Channeling - deel 2
Door Douglas Groothuis - vertaling Gerard Feller
Inleiding
In een tijd van toenemende secularisatie, eenzaamheid, corona, stress en onzekerheid wordt de moderne mens steeds meer op zichzelf gericht. Wij leven in een tijd vol problemen, spanningen en onzekerheid. Wat zal de dag van morgen brengen? Hoe zal een operatie, examen, relatie of sollicitatie, aflopen? Overleef ik een besmetting met covid-19? In twee artikelen laten Gerard Feller (Channeling - deel 1) en Douglas Groothuis (Channeling - deel 2) zien dan channelen een bedrieglijke, misleidende vorm van waarheidsvinding, profetie en contact met de doden is.
Inleiding
In een tijd van toenemende secularisatie, eenzaamheid, corona, stress en onzekerheid wordt de moderne mens steeds meer op zichzelf gericht. Wij leven in een tijd vol problemen, spanningen en onzekerheid. Wat zal de dag van morgen brengen? Hoe zal een operatie, examen, relatie of sollicitatie, aflopen? Overleef ik een besmetting met covid-19? In twee artikelen laten Gerard Feller (Channeling - deel 1) en Douglas Groothuis (Channeling - deel 2) zien dan channelen een bedrieglijke, misleidende vorm van waarheidsvinding, profetie en contact met de doden is.
Ieder mens heeft in meerdere of mindere mate een verlangen naar zingeving. We verlangen allemaal naar een zekerheid waarin we ons bestaan kunnen verklaren. Een doel in het leven dat ons vertrouwen geeft in omstandigheden van vreugde van lijden en van leven en dood. Dit verlangen speelt vooral in tijden van crisis zoals het verlies van een baan, de dood van een familielid of als we in ons leven te maken krijgen met belangrijke mijlpalen zoals: verhuizing, huwelijk, echtscheiding of de geboorte van een kind. Voor die zingeving kunnen we te rade gaan bij de openbaringen van God of tot vervalsingen van de waarheid van God.
Spreuken 29:18: ‘Zonder profetie vervalt het volk tot bandeloosheid, wie de wet in acht neemt, is gelukkig (1).’
Het geloof in de drie-enige God, het evangelie van Jezus Christus en de Bijbel zijn de kenbronnen van die openbaring en voor christenen ‘een parel van grote waarde’ (2). Of zoals Francis Schaeffer het uitdrukte: “De oneindige en persoonlijke God is de volkomen bron voor iedereen, Hij openbaart wat we moeten weten om verlost te worden en om Hem en onze naaste lief te hebben zoals we zouden moeten” (Matt. 22: 37-40). Het christendom is een echte ‘kennistraditie’ zoals J.P. Moreland benadrukt heeft (4). Christen-zijn is geen kwestie van blind geloof maar van rationeel vertrouwen in de waarheid die God heeft bekendgemaakt.
Vervalsingen
Maar vervalsingen van goddelijke openbaring zijn er in een gevallen wereld in overvloed. Mensen verlangen ernaar en zoeken naar openbaringen voor hun leven die niet door God zelf zijn geautoriseerd. Daarom waarschuwt de Bijbel voor valse discipelen (Matt. 7: 21–23), valse evangeliën (Gal. 1: 6–11), valse profeten (Deut. 13: 1–5; 18: 15–22), valse engelen (2 Kor. 11: 14), valse leraren (2 Tim. 4: 3–4; 1 Johannes 4: 1–6), en zelfs valse christussen (Matt. 24: 24). Een dergelijke bron voor valse openbaring staat bekend als channelen. Channelen is een New Age-praktijk waarbij iemand fungeert als een doorgeefluik of medium voor communicatie met de doden of van een ander onstoffelijk lichaam. Deze communicatie wordt als speciaal beschouwd en gaat verder dan het normale menselijke kennen. Daarom worden ze vaak als gezaghebbend en maatgevend beschouwd.
Vroeger gebruikte men voor channelen de woorden mediamieke consulten of spiritisme. Edgar Cayce (1877–1945) beweerde een medium te zijn voor spirituele openbaringen van Jezus over redding en het hiernamaals. Hij werd ook de 'slapende profeet' genoemd, omdat hij in een slaapachtige trance zou gaan terwijl hij zijn vermeende openbaringen zou geven, die overigens onbijbelse verhalen over Jezus en onconventionele gezondheidsmiddelen bevatten (5). Het woord spiritisme wordt ook gebruikt voor contact met de doden. Deze beweging begon in de negentiende eeuw in Amerika en leerde dat de doden op verschillende manieren met de levenden communiceren, zoals kloppen, bewegende tafels, geestenfotografie en meer.
Meer recentelijk werd de reeks met drie delen van A Course in Miracles (1965) genoemd, doorgegeven door Helen Schucman, die schreef wat ‘Jezus’ zelf aan haar dicteerde. De voormalige populaire New Age leraar en democratische presidentskandidaat, Marianne Williamson, nam deze leer als de basis van haar wereldbeeld. Ze vertelt dit in haar boek ‘A Return to Love’ (1992) (6). Een meer intellectueel verfijnd wereldbeeld werd ontvangen door de occulte Duitse filosoof, Rudolf Steiner (1861–1925), een Goethe-geleerde, productief schrijver en oprichter van Waldorf-onderwijs. Steiner noemde zichzelf een 'helderziende' en beweerde zijn esoterische informatie te halen uit 'de akashische gebeurtenissen’ (7).
Traditionele of inheemse religies, vroeger primitieve religies genoemd, houden altijd een vorm van sjamanisme in, waarbij een sjamaan met geesten in contact komt om het kwaad af te weren of het goede voor zijn stam te bewerken. De geest of geesten nemen bezit van de sjamaan, die dient als intermediair tussen de geestenwereld en de mensenwereld. In die zin steunt traditionele religie ook op een soort sjamanisme. Met de opkomst van het neopaganisme wordt deze vorm van channelen aantrekkelijk voor velen die contact willen hebben met de geestelijke wereld.
Zo zijn er nog veel meer verschillende voorbeelden van channelen. In alle gevallen beweren mensen toegang te krijgen tot kennis door hun vaardigheid om naar spirituele wezens te luisteren of door spirituele bronnen anders niet-beschikbare feiten te verzamelen. Een speciaal begaafd persoon wordt beschouwd als bemiddelaar van deze communicatie. De berichten kunnen worden gegeven aan bepaalde mensen in eenmalige situaties of ze worden gepubliceerd in boeken of verspreid via andere media.
Drie mogelijkheden
Hoe moeten we dit fenomeen verklaren? Er zijn slechts drie mogelijkheden om uit te leggen wat er aan de hand is. Ten eerste kunnen mensen nepcontact maken met geesten of spirituele ontvankelijke mediums voor financiële of andere doeleinden. Fraude komt net zo vaak voor in religie als elders, misschien zelfs vaker. Ten tweede kunnen mensen die channelen aan een psychische aandoening lijden waardoor ze denken dat ze spreekbuizen zijn van andere entiteiten terwijl ze in feite lijden aan een schizoïde stoornis waarbij een deel van de persoonlijkheid zich afsplitst van de andere delen en zichzelf als gescheiden van de hele persoon ziet. Ten derde kan men in contact staan met objectief reële entiteiten die noch menselijk noch goddelijk zijn. Deze categorie bestaat uit engelen, gevallen of niet gevallen.
Hoewel niet-gevallen engelen in de hele Schrift verschijnen en met mensen communiceren, hebben ze geen menselijke bemiddelaar nodig om te spreken of te handelen. De engel Gabriël sprak bijvoorbeeld in de tempel met Zacharia over zijn zoon, Johannes de Doper (Luc. 1: 8–20). Engelen dienden Jezus nadat Hij werd verleid door de duivel in de woestijn, maar we weten niet wat ze bespraken (Matt. 4: 11). In het licht hiervan heeft het idee dat iemand "een engel raadpleegt als tussenpersoon" (wat ongeveer twintig jaar geleden een trend was) geen Bijbelse betekenis en zou het daarom moeten worden verworpen. Channelen en engelenactiviteit zijn twee verschillende zaken.
Gevallen engelen zijn demonen of boze geesten; ze volgen Satan zelf, die 'de vader van de leugen' is (Johannes 8: 44). Jezus wierp hen vaak uit en bevrijdde mensen tijdens Zijn aardse bediening en bestreed de duivel zelf toen Hij werd verzocht in de woestijn (Matt. 4: 1–11; Luk. 4: 1–13). Judas vertelt ons iets over hen: "De engelen die hun gezagsposities niet hebben behouden maar hun juiste woning hebben verlaten, deze heeft hij in duisternis gehouden, gebonden met eeuwige ketenen voor oordeel op de grote dag" (Judas 6; zie ook 2 Petr. 2: 4). Niettemin zijn de duivel en demonen vandaag actief in de wereld, zoals Paulus ons waarschuwt bij het schrijven over valse leiders. “Want zulke mensen zijn valse apostelen, bedrieglijke werkers, vermomd als apostelen van Christus. En geen wonder, want Satan vermomt zich als een engel van het licht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn dienaren zich ook voordoen als dienaren van gerechtigheid. Hun einde zal zijn wat hun acties verdienen“ (2 Kor. 11: 13–15; zie ook 1 Johannes 4: 1–6).
Necromantie
De Bijbel veroordeelt de communicatie met de doden, dat bekend staat als necromantie. Dit omvat enkele soorten channelen. God zegt dit door Jesaja, de profeet: “Wanneer men jullie vraagt om de geesten van doden te raadplegen en naar fluisterende en mompelende waarzeggers te luisteren - elk volk raadpleegt toch zijn goden en vraagt de doden toch om raad voor de levenden? - ga dan alleen af op dit onderricht, op Mijn getuigenis. Spreek uitsluitend volgens deze woorden waartegen geen bezwering bestand is” (Jes. 8: 19–20).
In de Mozaïsche wet zei God: “Keer u niet tot mediums of spiritisten, want u zult door hen worden verontreinigd. Ik ben de HEER, uw God (Lev. 19:31).” In zijn zondige wanhoop verzocht koning Saul de heks van Endor om de geest van de overleden Samuël op te roepen om de profeet te vragen naar het lot van Saul in de strijd. Samuël verscheen en veroordeelde Saul opnieuw, omdat hij zich van de Heer had afgekeerd (zie 1 Sam. 18: 16–19). Zoals Stephen Dempster schrijft: 'De diepten waarin Saul was gezonken bij het zoeken van raad bij een heks, bewijzen de profetische woorden van Samuel toen hij leefde en Saul voor het eerst veroordeelde vanwege ongehoorzaamheid’: ”Weerspannigheid is even erg als toverij en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst” [1 Sam. 15: 23] (9).
Het meest uitgebreide verbod op occulte activiteiten in de Bijbel is een waarschuwing voor de Israëlieten om niet te zijn als de heidense naties die zij verdreven hadden. Alle vormen van occultisme, inclusief communiceren met de doden of andere geesten, zijn strikt en streng verboden. Het is de goed om deze passage volledig te citeren:
“Wanneer u in het land komt dat de Heer, uw God, u geven zal, mag u de verfoeilijke praktijken van de volken daar niet navolgen. Er mag bij u geen plaats zijn voor mensen die hun zoon of dochter als offer verbranden en evenmin voor waarzeggers, wolkenschouwers, wichelaars, tovenaars bezweerders en voor hen die geesten raadplegen of doden oproepen. Want de Heer verafschuwt mensen die zulke dingen doen en om die verfoeilijke praktijken verdrijft Hij deze volken voor u. U moet volledig op de Heer, uw God, gericht zijn” (Deut. 18: 9-13).
De profeet Jeremia waarschuwde ook voor valse openbaringen: "Dit zegt de Heer van de hemelse machten, de God van Israël: Laat je niet misleiden door je profeten en waarzeggers. Hecht geen geloof aan hun dromen; ze dromen slechts wat jullie wensen. Wat ze jullie in Mijn Naam profeteren zijn leugens. Ik heb hen niet gezonden, spreekt de Heer (Jer. 29: 8-9).”
Wanneer de apostel Johannes schrijft over de definitieve staat van de verlosten en niet-verlosten, heeft hij duidelijke uitspraken over elke occulte praktijk, waaronder channelen: "Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt (Op.22:14-15).”
Als mensen hebben we niet genoeg aan onszelf, en zeker in onze tijd heeft ieder mens een zekere en betrouwbare openbaring buiten zichzelf nodig om zijn leven richting te geven, maar we moeten onder geen beding contact zoeken met de gevallen geestelijke wereld. Immers de zesenzestig boeken van de Bijbel zijn Gods allerbeste communicatie met ons over wat het belangrijkst voor ons is voor tijd en eeuwigheid.
Lees wat Paulus aan Timotheus schreef: “Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust” (2 Tim. 3: 16-17).
Waarom zouden we genoegen nemen met de namaak van de channeling-praktijken als God Zelf Zijn waarheid aan ons bekend heeft gemaakt door Zijn Woord en Geest?
Douglas Groothuis, Ph.D., is hoogleraar filosofie aan Denver Seminary en de auteur van twaalf boeken, waaronder Unmasking the New Age (IVP, 1986), Confronting the New Age (IVP, 1988), en Jesus in a Age of Controversy (Harvest House, 1996).
NOTES
- Bijbelcitaten uit de New International Version.
- Matt. 13:45–46 KJV.
- Zie e.g., Francis A. Schaeffer, He Is There and He Is Not Silent (Carol Stream, IL: Tyndale House Publishers, 1972, 2001), 1, 11–12.
- Zie Douglas Groothuis, “Christianity as a Knowledge Tradition,” in Loving God with Your Mind: Essays in Honor of J. P. Moreland, ed. Paul Gould and Richard Brian David (Chicago, IL: Moody Press, 2013).
- Zie Douglas Groothuis, Jesus in an Age of Controversy (Eugene, OR: Wipf and Stock, 1996), 195–99.
- Marianne Williamson, A Return to Love (New York: HarperCollins, 1992). En zie “A Course in Miracles: ‘Christian’-Glossed Hinduism for the Masses”, CRI Statement DC720. Zie ook: https://stichting-promise.nl/eigentijds-occultisme/is-een-cursus-in-wonderen-uit-god-of-niet.htm ……, http://www.equip.org/PDF/DC720.pdf. Zie ook Douglas Groothuis, “What Is This Thing Called Love? Marianne Williamson Runs for President,” Juicy Ecumenism, September 13, 2109, https://juicyecumenism.com/2019/09/13/marianne-williamson/.
- Zie Groothuis, Jesus in an Age of Controversy, 81, 201–202. https://context.reverso.net/vertaling/engels-nederlands/akashic
- On traditional religion, zie “Traditional Religions: Introduction and African Religions,” Winfried Corduan, Neighboring Faiths, tweede editie (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 2013).
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.