Afgekeurde toetsstenen
W.J. Pijnacker Hordijk
In het Promisenummer van juli 2009 werden de betrouwbare toetsstenen besproken. Nu volgt het enigszins bewerkte hoofdstuk 9 over ondeugdelijke toetsstenen uit het uitverkochte boek ‘Toetst Alles’ van drs. W.J.A. Pijnacker Hordijk.
We beginnen met een citaat. ‘Ik toets mijn mening over bijvoorbeeld Toronto of Willow Creek aan die van anderen en beoordeel hardop of die beweging past bij mijn beleving van God tot nu toe.’[1] Dit is wel een heel onbetrouwbare subjectieve benadering. Wie zijn die anderen en is mijn beleving wel zo maatgevend en relevant? Bij nadere beschouwing blijken lang niet alle stenen geschikt als toetsstenen. Tussen de toetsstenen, zijn er ook ondeugdelijke normen. Op grond van Gods Woord kunnen deze worden onderscheiden. Laten we onderstaande (wellicht onvolledige) rij onterechte toetsstenen eens nader onderzoeken.
Effecten
Veel mensen leven helaas uit de stelling ‘Het werkt, DUS moet het goed zijn.’ Doch werkzaamheid, succes of voorspoed, rijkdom, populariteit en gezondheid zijn echter géén betrouwbare graadmeters. De rijken worden in de bijbel meer gewaarschuwd dan geprezen. In zijn Bergrede legt Jezus wereldvreemde normen aan voor èchte voorspoed en geluk (= zaligheid). Het pragmatische is verwerpelijk. Niet het middel uit een bron, maar de bron zelf bepaalt de zuiverheid. De resultaten bewijzen op zich niets over de waarheid. De stelling ‘Ik ben wonderbaar genezen, DUS dit deed God’ is te simplistisch. Zie ook 9.4 Miraculeus.
Groei en vermenigvuldiging horen in een gezond en natuurlijk proces, doch zijn geen garantie van zuiverheid. Numerieke groei van de gemeente wordt in het boek Handelingen nadrukkelijk vermeld.[2] Deze groei is echter bij sekten eveneens te vinden. Het christendom mag dan uitgegroeid zijn tot de grootste wereldgodsdienst, ook de islam en het hindoeïsme hebben miljoenen aanhangers. Het tegenovergestelde: ‘small is beautiful’, het elitaire ‘kleine kuddeke’, mag evenmin tot absolute norm voor geestelijke zegen of Gods goedkeuring worden verheven. Kwantiteit kan niet zonder kwaliteit.
Consensus
Dat de algemene gelijkheid van opvatting tevens de juiste zou zijn, is een misvatting. Wat is immers normaal? Wie bepaalt is de norm? In een democratie is dit wat de meerderheid van het volk wil. Menig wereldse mens denkt: indien de meerderheid ergens vóór is, zal het wel goed zijn. Maar de meerderheid kan dwalen. ‘Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen, noch in een rechtsgeding getuigenis afleggen met de meerderheid mee, om het recht te buigen.’[3] In bijbels licht is dus de stelling ‘de meerderheid heeft gelijk’ dus te simpel en onhoudbaar. De eenzame ware profeet Elia nam het op tegen 450 profeten van de Baäl plus de 400 profeten van Asjera.[4] Tegenover vierhonderd profeten waarin één (!) leugengeest bleek te zijn, stond de ene profeet Micha[5]. En de Here Jezus stond alleen, als de ware profeet bij uitstek, tegenover het totale schuldige, menselijke geslacht. Jezus zei dat de poort naar het leven eng is en de weg smal. Slechts weinigen zijn er die hem vinden.[6] Het volk, de meerderheid, is te onstabiel om op te kunnen vertrouwen en op te kunnen bouwen. Het ene moment roept het immers "Hosanna!" en kort daarna: ‘Weg met Hem! Kruisig Hem!’[7] Een christen leeft misschien wel in een democratie, maar voelt zich thuis in een theocratie. Gods wil, ook al gaat deze tegen de wil van een heel volk in, geschiede.
Voortbestaan
Wat te denken van de sussende raad van de onbekeerde Farizeeër Gamaliël over de apostelen in Hand. 5: 38 & 39: Laat u niet in met deze mensen en laat hen geworden; want indien dit streven of dit werk uit mensen is, zal het vernietigd worden, maar indien het uit God is, zult gij hen niet kunnen vernietigen; het mocht eens blijken, dat gij tegen God strijdt.’ Lichtvaardigheid is inderdaad ongepast. Gamaliël pleit (diplomatiek?) voor terughoudendheid en voor het geven van het voordeel van de twijfel aan de eerste christenen. Zijn criterium is het voortbestaan van een beweging. En inderdaad, na twintig eeuwen zijn er nog steeds christenen, en wel tot in de verste uithoeken van de wereld. Toch is dit criterium maar gedeeltelijk legitiem. Immers wat te denken van geestelijke stromingen, religies en diverse zeer oude en ‘succesvolle’ sekten? Hun voortbestaan lijkt minstens zo verzekerd. Kunnen we passief deze laten geworden en wachten met ons oordeel tot het eindgericht op de laatste dag van onze hemelse Rechter? Nee, het moet eerder getoetst worden, ook met andere toetsstenen. Per definitie heeft een vrucht tijd nodig om te rijpen en herkend te worden. Maar na ontwikkeling en onderzoek op andere criteria dan het voorbestaan, zal er wel degelijk stelling genomen moeten worden.
Miraculeus
Soms werden de ware profeten (bijvoorbeeld aan Elia en Elisa) door wonderen bevestigd, als bewijs van hun authenticiteit of echtheid. Dit was echter meer uitzondering dan regel. Hoewel het laatste stuk van Marcus' evangelie tussen [ ] staat, blijkt ook uit Handelingen en de verdere kerkgeschiedenis tot op heden, dat God inderdaad ‘meewerkt en het Woord bevestigt door de tekenen, die erop volgen.’[8] Teveel mensen draaien het om door de wonderen in plaats van het Woord te volgen. Een wonder alleen mag niet tot maatstaf verheven worden, want zelfs indien een wonder geschiedt kan de bron giftig zijn. Zo kan een profetie die in vervulling gaat desondanks niet van God zijn, omdat bijvoorbeeld de profeet ‘afval van de Here bepleit’.[9] De realiteit van de onzichtbare geestelijke wereld onderschrijven we dus volkomen. Wonderen zijn reëel, of we het geloven en ervaren of niet. Er is inderdaad meer tussen hemel en aarde, hoewel de westerse mens daar meestal geen antenne voor heeft. Anderzijds, alles wat bovennatuurlijk is, elk wonder, komt echt niet noodzakelijkerwijze van God. Niet de werking (een wonder) geeft de doorslag, maar de wortel en de vrucht getoetst aan de Bijbel. Laten we als voorbeeld het spreken in tongen nemen. De verwerpelijke zogenaamde streeptheologie verklaart al die wondergaven voor toen en acht ze dus nu niet meer geldig. Het is een historisch feit dat het spreken in tongen en profetie ook in heidense kringen bekend waren, al vóór het begin van onze jaartelling. Wat hiervan te denken? Er is geen reden om aan te nemen dat de wondergaven niet meer zouden bestaan. Menselijke glossolalie en goddelijke tongentaal kunnen en moeten onderscheiden worden[10], want gaven blijken dus te imiteren te zijn. Indien het spreken in vreemde talen een activering van de Mariaverering en een intensere beleving van de eucharistie oplevert, is niet de heilige Geest de bron. Aan de vruchten kent men de boom. De satan kon, kan en zal nog steeds verbazingwekkende wonderen verrichten.[11] Mozes en Aäron waren hier getuigen van, want staven konden slangen worden. Maar laten we de zaken niet omdraaien: beschuldig Mozes niet van toverij, omdat de tovenaars van Farao voor een deel dezelfde tekens deden als hij. Wonderlijke ‘tekens der leugenprofeten’ blijken mogelijk te zijn.[12] Indrukwekkend, maar beslist niet van God. ‘Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen!’ Deze waarschuwende volkswijsheid moeten we goed in onze oren knopen. Wat kunnen wonderen verleidelijk lijken en Satan vermomt zich als een engel van het licht. Hij is als een pseudo-weldoener, een valse filantroop en imitator.
Het beest in Openbaring had twee horens als het Lam, sprak als de draak. Satan (met zijn trawanten) is niet origineel en wordt niet voor niets de ‘aap van God genoemd’. Aan wonderen uit de verkeerde bron hangt wel een prijskaartje. Zijn leus is: ‘koop nu, betaal later’. Uitstel is echter geen afstel; de rekening komt beslist, hij klauwt terug nadat hij eerst wonderlokaas heeft aangeboden. Zowel de wonderlijke zwarte als witte magie, die zogenaamd goed voor de mens zou zijn, zijn door God voor een christen streng verboden, opdat het ons echt wèl zou gaan.
Op het gebied van de populaire alternatieve geneeswijzen is er veel aanbod èn veel verwarring. Alternatieve genezers, reguliere artsen en de Vereniging tegen Kwakzalverij liggen nogal eens met elkaar overhoop. Zowel geneeskrachtige kruiden als giftige planten bestaan. Je vergissen in een al of niet eetbare paddenstoel kan fataal zijn. De stortvloed van aangeboden therapieën (meestal met forse prijskaartjes...) zijn evenmin vrijblijvend en onschuldig. Pas op: baat het niet, schaadt het niet, is te simpel gesteld. Niet simpel is het om als christen daarin een verantwoorde weg te vinden. Zoek voordat u een weg inslaat eerst naar een betrouwbare wegwijzer.[13]
Demonisch getuigenis
Niet alleen als de vos de passie preekt moet de boer op zijn hoede zijn voor zijn kippen. Sommige charismatici[14] menen goed bedoeld in het pastoraat een boze geest te mogen en kunnen ondervragen, om zo, op bovennatuurlijke wijze, aan informatie te komen over de pastorale hulpvrager en over het rijk der duisternis zelf. De op deze wijze verkregen informatie is echter gevaarlijk, verleidelijk, misleidend, onbetrouwbaar en dus waardeloos.
Dat God het raadplegen van geesten een gruwel noemt, zou ons genoeg moeten zijn.[15] Als de geesten zich al manifesteerden in het Nieuwe Testament, ging het initiatief tot een gesprek nooit uit van Jezus of Paulus, integendeel, veeleer beletten zij de demonen te spreken, zelfs àls zij de waarheid zouden spreken. Jacobus stelt nuchter, dat een zilte bron geen zoet water kan geven.[16] Volgens de verpersoonlijking van de waarheid, de Here Jezus, is het getuigenis van de demonen uiterst onbetrouwbaar. Hij zei dat de heer van de boze geesten, de duivel, ‘niet in de waarheid staat, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.’[17] ‘Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel.’[18] Kan het duidelijker? Zouden de demonen trouwens werkelijk hun strategieën bekend maken aan hun vijanden? In Tyatira beweerden mensen dat zij de diepten van de satan hebben leren kennen.[19] Dat is niet bepaald om jaloers op te worden. Christenen zijn daarentegen dus aangewezen op de openbaring door de Here Jezus, de kenner aller harten en de Heilige Geest die alle diepten doorzoekt.[20] Jesaja roept op: ‘Zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden vragen? Tot de wet en tot de getuigenis.’[21]
Het valt homo sapiens zwaar om een gebied van kennis braak te laten liggen. Occult wil zeggen: verborgen en verboden. God vraagt geen begrip maar geloof en gehoorzaamheid. Van de niet-christenen is, op het gebied van ontdekkingen, weinig zelfbeheersing te verwachten. Laten wij daarentegen ootmoedig in 's hemelsnaam onze nieuwsgierigheid bedwingen, tot heil van onszelf, immers: ‘De verborgen dingen zijn voor de HERE onze God, maar de geopenbaarde (door de schepping, de Bijbel en de Here Jezus) zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen.’[22] Gods openbaring moet ons meer dan genoeg zijn. Wellicht stellen wij anders de verkeerde vragen.
Kennis
Het gebrek aan Bijbelkennis is schrikbarend. Sekten spelen in op deze hiaten en vullen hun gelederen met nieuwe bekeerlingen, waarvan menigeen uit de kerken. Met name de priesters werden door God aangesteld om de wetskennis over te dragen en om zelf een voorbeeld te zijn in het houden van de wetten. Doordat zij in gebreke bleven, gold en geldt de uitroep: ‘Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis’[23], wat dus een verwijt speciaal aan de priesters gericht is. Kenmerkend voor het eeuwige leven is het kennen van de enige waarachtige God en Jezus Christus, die de Vader gezonden heeft.[24] Deze kennis is niet puur verstandelijk bedoeld, maar betreft vooral een intieme ervaringskennis. De hoogmoedige Farizeeën zagen neer op het ‘domme volk dat de wet niet kende’, en vervloekten dit zelfs. Zij beweerden eens dat er uit Galilea geen profeet is opgestaan.[25] Bij nader inzien blijkt echter dat zij de meest "succesvolle" profeet over het hoofd hebben gezien: Jona. Hij kwam namelijk wèl uit Galilea.[26] Zo schortte het blijkbaar bij henzèlf aan Bijbelkennis. Het gewone (?) kerkvolk kan onder de indruk zijn van de kennis van geleerde theologen die zich een bepaalde positie hebben verworven. Zij zullen het wel weten. Zijn zij echter door God geleerd? Allerlei vreemde en zelfs ketterse beweringen kunnen worden getolereerd en zelfs gedoceerd op theologische hogescholen en universiteiten. Vervolgens vinden de ketterijen vaak hun weg via de studeerkamer naar de kansel. Te veel worden halve of hele leugens te vaak in de kerkbanken als zoete koek geslikt, wat langzaam werkend vergif blijkt te zijn. In het koninkrijk van God is een academische graad niet van het grootste belang, hoewel we de Here God ook met ons verstand lief moeten hebben. Een zogenaamde ‘simpele ziel’ kan meer geestelijk inzicht tentoonspreiden dan een professor in de theologie. Kennis hebben is dus maar betrekkelijk. Kennis moet toegepast worden en leiden tot wijsheid.
Door feitenkennis, maar ook door kennis gebaseerd op ervaring, kan een mens de ander imponeren. Op zich maakt de kennis opgeblazen.[27] In zijn wijsheid heeft God besloten dat niemand de hele Bijbel volkomen kan uitleggen en de geheimenissen kan doorgronden. Dit houdt ons nederig en van Hem afhankelijk. Toch zijn kennis van zaken en geestelijke inzicht wel degelijk onontbeerlijk. Maar laat het dan wel kennis zijn in overeenstemming met Gods openbaring in de Bijbel, gelouterd door de Heilige Geest.
Tegenover de kennis waarnaar we mogen begeren, staat de verboden kennis. Illegaal verkregen kennis van de occulte wereld is voor de christen taboe. Zoals reeds hierboven beschreven, is de geheime kennis (vergelijk de gnostiek) slechts voor ingewijden. Niettemin is deze dus door God verboden ‘opdat het ons wèl zou gaan!’
Wetenschappelijk verifieerbaar
De Vereniging tegen Kwakzalverij bestrijdt het toepassen van behandelings-en/of onderzoeksmethoden waarvan het nut volgens haar niet wetenschappelijk is aangetoond. Voor veel alternatieve geneeswijzen is dit het geval. Het onderzoek naar alternatieve geneeswijzen wordt door de verenging als nutteloos en onzinnig bestempeld omdat alternatieve behandelingen al honderden jaren worden beoefend en na al die tijd zelfs homeopathie en acupunctuur zich volgens de vereniging in de westerse wereld niet hebben kunnen bewijzen. Daarom tracht deze vereniging medisch onderzoek naar alternatieve geneeswijzen door artsen te bestrijden. Het toepassen van onbewezen en daardoor volgens de vereniging, onwerkzame therapieën door artsen noemt de vereniging ‘medische kwakzalverij’. Dit laatste acht de vereniging nog kwalijker dan kwakzalverij door niet-artsen, omdat artsen een medische en wetenschappelijke opleiding hebben gevolgd, waardoor ze beter in staat zouden moeten zijn om werkzame van niet-werkzame therapieën te onderscheiden dan iemand die geen arts is. Tegenstanders vinden dat de vereniging voorbijgaat aan het idee dat vooruitgang alleen mogelijk zou zijn door de eigen wetenschappelijke (meet)methoden voortdurend in vraag te blijven stellen en open te staan voor ‘alternatieven’ en het ‘onbekende’.[28]
Zo wordt dus constant betwist of homeopathie nu wel of niet wetenschappelijk verantwoord is. De geestelijke wereld laat zich echter niet wetenschappelijk verifiëren en is niet empirisch te bewijzen. Het proefondervindelijk aantonen van wetmatigheden in de geestelijke wereld, zoals de parapsychologie desondanks probeert, sanctioneert deze systemen geenszins. Ter zake van wetenschap gelden begrippen als causaliteit (betrekking van oorzaak en gevolg), objectiviteit en verifieerbaarheid. Vanwege allerlei niet bewezen vooronderstellingen of axioma's kan wetenschap niet neutraal zijn. In feite is objectiviteit een illusie. En een zogenaamd wetenschappelijk bewijs is trouwens nog niet doorslaggevend of iets koosjer is of niet. Het blijft trouwens frappant dat ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke verklaring, patiënten wel degelijk verklaren genezen te zijn dankzij een alternatieve therapie. Hier moet meer aan de hand zijn dan een placebo-effect. Voor christenen moet niet het effect (bijvoorbeeld genezing) noch een wetenschappelijke verklaring een therapie sanctioneren. Niet de wetenschap is maatstaf, maar Gods geopenbaarde wil hierover. Veel staat echter niet concreet benoemd in de Bijbel, daarom moeten we principes uit Gods woord proberen te ontdekken en doortrekken naar het hier en nu.
9.8 Traditie en Vorm
Tradities zijn op zich noch verkeerd noch goed, maar neutraal. Oud is geen automatische garantie dat het ook ‘goud’ is. Hardnekkige dwalingen kunnen immers zeer oud zijn. Een ‘gezonde christen’ is niet per definitie reactionair of conservatief, en evenmin progressief. Wat of hoe is hij dan wel? Hij is niet van politiek links, evenmin van het midden, noch van rechts, maar van ‘boven’. Telkens weer geldt het refrein: terug naar de bron, Gods Woord geleid door Gods Geest.
Oude belijdenisgeschriften, zoals de drie formulieren van enigheid, onderschrijven we van harte, mits deze solide gefundeerd zijn op de Bijbel. Ditzelfde geldt voor de uitspraken van de paus, Calvijn en wie dan ook. Eigentijds en degelijkheid kunnen best samengaan. Je klassiek kleden is geen ultiem bewijs van je geestelijke gesteldheid. Het al dan niet (laten) dragen van een hoofdbedekking door de zusters mag niet berusten op een traditie, maar op grond van exegese van het Woord. Tussen vorm en inhoud hebben we een streng onderscheid te maken. Laten we niet in de valkuil lopen door op het uiterlijk alleen af te gaan en wettisch te worden. ‘Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de HERE ziet het hart aan.’[29] Davids en Paulus’ uiterlijk waren niet indrukwekkend. Het moeilijk te doorgronden innerlijk mogen we nooit onderschatten. Beter langharig dan kortzichtig. Profeten, ook wel zieners genoemd, schoppen heilige huisjes omver, die aan de buitenklant zo fraai en vroom leken. De Here God walgde van de religieuze offercultus, feesten en tempelmuziek[30] die oké leken, omdat de woorden en daden van Israel niet in overeenstemming waren met elkaar.
Allerlei vormen van evangelisatie en liturgie (muziek) bijvoorbeeld kunnen, mogen en misschien wel moeten, gewijzigd, eigentijds en cultureel aangepast worden, maar de inhoud, het evangelie, op zich blijft onopgeefbaar en onveranderlijk. Dit blijkt trouwens in theorie makkelijker te beamen, dan in de praktijk toe te passen. De traditie (b)lijkt steeds weerbarstig te zijn en ‘nieuw’ is niet automatisch ‘beter’.
Sommigen zijn meer gericht op de verpakking dan op de inhoud en vinden dat als het maar boeiend, eigentijds, aansprekend en flitsend gebracht wordt, de boodschap dan wel goed zal zijn. Dit is een misvatting. Inderdaad: het goede moet goed gezegd worden, maar we mogen ons niet blind staren op de vorm of buitenkant. Een uitspraak met galmstem van een predikant in toga vanaf de kansel, is geen garantie dat we hier altijd van harte ‘amen’ op kunnen zeggen. Want wat is de inhoud? Een hedendaagse profeet die aanheft met de woorden ‘Zo spreekt de Heer…’ of omschakelt in Oudnederlands (‘tale Kanaäns’), geeft hiermee evenmin daardoor de garantie dat inderdaad zijn profetie van God komt. Die profetie zal namelijk eerst getoetst moeten worden, omdat er kaf onder het koren te verwachten is. De inhoud van een boodschap is belangrijker dan de presentatie, terwijl de persoon in kwestie ook tegen het licht van Gods Woord moet worden gehouden. Pas dus op voor retorische verleiders, welbespraakte dominees en zalvende profeten, er is namelijk kans op misleiding van argelozen door schoonklinkende en vrome taal.[31]
9.9 Oprechtheid[32]
De volgend toetssteen ‘oprechtheid’ blijkt ook vals te zijn. Dat moge duidelijk worden door de volgende voorbeelden. Alternatieve genezers zullen met volle overtuiging van de juistheid van hun behandelingen hun patiënten proberen te genezen. Soms gebeurt het zelfs gratis. Onbaatzuchtig kan men zijn vermeende spirituele gaven inzetten tot welzijn van de mens. Indien iemand, bijvoorbeeld een Jehova’s Getuige, in alle oprechtheid, in grote ijver en naar beste weten een bepaalde leer verkondigt of praktijk verdedigt, is dit op zich nog geen garantie dat het zuiver is. Men kan namelijk tegelijk oprecht en verblind verkeerd bezig zijn. Met pijn in zijn hart concludeert Paulus het volgende over zijn vroegere geloofsgenoten de Joden: ‘Broeders, de begeerte van mijn hart en mijn gebed over hun behoud gaan tot God uit. Want ik getuig van hen, dat zij ijver voor God bezitten, maar zonder verstand.’[33] Zo was Paulus zelf vroeger ook. In blinde ijver voor God spande Saulus zich in, maar hij besefte niet dat hij daarmee juist God tegenwerkte.[34]Van de toewijding en inzet van moslims die getrouw hun vijf verplichtingen nakomen, kunnen we leren. Zelfs vrome, eerlijke en oprechte predikanten kunnen het toch helemaal mis hebben, ontdekte Loyd-Jones.[35] Onwetendheid is geen verontschuldiging. Onbewuste zonde is nochtans nog steeds zonde, alle goede bedoelingen ten spijt. Het blijkt dus mogelijk te zijn om integer een leugen te propageren.
9.10 Tolerantie
Indien een bepaalde leider of stroming iedereen in zijn waarde laat, alles en iedereen accepteert en tolereert, klinkt dit wel aangenaam en lijkt het humaan, maar het evangelie is echter radicaal exclusief. De zichzelf opofferende Jezus Christus eist alle aanbidding en stelt zichzelf centraal. Hij stelt van zichzelf de enige weg, de waarheid en het leven te zijn.[36]
Jezus waarschuwt de kleurlozen, de mensen op wie schijnbaar niets valt aan te merken: ‘Wee u, wanneer alle mensen wèl van u spreken; immers op dezelfde wijze hebben hun vaderen met de valse profeten gehandeld.’[37] Het evangelie is per definitie controversieel. Jezus kwam niet om vrede te brengen op de aarde, maar het zwaard. ‘Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder, en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.’[38]Paradoxaal is diezelfde Jezus tegelijk de Vredevorst, en prijst de vredestichters zalig. Die vrede, verzoening en harmonie zijn er pas indien een mens aan Gods voorwaarden voldoet: berouw, bekering, geloof in het plaatsvervangend lijden en sterven van de Zalig(gelukkig)maker Jezus Christus. Terwijl yin en yang complementair zijn, zijn volgens Gods Woord licht en duisternis onverzoenlijk.
Neutraliteit bestaat in de geestelijke wereld niet. Nogmaals: objectiviteit is een illusie. Het deprogrammeren van ex-sekteleden ‘tot nul’, tot ze weer zelf kunnen denken, zo dit al kan en mag, is op zich onvoldoende. Het is bovendien zeer de vraag of de zogenaamde toleranten tolerant zijn jegens de intoleranten, bijvoorbeeld de fundamentalisten. Wil iemand niet misleid worden in het toetsen, dan zullen dus telkens de ijkpunten met zorg uitgezocht moeten worden.
drs. W.J.A. Pijnacker Hordijk.
Noten:
[1] Ivar van der Sterre, Omgaan met nieuwe openbaringen De ironie van Efeze, Herstel, juli 1997, p. 23
[2] Hand.2:41, 47, 4:4, 5:14, 6:1, 7, 9:31, 42, 11:24, 14:1, 16:5, 17:4, 18:8, 21:20
[3] Ex.23:2
[4]1Kon.18
[5] 1Kon.22, 2Kron.18
[6] Mat.7:13, 14
[7] Joh.19:15
[8] Marc.16:17-20
[9] Deut.13:1, 2
[10] B.L. Bresson, Studies in Ecstacy (New York: Vantage Press, 1966) en dr. Raymond T. Brock, De therapeutische waarde van het spreken in tongen, deel I terreinverkenning, Parakleet 65, 1e kwartaal 1998, pp. 15, 17
[11] Ex.7:11, 22, 8:7, 2Thes.2:3-12
[12] Jes.44:25, Mat.24:24, Mc.13:22, 2Th.2:19, Op.13:3-14, 16:14, 19:20
[13] Enkele gidsen in het schemerige land:
* drs. E.C. van Balen en anderen, Mag ik alternatief behandeld worden? (Leiden: Groen & Zoon, 1993) 278 pp.
* Gerard Feller en anderen, Tovenaars van de 20e en 21e eeuw Gezondheid en de ‘new age’ Een kritische behandeling van “moderne” alternatieve therapieën (Hoornaar: Gideon, 1995) 288 pp.
* dr. W.J. Ouweneel, Het domein van de slang christelijk handboek over occultisme en mysticisme (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 1982) 400 pp.
[14] Zie "Vragen over de bediening van Ken Thornberg" door Pieter & Helene Bos, a.w. Naast Ken Thornberg bezondigen verder Chuck Lakin en de psychologe Rita Cabezas de Krumm (die haar kennis overdroeg aan onder andere Peter Wagner) zich aan het verzamelen van kennis uit de occulte wereld. Rien v.d. Kraats, Nieuwsbrief nr. 9 van de Werkgroep "Terug naar de Bijbel", 5-6-1997, p. 6
[15] Lev.19:31, 20:27, Deut.18:11, 12
[16] Jac.3:12
[17] Joh.8:44
[18]Jac.4:7
[19] Op.2:24
[20] 1Cor.2:10
[21] Jes.8:19, 20
[22] Deut.29:29
[23] Hos. 4:6
[24] Joh.17:3
[25] Joh.7:45-52
[26] 2Kon.14:25 Misschien kwamen de profeten Nahum en Maleachi ook uit Galilea.
[27] 1Cor.8:1, Col.2:18 vgl. met de openbaringen aan Paulus in 2Cor.12:1-10, en Johannes in Op.22:8, 9
[28] http://nl.wikipedia.org/wiki/Vereniging_tegen_de_Kwakzalverij
[29] 1Sam.16:7, 2Cor.10:1-11
[30] Jes.1:10-17, Hos.5:6, 6:6, 14:3, Amos 5:21-6:7
[31] Rom.16:18
[32] Zie ook 11.1 Confronteren.
[33] Rom.10:1,2
[34] Hand.9:1-9
[35] M.D. Lloyd-Jones, Beproeft alle dingen (Utrecht: de Banier, 1995) p.75, ook p. 57.
[36] Joh.14:6
[37] Luc.6:26
[38] Mat.10:34-36
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.