Toverij of gaven van de Heilige Geest?
Door: Gerard Feller
INLEIDING
Voor veel mensen in deze moderne wereld is toverij iets wat alleen thuishoort in de sprookjeswereld en de fantasie. Toch komt de wereld na het tijdperk van het humanisme en rationalisme steeds meer onder invloed van mystiek, esoterie, gnostiek en New Age. Als christenen zijn we niet alleen natuurlijke, maar ook geestelijke mensen, echter voor velen is het nog moeilijk om in de geestelijke wereld scheiding te maken tussen wat van God en wat van de satan is. Hoe te denken over bovennatuurlijke gaven en verschijnselen? Zijn het tekenen van de boze of uitingen van de Heilige Geest?
SCHEPPING
God is de Schepper van hemel en aarde en alles wat daarin is (Gen. 1:1). Hij schiep alles naar zijn aard en natuur en stelde daarmee de grenzen van Zijn schepping vast. Zo kan bijvoorbeeld een olifant niet vliegen. Dieren hebben geen godsbesef, de mens als kroon der schepping heeft dat wel. De mens is zelfs bijna goddelijk geschapen (Ps.8:6), als stoffelijk en als geestelijk wezen, maar is volgens de Bijbel zeker te onderscheiden van God.
De draagwijdte en de fatale gevolgen van de zonde van satan zijn nauwelijks te overzien. Alle verhoudingen in de schepping zijn verstoord en ontwricht, het wezen van de schepping bevindt zich in een gevallen staat, de satan neemt niet meer die heerlijke positie in die hij had vóórdat de zonde in zijn hart opkwam. Ook de mens is door de verleidende leugen van satan in zonde gevallen. En daardoor is niet alleen de relatie van de mens met God, maar ook de eenheid van lichaam, ziel en geest verstoord (Rom. 3: 10-18; Rom. 8: 20).
De kern van de zonde was dat de mens verder wilde reiken dan de grenzen van de natuur die God geschapen heeft. Zowel de satan als de mens wilden (als) God zijn. De mens wilde zich onafhankelijk van God opstellen maar miste daardoor het doel van God met de mens.
Door de menswording, offerande en opstanding van de Here Jezus Christus is het mogelijk geworden dat de mens wordt verlost van zijn gevallen natuur, en dat uit genade. Daardoor kan de mens door geloof in Christus een nieuwe schepping worden, bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van de Zoon van God (Rom.8:29). In Hem is de toegang tot het herstel van alle verstoorde verhoudingen binnen die mens (1Thess.5:23). Door Gods beloften, zegt de tweede Petrusbrief, krijgen we deel aan de goddelijke natuur (2Petr.1:4). De christenen hebben leven in Christus en vormen het lichaam, waarvan Christus Zelf het Hoofd is. Toch is er ook in die positie een duidelijk onderscheid tussen Christus en de wedergeboren mens (Jak.1:18).
Om dat lichaam op te bouwen schenkt de Heilige Geest genadegaven, die dienen ter verheerlijking van Christus. Enkele van die gaven zijn: de gave van genezing, krachten en profetie. Deze gaven worden vaak met paranormale gaven verward. We zullen deze toetsen aan de hand van de Bijbel. Daarvoor is het allereerst nodig een beeld te krijgen van wat volgens de Bijbel een tovenaar is.
EEN BIJBELS BEELD VAN EEN TOVENAAR
Volgens de Bijbel heeft ieder mens geloof: geloof in God, of geloof in de schepping (de natuur) of geloof in zichzelf (Rom.1:20-23). Vanuit dit geloof (soms: vooronderstellingen) heeft ieder mens een mensbeeld, een godsbeeld en een wereldbeeld. Daarmee legt hij verbanden tussen onzichtbare en zichtbare dingen. Eigenlijk is er alleen maar sprake van geloof en bijgeloof. Bijgeloof is een ontering van God, doordat men Zijn eigenschappen, m.n. Zijn almacht en alwetendheid, toeschrijft aan schepselen (Rom.1:18-22).
De Bijbel leert ook dat de zichtbare wereld tijdelijk is en dat de geestelijke, onzichtbare wereld eeuwig is (2Kor.4:18). De mens probeert de wetmatigheden van de onzichtbare wereld te ontdekken, maar zal zonder Jezus Christus hier nooit zonder gevaar toegang toe krijgen. Immers alleen door geloof in het offer van Jezus zijn wij van zonden verlost en aldus gerechtvaardigd en mogen wij de Heilige Geest ontvangen, Die ons veilig zal leiden in de hemelse gewesten, de geestelijke wereld. Zo is er verschil tussen menselijke en goddelijke wijsheid. Een natuurlijk mens aanvaardt niet wat van God is en waar is (1Kor. 2:12-16). In de natuurlijke wereld zendt God regen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Maar in de geestelijke wereld is Gods zegenrijke kracht alleen werkzaam door genade en door de Heilige Geest. Voor de werking van de Heilige Geest noemt de Bijbel een aantal geestelijke voorwaarden, waaraan de mens moet voldoen, zoals gehoorzaamheid, heiliging, opbouw van de gemeente, verheerlijking van Christus.
Men kan God echter nooit manipuleren. Toverij of waarzeggerij is het bewerken of weten van zaken of woorden om iets voort te brengen, waartoe de mens krachtens zijn door God aan hem gegeven natuur geen toegang heeft. Het is het geloof (de veronderstelling) dat schepselen iets kunnen bewerken en weten, wat alleen door God geopenbaard kan worden. In die zin is toverij een leugen en een zondige dwaling. Satan is de verleider van mensen en de heerser van deze eeuw (1 Kor. 2: 8; 2 Kor. 4: 4), die nog steeds heerschappij uitoefent over de gevallen mens. Deze satan, wiens val en uiteindelijke nederlaag zeker is (Joh. 12: 31), probeert de mensen nog steeds te verleiden met toverijen (Kol. 2: 8), die in diepste wezen, zoals boven is verduidelijkt, de kern van afgoderij raken. Daarom geeft God in de Bijbel steeds aan dat toverij een gruwel voor Hem is. Lees Deuteronomium 18 er maar op na. Het daar genoemde verbod beperkt de mogelijkheden van de mens niet (immers toverij levert niets op), maar wil hem behoeden voor de klauwen van de duivel.
De oudtestamentische varianten van toverijen of magie zijn bij de meeste christenen wel bekend. De moderne varianten zijn minder bekend. We noemen enkele voorbeelden van bezweringstoverij zoals: belezen, mentale suggestie, vervolgingsmagie, liefdesmagie. En voorbeelden van rituele magie, zoals: magische orden, hekserij, satanisme, geestdrijverijen, bloedpacten, medische magie, bewustzijnsveranderende methoden, etc.
Speciaal noemen we nog de moderne magie van de geest, zoals: visualisatie, positief denken, hypnose, etc., die juist deze tijd zo'n opgang maken. En die onder het mom van nieuwe wetenschap, moderne theologie en (para)psychologie subtiel hun intrede doen in de maatschappij. De nieuwe succesformule is zelfontwikkeling en ontplooiing, ook wat betreft het praktiseren van ’paranormale’ gaven.
MAGIE: DE LATENTE KRACHT VAN DE ZIEL?
Tegenwoordig is het praktiseren van paranormale ’gaven’ de meest voorkomende vorm van ’moderne’ toverij. Vandaag de dag wordt door duizenden psychologen en psychiaters nog steeds de theorie aan de man gebracht dat er in de ziel een onbeperkt potentieel aan krachten en mogelijkheden ligt opgeslagen. In het verlengde hiervan ligt de psychologie van Jung (een overtuigd occultist), die spreekt van het collectieve onbewuste, een begrip dat we nergens in de Bijbel tegenkomen. We moeten ons niet afstemmen op onze eigen mogelijkheden en krachten in onszelf. Jezus zegt: "Heb geloof in God" (en dus niet in jezelf) (o.a. Mark.11:22).
Paranormale krachten zijn niet een uiting van iets wat al in de mens leeft, maar zijn uitingen van een zuiver demonische manifestatie. Satan wil de mens laten denken dat deze kracht uit zijn eigen ziel, geest of onderbewuste komt, dus vanuit de mens zelf. Als Adam, de eerste mens, paranormale krachten zou hebben gehad voordat hij in zonde viel, zou Jezus, de tweede Adam die zonder zonde was, zeker dit soort krachten tentoongespreid hebben. Jezus heeft echter steeds gezegd dat Hij de wonderen niet uit Zichzelf deed, maar dat het Zijn Vader was, Die het deed door Hem (Joh.5:30).
Als gelovigen hebben we nu juist afstand gedaan van het psyche-leven (onze oude gevallen natuur). De Bijbel zegt ons duidelijk dat we dit ‘oude leven’ leven moeten doden, in plaats van het te (laten) ontwikkelen door de demonische wereld (Joh. 12: 24; Mat. 16: 24-25). De enige bovennatuurlijke gaven, die wij tentoon mogen spreiden, zijn de gaven van de Heilige Geest. Niet bewerkt door een kracht in de mens zelf, maar doordat de wedergeboren mens deel heeft gekregen van de goddelijke natuur (2 Petr. 1: 4) en de Heilige Geest ontvangen heeft, die de genadegaven aan een eder in het bijzonder toedeelt gelijk Hij wil (1 Kor. 12: 11).
Als je spreekt over bovennatuurlijke gaven is de mens te zien als een doorgeefluik van de kracht van satan of van God. Een andere mogelijkheid is er niet. In 1 Kor. 12: 7 wordt het doen van wonderen een openbaring van de Geest genoemd.
TOVERIJEN OF GEESTESGAVEN?
Niet alleen God, maar ook satan - de grote imitator van God - ’geeft’ mensen krachten en gaven van genezing. Hoe moet je nu onderscheid maken tussen wonderen van God of van satan?
We noemen enige Bijbelse criteria ter onderscheiding.
Wonderen en gaven van God:
1. … komen alleen voor bij wedergeboren mensen (die deel hebben aan de goddelijke natuur), die de Heilige Geest ontvangen hebben en, dat is een tweede voorwaarde, die op dat moment door de Heilige Geest gebruikt kunnen worden (die geen vleselijk leven leiden, geen bewuste zonden koesteren, etc.) (1 Kor. 12: 7; Rom. 12: 6).
2. … zijn tot opbouw van de gemeente en tot verheerlijking van Jezus Christus. Dus niet voor commerciële doeleinden, of tot eer van beroepsgenezers zelf (Rom. 12: 3-6; 1 Kor. 12: 7 en 20).
3. … kunnen niet geclaimd worden door de mens, zoals occultisten wel doen, die zelf bepalen wanneer ze een gave gebruiken, bijvoorbeeld op een spreekuur. 1 Kor. 12: 11 zegt dat de mens niet over die gaven kan beschikken, maar wel de Heilige Geest die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt gelijk Hij wil. De Heilige Geest bepaalt de tijd en geeft de kracht voor een bovennatuurlijke manifestatie. Gaven van God zijn, in tegenstelling tot gaven van de satan, niet vermoeiend voor een mens. Een occultist moet zich altijd ’opladen’ met occulte krachten, zoals een magnetiseur die yoga of spiritisme of drugs gebruikt als oplaadmiddel. Na de Pinkstertoespraak van Petrus kwamen 3000 mensen tot bekering door het werk van de Heilige Geest (Hand. 2: 41).
4. … gebeuren altijd volledig en volkomen. God kent en doet geen half werk. Jezus genas soms wel in fasen (Marc.8:22-26)! Er kan dus tijd tussen de genezingsfasen zitten. Ondertussen komt het erop aan naar overtuiging te leven en met volharding Gods beloften te verwachten. Bovendien zien we dat het accent ligt op geestelijke heling en wedergeboorte en niet uitsluitend op lichamelijke genezing.
5. … zijn niet overdraagbaar. Immers de gaven van God worden gegeven door de Heilige Geest. Daarentegen zijn paranormale, occulte ’gaven’ in vele gevallen overerfelijk en overdraagbaar, bijvoorbeeld van vader op zoon of via voorgeslachten.
SLOTOPMERKINGEN
1. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat ook christenen occult belast kunnen zijn en nog steeds occulte gaven kunnen hebben uit hun ‘oude leven’, de tijd dat ze nog geen christen waren. De Heilige Geest verbindt zich aan onze geest (Rom. 8: 15-16), de boze geest bindt zich aan ons vlees en onze ziel (Gal. 3: 1; 2 Tim. 2: 26; 1 Tim. 5: 15; Ef. 4: 27; 1 Petr. 5: 8; 1 Joh. 4: 1-6; 1 Kor. 10: 20; 2 Kor. 11: 3-4), waardoor men een andere geest ontvangt.
2. Satans belofte aan Eva dat zij als God kon worden, zou niet meer dan een holle frase zijn geweest als ze al over goddelijke krachten beschikte. Voor en na de zondeval van de mensheid is de mens beperkt in de mogelijkheden van zijn natuur. Toverij is proberen de door God geschapen grenzen te willen doorbreken (terwijl dit niet mogelijk is). Het gevolg van deze zondige wilsintentie is dat men een speelbal wordt van demonische machten. Deze machten willen dat de vrucht van de zonde, de totale verstoring van de scheppingsnatuur van de mens, nog meer in de mens doorwerkt.
3. Het is een bekend gegeven dat toverkrachten meer ’vrij’ komen, als de mens nog meer scheiding maakt tussen lichaam, ziel en geest (door te vluchten uit het lichaam, uittredingen, zelfkastijding, ascese enz.). En dat is precies in tegenstelling met Gods scheppingsdoel, namelijk eenheid en harmonie van de mens in relatie met God. De mens wordt zo een medium voor de invloed van de boze en laat daardoor de geweldige mogelijkheden die God op geestelijk terrein geboden heeft in Christus liggen. Uit genade (volgens Ef. 2: 8) is het behouden zijn een gave van God, door het geloof, niet uit onszelf, net zoals alle gaven, (anders is het geen gave) kan de mens nu deel krijgen aan de goddelijke natuur (2 Petr. 1: 4) en zo door de Heilige Geest deelhebben aan de geestesgaven.
4. Opgemerkt dient te worden dat de Heilige Geest van een totaal andere rangorde en natuur is dan alle andere geesten. Dit is zo omdat volgens de Bijbel andere geesten (engelen) scheppingen zijn, begrenst door de natuur van hun schepping. De Heilige Geest echter wordt niet begrensd zoals bij schepselen het geval is, omdat de Heilige Geest een goddelijke natuur heeft, die onbegrensd is. Zo konden vele wonderen die door Mozes gedaan werden in de naam van God, niet door de tovenaars van Egypte nagedaan worden. Denk bijvoorbeeld aan de derde plaag (Ex. 8: 18). De mens nu heeft door het evangelie van Christus de mogelijkheid om wedergeboren te worden en niet meer te zondigen (Rom. 8: 13) en met zijn geest onlosmakelijk verbonden te worden met de Heilige Geest (Rom. 8: 15-16).
5. De Bijbel waarschuwt ervoor dat in het laatst der tijden bedrieglijke wonderen en tekenen de komst van de antichrist zullen vergezellen. Deze wil de mensen de indruk geven God te zijn en krijgt daardoor steeds meer grip op de zielen van de mensen. In Openb. 18: 23 wordt de toekomstige wereld getypeerd als het oude Babylon, waarvan gezegd wordt dat God het zal vernietigen: want uw kooplieden waren de machthebbers der aarde, want door uw toverij werden alle volkeren verleid. Of zoals in het Oude Testament gezegd wordt over het oude Babel, wat een beeld is van het toekomstige wereldrijk Babel in de eindtijd: "Ondanks uw vele toverijen en zeer krachtige bezweringen… overvalt u een verderf, dat gij niet vermoogt te verzoenen (Jes.47:9-11).”
Als ze zich niet bekeren is het lot van de tovenaars de poel die brandt van vuur en zwavel (Openbaring. 21: 8; 9: 20; 16: 13; 13: 11-13). Laten we deze tijd goed onderkennen zoals de Here Jezus tegen ons zegt in Lukas 12. Laten we ons dan ervan bewust zijn hoe we ons “van de afgoden tot God bekeerd hebben, om de levende en waarachtige God te dienen, en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten” (1 Thess. 1: 9-10a).
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.