Zorg en hulp vanuit de gemeente
Enkele notities van een toespraak van ds. Orlando Bottenbley gehouden op de tweede lustrumdag van Stichting Promise.
Als we over het pastoraat van de gemeente nadenken, is het van groot belang dit theologisch goed te funderen. Vaak wordt er in het pastoraat gesproken vanuit de ervaring en het gevoel. Dit leidt tot veel fouten. Het woord pastoraat is afgeleid van het woord "pastor", wat herder betekent. Vaak wordt er dan ook gesproken over zielzorg of herderlijke zorg. De praktijk van het pastoraat moet dus een gedegen theologisch fundament bezitten. Vandaar enkele beknopte opmerkingen.
GODS BEDOELING
Als we teruggaan naar de scheppingsgeschiedenis in Genesis, dan staat er in Gen. 1: 26 dat God zegt: "Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis". Later in Gen. 2 lezen we van de schepping van de vrouw uit de man. Ongetwijfeld reeds lang in Gods bedoeling (zie Gen. 1: 27), lang voor het moment dat Hij de vrouw daadwerkelijk schiep. Net zoals God in de schepping al het gezin op het oog had, hoewel Kaïn en Abel nog geboren moesten worden. In dat kader kan God zeggen in vers 31: "Zie, het is zeer goed." We kunnen alleen iets goeds ervaren, als we het voor ogen zien. Voor God hoeft het er niet al te zijn, en toch is het min of meer al een feit. Een voorbeeld ter illustratie:
In het hogepriesterlijk gebed in Joh. 17: 4 zegt de Here Jezus: "Vader, verheerlijk Mij met de heerlijkheid, die Ik bij U had eer de wereld was." Als argument zegt Hij: "Want Ik heb het werk volbracht, dat U Mij hebt gegeven om te doen." Dit zegt Hij, terwijl Hij nog door de nacht in Gethsemane heen moet. En zelfs nog aan het kruis moet sterven. Maar Hij ziet over het kruis heen. De meest intense momenten moeten nog aanbreken. U en ik kunnen vaak niet zo denken, omdat we meestal niet kunnen volbrengen wat we denken te doen. Als God daarom in Gen. 2 de mensen schept, de vrouw ziet, het gezin ziet, dan kan Hij zeggen dat het zeer goed is.
De zondeval brengt daarna een breuk in de totale schepping. In Gen. 3: 15 zegt God: "Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen." Hierin ziet u al de belofte van de komst van de Here Jezus. Waarom geeft God deze belofte? God wil de totale schepping terugwinnen!! Kol. 1: 19-20: "Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken en door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde is, hetzij wat in de hemelen is."
De dood van de Here Jezus heeft dus niet alleen de bedoeling gehad ons mensen als kroon op de schepping met Zich te verzoenen. In vers 15 staat dat de Here Jezus: "... het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping is, want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem."
We zien in de schepping rondom ons heen dat door de zondeval alles misgelopen is. In Rom. 8 zegt Paulus, dat heel de schepping in barensnood is en zucht. De ganse schepping in al haar delen zucht en verlangt om bevrijd te worden. Dit geldt ook voor de mens, de vrouw, het gezin, dat God geschapen heeft.
Als de Here Jezus komt om de ganse schepping met God te gaan verzoenen aan het kruis, en als Hij dan opgestaan is uit de dood, dan is het middel, waar God voor kiest: de gemeente van Jezus Christus. Ik ben bijzonder blij met dr. Schoonhoven en met Gerard Feller en hun praktijken. En we verlangen naar steeds nauwere samenwerking. Maar als we spreken over Gods middel tot heelheid, dan is het niet een laboratorium, maar dan is het de gemeente van Jezus Christus.
OVERWELDIGENDE KRACHT
Naarmate onze ogen daarvoor open gaan ben ik er van overtuigd dat op grond van het geopenbaarde Woord van God, we bijzonder grote dingen gaan merken in de heelheid van de mens. En daarmee ook in zijn relatie tot zijn individu, het huwelijksleven, het gezinsleven en de maatschappij. De andere middelen, zoals professionele hulpverlening, zie ik als geïntegreerd binnen het middel dat God geeft aan deze wereld: Zijn gemeente. Helaas moeten we gelijk constateren, dat de gemeente zo slecht functioneert en kan daardoor vaak zo verschrikkelijk weinig bieden.
Efeze 4: 9-12: "Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere aardse gewesten? Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen om alles tot volheid te brengen. En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon tot opbouw van het lichaam van Christus."
In vers 10 wijst nedergedaald op het komen naar de aarde en het nederdalen naar het dodenrijk. Maar Hij (dezelfde) is ook opgevaren ver boven alle hemelen om (zittend aan de rechterhand van de Vader) alles tot volheid te brengen. Jezus riep aan het kruis uit: "Vader, het is volbracht." Daarmee heeft Christus het fundament gelegd voor het verlossingswerk. Het was mogelijk voor ieder mens, voor echtparen, voor de schepping, voor alles wat van God geweken was door de zonde om met God verzoend te worden. Dat is de fundering. En op grond van dat volbrachte werk is de Here Jezus bezig nu nog alles tot volheid te brengen (vs. 10b). Dat is nu nog gaande.
Via de gemeente, Zijn lichaam, is Hij bezig in deze wereld; in het lichaam van mensen ook in deze eeuw alles tot volheid te brengen. Lees Efeze 1 er maar op na. Als Paulus ons vertelt welk een overweldigende kracht God ter beschikking heeft om ons vrij te maken, om ons genezing te schenken van traumatische ervaringen, om tekorten in ons leven te doen verdwijnen, om gebrokenheden te herstellen, om te bevrijden, zegt hij in vers 19: "Hoe overweldigend groot Zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte Zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan de Rechterhand in de hemelse gewesten boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt, niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw."
Die overweldigend grote kracht, die de wetenschap niet kan verklaren, heeft God beschikbaar gesteld voor de gemeente om alles tot volheid te brengen. In vers 22: "En Hij (God) heeft alles onder Zijn (Christus) voeten gesteld, en Hem als Hoofd, boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt." We hebben zeker de medische wetenschap nodig; we hebben zeker vele vormen van hulpverlening buiten de gemeente nodig. Maar ik hoop, dat u ziet, als er staat, dat Christus gegeven is als Hoofd aan zijn gemeente, dat Hij het is, die alles in letterlijk ieder mens tot volmaaktheid kan brengen. 2 Petr. 1: "Wij hebben alle dingen ontvangen, die tot volmaaktheid kunnen brengen."
PRAKTIJK
Vanuit deze Bijbelse fundering kan men de lijn naar het praktische door trekken. De gemeente gaat voor in het verzoeningswerk, om het handen en voeten te geven. We zijn blij met alle centra, waar mensen opgevangen worden, zoals b.v. Heil des Volks, Rehoboth, Noach, de Hoop, etc. Leefgemeenschappen, waar mensen opgevangen worden. En toch wil ik opnieuw zeggen: de gemeente van Jezus Christus is Gods therapeutische leefgemeenschap. Er bestaat geen andere. De genoemde instanties hebben nu recht van bestaan, omdat de gemeente van Jezus Christus nu niet (meer) functioneert als Gods therapeutische leefgemeenschap.
Echter als de gemeente deze taak weer op gaat pakken, kunnen ze elkaar weer aanvullen, want als het goed is zijn de werkers in deze centra ook lid van de gemeente, die deze bediening mogen vervullen.
De Bijbel geeft steeds zelf aan hoe belangrijk de relatie is tussen Jezus Christus en de gemeente. Er zijn een aantal beelden, die goed de essentie verduidelijken van pastorale zorg vanuit de gemeente.
1. Christus als de Herder en de gelovigen als de kudde. Binnen deze kudde kan de mens bescherming vinden.
2. De gemeente als huisgezin van de Levende God. Als Paulus tot Timotheüs schrijft: "Als ik nog wegblijf, dan weet gij hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de Levende God, een pijler en fundament der waarheid." (1 Tim. 3: 15) U heeft het vanochtend in de toespraak van dr. Schoonhoven gehoord. Wat is de plek bij uitstek, waar een kind geborgenheid, liefde, warmte en tederheid moet ontvangen? Waar vindt de mens bevestiging in zijn leven? Het gezin!! Het gezin is de hoeksteen van onze maatschappij. De gemeente van Jezus Christus is de plaats bij uitstek, waar de mens heelheid kan vinden en ten volle tot ontplooiing kan komen. Alleen, we functioneren als gemeente vaak niet meer zo.
3. Christus als Hoofd en de gemeente als lichaam. Er komen twee dingen hierover in de Bijbel naar voren. Enerzijds de geweldige organische verbondenheid (niet organisatorisch), die er is tussen de Here Jezus en de eenheid binnen zijn lichaam. Anderzijds de onlosmakelijke verbondenheid tussen de Here Jezus als Hoofd en de gemeente als zijn lichaam, met al haar individuele leden. Inzicht hierin kan ons beschermen voor extremiteiten.
Zo is er binnen het denken van evangelisch Nederland veel geweld gedaan aan de organische eenheid van Christus en de gemeente. Veel gelovigen, die tot wedergeboorte gekomen zijn, vinden het niet nodig tot een gemeente te behoren. Het is vrijheid - blijheid. Dan zijn ze weer in de ene gemeente, dan weer in de andere. Verantwoordelijkheid willen ze zeker niet dragen en niemand moet ze komen vertellen hoe ze moeten leven. Ze zwerven wat rond en vertellen hoe goed de Here is. Dit is bijbels/theologisch gezien absurd. Als je Jezus Christus hebt leren kennen, dan kan het niet anders, dan moet je bij zijn lichaam horen. En zeg a.u.b. niet dat u bij het universele lichaam van Christus hoort. Er is maar één manier waarop over de universele manier gepraat wordt over de gemeente in het Nieuwe Testament, en dat is bij de opname van de gemeente. In de brieven wordt echter steeds gesproken over de gemeente van Jezus Christus te ... (99% van alle teksten hebben betrekking op de plaatselijke gemeente). Dit is helaas één van de redenen waarom veel christenen niet binnen de eenheid van de gemeente tot heelheid komen.
Bij de reformatorische gelovigen vinden we vaak het andere uiterste, dat men de eenheid heel scherp ziet, maar het onderscheid vaak uit het oog verloren heeft. Het horen bij de kerk betekent vaak het horen bij Jezus. Een soort automatisme, hetzij door de doop, hetzij door de belijdenis. Er wordt niet meer de noodzakelijkheid gezien dat het individu een persoonlijke relatie heeft met Christus en van daar uit deel heeft in het lichaam. Ze zijn vaak organisatorisch verbonden, misschien zelfs zeer betrokken bij de plaatselijke gemeente, maar missen de organische verbondenheid, d.w.z. de verbinding met het Hoofd. Kol. 2: 19 zegt, dat het lichaam, bestaande uit leden, wordt samengehouden door pezen en banden en wasdom ontvangt door de verbinding met het Hoofd, Christus. We moeten deze twee extremiteiten dus onderscheiden en met beiden goed omgaan.
MENSEN IN NOOD
In het begin van zijn komst op aarde had de Here Jezus Christus een duidelijke boodschap van God. Deze boodschap ging verder dan de verlossing van zonden, maar een boodschap van komen tot heelheid in letterlijk alle facetten van je leven. Als we geloven dat Jezus het Hoofd is van Zijn lichaam, dan is het zo dat, terwijl de Here Jezus naar de hemel is gegaan, Hij zijn aanwezigheid hier gestalte heeft gegeven door de gemeente. Natuurlijk kan God zich ook in deze tijd op bovennatuurlijke wijze bekendmaken aan mensen (b.v. door een engel). Maar Gods "normale" manier van handelen is d.m.v. de gemeente. De Here Jezus gaat zijn eerste prediking houden na gedoopt te zijn door Johannes de Doper. Na in de woestijn verzocht geweest te zijn door de satan en na zijn overwinning hierin, keert Hij terug naar zijn geboorteplaats. Lukas 4:16: "En Hij kwam te Nazareth, waar Hij opgevoed was en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge, en stond op om voor te lezen. En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld. En toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats waar geschreven is: De Geest des Heren is op Mij, daarom dat Hij Mij gezalfd heeft om
(1) armen het evangelie te brengen, en Hij heeft Mij gezonden om
(2) aan gevangenen loslating te verkondigen, en
(3) aan blinden het gezicht, om
(4) verbrokenen heen te zenden in vrijheid en om te verkondigen het aangename jaar des Heeren."
In deze vier aspecten van de bediening van Jezus wordt Gods genade en barmhartigheid zichtbaar.
1. In vers 18 wordt genoemd "aan armen het evangelie te brengen". Wij denken daarbij vaak eerst aan materieel armen. Dit is niet altijd juist. Vaak net het tegenover gestelde. Zeker in onze westerse maatschappij hebben we welvaart willen identificeren met welzijn. Dit is echter beslist niet terecht. Je ziet dat mensen met veel welvaart het aan welzijn ontbreekt. Ook in Jezus' tijd onder de Romeinse overheersing maakten veel mensen opgang. Maar Jezus ziet, terwijl ze zich uitstrekken naar welvaart, dat ze ten diepste armen zijn. Vandaar dat Hij welzijn komt brengen. Ook vandaag hebben we met veel mensen te maken, die in hun persoonlijk leven zich uitstrekken naar welvaart, terwijl hun welzijn achteruitgaat.
In 1 Tim. 6 staat, dat velen die zich hebben uitgestrekt naar rijkdom, zich met vele smarten hebben doorboord. En dat sommigen daardoor van het geloof zijn afgevallen. Dat is zeer actueel.
Zo kan b.v. een man zich uitstrekken naar welvaart in het bereiken van promoties of diploma's, maar ondertussen wordt het welzijn van zijn huwelijksleven steeds minder want hij heeft geen tijd meer voor vrouw en kinderen. Je ziet huwelijken kapotgaan, omdat ze zich beiden moeten inzetten voor de zaak. Ze zijn tweeverdieners geworden. Want je wil je toch goed kleden en je kinderen welvaart bieden. Tijdens dit proces zie je hoe kinderen geweldig veel tekorten meemaken. In Drachten zien we veel "sleutelkinderen" en in de randstad zal dat probleem wel veel groter zijn. Kinderen die als ze thuiskomen, geen moeder meer hebben om met hen te praten, enz.
Jezus komt in de eerste plaats met een evangelie aan die armen. Ik kom jullie welzijn verkondigen. Als God het joodse volk uit Egypte geleid heeft, krijgen ze op de berg Sinaï de Tien Geboden. Dan zegt Mozes in Deut. 6 dat zij al Gods geboden en verordeningen moeten houden, OPDAT HET U WEL GA. God had in de eerste plaats WELZIJN op het oog voor zijn volk. En daarnaast ook welvaart. Daarom zal de pastorale zorg aan mensen in de gemeente niet alleen gericht moeten zijn op mensen in nood, maar ook moeten voorzien in het geven van onderwijs over het persoonlijke leven, het huwelijksleven, om preventieve pastorale zorg en hulp te verlenen.
2. Om aan gevangenen loslating te verkondigen. Deze gevangenen zien we o.a. in bezetenen, in door demonen geplaagde mensen. Deze bediening wordt vandaag of totaal ontkend, of veel te veel benadrukt. Enerzijds de seculiere hulpverlening, die hier natuurlijk geen oog voor heeft, want ze geloven niet in de duivel. Problemen, die niet psychisch of lichamelijk van aard zijn (hoewel wel met dergelijke symptomen), zijn vaak ontstaan, omdat veel mensen zich met het occulte ingelaten hebben, b.v. in allerlei alternatieve geneeswijzen. Een seculiere hulpverlener kan hier onmogelijk echte hulp bieden. M.i. hebben vele psychiatrische patiënten geen chronische indicatie nodig of hebben geen psychiatrische behandeling nodig, maar bevrijding in de naam van de Here Jezus. Zonodig moet er zelfs uitdrijving in Zijn naam plaatsvinden.
Anderzijds vinden we bij veel gemeentes, dat er overal demonen en geesten gezien worden. Vaak heeft men hierbij een zeer zwakke theologische onderbouwing. Als iemand hyperventileert, begint men gelijk demonen uit te drijven. Als iemand stemmen hoort, zegt men gelijk dat het demonen zijn. Evenzo iemand met suïcidale neigingen. Er wordt niet meer naar de achterliggende problematiek gezocht, maar men begint gelijk demonen uit te drijven (geest van zelfdoding). Men heeft niet meer het inzicht, dat Gods Woord ons wil geven. De Here Jezus laat "in zijn eerste preek" alle aspecten in zijn volheid naar voren komen. In onze gemeente in Drachten is er o.a. een pastoraal team van bevrijding, vanuit de gemeente, dat hiervoor theologisch/praktisch is toegerust. Wat Christus zegt - Ik ben gekomen om dit te verkondigen - doet Hij nu via de gemeente. Als we deze weg niet bewandelen, laten we een heel belangrijk aspect liggen van de pastorale zorg, die mensen nodig hebben. Zowel binnen als buiten de gemeente. We zijn toch geroepen om de wereld door het werk van de Heilige Geest te overtuigen van zonde en gerechtigheid, van oordeel en van bevrijding?!
3. Aan blinden het gezicht te schenken. Hier is blindheid ook letterlijk te nemen. Jezus genas letterlijk mensen van blindheid. Maar ook geestelijk. In onze tijd zijn er veel mensen blind geworden; door haat, wrok, bitterheid. Door allerlei zonden zijn mensen soms zo verblind. Als een vader bezig is zijn dochtertje van vijf jaar te misbruiken, kan hij alleen maar bezeten zijn of blind. Misschien blind geworden door de trauma's in zijn leven die hij nu verhaalt op zijn kind. Sommige mensen heeft de duivel met blindheid geslagen. Ze hebben hun fysieke ogen open, maar ze zijn met geestelijke blindheid geslagen. Het niet vergeven brengt vaak enorme schade toe aan mensenlevens.
4. Hij is gekomen om verbrokenen heen te zenden in vrijheid. Gebrokenen van hart, mensen met traumatische ervaringen, met vele tekorten in hun leven, die geen eigenwaarde meer hebben. Jezus zegt tegen dezen: Ik ben gekomen om jullie heen te zenden in vrijheid.
Deze vier aspecten benadrukken de volheid van het evangelie, welke de gemeente kan aanreiken aan mensen in nood. De Here Jezus zegt in Math. 11: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven." Deze boodschap roept Hij nu via Zijn gemeente in deze wereld. De gemeente van Christus, Zijn huisgezin, is de therapeutische leefgemeenschap van God. De uitspraak van de Here Jezus in Matth. 11 komt na zijn constatering in Math. 9: 35: "En Jezus ging alle steden en dorpen langs en leerde in de synagoge en verkondigde het evangelie van het koninkrijk en genas alle ziekten en kwalen. Toen Hij de schare zag, werd Hij met ontferming over hen bewogen, daar zij voortgejaagd en afgemat waren, als schapen, die geen herder hebben. Toen zeide Hij tot zijn discipelen; de oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst."
De christelijke hulpverleners komen om in de vraag naar hulp. Zijn huisgezin mag de plaats zijn waar mensen tot heling komen.
HET ANTWOORD VAN DE GEMEENTE
God heeft in het Lichaam alles gegeven, wat tot leven en godsvrucht strekt. Jezus heeft alles gegeven om in een oplossing te voorzien, als mensen in nood hun roepstem naar Hem opheffen. In Drachten kennen we verschillende vormen van pastoraat, in het besef dat we niet in de eerste plaats professionele hulp nodig hebben. In de eerste plaats hebben we mensen nodig, die in de volheid van de Here Jezus binnen het lichaam willen functioneren. Door begrip, aanvaarding, verzoening, troost en opbouw, in het omgaan met elkaar als echte broeders en zusters. Ook met de fouten en gebreken, die je hebt, kun je functioneren! We moeten mensen helpen, die plaats ook te vinden binnen de gemeente.
Het overgrote deel van de evangelische- en reformatorische gemeentes worden gekenmerkt door een klein percentage mensen, dat actief is, en de anderen zijn meelopers. Die enkelen, de voortrekkers, moeten met de tijd helaas vaak een sabbatsjaar nemen of ze worden een keer overspannen. Terwijl God zegt, als je spreekt over het lichaam, dat ieder lid, iedere gelovige zijn plaats heeft.
Ik heb eens een invalide man gezien, die zijn armen miste. Hij deed ondanks deze handicap nog zoveel, dat het je verbaast. Maar hoezeer dat ook het geval was, hij bleef een gebrekkig mens.
Als de gemeente niet de Bijbelse weg zoekt, nl. al de leden haar plaats te laten vinden door God zelf, dan krijg je dat gemeentes als gebrekkige lichamen gaan functioneren. Maar als ieder op de juiste wijze ingevoegd is, wordt niet alleen het persoonlijke leven verbeterd, maar ook de genoemde problematiek verdwijnt. Mensen krijgen een bevestiging in hun leven.
We hebben een groep zusters, die vanuit een theologische- en praktische achtergrond een gedegen training krijgen. Deels voor vrouwenpastoraat. Hierin komen de kwaliteiten ten volle tot ontwikkeling. We hebben hele ernstige psychiatrische patiënten tot heelheid zien komen. Zelfs zonder de medewerking van de professional hulpverleners. Maar door een zuster, in de liefde en toerusting van de Here Jezus, die geleerd heeft de ander warmte te geven.
Ook kennen we het zgn. ouderenpastoraat. Vaak ook door ouderen, die zich beter in de problematiek kunnen inleven. Er is ook een kinder- en jongerenpastoraat in training en functie. Ook hebben we onze gemeente bewust opgedeeld in huiskringen, waarbij 90% actief meedoet. In deze huiskringen, bestaande uit ong. 10-20 mensen, zijn twee echtparen aangesteld. Een is verantwoordelijk voor de herderlijke zorg en het andere echtpaar is verantwoordelijk voor de onderwijzende taak van die kring. We merken hoe men binnen die kleine huiskringen op een heel bijzondere wijze elkaars lasten leert dragen en elkaar vertroost en bemoedigt. Als er meer aandacht nodig is, dan is er het "herdersechtpaar". Vanuit de genade zien we hoe God op een heel bijzondere wijze bezig is om eenvoudige mensen in te schakelen, omdat God alles wat tot leven en godsvrucht strekt gegeven heeft aan zijn gemeente. De overweldigende grote kracht, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, heeft Jezus beschikbaar gesteld aan zijn gemeente om heling, heelheid en herstel te laten plaatsvinden.
TOT SLOT
Hoe is onze relatie tot de professionele hulpverlening? Deze kunnen m.i. hun bestaansrecht alleen maar hebben, als het een geïntegreerde hulpverlening (binnen het werk van de gemeente) is. Dr. Schoonhoven heeft b.v. in zijn werk een persoon geholpen om in zijn problematiek verbetering te brengen; dan zal echter zo'n persoon toch zeker ook weer in de maatschappij terug moeten keren. Dr. Schoonhoven heeft nooit de mogelijkheid om die persoon weer geheel in de samenleving te integreren. Deze persoon dient echter weer "een gezin" terug te vinden. Mogelijk zijn eigen gezin en de gemeente. Daar kan deze persoon ook in alle andere facetten van zijn leven tot bevestiging komen.
Professionele hulpverleners zijn zeker nodig om de gemeente van Christus te helpen, toe te rusten en te ondersteunen, opdat de christelijke hulpverlening steeds meer gestalte gaat krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat we veel meer te bieden hebben dan de seculiere hulpverlening. Niet omdat wij zulke bijzondere mensen zijn, maar omdat we zo'n bijzondere God hebben, en een bijzonder gezin, het gezin van de Levende God, de Gemeente.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.