van de leugen is de satan of duivel. Jezus zei over hem: “Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen” (Joh. 8: 44). Dit betekent dat hij de oorsprong van het principe ‘leugen’ is. En door leugens verleidt hij dan ook de hele mensheid om te zondigen. Ook de eerste zonde is een gevolg van misleiding en leugen (vergelijk Genesis 2: 16-17 met 3: 1 en 4). Wanneer we liegen (de onwaarheid verkondigen, de waarheid verdraaien, de waarheid ten onder houden), treden we in de voetsporen van de duivel (24). Door de leugen leeft de mens niet meer in de volledige vrijheid van een hechte relatie met God. Wie los is van God, zit verstrikt in de leugen. 2. Wat is een leugen? Een leugen is een bewering of schriftelijke verklaring die niet in overeenstemming is met de waarheid en werkelijkheid. Wij spreken van een vergissing als er geen sprake is van opzet. Gebeurt het bewust? Dan spreken we van een leugen. Hieronder zullen we diverse soorten leugens noemen, en nagaan waarom mensen liegen en/of leugens geloven. ‘Leugen’ kan men ook ruimer opvatten, bijv. als dwaling, namelijk alles wat niet overeenstemt met de waarheid of werkelijkheid, en zelfs nog ruimer, namelijk in normatieve zin: alles wat niet is volgens Gods heilige wil. Alles wat tegen het Woord van God ingaat, is leugen en zelfs rebellie en afgoderij. Dat is het werk van de duivel, die niet wil dat mensen gelukkig zijn en in de leugen, die ongelukkig maakt, blijven. In dit artikel wordt vooral ingegaan op leugens in het hier en nu en de gevolgen ervan, maar met het diepe besef dat het niet los gezien kan worden van de geestelijke achtergrond. Immers de Bijbel spreekt in heel veel teksten over waarheid (met name in het Johannes Evangelie) en leugen, bijv. Deut. 5: 20; Ps. 119: 29, 163; Ef. 4: 25; Openb. 14: 5; 21: 27. 3. Soorten onwaarheden (24) Er zijn verschillende soorten onwaarheden/leugens, en er bestaan gradaties in de mate van opzet en de mate waarin een bewering afwijkt van de waarheid. Ook de schaal waarop de leugen van invloed is, kan verschillen. a 1. Bij afwezigheid van opzet spreken we van fantasie of vergissing (of bijv. slechte journalistiek, misinformatie). a 2. Soms is een leugen bedoeld als satire of grap of wordt dit achteraf als excuus aangevoerd. Een zgn. leugentje om bestwil is bedoeld om een goed doel te bereiken en wordt daarom vaak milder beoordeeld (29). En in het kader van een bepaalde traditie, bijv. Sinterklaas, worden dingen aan kinderen verteld die feitelijk niet waar zijn. b. Bij geringe afwijkingen van de waarheid spreken we van overdrijving of bagatellisering (29). Dit gebeurt heel veel. c. Halve waarheid. Dit is een misleidende verklaring die enige elementen van de waarheid omvat. De verklaring kan gedeeltelijk waar zijn. De verklaring als zodanig kan ook geheel waar zijn maar slechts een gedeelte van de hele waarheid omvatten. De verklaring kan ook bedrieglijke elementen bevatten zoals dubbelzinnigheid en foutieve interpunctie. De bedoeling van een halve waarheid is te bedriegen, te ontwijken, de schuld af te schuiven of een verkeerde voorstelling van zaken te geven (29). Andere voorbeelden: misleidende reclame, oplichting, nepnieuws, deep fakes. Van deep fake is sprake wanneer er filmpjes worden gemaakt van mensen en op internet worden geplaatst die dingen doen en zeggen die zij nooit hebben gedaan of gezegd. Deze deepfake-technologie kan zeer gevaarlijk zijn, en “bevestigt een cultuur waar het onderscheid tussen echt en onecht, en waar en onwaar vervaagt. Niet voor niets spreken velen over een post-truth-samenleving… het laat allemaal zien hoezeer waarheid en leugen vervloeien” (6). d. Een mondelinge of schriftelijke bewering waarvan de spreker of schrijver weet dat die in strijd is met de waarheid. Voorbeeld: propaganda, het opzettelijk spreken van onwaarheid met de bedoeling een ander te misleiden en kwaad of schade te berokkenen. Oplichting door bijv. phishing en matchfixing. Liegen kan tot strafbare feiten leiden zoals valsheid in geschrifte, smaad, meineed (29). e 1. Dwaling, een verkeerd idee hebben. Dit kan op heel veel zaken betrekking hebben. Bijvoorbeeld een verkeerd zelfbeeld hebben. Je kan steeds gehoord hebben: je bent niks en je kan niks. En je gaat dat geloven. Dat is heel schadelijk. Dwaling kan ook betrekking hebben op een verkeerde visie op Bijbelteksten (daarom moet alles getoetst worden (16)) of op het aanhangen van een verkeerde (valse) godsdienst. e 2. Een ander soort van dwaling zijn waanvoorstellingen of waandenkbeelden. Men leeft in een waanwereld. f. Zelfbedrog. Men liegt zoveel dat men zelf niet meer weet wat nu eigenlijk de werkelijkheid is. Je gelooft je eigen leugen en dus je eigen werkelijkheid (31). 4. Waarom liegen mensen? Wat zijn hun motieven? (24, 25, 26, 33) De in zonde gevallen mensheid leeft in een wereld waarvan satan nog de overste is (Joh. 12: 31; 14: 30; 16: 11). De nog niet in vrijheid levende egoïstische mens is nog gericht op eigenbelang dat mede de basisoorzaak is van liegen (en bedriegen). a. Liegen als troost. Dit gebeurt omdat leugens soms troost kunnen bieden wanneer de waarheid verontrustend kan zijn. Maar waar ligt de grens? Wat is wijsheid? Als bijvoorbeeld een arts weet dat een zieke erg kwetsbaar is dan zal hij de afweging moeten maken om de laatste maanden van de patiënt dragelijker te maken door de korte levensverwachting te verzwijgen, óf om hem daadwerkelijk de waarheid te vertellen zodat de patiënt de kans krijgt die laatste maanden zinvol in te vullen (32, 34). Soms bedriegt men zichzelf door bepaalde problemen te verdringen. b. Liegen vanwege tact. Men wil de ander niet kwetsen. Als ik ervanuit ga dat ik de waarheid vertel en de ander heeft een andere waarheid, hoe voorkom ik dan dat ik de ander kwets? Want de waarheid kan in sommige gevallen pijnlijk en zelfs kwetsend zijn. Stel ik ga op kraamvisite bij een kennis of vriendin. Ik kijk in de wieg en vind dat ik nog nooit zo’n lelijke baby heb gezien. Vertel ik dat dan? Nee, want de moeder vindt haar baby uiteraard de mooiste van de hele wereld. Ik kwets haar als ik mijn mening zou vertellen (32). Maar als men de waarheid niet mag verzwijgen, dan gaat het erom het met wijsheid, begrip en tact te doen, en evt. steun te bieden (13). c. Men denkt met liegen voordeel te kunnen behalen, bijv. men wil leuk, aardig of populair gevonden worden. Met pakkende en/of sensationele koppen (14) wil men aandacht trekken en er meer geld mee verdienen. Men wil iets voor elkaar krijgen, je zin willen krijgen, dus manipulatie. d. Een geheel ander soort motief is dat men liegt uit schaamte (men zegt “Ik weet het niet” – omdat men de waarheid niet durft te zeggen), of omdat men confrontaties wil vermijden of uit angst voor consequenties, bijv. bepaalde ongewenste gevolgen zoals straf of gevangenschap, ontlopen. Men gebruikt smoesjes, bijv. “De bus had vertraging”. Petrus betuigde driemaal: “Ik ken die mens niet”, en vervloekte daarbij zelfs zichzelf. En Abraham verzweeg bewust de (volle) waarheid, namelijk dat Sara ook zijn vrouw was (Gen. 12: 11-13; 20: 1-3). Of men liegt om aan de werkelijkheid te ontsnappen (28). Leugen is een middel om iets te ontkennen. Toen na het vertrek van het Russische leger uit het Oekraïense Bucha diverse mensen op straat waren gevonden, die gedood waren door Russische soldaten, werd door het Kremlin de leugen verkondigd dat het allemaal in scène zou zijn gezet om de Russen te kunnen beschuldigen. Het ontkennen heeft mogelijk iets dubbels. Enerzijds een grove, brutale leugen, anderzijds een poging om schuld te ontkennen, want anders word je misschien wel hartstikke gek van schuldgevoelens. e. Liegen om een of meer mensen bewust te misleiden of om schade toe te brengen. Men houdt bepaalde informatie achter, bijv. verborgen gebreken van een auto die men wil verkopen. Een oplichter geeft iemand valse informatie om een geldbedrag afhandig te maken. Ook kunnen mensen samenspannen om andere mensen voor te liegen. Bijvoorbeeld een groep politici die geheimhouden dat er een enorme milieuverontreiniging is vastgesteld, omdat zij herkozen willen worden (13). e. Invloed, controle, macht willen hebben. Men gebruikt leugenretoriek. Retoriek is de beeldspraak die gebruik maakt van clichés en bombastisch taalgebruik. Oorspronkelijk was het synoniem met retorica, maar later is het verworden tot een negatieve verwijzing naar holle frasen, waarbij breed wordt gesproken, maar weinig wordt gezegd. Er wordt dan ook wel gesproken van holle retoriek (31). Soms willen mensen koste wat het kost een ideologie promoten, ook als er een leugen en bedrog voor nodig zijn. Vaak speelt de honger naar macht en geld een belangrijke rol. Allemaal onzuivere en egoïstische motieven. Machtige sectoren hechten nog steeds veel waarde aan leugens als een manier om de geesten te manipuleren van de mensen die ze willen beïnvloeden. Op die manier slagen ze erin om mensen te overtuigen het onaanvaardbare toch te aanvaarden. Vaak wil men ook controle houden over de media en over alle instellingen om die ideologie over te brengen (33). De leugen wordt verkondigd via propaganda (het Latijnse propagare dat vermeerderen of voortplanten betekent), een vorm van communicatie waarbij door de belanghebbende partij wordt getracht aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen. Door het bewust verspreiden van eenzijdige en/of (zelfs) verzonnen informatie wordt geprobeerd de publieke opinie te bespelen. Daarbij worden diverse propagandatechnieken gebruikt, zoals bijv. herhaling, trucs, misleiding, suggestief woordgebruik, eufemismen, framing, symbolen, slogans, cameratechnieken, fotovervalsing (30). Propagandistische campagnes met de omvang van die als in nazi-Duitsland, maar ook van bijvoorbeeld de Sovjet-Unie onder Jozef Stalin, Noord-Korea en het Irak onder Saddam Hoessein, worden ook wel indoctrinatie genoemd. Ze komen vooral voor - en kunnen ongecorrigeerd blijven bestaan - in dictaturen zonder vrijheid van meningsuiting (30). Vaak is er ook sprake van dwang, waarbij de vrijheid in keuze bij de ontvanger (sterk) beperkt kan zijn. Wie de leugen niet gelooft, wacht jaren gevangenisstraf. Een recent voorbeeld is de Russische inval in Oekraïne. Wij zien hoe de leugen een dekmantel of legitimatie ervan is. Poetin wil Oekraïne ‘bevrijden’ van het ‘nazi’-regime in Kiev. En ex-KBG-er Kirill (nu patriarch van de Russisch-Orthodoxe ‘Kerk’) legitimeert de oorlog met het schijnargument Rusland te verdedigen tegen westerse decadentie. Maar dat was niet het argument en het doel van Poetin. En bovendien moet men decadentie niet bestrijden met oorlog en vernietiging, maar met geestelijke middelen. Bedacht moet worden dat de legitimatie afhankelijk is van geloof in de leugen. Het draagvlak is medeschuldig aan het kwaad. f. Zieke geesten (15). Bijv. pathologisch liegen, dat is liegen om het liegen. Het kan zo ver gaan dat het echt een verslaving wordt. Een pathologische leugenaar weet (in tegenstelling tot de pseudologische leugenaar die zijn eigen leugens gaat geloven) heel goed dat zijn beweringen niet waar zijn, maar kan de impuls om te liegen niet bedwingen (10,29). Een speciaal soort leugens en/of waanvoorstellingen zijn complottheorieën. Vaak worden ze verzonnen en rondgebazuind door mensen die paranoïde zijn en de overheid wantrouwen (8). Ik heb mij verbaasd over wat mensen zoal willen geloven. De Amerikaanse complotdenker Alex Jones meende dat twee schietpartijen in de USA met dodelijke afloop voor tientallen basisschoolleerlingen in scene waren gezet. En dat de ouders acteurs waren. Onlangs is Jones in een rechtszaak veroordeeld, maar volgens hem is het een heksenjacht en zijn de aanklagers, de rechters en de jury allemaal ‘demonisch bezeten’ en ‘in de greep van de cultideologie van de Nieuwe Wereldorde’ (1). Tot slot van deze paragraaf willen wij nog opmerken dat niet alle leugens met egoïsme of ‘slechtheid’ te maken heeft. Denk aan de Egyptische vroedvrouwen Sifra en Pua (Ex. 1) en de hoer Rachab in Jericho die loog over de twee verspieders (Jozua 2). En zou je niet mogen liegen als in de tweede wereldoorlog nazi’s aan je vroegen of je Joden in huis verborgen had? 5. Waarom geloven mensen een leugen? a. Leugens kunnen soms gemakkelijker te begrijpen zijn dan de waarheid (33). b. Mensen geloven graag wat ze willen horen. Ze willen liever geen negatieve boodschap (13). We willen allemaal (graag) berichten geloven die ons aangenaam de oren klinken. Men is zelfs bereid om iets te geloven dat tegen alle bewijzen ingaat (33). Een ongemakkelijke waarheid wordt zelfs veranderd in een gemakkelijk te slikken leugen en men doet de waarheid geweld aan (27). c. Mensen die in problemen zijn (bijv. armoede, eenzaamheid) zijn (meer) vatbaar voor misleiding door mooie verlokkende beloften in reclames of van oplichters en criminelen. Denk aan bijv. ‘phishing’ (oplichting van mensen door ze te lokken naar een valse (bank)website, die een kopie is van de echte website) en ‘matchfixing’ (het door omkoping manipuleren van een wedstrijd dat deze eindigt in een op voorhand vastgestelde uitslag). d. Mensen die de overheid wantrouwen, zullen graag berichten geloven die hun wantrouwen bevestigen. We zagen dit in de tijd van de coronacrisis. Ook mensen die een hekel hebben aan bepaalde (groepen) mensen zullen graag bepaalde leugens over hen geloven. Dus als een misleider leugens verkondigt om een draagvlak voor zijn verkeerde bedoelingen te verkrijgen, dan zijn zij die de leugen geloven en daarmee voor het gewenste draagvlak zorgen, medeschuldig aan het nadelige gevolgen van die leugen. Wie bepaalde leugens gelooft (wil geloven) is dan in zekere zin net zo ‘kwaadaardig’ als degene die deze leugens vertelt of rondbazuint. Wie zo ‘slecht’ is dat hij denkt dat de leugen de waarheid is, is inderdaad ‘slecht’. Dus is steeds de vraag hoeveel belang de lezer of de luisteraar hecht aan de waarheid. 6. Nadelen van liegen We kunnen daarbij een tweedeling maken, namelijk nadeel voor degene die de leugens verkondigt (of gelooft), en nadelige gevolgen voor andere mensen die slachtoffer zijn van de leugens (par. 7). Wie liegt, is in zekere zin een dienstknecht van de boze. Mensen denken dat ze met liegen een voordeel kunnen behalen, maar liegen is veel destructiever dan de meesten denken. Als je vaak genoeg liegt, houd je uiteindelijk ook jezelf voor de gek. En als er bij herhaling wordt gelogen, passen de hersenen zich aan en reageren nauwelijks meer. Er treedt een gewenning op. Hierdoor is men in staat tot het vertellen van steeds grotere en destructievere leugens (26). “Het ernstige gevolg hiervan is ook een verlies van moraliteit en een verhoogde innerlijke staat van onrust” (28). Bovendien moet bedacht worden dat liegen onnodig veel energie kost. Als men gaat liegen, zal men al snel gaan overwegen wat het beste verhaal is, wat de factoren zijn die je moet veranderen, wat je wie wel en niet wijs kunt maken, enzovoort. En als je iets vertelt, zal je altijd moeten bedenken wat je eerder verteld hebt. Dat allemaal om maar niet betrapt te worden. Want op de waarheid kan je niet betrapt worden, die is er gewoon; maar een leugen kan ontdekt worden (13). En verder: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel (26). Ook wie de leugen gelooft of de waarheid ontkent, beschadigt en benadeelt zichzelf (13). Denk aan bijv. een oplichter die in zijn eigen leugen gelooft. Of aan een drankverslaafde die beweert helemaal niet verslaafd te zijn, en geen hulp wil aanvaarden. Een ander soort misleiding is anorexia, waarbij iemand die heel mager is, denkt dat zij heel dik is en moet afvallen. Als liegen een masker is voor een dieperliggend probleem, of omdat men bepaalde omstandigheden niet onder ogen durft te komen of dat men iets wil verbergen, is het van groot belang om jezelf onder ogen te komen en met het liegen te stoppen. De realiteit is immers, dat alleen de waarheid je vrij maakt. Immers je bewust worden van liegen, hiermee afrekenen en beginnen met eerlijk worden, kan een enorme bevrijding betekenen voor jezelf, en je omgeving. 7. Gevolgen van de leugen: misleiding, dwaalleringen, bedrog, schade, verdriet Er zijn ‘oneindig’ veel situaties waarin leugens en bedrog en waandenkbeelden tot heel veel verdriet en ellende hebben geleid. We zullen een aantal voorbeelden noemen. Eerst een aantal op kleine, meer persoonlijke schaal, en vervolgens enkele voorbeelden op grotere schaal. Door oplichting kunnen mensen grote financiële schade lijden. In bijv. het tv-programma Opgelicht hoor je de meest schrijnende verhalen. In een aantal gevallen is ook sprake van emotionele schade als iemand zich voordoet als minnaar of potentiële huwelijkspartner, maar vaak alleen op geld uit is. Loverboys kunnen jonge meisjes met mooie praatjes en beloften inpalmen en diepongelukkig maken. Sommige mensen hebben het waanidee dat ze in een verkeerd lichaam zitten en de leugen geloven dat het probleem zou zijn op te lossen met operatief ingrijpen. Maar dat is geen oplossing. Integendeel, want vaak leidt het tot zelfs meer problemen, niet alleen lichamelijk maar ook tot psychische en sociale problemen. Als gevolg van de leugens van de Amerikaanse complotdenker Alex Jones werden de ouders van de vermoorde kinderen vaak belaagd met doodsbedreigingen en moesten zij zelfs regelmatig verhuizen. Opmerkelijk was dat de leugens van deze man een gretig gehoor vinden bij wapenlobby-aanhangers (1). Omdat men denkt dat de ivoren slagtanden van olifanten en hoorns van neushoorns potentie verhogend zouden werken, worden vele dieren onnodig gedood. Met name in Pakistan komt het voor dat christenen door een moslim vals worden beschuldigd van iets en daarvoor jaren in de gevangenis terechtkomen. Een bekend voorbeeld is Asia Bibi die jarenlang onschuldig in de gevangenis zat. In Noord-Korea worden christenen gevangengenomen of naar een werkkamp gebracht omdat men de leugen gelooft dat zij een slechte invloed op het land zouden hebben. Het tegendeel is waar. De taliban in Afghanistan denken dat vrouwen een gevaar vormen voor de openbare eerbaarheid/zedelijkheid, en daarom moeten ze helemaal gesluierd zijn, zodanig dat je niets meer van hen ziet. En ze mogen geen onderwijs ontvangen. Dat is overigens ook heel dom, want dan kunnen vrouwen ook geen medische opleiding volgen. Het is om te huilen. Gods wil is het dat mensen, ook in het openbaar, mogen worden wie ze mogen zijn en dat hun talenten tot ontwikkeling komen, mede ten dienste van het land. Valse godsdiensten zijn misleidend omdat ze mensen niet leiden naar Jezus die de (enige) Weg, de Waarheid en het Leven is. En bovendien is vaak het gevolg dat christenen volkomen ten onrechte op alle mogelijke manieren vervolgd worden vanwege hun geloof. Denk aan vervolging door bijv. ISIS, die op basis van leugens en waanideeën medemensen doden. Extreem waren de zeer brute en beestachtige onthoofdingen van met name christenen door ISIS in Irak en Syrië. We zien dat leugen vaak samengaat met dwang en geweld. In mei 2022 werd in Nigeria Deborah Samuel Takubu door medestudenten gelyncht vanwege een gerucht dat zij op Whatsapp Mohammed zou hebben beledigd. In de eerste drie maanden van 2022 werden bijna 900 Nigeriaanse christenen gedood door de aanvallen van extremistische moslims (Bron: Open Doors). Het gevolg van de leugenachtige legitimatie (mede ‘dankzij’ het door de bevolking van Rusland geleverde draagvlak) van de Russische inval in Oekraïne is een onvoorstelbaar grote hoeveelheid verdriet, angst, pijn, verlies van mensenlevens, vernietigingen, etc. Bovendien roept de ene leugen de andere op. Poetin noemt de NAVO de oorzaak van de inval in Oekraïne en de Russische minister van buitenlandse zaken Lavrov beschuldigt Oekraïne van agressie omdat het zich tegen Rusland verdedigt met westerse wapens. Ook meeheulen met o.a. anarchisten, die de overheid in een kwaad daglicht willen plaatsen, kan zeer negatieve maatschappelijke gevolgen hebben. Denk aan bijvoorbeeld de ontkenning van de klimaatproblematiek. Of geloof in de complottheorie dat de overheid bewust de coronacrisis in het leven zou hebben geroepen, terwijl later bewezen is dat het virus ontstaan is op een dierenmarkt in China. Een magistraal voorbeeld van hoe geraffineerd de waarheid wordt verdraaid en daardoor de gehele wereldbevolking wordt misleid, is te lezen in het boek Iedermans Ondergang van Roelof Ham (9). In de eindtijd zal de antichrist hetzelfde kunnen doen, en is het voor ons als christenen van groot belang om zeer waakzaam te zijn, en trouw te blijven aan het Woord van God, zelfs in grote verdrukking. 8. Praktische bescherming tegen leugens Dagelijks wordt wereldwijd heel veel informatie (zowel tekst, beeld als video) uitgewisseld. Zowel in directe fysieke contacten als ook via telefoon. En verder via diverse media zoals radio en televisie, dagbladen, tijdschriften, reclamefolders en in deze tijd ook via social media en vele (ca. 2 miljoen) websites (22). De grote vraag is welke informatie in dat oerwoud van data juist en betrouwbaar is. Een groot probleem is namelijk dat niet iedereen die informatie op het internet plaatst dat doet met zuivere bedoelingen. Wie of wat kun je nog geloven en vertrouwen? (22). Dat we nieuwsberichten steeds vaker wantrouwen, heeft een nieuw fenomeen In het leven geroepen, de zogenaamde factcheckers die controleren of de dingen die beweerd worden wel waar zijn. Maar ook hier geldt weer dat je niet zomaar met zekerheid kan zeggen dat het label ‘waar’ of ‘onwaar’ dat door hen op artikelen of beweringen wordt geplakt, echt betrouwbaar is. De Duits-Amerikaanse van origine Joodse filosofe Hannah Arendt zei eens: “Wanneer een mens niet meer weet wat juist is of fout, kun je hem alles wijsmaken, en in de wereld waarin goed en kwaad, waarheid en leugen afhankelijk zijn geworden van ieders persoonlijke keuze (wat in toenemende mate het geval is), is beïnvloeding van mensen gemakkelijker dan ooit, en dat is een gevaarlijke ontwikkeling” (22). Om nepnieuws op internet te herkennen, moet men altijd nagaan waar het bericht geplaatst is en wat de bron van de informatie is. Google naar de genoemde bron. En ga na wie de afzender is. Als dat niet zeker is, zoek het account dan online op. Bij de grote nieuwswebsites zie je op Facebook vaak een ‘blauw vinkje’ staan. Dit betekent dat ze gecontroleerd en geverifieerd zijn vanuit Facebook. En uiteraard ook het bericht controleren bij andere media. En kijk goed naar foto’s en video’s. Slaan ze op het artikel? (2, 14) Tot zover een paar praktische punten. Maar belangrijker is dat men wezenlijk van de leugen en de leugenaar verlost wordt. 9. Verlost van de leugen Als men werkelijk en voor altijd verlost wil zijn van de leugen, van de waan, van het kwaad, van satan, dan is er maar één mogelijkheid, namelijk geloof in het verzoenend offer van Jezus Christus, Die zei: “Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven” (Joh. 14: 6a). Dan wordt men overgeplaatst in het Koninkrijk van God, waar men voor eeuwig de bestemming heeft gevonden in volmaakte vrede, vrijheid en gelukzaligheid. Dan hoeft men niet meer te liegen en is men ook geen slachtoffer meer van leugen en dwaling, want men leeft voor eeuwig in het licht van Gods liefde en heerlijkheid. Dan leeft men in de waarheid met een andere, normatieve dimensie, namelijk datgene wat in overeenstemming is met wat God heeft bedoeld. Jezus zegt: “Heilig hen in Uw waarheid, Uw Woord is de waarheid” (Joh. 17: 17). En u zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken (Joh.8: 32). Waarheid is alles wat naar Gods wil is. Literatuurlijst 1. Jan van Benthem, Complotdenker Alex Jones moet de waarheid erkennen. Nederlands Dagblad, 5 augustus 2022. Bron: https://www.nd.nl/nieuws/buitenland/1136095/de-amerikaanse-complotdenker-alex-jones-moet-de-waarheid-eindel#/reader?page=3 2. Ruben den Boer, Tuin er niet in: 7 soorten nepnieuws & voorbeelden. Bron: Tuin er niet in: 7 soorten nepnieuws & voorbeelden - Frankwatching 3. Marlien Boom, Satan, de vader van de leugen. Bron: Satan, de vader van de leugen - She-rises.net 4. Paul Boonefaes, Zwijg! Waarom woke niet deugt. 5. Paul Boonefaes, Het woke-isme is een aanval op de redelijkheid. Bron: Het woke-isme is een aanval op de redelijkheid - Wynia's Week (wyniasweek.nl) 6. Ad de Bruijne, Deepfake. Column in Nederlands Dagblad, 12 juni 2022 7. De legende over leugens en waarheid. Bron: De legende over leugens en waarheid - Verken je geest 8. Piet Guijt, Het leugenmechanisme van complottheorieën. Bron: https://www.stichtingpromise.com/complottheorieeumln.html 9. Roelof Ham, Iedermans Ondergang. November 2020. ISBN 9789083027883 10. Info.nu. Wat is de reden waarom mensen liegen? Bron: https://mens-en-samenleving.infonu.nl/communicatie/118899-wat-is-de-reden-waarom-mensen-liegen.html 11. Lotte Lambrecht, Factcheck: nee, deze video toont geen protest tegen de coronamaatregelen. In: Knack. 28-10-2021. Bron: Factcheck: nee, deze video toont geen protest tegen de coronamaatregelen (knack.be) 12. René Leverink, De macht van leugens. Bron: De macht van leugens - René Leverink Tekst 13. Ed Meester, Waarheid, geheimen en leugens - A different kind of honesty. Bron: https://www.nnic.nl/nnic-blog/waarheid-en-leugen.html 14. Online.nl, Hoe herken je nepnieuws? Bron: Hoe herken je nepnieuws? 5 handige tips | Online.nl 15. Hessel von Piekartz, Complotdenken ‘steeds extremer’. In Nederlands Dagblad van 28 april 2022. Bron: Poetin is de nieuwe held van kleine anti-overheidsgroepen; extreemrechtse aanslag ‘voorstelbaar’ | Nederlands Dagblad 16. Willem Jan Pijnacker Hordijk. Toetst alles - waarheid en leugen in de christelijke gemeente. ISBN 9789058290021 17. Salt of the Earth, Verborgen in de schuilplaats van leugens | Salt of the earth 18. Carlijn Simons, Drie redenen om te liegen (en hoe je de waarheid kunt spreken) 15/02/2022. Bron: https://www.quest.nl/mens/psychologie/a39073476/leugen-om-bestwil-redenen/ 19. Margriet Sitskoorn, Hersenhack. Update je brein. ISBN: 978-9044639124 20. Cor Stoker, De leugen van de ideologie. Bron: De leugen van de ideologie | Columns Cor Stoker (wordpress.com) - Search (bing.com) 21. Jurgen Tiekstra, Sentimenten en onjuistheden verdringen feiten in het klimaatdebat. Bron: https://www.leugens.nl/2022/03/06/sentimenten-en-onjuistheden-verdringen-feiten-in-het-klimaatdebat/ 22. Upstream, Seizoen 2022, Aflevering 8. Bron: Upstream | Family7 23. Julia Vanonte, De waarheid achter leugens: zo weet je dat iemand liegt. Donders Instituut, 27 juli 2020. Bron: https://www.gelderlander.nl/nijmegen/de-waarheid-achter-leugens-zo-weet-je-dat-iemand-liegt~afa63714/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.bing.com%2F 24. Waarheid en leugen (1). Bron: Waarheid en leugen (1) : Frisse Wateren 25. Waarheid en leugen (2). Bron: Waarheid en leugen (2) : Frisse Wateren 26. Waarom blijven wij liegen als we weten dat het niet juist is. Bron: Waarom blijven wij liegen als we weten dat het niet juist is (psychologievansucces.nl) 27. Wat is waarheid? Bron: Wat is Waarheid - De waarheid kan gekend worden! 28. Wat voor invloed hebben leugens op ons? Bron: https://verkenjegeest.com/invloed-leugens-op/ 29. Wikipedia, Leugen. Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Leugen 30. Wikipedia. Propaganda (communicatie). Bron: Propaganda (communicatie) - Wikipedia 31. Wikipedia, Retoriek. Bron: Retoriek - Wikipedia 32. Winneylicious, Getroost door een leugen of gekwetst door de waarheid? 4 mei 2016. Bron: winneylicious (wordpress.com) 33. Wordt een leugen waarheid als deze duizend keer herhaald wordt? Bron: https://verkenjegeest.com/leugen-waarheid-herhaald-wordt/ 34. J.J. Buskes, Waarheid en leugen aan het ziekbed. Uitgeverij: W. Ten Have N.V. Amsterdam, 1964. ISBN 9789025930233 Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier. Nieuw boek 'complementaire zorg in het licht van de Bijbel |