Hoe christelijk is anselm Grün
Door Martie Dieperink
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Godsbeeld
3. Godservaring
4. De weg naar binnen
5. Algemene spiritualiteit
6. Geloof voor beginners
7. Je ware vrouwelijkheid ontdekken
8. Paulus
1. Inleiding
De Duitse Benedictijner monnik Anselm Grün schrijft bestsellers over spiritualiteit (bijv. God ervaren) die ook door orthodoxe protestanten worden gelezen. Zijn boeken voorzien duidelijk in een behoefte en die behoefte aan spiritualiteit is legitiem. Daar hij de psychotherapie van C.G. Jung en zen-meditatie in zijn denken heeft geïntegreerd, interesseerde het me om enkele boeken van hem te lezen om te zien of de invloed daarvan te merken is. En inderdaad heb ik zijn boeken met gemengde gevoelens gelezen. Enerzijds schrijft hij mooie dingen, maar anderzijds zijn er dingen die niet kloppen. Je vindt in zijn boeken een vermenging van christelijk en new age denken.
2. Godsbeeld
Grün verzet zich tegen eenzijdige godsbeelden, maar zijn eigen godsbeeld is ook eenzijdig. Een almachtig God, een straffende God en God als Rechter zijn voor hem valse beelden. God is voor hem simpel een Aanwezigheid. Hier herkennen we de invloed van zen. Grün neemt verder het gnostische denken over, dat men ook bij Jung vindt, namelijk dat God niet alleen helder licht is, maar ook een donkere kant heeft. De apostel Johannes bestrijdt reeds deze gnostische ketterij: “God is licht en in Hem is er in het geheel geen duisternis” (1 Joh. 1: 5).
Voor de gnosticus Jung en moderne New Agers is de duisternis echter een deel van God zelf, waardoor goed en kwaad worden gerelativeerd. We moeten als mens, zo zegt ook Anselm Grün, het kwaad in onszelf niet verwerpen en bestrijden, maar aanvaarden en integreren.
3. Godservaring
Voor Anselm Grün is er geen directe godservaring mogelijk: “Gods stem is echter niet direct te vernemen, maar als de stem in alle stemmen van de wereld en van de mens” (p. 81) en “in ervaringen van zonsopgang of - ondergang, van windstilte te midden van onweer, van een regenboog tijdens een gesprek, onverwachte ontmoetingen met mensen die me iets belangrijks meedelen, of in een goed verlopen autoreis op een spiegelgladde weg kan ik God zelf ervaren” (p. 128). Het gaat bij hem in feite om natuurmystiek. Alle levenservaringen kunnen voor hem een weg tot godservaring zijn. In diepste wezen maakt het hem niet uit of je aan het avondmaal of de eucharistie deelneemt, of een zoet koekje proeft.
Op zichzelf is natuurmystiek niet verkeerd. Paulus zegt ook dat we uit de schepping God kunnen kennen (Rom. 2). Maar deze weg kan wel gevaarlijk worden als we ons ‘in onszelf’ afdalen.
4. De weg naar binnen
Zowel de psychotherapie van Jung als zen zijn een weg naar binnen. Deze weg vinden we bij Anselm Grün ook. Als we maar diep in onszelf inkeren, vinden we volgens hem God. God is de diepste grond van ons zijn. “Als ik neerdaal in de sectoren van mijn ziel, die ik heb toegedekt en verhuld, zal ik daar God ontdekken die zich verbergt in de diepte van mijn hart” (p. 36). In wezen heeft hij zo geen ontmoeting met de Ander, maar is hij alleen met zichzelf. “Ik ervaar dus God niet als een bepaald iets, als een concrete gestalte, maar ik beleef Hem als mijn door het licht verlichte zelf. Ik ervaar me als één met mezelf” (p. 157).
Deze weg naar binnen kan gevaarlijk zijn. Toen Jung in het onbewuste afdaalde, ging hij er bijna aan ten onder. Hij maakte kennis met demonische krachten. Als gevolg van zijn dieptepsychologisch onderzoek kreeg Jung een geleidegeest (demon) bij zich, die hij Philemon noemde. Deze gerichtheid naar binnen staat in contrast met de spiritualiteit van de Benedictijnen die hijzelf praktiseert in zijn klooster. “Doordat de monniken de Schepper loven en Zijn schepping in hymnen en psalmen bezingen, openen zij hun zintuigen om in de schepping de Schepper te ervaren” (p.146). Echte christelijke spiritualiteit richt de blik in aanbidding naar boven, naar de Transcendente God.
5. Algemene spiritualiteit
Grüns spiritualiteit is er voor christenen en niet-christenen. Het kan ook zonder Jezus. Volgens Grün woont God in ieder mens, maar daar moeten we ons alleen van bewust worden. “Jezus toont aan degenen die God zoeken dat het rijk Gods al in hen is, dat er in hen al een goddelijke kern is, dat zij in God zijn en dat zij slechts in God hun ware wezen vinden” (p. 17).
Natuurlijk, Gods levensadem woont in ieder mens en ook niet-christenen kunnen uit de schepping kennis van God hebben, maar uit de Bijbel leren we ook dat de gemeenschap met God door de zondeval verbroken is en dat we, als we tot een bewuste gemeenschap met de hemelse Vader willen komen, Jezus als de weg nodig hebben. Over die noodzaak spreekt Grün niet. De weg tot God is voor hem het verlangen dat ieder mens heeft.
Anselm Grün. God ervaren, Lannoo – Ten Have, 2001
6. Geloof voor beginners
In het boek Geloof voor beginners van Anselm Grün vinden we mooie christelijke gedachten. Christelijk geloof betekent voor hem een persoonlijke relatie met Jezus Christus. Hij wil zoekende mensen helpen om dit christelijke geloof te herontdekken. Hij zegt mooie dingen over de betekenis van sacramenten waar we als protestanten nog wat van kunnen leren. Een goed advies is: “Telkens als mij leed trof, heeft het mij geholpen om het te aanvaarden en uit te houden door de blik gericht te houden op het kruis van Jezus” (p. 67).
Helaas heeft het boek ook een schaduwzijde. Zo raadt hij christenen aan een tijd lang zen te beoefenen. “Daarom kan het niet de bedoeling zijn om zen en christendom te vermengen. De christen moet zich eerder helemaal in de zen-ervaring onderdompelen. Hij moet ‘oversteken, naar de overkant gaan’ (passing over) en dan terugkeren naar zijn christelijke wijze van denken. Door die overgang wordt zijn christelijke ervaring verrijkt en omgevormd” (p. 11).
Als mensen nog terugkeren vanuit de zen-ervaring, dan is dat wel met een geestelijke besmetting. Dat is ook aan Grün te merken. Hij heeft het vermogen verloren om geesten te onderscheiden. Zo schrijft hij: “Elke religieuze weg leidt – als hij bewust wordt gegaan – tot een diepe ervaring” (p. 11). Alle godsdiensten kunnen volgens hem dus tot God leiden, een typische New-Age -lering. Hij houdt geen rekening met geestelijke misleiding en is zo helaas een verkondiger van dwaalleringen geworden die, zoals duidelijk blijkt uit Visie nr. 42 (2008) ook de noodzaak van het offer van Jezus loochent. God is voor hem alleen maar liefde, er is bij Grün geen plaats meer voor straf voor de zonden en het oordeel van God. We lezen in zijn boek niet over hel, satan en verloren gaan, God aanvaardt ons allemaal onvoorwaardelijk (p. 103). Het kruis is de plaats waar God zijn liefde toont; het is niet meer de plek waar satan werd overwonnen en de mens met God werd verzoend.
Hij verkondigt dus een eenzijdig evangelie. Geen wonder dat hij zo populair is. Dit willen de mensen graag horen.
Anselm Grün, Geloof voor beginners, Lannoo – Ten Have, 2007
7. Je ware vrouwelijkheid ontdekken
In dit boek, dat hij samen met zijn zuster Linda heeft geschreven, omarmt Anselm Grün het feminisme. Ik wil daarvan enkele voorbeelden geven.
1) Over Eva wordt geschreven: “Eva, als moeder van alles wat leeft, leert ons vrouwen wat het betekent het leven in alles te ervaren. Het bracht Eva ertoe de vrucht aan de boom van kennis van goed en kwaad te eten; zij wilde het leven smaken in alle facetten die het te bieden heeft. En ze heeft ook alle consequenties ervaren, ze heeft pijn en geluk gekend. Ze heeft zichzelf leren kennen en daardoor gewonnen aan inzicht en rijpheid” (p. 49). De zondeval wordt geloochend en het paradijsverhaal wordt omgedraaid. Eva heeft er voor haar zelfontplooiing juist goed aan gedaan van de vrucht te eten. Dit is de lering van satanisten, gnostici en feministes!
2) De moedergodin heeft een plaats gekregen in zijn denken. “Voor ons christenen weerspiegelt de moeder ook een belangrijke kant van God, namelijk de moederlijke kant van God …. Al in de oertijd wisten de mensen daarvan, in de verering van de moedergodin. De moeder representeert iets wezenlijks van God. Ze verwijst naar de grote godin die ons leven schenkt en erover waakt dat het leven verandert, dat het blijft rijpen, tot de definitieve verandering in de dood” (p. 50).
Ook hier heeft Grün geen onderscheidingsvermogen. God kan als een moeder zijn, maar wordt in de Bijbel nooit moeder genoemd. De moedergodin is de grote afgod.
3) Evenals er in het heidendom priesteressen waren, kunnen er volgens hem ook in het christendom priesteressen zijn, zonder dat ze nu aan een ambt gebonden zijn. Het gaat in beide gevallen om hetzelfde archetypisch beeld: “het vermogen tot transformatie en het beschermen en behoeden van het heilige vuur” (p. 85). De priesteres is de transformerende vrouw. “In de eucharistieviering verandert de priesteres brood en wijn in het lichaam en bloed van Jezus Christus. De priesterlijke vrouw verandert het dagelijkse leven, zodat het een doorgang wordt voor het eigenlijke, het goddelijke” (p. 90). “Vrouwen hebben een bijzonder vermogen om de goddelijke sporen in de mens op te zoeken en ze te interpreteren. Ze zien in ieder mens de goddelijke kern” (p. 88).
Dit is een typische New-Age -lering. Het boek ademt een New-Age -achtige en
feministische sfeer.
Anselm Grün en Linda Jarosch, Je ware vrouwelijkheid ontdekken, Lannoo – Ten Have 2006
8. Paulus
In dit boek lanceert Grün een nieuwe visie op Paulus, niet dogmatisch, maar vanuit innerlijke ervaring. Het thema van de reformatie “staat tegenwoordig niet meer op de voorgrond” (p. 38). We gebruiken, zo zegt hij, nu psychologische taal. Verlossing wordt psychologisch geduid. Het gaat om de ervaring van de innerlijke vrijheid. “De rechtvaardiging uit het geloof betekent nu juist, dat zij vrij zijn van hun eigen druk om zichzelf te rechtvaardigen” (p. 38). Ook het leven uit de Geest wordt psychologisch geduid: “Leven uit de Geest betekent: leven vanuit de eigen diepte, vanuit de oorspronkelijkheid, vanuit het innerlijke zelf”(p. 39).
Grün heeft het zo vaak over de liefde, maar orthodoxe christenen behandelt hij venijnig. Hij maakt een karikatuur van onze waarschuwing tegen occulte praktijken en stelt daar tegenover: “Niets is er demonisch” (p. 41), alsof dat de visie van Paulus is. Maar Paulus kon heel goed geesten onderscheiden.
Grün onderneemt voorts een felle aanval op de orthodoxe verzoeningsleer. “Fundamentalistische christenen beroepen zich met hun opvatting over verlossing vaak op Paulus, maar ze hebben helemaal niet door hoezeer ze hem verkeerd begrijpen. Ze ontwerpen op basis van de beelden, waarmee Paulus het wonder van de verlossing beschrijft, een dogmatiek. En maar al te vaak schemert daar een wreed godsbeeld in door, als zou God Zijn Zoon in diens lijden de zonden van de wereld hebben doen dragen, opdat wij vrij zouden worden van onze schuld …. Ze hebben volstrekt niet in de gaten hoe ze met hun duistere godsbeeld de boodschap van Paulus vervalsen” (p. 89). We zouden volgens Grün de kruisdood van Jezus tot “bloeddorstig gebeuren” maken. God hoeft in de visie van Grün niet door een offer verzoend te worden. “Verzoening is een gebeuren in onze ziel” (p.100). Grün kan niet tegen het bloed van Jezus, dat voor onze zonden is vergoten. Hij maakt daarom de waarheid die door de Kerk van alle eeuwen is beleden, tot een leugen.
Anselm Grün, Paulus, Ten Have – 2008
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.