God is getrouw
Door J.C. Graaff
TE LEZEN: PSALM 103:1-18, 1 SAMUËL 20:41-43
Psalm 103 is een psalm van David. David heeft van alles in zijn leven ervaren. Zowel de vervullingen van Gods beloften, als ook zijn eigenwilligheid en zelfs ook zonden, die er niet om liegen. Niets menselijks was hem vreemd.
In dat bewogen mensenleven, met zijn ups en downs, heeft de Here God, de God van David, zijn trouw bewezen op een indrukwekkende wijze. Die God is ook onze God! Het gaat in deze studie dan ook over de woorden, die getuigen van Gods trouw. Het is de moeite waard om enkele passages uit het eerste boek van de profeet Samuël te lezen om wat meer zicht te krijgen op wat zich in het leven van David allemaal afspeelde
(zie 1 Samuël 18:20-23, 19:1-3, 21:1-6, 21:10-15). Lees daarna Psalm 103:1-18. In deze Psalm worden allerlei situaties genoemd die in een mensenleven kunnen voorkomen. Ongerechtigheden, ziekte, genezingen, uitreddingen, vergeving, besef van vergankelijkheid. Daar tegenover staat de trouw en de goedertierenheid van de Eeuwige God.
In de Bijbel is het 'verbond' dat David met zijn vriend Jonathan aanging, op één van de diepste punten van zijn leven, een soort afspiegeling van de trouw en goedertierenheid van God. De woorden, die daar in het Oude Testament gebruikt worden, komen zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament telkens weer voor, als het gaat over WIE God is en HOE Hij omgaat met Zijn schepsel, de mens (over dat verbond tussen David en Jonathan kunt u lezen in 1.SamuÎl 20:35-43). Het zijn de Hebreeuwse woorden: 'chesed' en 'emèt'. De bijbel vertaalt die woorden met 'Goedheid, goedertierenheid, goedgunstigheid, trouw, weldadigheid, erbarmen en barmhartigheid.'
In het boek ‘Bijbelse woorden en hun betekenis’, van Ds. F. J. Pop geeft deze theoloog op een duidelijke wijze weer welke betekenis, achtergrond en inhoud die woorden bevatten. Daarom volgt hier een kort citaat uit bovengenoemd boek (blz. 263-264):
"De betekenis van ‘Chesed’:
"Het karakteristieke van dit woord is, dat het gebezigd wordt voor de wijze waarop partners van een verbond zich jegens elkaar behoren te gedragen. David verwacht, op grond van het verbond dat hij en Jonathan gesloten hebben, dat Jonathan jegens hem Chesed (SV.: barmhartigheid, NBG.: trouw en goedgunstigheid) zal bewijzen. Omgekeerd verwacht Jonathan van David hetzelfde. Beiden bidden zij elkaar daarom.
-
De woorden 'barmhartigheid' en 'goedgunstigheid' geven niet geheel weer, wat het woord 'chesed' eigenlijk bedoelt. Wellicht is het beter het te vertalen met loyaliteit. David en Jonathan vragen elkaar immers, dat elk het gesloten verbond loyaal zal nakomen. De ene partner zij de andere geheel en al toegedaan. Hij zal immer bereid en gereed zijn de ander te hulp te komen en voor de ander op te komen. Daarin toont hij, dat hij het verbond ernstig neemt en dat hij zijn partner behandelt met die gezindheid en met die daden, die wij met het woord 'solidariteit' uitdrukken." (einde citaat)
De woorden, die wij over de hoedanigheid - we kunnen in eerbied misschien ook zeggen - over Gods karakter, in de Bijbel dus aantreffen zijn zeer bemoedigend voor ieder mensenkind. Ook kunnen wij uit meerdere gebeurtenissen in zowel het Oude als het Nieuwe Testament leren, hoe de Here God met de mens omgaat.
Al direct op de eerste bladzijden van het boek Genesis lezen wij daarover. In plaats van dat de Here God in zijn heilige toorn de mens vernietigt, zoekt God Adam en Eva op. Hij roept hen en komt ze tegemoet. Zij worden zelfs in hun oorspronkelijke opdracht t.o.v. de overige schepselen hersteld (Gen. 3: 8-21). Als niet zo erg lang daarna Kain zijn broer Abel vermoordt, is Kain doodsbang voor zijn eigen leven. God echter stelde een teken aan Kain, zodat niemand hem zou doden (Gen. 4: 13-15).
Voor David is geen moeite te veel om de goedertierenheid, loyaliteit en de solidariteit van de Here God te roemen en te bezingen (Psalm 103: 10-11). In vers 12 zegt hij hoever God onze overtredingen van ons wegdoet: ‘Zover het oosten is verwijderd van het westen’, en in vers 17 noemt hij de goedertierenheid van God niet aan tijd gebonden, maar ‘van eeuwigheid tot eeuwigheid’, d.w.z. onuitputtelijk en onmeetbaar.
De Here God is uiteindelijk met het zenden van Zijn Zoon Jezus Christus tot het uiterste gegaan. God heeft Zijn Zoon ‘tot zonde gemaakt’ (2 Kor. 5: 21). Als het niet letterlijk zo in de Bijbel stond, zou ik die woorden niet uit durven spreken, want het zou godslasterlijk klinken. Het handelen van de eeuwige God is niet impulsief. Het is zijn eeuwig voornemen. Eigenlijk kunnen wij het begrip eeuwig niet begrijpen. Om zijn goedertierenheid gestalte te geven, heeft God in het Oude Testament het brengen van offers ingesteld. Hij wilde daarmee aantonen, dat het natuurlijke leven er mee gemoeid is. Hij legde voor de mens begrijpelijk uit, wat Hij eenmaal zou doen in Zijn Zoon, om het probleem van de zonde eindelijk op te lossen. Ook wat Abram moest doen met zijn zoon Izaäk was een bewijs dat niet wij mensen in staat waren de verzoening tot stand te brengen, maar de eeuwige God zou Zelf dat offer brengen in Zijn Zoon. ‘God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende (2 Kor. 5: 18-19).’ God deed dat op grond van Zijn belofte aan de eerste mensen, Adam en Eva, zoals staat in Genesis 3: 14-15.
Hoe loyaal en solidair ten opzichte van de mens de Here God is, wordt ons ook nog voorgehouden in de houding, die koning David, toen hij eenmaal koning van Israël was, aannam ten opzichte van een nakomeling van zijn vriend Jonathan. Koning Saul en zijn zoons, waaronder ook Jonathan die de troonopvolger was, werden in een oorlog met de Filistijnen op een verschrikkelijke manier ter dood gebracht. Toen David later tot koning werd uitgeroepen, deed hij navraag naar mogelijke nazaten van koning Saul en in het bijzonder naar kinderen of kleinkinderen van zijn vriend Jonathan. Hij deed dat op grond van het verbond dat hij destijds met Jonathan had gesloten.
Na nauwkeurig onderzoek blijkt er nog één zoon van Jonathan in leven te zijn (2 Samuël 9: 1-13). Hij blijkt de naam Mefiboset te dragen. Hij was nog een baby, toen zijn vader omkwam in de reeds genoemde oorlog tegen de Filistijnen. Een vrouw, die op hem moest passen, wilde dit kind in veiligheid brengen, maar liet het kind in haar haast uit haar handen vallen, waardoor de beide voetjes van de baby ernstig beschadigd werden. Hierdoor kon Mefiboset niet lopen. David laat de man die Mefiboset verzorgt, ook als hij al volwassen is geworden, samen met Mefiboset halen. Bij de eerste ontmoeting is Mefiboset zeer angstig en werpt zich als een bang dier voor David op de grond. David echter tilt hem op en spreekt hem vriendelijk toe. David, de koning van Israël, herstelt deze zoon van Jonathan helemaal in de positie van een 'koningszoon'. Hij krijgt zijn bezittingen terug en zijn verzorger krijgt de opdracht om zijn landerijen te bewerken met zijn familie. Mefiboset mag net zo vaak als hij wil bij David komen eten en in zijn huis logeren.
Met deze manier van handelen geeft David inhoud aan het verbond, dat hij jaren daarvoor sloot met zijn vriend Jonathan. Hij doet dat niet op een benauwde en karige manier, maar loyaal en op een royale manier van solidariteit. Een koninklijk voorbeeld van het Hebreeuwse begrip 'Chesed'.
Zo groot is de inhoud van de woorden 'goedertierenheid, trouw, weldadigheid, goedgunstigheid, barmhartigheid, erbarming' die de Bijbel bedoelt, als het gaat over de ontferming van de Here God en de Here Jezus Christus. In het offer van Zijn Zoon heeft de Here God zich ontfermt over de zondige mens. Eigenlijk is het verschrikkelijk ondankbaar, als de mens niet ingaat op dat aanbod van God. De keus die Mefiboset deed om op de liefdedaden van David in te gaan, was voor David zelf een grote vreugde en een bevestiging van de werkelijkheid van het verbond, dat hij jaren daarvoor met Jonathan aanging.
God, de Vader, heeft Zich reeds direct na de zondeval met zo'n belofte verbonden met de mens, ongeacht wie en wat die mens is. Geloven in Jezus Christus betekent geloven in het VERBOND dat de EEUWIGE GOD sloot met de mens op aarde. Het betekent delen in de overvloed en de loyaliteit van GOD ZELF.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.