Wat is postmodernisme
Door Thomas Gerlach
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Ook genade voor de mens van de nieuwe eeuw
3. Filosofisch relativisme contra 'Jezus is de waarheid'
4. Geestelijke macht
5. Het culturele en religieuze pluralisme contra "Jezus, de enige christus en redder"
6. Meervoudige identiteit contra identiteit in Christus
7. Conclusie
1. Inleiding
Onderstaand artikel is uitgekozen met het oog op de Promise-lustrumdag van 28 november 1997. In drie punten wordt een duidelijke schets gegeven van het wezen van het postmodernisme en het vergeleken met het modernisme en het christelijke/bijbelse denken. Jezus zag met ontferming de schare, die voortgejaagd en afgemat was en bood als alternatief Zijn rust en vrede aan. Vandaag de dag probeert men nog steeds, en altijd nog tevergeefs, de leegte in de mens op te vullen met surrogaat geloof, schijnvrede en valse zielenrust.
2. Ook genade voor de mens van de nieuwe eeuw
Bij het formuleren van een antwoord op het postmodernisme, moeten we toegeven dat we te maken hebben met een manier van denken, die ons vreemd is, en die ook vreemde filosofische, religieuze en culturele systemen in onze maatschappij binnenbrengt.
We moeten de mogelijkheden zien, die door het postmodernisme geboden worden en die een uitdaging vormen voor het gesloten, verstandelijke systeem van het modernisme, dat in het verleden zoveel schade heeft toegebracht aan het evangelie. De hoogmoed, waarmee men meende de werkelijkheid te beheersen en de wereld te kunnen veranderen door de menselijke macht van het verstand, is verdwenen. Frustratie en filosofische hulpeloosheid voeren de boventoon.
Het postmodernisme werpt niet opnieuw een bolwerk op tegen de christenheid, doordat ze methoden van het atheïsme op zou volgen in haar aanslagen op het christelijk geloof. In plaats daarvan wordt het leven van onze tijdgenoten in bezit genomen door een openheid voor al het bovennatuurlijke, voor gemeenschappelijkheid en het streven naar harmonie. Het autonome 'ik' heeft afgedaan. Waar vindt het zijn vrede en identiteit?
Jezus zegt: "Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij" (Joh. 14: 6). Deze woorden zijn een bedreiging en een regelrechte aanval op het filosofisch pluralisme, maar ze zijn de enige hulp voor de mens tegenover de verwoesting binnen de maatschappij, de filosofie en identiteit, welke terecht ook door de postmoderne mens wordt geconstateerd. Wie dus besluit om deze Jezus te ontmoeten, Die van zichzelf zei de Redder van de mensheid te zijn, die zal het ware leven ontvangen. Leven, dat zich bewijzen zal in woord en daad in echte liefde. “Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste stromen” (Joh. 7: 38).
In dit korte antwoord op de filosofie en religie van de new age, zoals het door haar vertegenwoordigers wordt verwoord, kan ik slechts een paar aanwijzingen geven. Niet alle hindernissen die tegen het evangelie zijn gericht, zijn te behandelen. Met drie filosofische basisprincipes wil ik de postmoderne levensbeschouwing en -denkwijze laten zien en hoe we die vanuit Gods Woord tegemoet kunnen treden.
3. Filosofisch relativisme contra 'Jezus is de waarheid'
Zoals telkens in de geschiedenis, gaat het ook in onze tijd niet om de vraag of de waarheid bestaat, want Jezus is de waarheid, of dat ze geloofd wordt of niet; maar het gaat erom hoe de mens waarheid en werkelijkheid onderscheidt.
Filosofie is daarom alleen maar een beschrijving van hoe de mens denkt, en niet een beschrijving van feiten. De moderne mens heeft geprobeerd door middel van het verstand de waarheid naderbij te komen. Afhankelijk van de overtuiging werd de Bijbel op rationele gronden verworpen of aangenomen. Conservatieve evangelische christenen pleiten voor een buiging van het verstand voor de openbaring, en het accepteren van datgene, wat het verstand te boven gaat. Dit was een reactie op het modernisme.
Onze huidige tijdgenoten in het postmodernisme, of ze zich tot new age rekenen of niet, leven echter vanuit de intuïtie. Op grond daarvan plaatsen ze het vrouwelijke principe (intuïtie) boven het mannelijke (het verstand), en verklaren dit geschikt om de werkelijkheid te kunnen ervaren en beschrijven. De overeenkomst tussen deze twee tegenover elkaar staande standpunten bestaat hierin, dat ze de waarheid willen vinden, door iets wat in het menselijk wezen woont, voorheen het verstand genoemd, later intuïtie.
Vandaag de dag worden bij voorkeur sociologische begrippen of personificaties gebruikt om psychologische of ook filosofische onderwerpen te beschrijven (bijv. het vrouwelijke is de harmonie en de intuïtie; het mannelijke is de onderdrukking en het verstand). Daarmee worden geesten opgeroepen tot verwerkelijking van hun gedachten. Deze moeten worden bestreden door de verkondiging dat de waarheid een Persoon is, namelijk Jezus Christus, de Zoon van God, die mens werd.
De postmoderne mens is eerder bereid om de geheimenis over de ware natuur van Christus, ware mens en ware God, aan te nemen dan de moderne mens. De waarheid wordt aan ons getoond, doordat het Woord (logos) tot ons kwam; niet alleen in de openbaring van vele woorden, maar veel meer in de persoon van Jezus Christus, die het Woord des Levens is. Door dit Woord des Levens kunnen we gemeenschap met Hem hebben; een diepe relatie, zoals kinderen met hun ouders (1 Joh. 3: 1); zoals mannen met hun echtgenote (Ef. 5: 20-32); zoals het schaap en de Herder (Joh. 10: 7, 30). Deze relatie tot Christus wordt op een geweldige manier beschreven in 1 Kor. 12: 12-25, waarin staat dat we leden zijn van Zijn lichaam.
In onze postmoderne tijd is het uitoefenen van echte en waarachtige liefde de allerbeste mogelijkheid om duidelijk te maken, wie de 'kinderen van het licht' en wie de 'zonen van de duisternis' zijn (1 Joh. 1: 5). Want ‘God is liefde’, zo wordt ons op onvergelijkbare wijze in de eerste Johannesbrief meegedeeld. We zien dat de grootste vijand, satan, die goddelijke liefde pervers maakt, misbruikt en vervalst, zodat hij de mensheid in de val kan lokken en gevangenneemt in alle mogelijke vormen van leugen.
Waarheid moet daarom te allen tijde verbonden zijn met liefde, om echt te zijn. Een tweede uitspraak over het karakter van God is dan ook: God is Licht, en we kunnen gemeenschap hebben met de apostelen, die Jezus gezien en ervaren hebben. We kunnen in de waarheid leven, omdat we vergeving hebben ontvangen van zonden. Zonde is een overtreding tegen deze gemeenschap (1 Joh. 1).
In het modernisme was de waarheid een beschrijving van datgene wat bestaat en een leugen omvat iets wat niet bestaat of en verkeerd voorstelling van wat wél bestaat. In het postmodernisme is alle waarheid subjectief en wordt overeenkomstig de maatstaven van de betreffende persoonlijke cultuur doorgegeven. "Als jij het gelooft, dan is het waar. Het speelt daarbij geen rol of het werkelijkheid is of niet". Dat klinkt merkwaardig, maar mensen met 'vernieuwd' bewustzijn kunnen zo denken. Tegenover elke vorm van hedendaags filosofisch en ethisch relativisme moeten we benadrukken dat, volgens de bijbelse leer, waarheid goed is, overeenkomstig Hem, Die alleen goed is, God de Vader van onze Here Jezus Christus. Daarentegen komt de aard van de leugen overeen met het transcendente boze uit het rijk der duisternis en is gericht tegen de heiligheid van God.
Elke afzonderlijke bovennatuurlijke ervaring moet getoetst worden aan de openbaring van God. We moeten ons afvragen wat de bron is van een bepaalde ervaring of fenomeen; God, de Vader door de Heilige Geest of satan, de god van deze wereld. Wie de bereidheid heeft deze toetsing te ondergaan of te hanteren, in geloof in Jezus Christus, Die in alle waarheid wil leiden, die zal kunnen onderscheiden en zal waarheid vinden. Doorslaggevend is het kennen van het origineel om vervalsingen te kunnen herkennen. De satan verschijnt als een engel des lichts en creëert een wereld van leugen (virtuele realiteit), waar alles een gevolg is van krachten en kunde van de mens, die door hem beïnvloed en bewoond wordt. De enige weg om iemand uit de gevangenis van deze zelfgeschapen werkelijkheid te bevrijden, is het leren kennen van Jezus, door te verkeren in gemeenschap met Hem. Dat wil dus zeggen; de waarheid te kennen. De mens leert waarheid kennen, door zich te verbinden aan iets wat buiten de grenzen van zijn eigen geest, ziel en lichaam ligt.
4. Geestelijke macht
De denkers uit het postmodernisme hebben juist geconcludeerd dat onze geest en onze woorden te begrensd zijn en niet in staat om dingen, die buiten de ervaring van onze zintuigen liggen, te bevatten. Daarom hebben we het Woord van God nodig, geopenbaard door de Logos, het Levende Woord, en door het geschreven Woord, hetgeen Jezus, de enige Christus, op volkomen wijze beschrijft.
Hoe kunnen we ons nu toegang verschaffen tot zo'n vreemd geheel van ziel en geest van de postmoderne mens? Het probleem daarbij is dat zij niet te benaderen zijn met het verstand, de ratio. De moderne mens had haar werkelijkheid geschapen, waarbij het verstand, als op zichzelf staande functie, de basis vormt voor de opgedane ervaringen. De postmoderne mens daarentegen laat onbevangen allerlei ervaringen over zich komen, die dan vormgeven aan zijn denken. Het (h)erkennen van tegenstellingen en andere logische gedachtegangen kunnen met geweld omgebogen worden, zonder enige moeilijkheid. Bewijsvoering en geldigheid van een zaak is afhankelijk van de vraag of ze macht en kracht verschaffen over mensen, over geestelijke wezens of een afgeleid subjectief gevoel.
Alleen volgelingen van Christus, aan Wie alle macht in hemel en op aarde gegeven is, kunnen zo iemand uitdagen. In vele opzichten lijkt de postmoderne levensvisie op die van sjamanistische gemeenschappen. Het is daarom leerzaam en juist naar zendelingen te luisteren die in verleden en ook tegenwoordig te midden van zulke culturen gewerkt hebben. Door de weerstand, die schuilde in de kracht en machtsstructuren en boze geesten in deze culturen, werden ze gedwongen op verschillende manieren door geestelijke kracht te bewijzen, dat Jezus Christus in Zijn macht en heiligheid uniek is.
Hier is ook ons aanknopingspunt. Voorbede is de sleutel. We vragen de Here Jezus te strijden tegen de transcendente machten, waarop de postmoderne mens vertrouwt, zodat ze geestelijk instorten. Deze ervaring kan ze openen voor het evangelie. Hier is het dat gebed een scheiding zal veroorzaken, net zoals een confronterende discussie een scheiding veroorzaakt bij modernisten. Enkelen zullen hun leven openen en meer willen weten van deze God, maar anderen zullen reageren met haat, en verharden in hun houding. De radicale en eenvoudige boodschap van het evangelie is door alle eeuwen heen in alle culturen altijd al op deze wijze ontvangen. In een tijdperk van macht echter uit dit zich in zeer extreme mate.
Een gezonde bijbelse toepassing van Efeze 6: 10-20 is van fundamentele en doorslaggevende betekenis. Hier is bij op te merken dat het aandoen van de geestelijke wapenrusting en het weerstaan van de boze (vers 11-17) wordt ingeleid door het bevel, om sterk te zijn in de macht Zijner sterkte. Paulus zegt niet: 'zet je verstand op scherp' (vers 10). Die geestelijke sterkte dient ertoe dat Christus hem moed geeft om de geheimenis van het evangelie te verkondigen. Alle brieven van Paulus maken wel duidelijk dat deze apostel het verstand geen nederlaag bezorgt, want zijn uiteenzettingen getuigen van een gezonde logische gedachtegang. Maar hij legt er de nadruk op dat: “hoewel wij leven in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees; want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten en elk bedenksel als krijgsgevangen brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus ..” (2 Kor. 10: 3-5).
Een mens wordt zich niet bewust van de noodzakelijkheid tot verlossing door een bijzonder filosofisch denkvermogen, maar het is de Heilige Geest, die eenieder overtuigt (Joh. 16: 8-11). Wij zijn slechts werktuigen in Zijn dienst, geleid in alle waarheid (Joh. 16: 13). Als we de opdracht van de Heilige Geest juist hebben begrepen om de postmoderne mens te bereiken, dan moeten we het evangelie niet verkondigen “in meeslepende woorden van wijsheid, maar in betoon van Geest en kracht” (1 Kor. 2: 4). Dat mag natuurlijk nooit een strijd zijn van witte magie tegen zwarte magie, zoals dat jammer genoeg wel gebeurd is en wat ook als geestelijke strijd (‘power encounter’) betiteld wordt. Het is noodzakelijk de gezindheid van Christus te hebben, overeenkomstig Zijn karakter en het karakter van de Heilige Geest, zoals Hij in de Bijbel wordt geopenbaard (1 Kor. 2: 12-16). Daarom moeten onze woorden, gebeden en daden de heiligheid en waarheid van Christus weerspiegelen (1 Kor. 11: 1; 1 Thess. 1: 2-6).
5. Het culturele en religieuze pluralisme contra "Jezus, de enige christus en redder"
Het grondbeginsel van de filosofie van het modernisme is een negativisme: er bestaan geen op zichzelf staande dingen, geen morele normen en maatstaven, geen universeel geldende opvatting over het menselijk bestaan, geen universele ethische norm. Zelfs aan natuurkundige wetten wordt getwijfeld. Er bestaat niets wat maatgevend is. Het gevolg daarvan is dat de postmoderne mens niet gelooft in een objectieve realiteit, maar dat eenieder datgene voor waar aanneemt, wat door de groep, waar hij toe behoort, voor waarheid aangenomen is.
Het levensdoel bestaat uit het verkrijgen van macht om de eigen werkelijkheid in daden om te zetten. Over het algemeen wordt gedacht dat het voor de eenling niet mogelijk is zijn werkelijkheid te ontwikkelen zonder een groep gelijkgezinden. Het 'hogere' doel van een groep is slechts macht uit te oefenen op de wirwar van sociale en culturele betrekkingen. De denkers van het postmodernisme noemen Nietzsche (1844 - 1900) hun profeet. Het verlangen naar macht en de wil om te overleven zijn de enige drijfveer voor iedere handeling. Heel bewust verwisselen ze het kennen van God, mogelijk door de schepping en de openbaring in de Bijbel, met een beeld uit hun eigen voorstellingen (Rom. 1: 22-23). Het postmodernisme gaat terug tot de tijd van de openlijke heidense verering van zichtbare of onzichtbare afgoden, van waaruit men kracht verwacht om de wereld om zich heen te manipuleren.
Omdat ze zich niets laten gezeggen door hun ingeschapen geweten (Rom. 2: 14), zullen ze niet kunnen ontkomen aan de toorn van God (Rom. 2: 5-16; 3: 19-23). Ze hebben elk begrip van gerechtigheid verloren en hun eigen geweten gedood door zonden zowel op het sociale- als ook op het occulte terrein. Om deze reden zou men geneigd zijn om Gods oordeel direct over hen af te roepen. Maar Christus verwacht van ons dat we onderscheid kunnen maken tussen de zondaar en de zonde. We worden opgeroepen om de zondaar lief te hebben, maar de zonde te haten. De rijkdom van Zijn goedertierenheid, lankmoedigheid en geduld (Rom. 2: 4) heeft ons tot omkeer en inkeer gebracht.
Daarom is het niet aan ons het oordeel over wie dan ook uit te spreken. Zo moeten we leren de juiste balans te vinden door te leren onderscheid te maken tussen zondaar en zonde door een juist begrip van het toekomstige Godsgericht (Rom. 2: 9-10; Hebr. 13: 4; Openb. 20: 12). Voor onszelf kunnen we alles beoordelen door geestelijke zaken en geestelijke woorden te toetsen in overeenstemming met de gezindheid van Christus (1 Kor. 2: 12-16). Op grond daarvan kunnen we het boze weerstaan om de heiligheid en gerechtigheid van Christus te weerspiegelen.
Maar als we iemand anders ertoe willen brengen in plaats van in de duisternis in het licht van Jezus Christus te komen (Ef. 2: 1-9; 5: 6-10), dan moeten we een beter begrip hebben van de diepe liefde van Jezus Christus, hoe die in Zijn heilig offer aan het kruis zichtbaar werd. Daar bewijst Jezus zijn liefde aan de mens, zelfs toen deze nog zijn vijand was en in goddelijkheid wandelde (Rom. 5: 6-11) Het doel van deze liefde was niet een louter juridische rechtvaardiging, maar de mogelijkheid dat de mens zich met God kon verzoenen. Door het offer van Jezus heeft Hij van vijanden vrienden, en uit dood leven, gemaakt. De verzoening komt tot uitdrukking in liefde tegenover hen die door God de Vader geliefd worden (1 Joh. 5: 1-2). Wanneer wij Zijn liefde en geduld weerspiegelen, zullen enigen gered worden.
Postmodernisten worden niet behouden door woorden die verstandelijk, rationeel worden gesproken, maar door woorden van leven, waarvan de boodschap gedragen wordt door een geloofwaardig leven. Deze meest werkzame evangelisatie methode werd door Paulus al gebruikt, zoals er van hem geschreven staat in 1 Thess. 2: 1-12. Zijn omgang met de mensen in Thessaloniki werd gekenmerkt door een moedig geloof en een onberispelijk leven, gepaard gaande met de bereidheid om ook te lijden. Tegelijkertijd kon men bij hem ook een nederige geest ontdekken, omdat hij voor de Thessalonicenzen liefdevol was als een moeder en bezorgd als een vader. Hij was hartelijk, oprecht en onberispelijk (vers 10). Dit is een uitstekend voorbeeld voor ons.
De sterke weerstand van de postmodernisten tegen rationeel denken en absolute uitspraken kan gezien worden als de grootste uitdaging en gelegenheid voor het christelijk geloof sinds eeuwen. Allereerst zullen we moeten gaan leven naar wat we geloven, opdat we ook begrepen worden. Het grootste geestelijke gemis van de evangelische christenen in de moderne tijd is de tegenstrijdigheid tussen geloof en leven. Deze ziekte zal alle pogingen en kans op resultaat om de postmoderne mens te bereiken in de kiem smoren. Velen van hen hebben daadwerkelijk besloten new-age aanhanger te worden en hebben zich geopend voor het filosofisch pluralisme, omdat ze schipbreuk hebben geleden en verwondingen hebben opgelopen, hen toegebracht door huichelachtige mensen, die zich christenen noemen.
Door een geheiligd leven kunnen we hun vertrouwen winnen zodat er bij hen een verlangen wakker zal worden om daaraan deel te hebben wat ze in ons leven zien. Daarom zullen we elke dag, zoals dat heet, de Here in onze harten moeten heiligen. "Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze" (1 Petr. 3: 15).
We zullen de wereld door het geloof overwinnen, wat bestaat uit twee gedeelten; namelijk het houden van Zijn geboden, omdat we de Vader liefhebben en door te geloven, dat Jezus de eniggeboren Zoon van God de Vader is, die vlees geworden is (1 Joh. 5: 1-5).
6. Meervoudige identiteit contra identiteit in Christus
Het postmodernisme ontkent de waarde van de individuele persoon. Dit is een reactie op de vergoddelijking van de identiteit door de zelfverwerkelijking in het modernisme. Deze zelfverwerkelijking wordt nu inhoud gegeven vanuit een holistisch principe, dat iemand zijn eigen-ik opgeeft om het in te voegen in een groter-ik. Sociologisch komt dit tot uitdrukking in de verschillende subculturen, in een nieuw 'stam-gevoel' en op religieus gebied in het monisme. Het monisme leert dat alles deel uitmaakt van één groot organisme. Zelfs God en de afgoden. Alles is van elkaar afhankelijk in een mystieke eenheid.
In tegenstelling tot het modernisme, waar ieder individu zichzelf waar wilde maken en zich tegenover de ander opstelt in zogenaamde vrijheid, wil de mens van de new-age (postmodernisme) in een bepaalde structuur geïntegreerd zijn. De moderne mens had de mogelijkheid een bepaald aspect van zichzelf te benadrukken door het ontkennen van het andere; bijv. de ontkenning van emoties ten gunste van het verstand. De postmoderne mens beleeft alles met alle delen van zijn bestaan. Het beeld van de moderne mens is de eenzame held. Het postmoderne beeld is de wolf die alleen in groepsverband overleeft. De moderne mens was een aanbidder van de Griekse god van het verstand en maakte van de mens een god die alles overtreft. De postmodernist echter voegt er de afgoden uit het verre oosten aan toe, die de mens ook als god beschouwen, maar hier vanwege de overtuiging dat de mens een deel van Brahman is, een deel van de goddelijke geest.
Om een voorbeeld te geven van de verschillen in het moderne, postmoderne en christelijke denken kijken we naar het seksuele gedrag van de enkeling. De moderne opstelling staat een vrije keuze toe tussen een zedelijk geslachtsleven of juist de verwerping van enige moraal. Het gaat erom dat het Ik (ego) bevredigd wordt, tevredengesteld. Via prostitutie wordt klaarblijkelijk een deel van de persoonlijkheid van veel mannen bevredigd, terwijl andere delen aan hun trekken komen door andere vormen van betrekkingen en relaties. Overal waar deze moderne gezindheid heerst(e) (zie ook de Franse revolutie), behoorden prostitutie en seksuele vrijheid tot kenmerkende bestanddelen van deze beweging.
De postmoderne mens is niet minder egocentrisch als de moderne mens. Hij is nog minder ingeperkt door morele voorschriften. Hij verlangt naar een ervaring, die zowel zijn lichaam, ziel en zelfs zijn geest omvat. Dit resulteert in seksuele magie en seksuele rituelen, die grote weerklank vinden. De gehele persoon wil door zo'n gebeurtenis of belevenis bevredigd worden. Hierbij krijgt men regelrecht met demonie te maken, die aansluiting vindt in de geest van de mens. Wat begint als een zinnelijk beleven wordt nu ook een transcendente ervaring, waarbij zelfs in het lichaam transcendente dingen worden beleefd, als aanbidding door orgiastische gevoelens wordt bedreven. Diverse rituelen worden uit verschillende religies overgenomen of zelf bedacht om de 'totale belevenis' mogelijk te maken.
Om alles volledig te kunnen ervaren, worden verschillende rollen gespeeld en verschillende identiteiten geschapen, zodat het maximale uit elke gebeurtenis gehaald kan worden. Rituelen worden gebruikt om een persoonlijkheid in verschillende delen en in een meervoudig bewustzijn te splitsen. Het ideaal is niet langer een sterke persoonlijkheid die aan niets en niemand onderworpen is (de moderne mens), maar een opgesplitste identiteit, die aansluiting vindt in elke situatie. De veelvoudige persoonlijkheid wordt voor superieur aangezien, omdat de destijds enkelvoudige persoon zijn zogenaamd voordeel ontdekt in haar veelzijdigheid. Dit is het hogere bewustzijn, dat men wil bereiken. Het is de Übermensch van Nietzsche, de gnostische mens (homo noeticus), de new-age mens van deze tijd.
De Bijbel veroordeelt beide. De volgeling van Jezus Christus ziet zich geheel anders. Als we even terugkomen op het voorbeeld van seksuele omgang. De manier hoe de volgelingen van Jezus Christus zijn seksuele leven inricht, staat in scherp contrast met de modernisten en postmodernisten. De gelovige mens is een eenheid en alle delen van zijn persoonlijkheid delen in zijn ervaren. Deze delen werken niet onafhankelijk van elkaar, maar in een harmonisch geheel. Al het ervaren en al het handelen staat onder de lijfspreuk 'Heb uw naaste lief als u zelf.' De gelovige is volledig gericht op zijn medemens. In zijn seksuele leven wordt hij door de liefde ertoe geleid steeds het beste te zoeken voor zijn huwelijkspartner. Dat geldt ook voor alle andere levensterreinen. Hij draagt verantwoording voor de gehele persoon. Zijn liefde weerspiegelt zijn relatie tot Christus en dient als beeld van de geheimenis van de liefde van Christus tot de gemeente. In het huwelijk is de liefde gericht op Christus, op de huwelijkspartner en op zichzelf in een harmonisch samenspel. Elk van deze drie is van grote betekenis voor het geheel, wat huwelijk wordt genoemd. Daardoor valt beide echtgenoten Leven ten deel en beiden zullen ook anderen laten delen in dat Leven (zie Ef. 5: 18-33).
Het 'ik' van de individuele gelovigen vindt zijn identiteit niet in zichzelf, maar zijn nieuwe 'ik' wordt gekenmerkt door heiligheid (1 Joh. 3: 9). Die heiligheid heeft de gelovige in Christus omdat hij weet dat hij voortdurend vergeving nodig heeft (1 Joh.1: 8-10). We zijn tegelijkertijd zondaren en rechtvaardigen. Daarom zijn we geen supermensen, maar dagelijks aangewezen op de genade van God. Maar gerechtvaardigd te zijn betekent vrede te hebben met God door het staan in de genade. We verheugen ons door de hoop op de heerlijkheid en de verwachting van Christus. Ook in moeilijkheden worden we door hem nooit teleurgesteld (Rom. 5: 1-5).
Om op Christus gericht te blijven, worden we er telkens aan herinnerd dat we ondanks onze zwakheid door Hem uitgekozen zijn, hoewel we misschien onszelf wijsmaken, dat we sterk zijn (1 Kor. 1: 26-31). Als we de zelfvernietigende trots van de op macht beluste postmoderne mens ontmoeten, is het goed ons bewust te zijn van onze nederige positie tegenover God. Dit is een van de voorwaarden om de plannen van de boze te verstoren (Jak. 4:6-10). Hierdoor krijgen we deel aan de gezindheid van Christus (Fil. 2: 1-11). Die nieuwe gezindheid is in staat de verantwoording zowel voor anderen als voor zichzelf te nemen, en verstaat en vervult de wil van God (Rom. 12: 1-3). Dit maakt duidelijk dat de christen zijn identiteit in Christus heeft. Het nieuwe Ik is gemaakt overeenkomstig het karakter van Christus. Deze identiteit doordringt alle culturen en samenlevingsvormen (Kol. 3: 1-11).
Datgene wat de gelovige onderscheidt, heeft hij ontvangen, zowel voor de eeuwigheid als ook voor deze tijdelijke wereld. Wij wandelen in dankbaarheid, waardig aan onze roeping, want we vinden onze ware identiteit in het lidmaat zijn van het lichaam van Christus (Ef. 4: 1-6). Als eenlingen zijn we leden van het wereldwijde en onzichtbare lichaam van Christus, met elkander verbonden in ware liefde. Wij behoren tot: "het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid" (1 Tim. 3: 15).
Dit is de ware en levende eenheid, die zo vaak vervalst wordt door rituele eenheid van verschillende postmoderne en vroegere genootschappen en religies. We hebben een eeuwig thuis in Christus en vandaar dat ten diepste het wezen van de gelovige in alle delen wordt geregeerd door de Heilige Geest. In alle ervaringen, zowel in geestelijke zaken als ook de dingen die het leven in deze wereld betreffen, is hij in Jezus geheiligd, en geroepen Hem te dienen en te behagen (1 Thess. 5: 23).
Alle delen van zijn leven, van zijn geest, alle mogelijkheden naar verstand, gevoel en wil, het psychische leven, inclusief gevoelens en voorkeuren, zelfs zijn lichaam worden geleid door de Heilige Geest. Dit geeft ons een diepe verbondenheid en een wonderbaarlijke geborgenheid door de relatie tot God als liefhebbende Vader. Als kinderen van God ontbreekt ons niets, omdat we met de Zoon van God mede-erfgenamen mogen zijn. Dit geeft innerlijke kracht die in het sociale leven ongeëvenaard is. Zelfs in lijden verliezen we de heerlijkheid, namelijk met Jezus in de eeuwigheid te mogen zijn zoals beloofd is, niet uit het oog (Rom. 8: 11-18). Deze hoop komt tot uitdrukking door echte liefde in alle delen van ons bestaan zodat iedereen kan zien, dat we Hem toebehoren.
Kiest dan heden, wie gij dienen zult; dient u zichzelf of Christus? Zo luidt de vraag aan de moderne mens. Hij wil een eigen keuzemogelijkheid. Vandaag de dag moeten we vragen aan wie iemand toebehoort. Waaraan geef je jezelf? Geef je je aan een sociaal systeem, aan vereringen, aan religie, of wil je je aan Christus toevertrouwen en deelhebben aan Zijn leven, deelhebben aan de wereldwijde gemeente? Jezus is de machtigste, aan Wie alles onderworpen is. Door Jezus ben ik verbonden met Zijn lichaam, waarvan Hij het Hoofd is (Ef. 1: 22-23). Niets kan mij scheiden van Zijn liefde, Hij is mijn thuis (Rom. 8: 31-39).
7. Conclusie
Dit artikel brengt de gedachte naar boven dat het verstand, met haar logische denkpatronen, niet meer bruikbaar zou zijn in de postmoderne maatschappij. Evangelische christenen zijn echter mensen, die leven vanuit de Bijbel, en we kunnen niet leven zonder ons door God gegeven verstand te gebruiken, om geestelijke conclusies te trekken. Toch vind ik het belangrijk om te beseffen dat de postmoderne mens niet logisch juist wil denken en het daarom ook niet meer kan, als hij spreekt over religieuze, sociale en ethische onderwerpen. Dit moeten we ons heel goed realiseren en hier niet de fout in gaan, maar dit argument overwinnen door een 'levende' preek, getuigenis. Als de postmoderne mens aandacht schenkt aan het evangelie moeten we hem weer gezond leren nadenken. Een waardering van het denkvermogen kan bereikt worden door het vertrouwen te ontwikkelen in een God, die te vertrouwen is, en Die Zichzelf in de Schrift heeft geopenbaard.
Iemand, die in de postmoderne maatschappij leeft, zal gemakkelijk ten prooi vallen aan de plannen van de boze, wanneer hij zich verzet tegen het trainen van zijn verstand naar bijbelse maatstaven, d.w.z. in overeenstemming met Jezus Christus te denken en handelen. De weg terug naar de Bijbel is hier langer dan in andere culturele omstandigheden. Daarom is het zo belangrijk de Bijbel grondig en zorgvuldig te bestuderen. Onze geest moet vervuld zijn met de voortreffelijkheid van het Woord van God, zodat we gemeenschap kunnen hebben met de God des vredes (Fil. 4: 4-9) die onze vijand, de ‘diabolos’, de door-elkaar-gooier, onder onze voeten zal vertreden (Rom. 16: 20). Het vaderland van de gelovige is de hemel (Fil. 3: 20) en dus moet zijn denken en zijn gedrag dat van zijn tijdgenoten ver overtreffen (Matth. 5: 20) Daar moet hij zich op richten en ernaar streven: "met de rechte kennis van zijn wil vervuld te worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God" (Kol. 1: 9-10).
Om dat te bereiken heeft iedereen het Woord van God nodig, dat levend en krachtig is; het brengt scheiding en beoordeelt de overleggingen en zelfs de gedachten des harten (Hebr. 4: 12). De drieenige God is niet iemand, die alles wil samenvoegen (integratief), maar Hij beijvert Zich dat niets en niemand de plaats, die Hij in ons hart en leven heeft, met Hem deelt. Dat is de reden dat onze zinnen geoefend moeten worden, zodat we door het bestuderen van het Woord van God het evangelie kunnen verkondigen, door het verbinden van geestelijke gedachten met geestelijke woorden (1 Kor. 2: 13). Door onze eenheid met Christus in heiligheid verkrijgen we de gezindheid van Christus, hoewel we blijven zeggen dat we moeten "opwassen in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland Jezus Christus" (2 Petr. 3: 18).
Thomas Gerlach
Uit ‘Journal’ een uitgave van de Sebulon Zuflucht, de International Fellowship for Kinsman Redemption; Marienheide, Duitsland, juli 1997.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Ook genade voor de mens van de nieuwe eeuw
3. Filosofisch relativisme contra 'Jezus is de waarheid'
4. Geestelijke macht
5. Het culturele en religieuze pluralisme contra "Jezus, de enige christus en redder"
6. Meervoudige identiteit contra identiteit in Christus
7. Conclusie
1. Inleiding
Onderstaand artikel is uitgekozen met het oog op de Promise-lustrumdag van 28 november 1997. In drie punten wordt een duidelijke schets gegeven van het wezen van het postmodernisme en het vergeleken met het modernisme en het christelijke/bijbelse denken. Jezus zag met ontferming de schare, die voortgejaagd en afgemat was en bood als alternatief Zijn rust en vrede aan. Vandaag de dag probeert men nog steeds, en altijd nog tevergeefs, de leegte in de mens op te vullen met surrogaat geloof, schijnvrede en valse zielenrust.
2. Ook genade voor de mens van de nieuwe eeuw
Bij het formuleren van een antwoord op het postmodernisme, moeten we toegeven dat we te maken hebben met een manier van denken, die ons vreemd is, en die ook vreemde filosofische, religieuze en culturele systemen in onze maatschappij binnenbrengt.
We moeten de mogelijkheden zien, die door het postmodernisme geboden worden en die een uitdaging vormen voor het gesloten, verstandelijke systeem van het modernisme, dat in het verleden zoveel schade heeft toegebracht aan het evangelie. De hoogmoed, waarmee men meende de werkelijkheid te beheersen en de wereld te kunnen veranderen door de menselijke macht van het verstand, is verdwenen. Frustratie en filosofische hulpeloosheid voeren de boventoon.
Het postmodernisme werpt niet opnieuw een bolwerk op tegen de christenheid, doordat ze methoden van het atheïsme op zou volgen in haar aanslagen op het christelijk geloof. In plaats daarvan wordt het leven van onze tijdgenoten in bezit genomen door een openheid voor al het bovennatuurlijke, voor gemeenschappelijkheid en het streven naar harmonie. Het autonome 'ik' heeft afgedaan. Waar vindt het zijn vrede en identiteit?
Jezus zegt: "Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij" (Joh. 14: 6). Deze woorden zijn een bedreiging en een regelrechte aanval op het filosofisch pluralisme, maar ze zijn de enige hulp voor de mens tegenover de verwoesting binnen de maatschappij, de filosofie en identiteit, welke terecht ook door de postmoderne mens wordt geconstateerd. Wie dus besluit om deze Jezus te ontmoeten, Die van zichzelf zei de Redder van de mensheid te zijn, die zal het ware leven ontvangen. Leven, dat zich bewijzen zal in woord en daad in echte liefde. “Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste stromen” (Joh. 7: 38).
In dit korte antwoord op de filosofie en religie van de new age, zoals het door haar vertegenwoordigers wordt verwoord, kan ik slechts een paar aanwijzingen geven. Niet alle hindernissen die tegen het evangelie zijn gericht, zijn te behandelen. Met drie filosofische basisprincipes wil ik de postmoderne levensbeschouwing en -denkwijze laten zien en hoe we die vanuit Gods Woord tegemoet kunnen treden.
3. Filosofisch relativisme contra 'Jezus is de waarheid'
Zoals telkens in de geschiedenis, gaat het ook in onze tijd niet om de vraag of de waarheid bestaat, want Jezus is de waarheid, of dat ze geloofd wordt of niet; maar het gaat erom hoe de mens waarheid en werkelijkheid onderscheidt.
Filosofie is daarom alleen maar een beschrijving van hoe de mens denkt, en niet een beschrijving van feiten. De moderne mens heeft geprobeerd door middel van het verstand de waarheid naderbij te komen. Afhankelijk van de overtuiging werd de Bijbel op rationele gronden verworpen of aangenomen. Conservatieve evangelische christenen pleiten voor een buiging van het verstand voor de openbaring, en het accepteren van datgene, wat het verstand te boven gaat. Dit was een reactie op het modernisme.
Onze huidige tijdgenoten in het postmodernisme, of ze zich tot new age rekenen of niet, leven echter vanuit de intuïtie. Op grond daarvan plaatsen ze het vrouwelijke principe (intuïtie) boven het mannelijke (het verstand), en verklaren dit geschikt om de werkelijkheid te kunnen ervaren en beschrijven. De overeenkomst tussen deze twee tegenover elkaar staande standpunten bestaat hierin, dat ze de waarheid willen vinden, door iets wat in het menselijk wezen woont, voorheen het verstand genoemd, later intuïtie.
Vandaag de dag worden bij voorkeur sociologische begrippen of personificaties gebruikt om psychologische of ook filosofische onderwerpen te beschrijven (bijv. het vrouwelijke is de harmonie en de intuïtie; het mannelijke is de onderdrukking en het verstand). Daarmee worden geesten opgeroepen tot verwerkelijking van hun gedachten. Deze moeten worden bestreden door de verkondiging dat de waarheid een Persoon is, namelijk Jezus Christus, de Zoon van God, die mens werd.
De postmoderne mens is eerder bereid om de geheimenis over de ware natuur van Christus, ware mens en ware God, aan te nemen dan de moderne mens. De waarheid wordt aan ons getoond, doordat het Woord (logos) tot ons kwam; niet alleen in de openbaring van vele woorden, maar veel meer in de persoon van Jezus Christus, die het Woord des Levens is. Door dit Woord des Levens kunnen we gemeenschap met Hem hebben; een diepe relatie, zoals kinderen met hun ouders (1 Joh. 3: 1); zoals mannen met hun echtgenote (Ef. 5: 20-32); zoals het schaap en de Herder (Joh. 10: 7, 30). Deze relatie tot Christus wordt op een geweldige manier beschreven in 1 Kor. 12: 12-25, waarin staat dat we leden zijn van Zijn lichaam.
In onze postmoderne tijd is het uitoefenen van echte en waarachtige liefde de allerbeste mogelijkheid om duidelijk te maken, wie de 'kinderen van het licht' en wie de 'zonen van de duisternis' zijn (1 Joh. 1: 5). Want ‘God is liefde’, zo wordt ons op onvergelijkbare wijze in de eerste Johannesbrief meegedeeld. We zien dat de grootste vijand, satan, die goddelijke liefde pervers maakt, misbruikt en vervalst, zodat hij de mensheid in de val kan lokken en gevangenneemt in alle mogelijke vormen van leugen.
Waarheid moet daarom te allen tijde verbonden zijn met liefde, om echt te zijn. Een tweede uitspraak over het karakter van God is dan ook: God is Licht, en we kunnen gemeenschap hebben met de apostelen, die Jezus gezien en ervaren hebben. We kunnen in de waarheid leven, omdat we vergeving hebben ontvangen van zonden. Zonde is een overtreding tegen deze gemeenschap (1 Joh. 1).
In het modernisme was de waarheid een beschrijving van datgene wat bestaat en een leugen omvat iets wat niet bestaat of en verkeerd voorstelling van wat wél bestaat. In het postmodernisme is alle waarheid subjectief en wordt overeenkomstig de maatstaven van de betreffende persoonlijke cultuur doorgegeven. "Als jij het gelooft, dan is het waar. Het speelt daarbij geen rol of het werkelijkheid is of niet". Dat klinkt merkwaardig, maar mensen met 'vernieuwd' bewustzijn kunnen zo denken. Tegenover elke vorm van hedendaags filosofisch en ethisch relativisme moeten we benadrukken dat, volgens de bijbelse leer, waarheid goed is, overeenkomstig Hem, Die alleen goed is, God de Vader van onze Here Jezus Christus. Daarentegen komt de aard van de leugen overeen met het transcendente boze uit het rijk der duisternis en is gericht tegen de heiligheid van God.
Elke afzonderlijke bovennatuurlijke ervaring moet getoetst worden aan de openbaring van God. We moeten ons afvragen wat de bron is van een bepaalde ervaring of fenomeen; God, de Vader door de Heilige Geest of satan, de god van deze wereld. Wie de bereidheid heeft deze toetsing te ondergaan of te hanteren, in geloof in Jezus Christus, Die in alle waarheid wil leiden, die zal kunnen onderscheiden en zal waarheid vinden. Doorslaggevend is het kennen van het origineel om vervalsingen te kunnen herkennen. De satan verschijnt als een engel des lichts en creëert een wereld van leugen (virtuele realiteit), waar alles een gevolg is van krachten en kunde van de mens, die door hem beïnvloed en bewoond wordt. De enige weg om iemand uit de gevangenis van deze zelfgeschapen werkelijkheid te bevrijden, is het leren kennen van Jezus, door te verkeren in gemeenschap met Hem. Dat wil dus zeggen; de waarheid te kennen. De mens leert waarheid kennen, door zich te verbinden aan iets wat buiten de grenzen van zijn eigen geest, ziel en lichaam ligt.
4. Geestelijke macht
De denkers uit het postmodernisme hebben juist geconcludeerd dat onze geest en onze woorden te begrensd zijn en niet in staat om dingen, die buiten de ervaring van onze zintuigen liggen, te bevatten. Daarom hebben we het Woord van God nodig, geopenbaard door de Logos, het Levende Woord, en door het geschreven Woord, hetgeen Jezus, de enige Christus, op volkomen wijze beschrijft.
Hoe kunnen we ons nu toegang verschaffen tot zo'n vreemd geheel van ziel en geest van de postmoderne mens? Het probleem daarbij is dat zij niet te benaderen zijn met het verstand, de ratio. De moderne mens had haar werkelijkheid geschapen, waarbij het verstand, als op zichzelf staande functie, de basis vormt voor de opgedane ervaringen. De postmoderne mens daarentegen laat onbevangen allerlei ervaringen over zich komen, die dan vormgeven aan zijn denken. Het (h)erkennen van tegenstellingen en andere logische gedachtegangen kunnen met geweld omgebogen worden, zonder enige moeilijkheid. Bewijsvoering en geldigheid van een zaak is afhankelijk van de vraag of ze macht en kracht verschaffen over mensen, over geestelijke wezens of een afgeleid subjectief gevoel.
Alleen volgelingen van Christus, aan Wie alle macht in hemel en op aarde gegeven is, kunnen zo iemand uitdagen. In vele opzichten lijkt de postmoderne levensvisie op die van sjamanistische gemeenschappen. Het is daarom leerzaam en juist naar zendelingen te luisteren die in verleden en ook tegenwoordig te midden van zulke culturen gewerkt hebben. Door de weerstand, die schuilde in de kracht en machtsstructuren en boze geesten in deze culturen, werden ze gedwongen op verschillende manieren door geestelijke kracht te bewijzen, dat Jezus Christus in Zijn macht en heiligheid uniek is.
Hier is ook ons aanknopingspunt. Voorbede is de sleutel. We vragen de Here Jezus te strijden tegen de transcendente machten, waarop de postmoderne mens vertrouwt, zodat ze geestelijk instorten. Deze ervaring kan ze openen voor het evangelie. Hier is het dat gebed een scheiding zal veroorzaken, net zoals een confronterende discussie een scheiding veroorzaakt bij modernisten. Enkelen zullen hun leven openen en meer willen weten van deze God, maar anderen zullen reageren met haat, en verharden in hun houding. De radicale en eenvoudige boodschap van het evangelie is door alle eeuwen heen in alle culturen altijd al op deze wijze ontvangen. In een tijdperk van macht echter uit dit zich in zeer extreme mate.
Een gezonde bijbelse toepassing van Efeze 6: 10-20 is van fundamentele en doorslaggevende betekenis. Hier is bij op te merken dat het aandoen van de geestelijke wapenrusting en het weerstaan van de boze (vers 11-17) wordt ingeleid door het bevel, om sterk te zijn in de macht Zijner sterkte. Paulus zegt niet: 'zet je verstand op scherp' (vers 10). Die geestelijke sterkte dient ertoe dat Christus hem moed geeft om de geheimenis van het evangelie te verkondigen. Alle brieven van Paulus maken wel duidelijk dat deze apostel het verstand geen nederlaag bezorgt, want zijn uiteenzettingen getuigen van een gezonde logische gedachtegang. Maar hij legt er de nadruk op dat: “hoewel wij leven in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees; want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten en elk bedenksel als krijgsgevangen brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus ..” (2 Kor. 10: 3-5).
Een mens wordt zich niet bewust van de noodzakelijkheid tot verlossing door een bijzonder filosofisch denkvermogen, maar het is de Heilige Geest, die eenieder overtuigt (Joh. 16: 8-11). Wij zijn slechts werktuigen in Zijn dienst, geleid in alle waarheid (Joh. 16: 13). Als we de opdracht van de Heilige Geest juist hebben begrepen om de postmoderne mens te bereiken, dan moeten we het evangelie niet verkondigen “in meeslepende woorden van wijsheid, maar in betoon van Geest en kracht” (1 Kor. 2: 4). Dat mag natuurlijk nooit een strijd zijn van witte magie tegen zwarte magie, zoals dat jammer genoeg wel gebeurd is en wat ook als geestelijke strijd (‘power encounter’) betiteld wordt. Het is noodzakelijk de gezindheid van Christus te hebben, overeenkomstig Zijn karakter en het karakter van de Heilige Geest, zoals Hij in de Bijbel wordt geopenbaard (1 Kor. 2: 12-16). Daarom moeten onze woorden, gebeden en daden de heiligheid en waarheid van Christus weerspiegelen (1 Kor. 11: 1; 1 Thess. 1: 2-6).
5. Het culturele en religieuze pluralisme contra "Jezus, de enige christus en redder"
Het grondbeginsel van de filosofie van het modernisme is een negativisme: er bestaan geen op zichzelf staande dingen, geen morele normen en maatstaven, geen universeel geldende opvatting over het menselijk bestaan, geen universele ethische norm. Zelfs aan natuurkundige wetten wordt getwijfeld. Er bestaat niets wat maatgevend is. Het gevolg daarvan is dat de postmoderne mens niet gelooft in een objectieve realiteit, maar dat eenieder datgene voor waar aanneemt, wat door de groep, waar hij toe behoort, voor waarheid aangenomen is.
Het levensdoel bestaat uit het verkrijgen van macht om de eigen werkelijkheid in daden om te zetten. Over het algemeen wordt gedacht dat het voor de eenling niet mogelijk is zijn werkelijkheid te ontwikkelen zonder een groep gelijkgezinden. Het 'hogere' doel van een groep is slechts macht uit te oefenen op de wirwar van sociale en culturele betrekkingen. De denkers van het postmodernisme noemen Nietzsche (1844 - 1900) hun profeet. Het verlangen naar macht en de wil om te overleven zijn de enige drijfveer voor iedere handeling. Heel bewust verwisselen ze het kennen van God, mogelijk door de schepping en de openbaring in de Bijbel, met een beeld uit hun eigen voorstellingen (Rom. 1: 22-23). Het postmodernisme gaat terug tot de tijd van de openlijke heidense verering van zichtbare of onzichtbare afgoden, van waaruit men kracht verwacht om de wereld om zich heen te manipuleren.
Omdat ze zich niets laten gezeggen door hun ingeschapen geweten (Rom. 2: 14), zullen ze niet kunnen ontkomen aan de toorn van God (Rom. 2: 5-16; 3: 19-23). Ze hebben elk begrip van gerechtigheid verloren en hun eigen geweten gedood door zonden zowel op het sociale- als ook op het occulte terrein. Om deze reden zou men geneigd zijn om Gods oordeel direct over hen af te roepen. Maar Christus verwacht van ons dat we onderscheid kunnen maken tussen de zondaar en de zonde. We worden opgeroepen om de zondaar lief te hebben, maar de zonde te haten. De rijkdom van Zijn goedertierenheid, lankmoedigheid en geduld (Rom. 2: 4) heeft ons tot omkeer en inkeer gebracht.
Daarom is het niet aan ons het oordeel over wie dan ook uit te spreken. Zo moeten we leren de juiste balans te vinden door te leren onderscheid te maken tussen zondaar en zonde door een juist begrip van het toekomstige Godsgericht (Rom. 2: 9-10; Hebr. 13: 4; Openb. 20: 12). Voor onszelf kunnen we alles beoordelen door geestelijke zaken en geestelijke woorden te toetsen in overeenstemming met de gezindheid van Christus (1 Kor. 2: 12-16). Op grond daarvan kunnen we het boze weerstaan om de heiligheid en gerechtigheid van Christus te weerspiegelen.
Maar als we iemand anders ertoe willen brengen in plaats van in de duisternis in het licht van Jezus Christus te komen (Ef. 2: 1-9; 5: 6-10), dan moeten we een beter begrip hebben van de diepe liefde van Jezus Christus, hoe die in Zijn heilig offer aan het kruis zichtbaar werd. Daar bewijst Jezus zijn liefde aan de mens, zelfs toen deze nog zijn vijand was en in goddelijkheid wandelde (Rom. 5: 6-11) Het doel van deze liefde was niet een louter juridische rechtvaardiging, maar de mogelijkheid dat de mens zich met God kon verzoenen. Door het offer van Jezus heeft Hij van vijanden vrienden, en uit dood leven, gemaakt. De verzoening komt tot uitdrukking in liefde tegenover hen die door God de Vader geliefd worden (1 Joh. 5: 1-2). Wanneer wij Zijn liefde en geduld weerspiegelen, zullen enigen gered worden.
Postmodernisten worden niet behouden door woorden die verstandelijk, rationeel worden gesproken, maar door woorden van leven, waarvan de boodschap gedragen wordt door een geloofwaardig leven. Deze meest werkzame evangelisatie methode werd door Paulus al gebruikt, zoals er van hem geschreven staat in 1 Thess. 2: 1-12. Zijn omgang met de mensen in Thessaloniki werd gekenmerkt door een moedig geloof en een onberispelijk leven, gepaard gaande met de bereidheid om ook te lijden. Tegelijkertijd kon men bij hem ook een nederige geest ontdekken, omdat hij voor de Thessalonicenzen liefdevol was als een moeder en bezorgd als een vader. Hij was hartelijk, oprecht en onberispelijk (vers 10). Dit is een uitstekend voorbeeld voor ons.
De sterke weerstand van de postmodernisten tegen rationeel denken en absolute uitspraken kan gezien worden als de grootste uitdaging en gelegenheid voor het christelijk geloof sinds eeuwen. Allereerst zullen we moeten gaan leven naar wat we geloven, opdat we ook begrepen worden. Het grootste geestelijke gemis van de evangelische christenen in de moderne tijd is de tegenstrijdigheid tussen geloof en leven. Deze ziekte zal alle pogingen en kans op resultaat om de postmoderne mens te bereiken in de kiem smoren. Velen van hen hebben daadwerkelijk besloten new-age aanhanger te worden en hebben zich geopend voor het filosofisch pluralisme, omdat ze schipbreuk hebben geleden en verwondingen hebben opgelopen, hen toegebracht door huichelachtige mensen, die zich christenen noemen.
Door een geheiligd leven kunnen we hun vertrouwen winnen zodat er bij hen een verlangen wakker zal worden om daaraan deel te hebben wat ze in ons leven zien. Daarom zullen we elke dag, zoals dat heet, de Here in onze harten moeten heiligen. "Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze" (1 Petr. 3: 15).
We zullen de wereld door het geloof overwinnen, wat bestaat uit twee gedeelten; namelijk het houden van Zijn geboden, omdat we de Vader liefhebben en door te geloven, dat Jezus de eniggeboren Zoon van God de Vader is, die vlees geworden is (1 Joh. 5: 1-5).
6. Meervoudige identiteit contra identiteit in Christus
Het postmodernisme ontkent de waarde van de individuele persoon. Dit is een reactie op de vergoddelijking van de identiteit door de zelfverwerkelijking in het modernisme. Deze zelfverwerkelijking wordt nu inhoud gegeven vanuit een holistisch principe, dat iemand zijn eigen-ik opgeeft om het in te voegen in een groter-ik. Sociologisch komt dit tot uitdrukking in de verschillende subculturen, in een nieuw 'stam-gevoel' en op religieus gebied in het monisme. Het monisme leert dat alles deel uitmaakt van één groot organisme. Zelfs God en de afgoden. Alles is van elkaar afhankelijk in een mystieke eenheid.
In tegenstelling tot het modernisme, waar ieder individu zichzelf waar wilde maken en zich tegenover de ander opstelt in zogenaamde vrijheid, wil de mens van de new-age (postmodernisme) in een bepaalde structuur geïntegreerd zijn. De moderne mens had de mogelijkheid een bepaald aspect van zichzelf te benadrukken door het ontkennen van het andere; bijv. de ontkenning van emoties ten gunste van het verstand. De postmoderne mens beleeft alles met alle delen van zijn bestaan. Het beeld van de moderne mens is de eenzame held. Het postmoderne beeld is de wolf die alleen in groepsverband overleeft. De moderne mens was een aanbidder van de Griekse god van het verstand en maakte van de mens een god die alles overtreft. De postmodernist echter voegt er de afgoden uit het verre oosten aan toe, die de mens ook als god beschouwen, maar hier vanwege de overtuiging dat de mens een deel van Brahman is, een deel van de goddelijke geest.
Om een voorbeeld te geven van de verschillen in het moderne, postmoderne en christelijke denken kijken we naar het seksuele gedrag van de enkeling. De moderne opstelling staat een vrije keuze toe tussen een zedelijk geslachtsleven of juist de verwerping van enige moraal. Het gaat erom dat het Ik (ego) bevredigd wordt, tevredengesteld. Via prostitutie wordt klaarblijkelijk een deel van de persoonlijkheid van veel mannen bevredigd, terwijl andere delen aan hun trekken komen door andere vormen van betrekkingen en relaties. Overal waar deze moderne gezindheid heerst(e) (zie ook de Franse revolutie), behoorden prostitutie en seksuele vrijheid tot kenmerkende bestanddelen van deze beweging.
De postmoderne mens is niet minder egocentrisch als de moderne mens. Hij is nog minder ingeperkt door morele voorschriften. Hij verlangt naar een ervaring, die zowel zijn lichaam, ziel en zelfs zijn geest omvat. Dit resulteert in seksuele magie en seksuele rituelen, die grote weerklank vinden. De gehele persoon wil door zo'n gebeurtenis of belevenis bevredigd worden. Hierbij krijgt men regelrecht met demonie te maken, die aansluiting vindt in de geest van de mens. Wat begint als een zinnelijk beleven wordt nu ook een transcendente ervaring, waarbij zelfs in het lichaam transcendente dingen worden beleefd, als aanbidding door orgiastische gevoelens wordt bedreven. Diverse rituelen worden uit verschillende religies overgenomen of zelf bedacht om de 'totale belevenis' mogelijk te maken.
Om alles volledig te kunnen ervaren, worden verschillende rollen gespeeld en verschillende identiteiten geschapen, zodat het maximale uit elke gebeurtenis gehaald kan worden. Rituelen worden gebruikt om een persoonlijkheid in verschillende delen en in een meervoudig bewustzijn te splitsen. Het ideaal is niet langer een sterke persoonlijkheid die aan niets en niemand onderworpen is (de moderne mens), maar een opgesplitste identiteit, die aansluiting vindt in elke situatie. De veelvoudige persoonlijkheid wordt voor superieur aangezien, omdat de destijds enkelvoudige persoon zijn zogenaamd voordeel ontdekt in haar veelzijdigheid. Dit is het hogere bewustzijn, dat men wil bereiken. Het is de Übermensch van Nietzsche, de gnostische mens (homo noeticus), de new-age mens van deze tijd.
De Bijbel veroordeelt beide. De volgeling van Jezus Christus ziet zich geheel anders. Als we even terugkomen op het voorbeeld van seksuele omgang. De manier hoe de volgelingen van Jezus Christus zijn seksuele leven inricht, staat in scherp contrast met de modernisten en postmodernisten. De gelovige mens is een eenheid en alle delen van zijn persoonlijkheid delen in zijn ervaren. Deze delen werken niet onafhankelijk van elkaar, maar in een harmonisch geheel. Al het ervaren en al het handelen staat onder de lijfspreuk 'Heb uw naaste lief als u zelf.' De gelovige is volledig gericht op zijn medemens. In zijn seksuele leven wordt hij door de liefde ertoe geleid steeds het beste te zoeken voor zijn huwelijkspartner. Dat geldt ook voor alle andere levensterreinen. Hij draagt verantwoording voor de gehele persoon. Zijn liefde weerspiegelt zijn relatie tot Christus en dient als beeld van de geheimenis van de liefde van Christus tot de gemeente. In het huwelijk is de liefde gericht op Christus, op de huwelijkspartner en op zichzelf in een harmonisch samenspel. Elk van deze drie is van grote betekenis voor het geheel, wat huwelijk wordt genoemd. Daardoor valt beide echtgenoten Leven ten deel en beiden zullen ook anderen laten delen in dat Leven (zie Ef. 5: 18-33).
Het 'ik' van de individuele gelovigen vindt zijn identiteit niet in zichzelf, maar zijn nieuwe 'ik' wordt gekenmerkt door heiligheid (1 Joh. 3: 9). Die heiligheid heeft de gelovige in Christus omdat hij weet dat hij voortdurend vergeving nodig heeft (1 Joh.1: 8-10). We zijn tegelijkertijd zondaren en rechtvaardigen. Daarom zijn we geen supermensen, maar dagelijks aangewezen op de genade van God. Maar gerechtvaardigd te zijn betekent vrede te hebben met God door het staan in de genade. We verheugen ons door de hoop op de heerlijkheid en de verwachting van Christus. Ook in moeilijkheden worden we door hem nooit teleurgesteld (Rom. 5: 1-5).
Om op Christus gericht te blijven, worden we er telkens aan herinnerd dat we ondanks onze zwakheid door Hem uitgekozen zijn, hoewel we misschien onszelf wijsmaken, dat we sterk zijn (1 Kor. 1: 26-31). Als we de zelfvernietigende trots van de op macht beluste postmoderne mens ontmoeten, is het goed ons bewust te zijn van onze nederige positie tegenover God. Dit is een van de voorwaarden om de plannen van de boze te verstoren (Jak. 4:6-10). Hierdoor krijgen we deel aan de gezindheid van Christus (Fil. 2: 1-11). Die nieuwe gezindheid is in staat de verantwoording zowel voor anderen als voor zichzelf te nemen, en verstaat en vervult de wil van God (Rom. 12: 1-3). Dit maakt duidelijk dat de christen zijn identiteit in Christus heeft. Het nieuwe Ik is gemaakt overeenkomstig het karakter van Christus. Deze identiteit doordringt alle culturen en samenlevingsvormen (Kol. 3: 1-11).
Datgene wat de gelovige onderscheidt, heeft hij ontvangen, zowel voor de eeuwigheid als ook voor deze tijdelijke wereld. Wij wandelen in dankbaarheid, waardig aan onze roeping, want we vinden onze ware identiteit in het lidmaat zijn van het lichaam van Christus (Ef. 4: 1-6). Als eenlingen zijn we leden van het wereldwijde en onzichtbare lichaam van Christus, met elkander verbonden in ware liefde. Wij behoren tot: "het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid" (1 Tim. 3: 15).
Dit is de ware en levende eenheid, die zo vaak vervalst wordt door rituele eenheid van verschillende postmoderne en vroegere genootschappen en religies. We hebben een eeuwig thuis in Christus en vandaar dat ten diepste het wezen van de gelovige in alle delen wordt geregeerd door de Heilige Geest. In alle ervaringen, zowel in geestelijke zaken als ook de dingen die het leven in deze wereld betreffen, is hij in Jezus geheiligd, en geroepen Hem te dienen en te behagen (1 Thess. 5: 23).
Alle delen van zijn leven, van zijn geest, alle mogelijkheden naar verstand, gevoel en wil, het psychische leven, inclusief gevoelens en voorkeuren, zelfs zijn lichaam worden geleid door de Heilige Geest. Dit geeft ons een diepe verbondenheid en een wonderbaarlijke geborgenheid door de relatie tot God als liefhebbende Vader. Als kinderen van God ontbreekt ons niets, omdat we met de Zoon van God mede-erfgenamen mogen zijn. Dit geeft innerlijke kracht die in het sociale leven ongeëvenaard is. Zelfs in lijden verliezen we de heerlijkheid, namelijk met Jezus in de eeuwigheid te mogen zijn zoals beloofd is, niet uit het oog (Rom. 8: 11-18). Deze hoop komt tot uitdrukking door echte liefde in alle delen van ons bestaan zodat iedereen kan zien, dat we Hem toebehoren.
Kiest dan heden, wie gij dienen zult; dient u zichzelf of Christus? Zo luidt de vraag aan de moderne mens. Hij wil een eigen keuzemogelijkheid. Vandaag de dag moeten we vragen aan wie iemand toebehoort. Waaraan geef je jezelf? Geef je je aan een sociaal systeem, aan vereringen, aan religie, of wil je je aan Christus toevertrouwen en deelhebben aan Zijn leven, deelhebben aan de wereldwijde gemeente? Jezus is de machtigste, aan Wie alles onderworpen is. Door Jezus ben ik verbonden met Zijn lichaam, waarvan Hij het Hoofd is (Ef. 1: 22-23). Niets kan mij scheiden van Zijn liefde, Hij is mijn thuis (Rom. 8: 31-39).
7. Conclusie
Dit artikel brengt de gedachte naar boven dat het verstand, met haar logische denkpatronen, niet meer bruikbaar zou zijn in de postmoderne maatschappij. Evangelische christenen zijn echter mensen, die leven vanuit de Bijbel, en we kunnen niet leven zonder ons door God gegeven verstand te gebruiken, om geestelijke conclusies te trekken. Toch vind ik het belangrijk om te beseffen dat de postmoderne mens niet logisch juist wil denken en het daarom ook niet meer kan, als hij spreekt over religieuze, sociale en ethische onderwerpen. Dit moeten we ons heel goed realiseren en hier niet de fout in gaan, maar dit argument overwinnen door een 'levende' preek, getuigenis. Als de postmoderne mens aandacht schenkt aan het evangelie moeten we hem weer gezond leren nadenken. Een waardering van het denkvermogen kan bereikt worden door het vertrouwen te ontwikkelen in een God, die te vertrouwen is, en Die Zichzelf in de Schrift heeft geopenbaard.
Iemand, die in de postmoderne maatschappij leeft, zal gemakkelijk ten prooi vallen aan de plannen van de boze, wanneer hij zich verzet tegen het trainen van zijn verstand naar bijbelse maatstaven, d.w.z. in overeenstemming met Jezus Christus te denken en handelen. De weg terug naar de Bijbel is hier langer dan in andere culturele omstandigheden. Daarom is het zo belangrijk de Bijbel grondig en zorgvuldig te bestuderen. Onze geest moet vervuld zijn met de voortreffelijkheid van het Woord van God, zodat we gemeenschap kunnen hebben met de God des vredes (Fil. 4: 4-9) die onze vijand, de ‘diabolos’, de door-elkaar-gooier, onder onze voeten zal vertreden (Rom. 16: 20). Het vaderland van de gelovige is de hemel (Fil. 3: 20) en dus moet zijn denken en zijn gedrag dat van zijn tijdgenoten ver overtreffen (Matth. 5: 20) Daar moet hij zich op richten en ernaar streven: "met de rechte kennis van zijn wil vervuld te worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God" (Kol. 1: 9-10).
Om dat te bereiken heeft iedereen het Woord van God nodig, dat levend en krachtig is; het brengt scheiding en beoordeelt de overleggingen en zelfs de gedachten des harten (Hebr. 4: 12). De drieenige God is niet iemand, die alles wil samenvoegen (integratief), maar Hij beijvert Zich dat niets en niemand de plaats, die Hij in ons hart en leven heeft, met Hem deelt. Dat is de reden dat onze zinnen geoefend moeten worden, zodat we door het bestuderen van het Woord van God het evangelie kunnen verkondigen, door het verbinden van geestelijke gedachten met geestelijke woorden (1 Kor. 2: 13). Door onze eenheid met Christus in heiligheid verkrijgen we de gezindheid van Christus, hoewel we blijven zeggen dat we moeten "opwassen in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland Jezus Christus" (2 Petr. 3: 18).
Thomas Gerlach
Uit ‘Journal’ een uitgave van de Sebulon Zuflucht, de International Fellowship for Kinsman Redemption; Marienheide, Duitsland, juli 1997.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.