De Da Vinci Code
Door drs. Bob van Dijk
Inhoud:
1. Het verhaal
2. Weerwoord
3. De bronnen van Dan Brown
4. Henry Lincolns commentaar op zijn eigen boek
5. Leonardo da Vinci’s androgynie in zijn schilderijen
6. De vrouw met de albasten kruik
7. De gnostische evangeliën
8. Dan Brown en het heilig vrouwelijke
9. Beoordeling
10. De ware Gnosis
11. De ware Graal
1. Het verhaal
De Da Vinci Code van Dan Brown is een esoterische en spannende thriller, waarin veel ficties als feiten gepresenteerd worden. Zijn boek begint namelijk met de mededeling: ‘Alle beschrijvingen van kunstwerken, architectuur, documenten en geheime rituelen in dit boek zijn waarheidsgetrouw.’ en ‘Alle geschiedenis … in het verhaal is accuraat.’
Het plot van deze roman heeft alle ingrediënten voor een spannend boek: historische puzzels, codes, queeste, graal en achtervolging. Je wilt steeds weten hoe het de hoofdpersonen vergaat en of ze hun volgende raadsel weten op te lossen. Het boek leest alsof het geschreven is voor een film en is niet voor niets een bestseller. Het begint met een moord in het Louvre museum in Parijs door ene Silas (een albino monnik) van de Opus Dei. Jacques Saunière, curator van het Louvre wordt dood gevonden in de Grande Galerie. Hij ligt daar precies als Leonardo’s man van Vitruvius. De twee verdachte hoofdpersonen zijn echter Robert Langdon (hoogleraar Religieuze Symboliek aan de Harvard Universiteit) en Sophie Neveu (kleindochter van Sauniëre, werkt voor de Franse politie als cryptologe). Robert vertelt Sophie over Leonardo Da Vinci, schilder van de Mona Lisa, die in het geheim lid was van de organisatie Priorij van Sion, dat verantwoordelijk is voor het bewaren van het geheim over de ‘Echte Jezus’. Dit geheim houdt in dat Jezus getrouwd was met Maria van Magdalena en een dochter hadden, genaamd Sarah, die met Maria was gevlucht naar Frankrijk en daar schuilde uit angst voor Petrus en de andere apostelen die Jezus goddelijk wilde maken in een door mannen gedomineerde kerk in een poging het ‘Heilig Vrouwelijke’ te elimineren uit het christendom. Zij worden door een anagram afkomstig van haar grootvader naar de ‘Madonna van de grot [in Egypte]’ geleid en vinden achter het doek een sleutel van een Zwitserse bankkluis in Parijs. Ondertussen vertelt professor Langdon aan Sophie dat de zogenaamde ‘Heilige Graal’ documenten, de Sangreal, gevonden zijn door Godfried van Bouillon toen de Kruisvaarders Jeruzalem veroverden. Deze documenten openbaren dat de Heilige Graal Maria van Magdalena is en niet de kelk of beker die tijdens het Laatste Avondmaal werd gebruikt, zoals veelal gedacht werd. De ridders die werd toegestaan te leven in Salomo’s stallen onder de Tempelberg, werden bekend en geducht als de tempelieren en verwierven zo veel macht dat paus Clemens V samen met de Franse koning Filippe IV, de Schone, een ingenieus plan maakte om korte metten te maken met de tempeliers en de hand te leggen op hun schat, en zo het geheim te bemachtigen waarmee macht over het Vaticaan werd uitgeoefend. In een militaire manoeuvre vaardigde paus Clemens geheime, verzegelde orders uit die door zijn soldaten in heel Europa tegelijk moesten worden geopend, en wel op vrijdag 13 oktober 1307. De documenten over de heilige Graal zijn echter bewaard gebleven en zijn in handen van de Priorij van Sion. Alleen zij weten waar ze zijn. Op weg naar de Zwitserse bank vertelt Langdon aan Sophie hoe Leonardo da Vinci geheime boodschappen doorgaf in zijn schilderijen om zijn verering van het ‘Heilig Vrouwelijke’ te verbergen. Het koppel dat in de kluis een cryptex vindt, is opnieuw de politie en de bankeigenaar te slim af en ontsnapt naar het landgoed van de rijke Sir Leigh Teabing, Brits historicus van de Royal Society. Teabing bevestigt wat Langdon verteld heeft. Hij zegt ‘De Bijbel is een product van mensen, niet van God’. Hij legt uit hoe de Bijbel samengesteld is door mensen die Jezus een god wilden maken, die Jezus stalen van zijn oorspronkelijke volgelingen [de gnostici]. Dat voor het concilie van Nicea Jezus gezien werd als een sterfelijke profeet… Een groot en machtig man, maar niettemin een mán. Een sterveling. ‘Jezus werd pas benoemd tot de ‘zoon van God’ nadat er een officieel voorstel voor was ingediend en over was gestemd door het Concilie van Nicea.’ ‘Op deze bijeenkomst,’ zei Teabing, ‘werd over veel aspecten van het christendom gediscussieerd en gestemd; over de datum van Pasen, de rol van de bisschoppen, de toediening van sacramenten, en natuurlijk over de goddelijkheid van Jezus.’
De twee verdachte hoofdpersonen worden vervolgens achtervolgd tot in Londen waar ze terecht komen bij de Temple Church, dat stamt uit de 12e eeuw. Het is door tempeliers gebouwd op een plek die eerder tot verzamelplaats was uitgeroepen door Hugo de Payns. Robert en Sophie moeten naar het graf van een ridder, dat Sir Isaac Newton blijkt te zijn. Daar vinden ze de laatste aanwijzing en volgt een confrontatie met Teabing. Ten slotte gaan ze naar Rosslyn Chapel in Schotland, niet ver van Edinburgh op zoek naar de heilige graal. Deze Chapel, gesticht in 1466 door William Sinclair staat bekend als de plek waar de kelk van Jezus zou zijn verborgen. Hier hopen ze de raadsels op te lossen van haar vermoorde grootvader. Sophie ontmoet daar haar grootmoeder en broer. Zij blijken de nazaten te zijn van de Merovingers: meer in het bijzonder van Sarah, de dochter van Jezus en Maria van Magdalena. Aan het einde van het verhaal komt Langdon erachter waar de Heilige Graal zich bevindt: onder het Louvre precies onder de kleine piramide in het gebouw die de omgekeerde piramide, de Pyramide Inversee, aanraakt.
De verdienste van Dan Brown is om een plot te schrijven dat flarden (kunst)geschiedenis en symboliek weet te koppelen aan een aantal excentrieke historische gebouwen, waarbij via het ontcijferen van codes het eeuwenoud mysterie van de Graal wordt ontrafeld. Een verdienste ondanks vermeend plagiaat. Begin maart 2006 dient een rechtszaak in Engeland van Baigent en Leigh tegen Dan Brown. Ricahrd leigh zegt ‘Hij heeft de volledige architectuur van Het Heilig Bloed en de Heilige Graal overgenomen en daar een fictieve thriller omheen geschreven. Dat gaat te ver. We hebben vele jaren in dat boek geïnvesteerd.’ En het plot schijnt Den Brown ontleent te hebben aan Daughter of God en de Da Vinci Legacy van Lewis Perdue.
Dat het niet om zo maar een mysterie gaat, blijkt uit het enorme verkoopsucces en de controverse die het heeft opgeroepen. Zelf zegt hij ook dat zijn roman deel uitmaakt van zijn eigen zoektocht. Een zoektocht waar hij schatplichtig is aan een aantal andere boeken. Zijn roman zou vroeg of laat door iemand geschreven moeten worden en is in feite niet meer dan een popularisering van bestaand gedachtegoed dat nu een steeds breder publiek weet te bereiken. Dit zal na het uitbrengen van de verfilming ervan op 19 mei 2006 alleen nog maar toenemen.
2. Weerwoord
Er is al een grote hoeveelheid boeken, websites, documentaires en DVD’s uitgebracht over de Da Vinci Code. Alleen al in Amerika heeft Brown’s boek meer dan elf tegenpublicaties opgeleverd. Martie Diepenrink zocht een uitgever voor haar manuscript ‘Op zoek naar het oorspronkelijke evangelie’. Dan Brown’s roman brengt een hele reeks ideeën bij elkaar en geeft daarom aanleiding tot vele publicaties. Omdat het in dit artikel niet mogelijk is om op alle kwesties in te gaan en velen daarvan ook elders goed bekritiseerd worden, wil ik mij beperken tot enkele hoofdzaken. Ik wil daarbij aansluiten bij de oproep van Arnold van Heusden van de EA om meer apologetische bewogenheid te tonen voor al die mensen (christen en niet-christen) die door dit boek zijn gaan twijfelen en denken dat er vast wel iets van waar is of zich afvragen welke waarheden hen altijd zijn achtergehouden. Peter Jones van zegt het treffend ‘Dankzij de Da Vinci Code zal evangelisatie niet meer hetzelfde zijn.’ De DVC relativeert het bijbelse getuigenis van Jezus. Het beweert dat het Nieuwe Testament secondair is en van latere datum; dat de ware Jezus een gnosticus was en dat de vroegste ‘christelijke’ geschriften het gnostische evangelie van Thomas is en het hypothetische document Q. Het NT is dus een macho patriarchale mannelijke zienswijze dat ten onrechte gelooft dat Jezus onze Redder is. Behalve het ondergraven van het christelijk getuigenis heeft Dan Brown echter nog een andere, nieuwe spirituele agenda, namelijk het vervangen van de God van de Bijbel door de voorchristelijke godinnenverering. En dat is het thema waar ik me in dit artikel op wil richten.
Inmiddels zal het Dan Brown zelf ook niet ontgaan zijn, wat zijn vergissingen zijn en waar zijn historisch onderzoek beperkt is en zelfs pertinent onjuist. In een fragment van de DVD ‘Cracking the Code’ van Sam Cox zegt Dan Brown dat vele van zijn critici niet begrepen hebben waar zijn boek om draait: namelijk deze ene onweerlegbare waarheid: voor 2000 jaar terug leefden we in een wereld van goden en godinnen. En nu leven we in een wereld met alleen maar goden. De spiritualiteit van vrouwen wordt massaal genegeerd. En het dominerende mannelijke absolutisme leidt tot op heden tot geweld en bloedvergieten…
De Graal dient als pad van (gnostische) verlichting. De Graal is volgens Dan Brown: het pad van verlichting dat loopt via het heilig vrouwelijke. Het gaat over de strijd om de ware (= alternatieve) geschiedenis en de ware kennis (= gnosis).
3. De bronnen van Dan Brown
Dan Brown beweert voor zijn boek grondig onderzoek te hebben gedaan. Dat hij maar half werk gedaan heeft en dat niet grondig genoeg gedaan heeft en zich daarbij heeft laten leiden door bijzondere vooroordelen is inmiddels door onderzoekers en critici overtuigend aangetoond. Een onderzoek naar die belangrijkste boeken waar Brown zich op gebaseerd heeft, laat blijken dat ze een voor een aan de haal gaan met historische bronnen en gevestigde interpretaties. We hebben het dan met name over:
• ‘Heilig Bloed, Heilige Graal’ van Michaël Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln en ook diens ‘Messiaanse Erfenis’ en ‘De Tempel en de Loge’
• ‘Het geheimboek der grootmeesters: Geheime Bewakers van de Ware Identiteit van Christus’ van Lynn Picknett en Clive Prince
• ‘De vrouw met de albasten kruik’ van Margaret Starbird, 1993;
• ‘De Godin in de Evangeliën’ eveneens van Margaret Starbird
Juist door gebruik te maken van zulke onbetrouwbare bronnen vallen alle beweringen van Brown in duigen.
4. Henry Lincolns commentaar op zijn eigen boek
Een van de hoofdpersonen in Browns boek – Saunière - is vernoemd naar de geheimzinnige hoofdpersoon in de affaire rondom de gebeurtenissen van Rennes-le-Château, waar het onderzoek van Lincoln mee begon en zijn ontknoping kreeg in hun tweede boek over de Messiaanse erfenis, vanwege de ontmaskering van het brein achter ‘Les dossiers sècrets’ in de nationale bibliotheek van Parijs, oftewel Pierre Plantard. Dat het hier gaat om meer dan een onschuldig onderzoek van journalisten blijkt uit de strekking van hun boeken, waar zij op basis van de ene na de andere aanname, op het spoor komen van esoterische leringen en geheime genootschappen, die voor een groot deel de westerse geschiedenis hebben bepaald: de Priorij van Sion, Tempelieren, Rozenkruisers, de Royal Society van Francis Bacon, de Vrijmetselarij, ze komen allemaal voorbij. De journalist Jim Marrs uit Amerika vat deze verbanden allemaal samen in zijn boek ‘Regeren vanuit het duister – waarin hij onderzoek doet naar vormen van samenzwering, complotten en geheime genootschappen waar achter de schermen belangrijke beslissingen worden genomen’. Evenals de boeken van Sir Laurence Gardner, Baigent/Leigh en Picknett/Prince is dit boek uitgegeven bij Tirion, dat in ons land zo’n beetje het monopolie heeft op boeken met alternatieve geschiedenissen. Tijdens hun jarenlange onderzoek was het vooral Michael Baigent die daardoor de hypothese van de Jezus-bloedlijn verdedigde. Inmiddels is Henry Lincoln getuige zijn getuigenis in de DVD/video van de ‘Secrets of the Code’ veel terughoudender. Hij verklaart hoe zij de geschiedenis van de Merovingers maar ‘fishy’ vonden. Door deze associatie maakten zij de gedachtesprong om de oorsprong van de Merovingische dynastie te verbinden met de legenden van Maria sur Mère en de daaruit volgende zogenaamde bloedlijn van Jezus en Maria. In het interview zegt Henry Lincoln nadrukkelijk dat het slechts een theorie is en er dus geen enkel bewijs is. Aan zowel Het Heilige Bloed en de Heilige Graal en Het Geheime Boek der Grootmeesters ontleent Brown zijn negatieve blik op de Bijbel en een uitgesproken vertekend beeld van Jezus. Hij is noch de Messias noch een eenvoudige timmerman, maar een welgestelde en ervaren religieuze leraar die erop gebrand is de troon van Koning David te herwinnen. Zijn geloofwaardigheid werd vergroot door zijn relatie met de rijke Maria uit Magdala, bij wie het koninklijk bloed van Benjamin door de aderen stroomt.
5. Leonardo da Vinci’s androgynie in zijn schilderijen
Lynn Picknett en Clive Prince hebben ook Dan Brown beschuldigd van plagiaat, daar hij voor zijn interpretatie van Leonardo’s schilderijen helemaal door hen laat leiden. Lynn zegt in een interview niettemin blij te zijn met deze roman. Het heeft hun boek immers meer in de belangstelling gebracht. Ze zegt wel, dat Dan Brown hun onderzoek niet helemaal goed begrepen heeft. Clive stelt eenvoudig dat het vaststaat dat het ons christenen zo vertrouwde verhaal niet klopt. Waar hij en vele anderen mee zitten is dat wat hem altijd verteld is, niet waar is. Volgens hen zijn er bewijzen dat er allerlei zaken zijn verheimelijkt. Vooral wat betreft de positie van Johannes de Doper en de ware positie van Maria Magdalena en de gevolgen die het heeft gehad voor hoe de kerk met vrouwen is omgegaan de afgelopen 2000 jaar. Lynn en Clive zijn ervan overtuigd dat op het ‘Laatste Avondmaal’ de persoon aan Jezus rechterhand niet Johannes maar Maria van Magdalena is. Leonardo, de homo universalis, zou geweten hebben van de Johanneïsche sekte der Mandeeërs, zoals we die zelfs vandaag nog kennen in Irak en een kleine groep in Nederland, die geloven dat Johannes de Doper de ware Messias was, en dat Jezus een volgeling van hem was. Het is daarom niet verwonderlijk dat Leonardo veel aandacht heeft voor Johannes, en hem telkens weergeeft met een vinger die omhoog wijst. Uit zijn geschriften zou blijken dat Leonardo niet echt een christen genoemd kan worden en via allerlei grappen de kerk graag in het ootje nam. Dat de geliefde discipel er feminien uitziet, wil niet zeggen dat Leonardo een verband met Maria van Magdalena wilde leggen. Wel had Leonardo iets had met androgynie (tweeslachtigheid). Zo schijnen de gelaatstrekken van de Mona Lisa ook precies overeen te komen met die van Leonardo zelf. Kunstenaars vonden het in de Renaissance niet zo belangrijk veel onderscheid tussen de seksen te maken. Binnen aristocratische milieus gold een androgyn getint persoonlijkheidsideaal: zowel mannen als vrouwen moesten gracieus en waardig zijn en aandacht aan hun uiterlijk besteden. Picknett en Prince vragen zich af of Jezus mogelijk een volgeling is geweest van een Egyptische godsdienst. Daarin komt verering van Isis en Osiris naar voren, die ook destijds bijzonder groot was. De gelijkheid van man en vrouw was een belangrijk onderdeel van de Egyptische godsdienst. Dan Brown lijkt dit te insinueren. Als Jezus een priester was in een Egyptische cultus, dan speelde hij waarschijnlijk de rol van Osiris, Maria van Magdalena de rol van Isis en speelde Judas de rol van Seth, die Osiris zou vermoorden. De dood van Isis was een jaarlijks festival, hij werd echter niet echt vermoord, waardoor de vraag kan opkomen of de kruisiging ook niet een theaterstuk was.
6. De vrouw met de albasten kruik
Het boek van Margaret Starbird begint met de Franse legende dat Maria Magdalena de graal naar Frankrijk zou hebben gebracht. Nog heden ten dage wordt er door een groep zigeuners ieder jaar in Saintes-Maries-de-la-Mer in de Provence de aankomst per zeilschip gevierd van Lazarus en Martha, Maria Magdalena zelf en haar dochter Sarah. De graal was geen materieel ding, maar de ‘verloren bruid’. Om dit aannemelijk te maken wandelt de schrijfster door de middeleeuwen, waarbij uiteraard de aandacht sterk gericht is op de kruistochten en de daaruit voortvloeiende orde van de Tempeliers, de Katharen, de troubadours, de populaire cultus van de Moeder Maagd, de vrijmetselarij en de kabbalistische opvatting van de vrouwelijke wederhelft van Jahweh, de Shekinah, Matronit. De queeste naar de graal symboliseert volgens haar de zoektocht naar de verloren bruid van Christus: Maria Magdalena. Verloren omdat ze - net als het vrouwelijke aspect - uit de kerkelijke geschiedenis is geschrapt.
Ze laat zien hoe via codes in schilderijen en beeldhouwwerken Maria Magdalena te ontdekken valt, ofwel de Graal te vinden is. Zij is ook degene die verbanden legt met de Tarot en de oorspronkelijke betekenissen van die kaarten, die van hetzelfde geheimenis zouden getuigen dat Maria Magdalena getrouwd was met Jezus van Nazareth. Zij ontleent deze gedachte eveneens aan het boek ‘Heilig Bloed, Heilige Graal’.
Het evangelie van Johannes spreekt over een vrouw die Jezus zalft te Bethanië. Ze was Maria, de zus van Lazarus, die net uit de doden opgewekt zou zijn door Jezus. Ze vermoedt dat dit Maria van Magdalena is, hoewel haar volledige naam niet vermeld wordt. Maria van Magdalena verschijnt onder die naam op het moment dat ze Jezus begeleidt naar Golgotha. Zij is eveneens de persoon die in de vroege ochtend van Pasen naar het graf van Jezus gaat om daar zijn verdwijning vast te stellen.
Deze zalving was niet zomaar een vrome daad van een willekeurige vrouw, maar een opvoering van riten uit de heersende vruchtbaarheidscultus van het oude oosten. Door het zalven van Jezus’ hoofd met kostbare nardus voerde de vrouw een handeling uit die identiek was aan de huwelijksrite van hiëros gamos: de rite van het zalven van de gekozen bruidegom/koning door de koninklijke vertegenwoordiger van de Grote Godin!
Margaret Starbird richt haar aandacht niet alleen op de herwaardering van de rol die Maria van Magdala daadwerkelijk gehad heeft in de vroege kerk. Het is pas sinds 1969 dat de Katholieke kerk erkend heeft dat zij niet vereenzelvigd kan worden met de prostituee van Lukas 7 waar zij sinds paus Gregorius lange tijd voor door ging. Niet alleen is zij zoals de vroege kerk al beleed de apostel der apostelen omdat zij als eerste een ontmoeting had met de opgestane Heer, doch was Maria Jezus’ (uit het Huis van David) koninklijke bruid uit de stam Benjamin is en staat zij symbool voor de Heilige Eenheid in het christelijke geloof. Dit idee van een huwelijk tussen twee Joodse stammen werd reeds verwerkt in de roman ‘Koning Jezus’ van Robert Graves, een befaamd expert van oude legenden. Hij stelt dat het huwelijk plaatsvond, maar slechts bekend was bij een bijzondere kleine groep. Dit was om het ‘heilig bloed’ te beschermen. Zo wordt er ook gespeculeerd dat de bruiloft van Kanaän niets anders was dan de bruiloft van Jezus zelf. En er wordt vaak gesteld dat Jezus als Jood vast en zeker getrouwd moet zijn geweest. Men zou anders vrijwel geen respect voor hem gehad hebben. Dat Maria afkomstig zou zijn van de stam van Benjamin wordt niet door bewijsmateriaal ondersteund!
7. De gnostische evangeliën
Evenals Brown citeert zij uit de gnostische evangeliën van Filippus en Maria Magdalena. In het Evangelie van Maria, opgesteld in de late 2e eeuw wordt duidelijk dat Maria en Petrus helemaal niet met elkaar overweg konden: Petrus zei tegen Maria: ‘Zuster, we weten dat de Verlosser meer van jou gehouden heeft dan van de andere vrouwen. Zeg ons de woorden van de Verlosser zoals jij je die herinnert, die jij kent maar wij niet kennen en die we ook nog niet hebben gehoord.’ Maria antwoordde en zei: ‘Wat voor jullie verborgen is zal ik jullie bekendmaken.’ Zij beschrijft dan een visie over het afdalen van de ziel voorbij vier heersende machten tot zijn rust. Andreas verwerpt deze openbaring, niet gelovend dat deze van Christus kwam. Petrus nam het woord en sprak over dezelfde dingen. Hij vroeg hun over de Verlosser: ‘Zou hij werkelijk buiten ons om en niet openlijk met een vrouw gesproken hebben? Moeten wij ons soms omkeren en allemaal naar haar luisteren? Heeft hij aan haar de voorkeur gegeven boven ons?’ Het is Levi die het debat vervolgt en tegen Petrus zegt: ‘Jij bent steeds een heethoofd geweest. Nu zie ik dat jij in discussie gaat met een vrouw alsof ze je vijand is. Maar als de Redder haar waardig achtte, wie ben jij om haar te verwerpen? De Redder kende haar toch zeker wel voldoende?’
Ook het evangelie van Filippus geeft aan dat ze Jezus heel na was, evenals het evangelie van Thomas waar ze tot z’n intimi behoorde. Hoe boeiend deze teksten ook zijn, wat zij NIET leren is dat Maria Jezus’ vrouw was, noch dat Maria moeder was van Jezus’ kind; noch dat Maria de kerk zou moeten leiden. Wel is het zo dat sommige geleerden stellen dat als Jezus al getrouwd was, dit zeker met Maria van Magdalena zou zijn. Ook zijn er genoeg die stellen dat dit voor ons geloof in Jezus als onze Heer en Heiland niets uit zou maken. Immers hij was volledig mens. Doch daar kan Margaret Starbird het toch ook niet mee eens zijn. Zij stelt dat het Heilige Partnerschap het hart uitmaakt van het christelijke geloof doch ontkend werd door de kerkvaders. Ze werd beschouwd als de archetypische bruid van de eeuwige bruidegom en biedt het model voor de speurtocht en het verlangen van de menselijke ziel naar eenwording met het goddelijke. Ze leeft de ‘eros’-relatie voor, de weg van het hart en samen met haar bruidegom biedt ze het paradigma voor de verbeelding van het goddelijk als partners. Haar rol van apostel of steekt daarbij slechts bleek af. Men moet zich dus volgens Starbird realiseren dat het ‘heilige huwelijk’ niet over een joodse rabbi en zijn echtgenote gaat. Het is in feite het archetypische patroon voor heelheid, de harmonie van de polariteiten. In de oude hiëros gamos-riten verkondigde en verleende de koninklijke bruid het koningschap door de bruidegom te zalven.
8. Dan Brown en het heilig vrouwelijke
Op een verbazingwekkende manier claimt Brown dat de joden in de Tempel van Salomo Jahweh en zijn vrouwelijke evenknie, Shekinah, vereerden door middel van de diensten van heilige prostituees. Waarschijnlijk is dit een verdraaide versie van de corruptie van de Tempel na Salomo. Bovendien zegt Brown dat het tetragram (vier letters) YHWH staat voor ‘Jahweh of Jehovah, een androgyne lichamelijke vereniging van het mannelijke Jah en de voor-Hebreeuwse naam voor Eva, Havah’. Maar zoals iedere eerstejaarsstudent Bijbelwetenschap kan vertellen, is Jehovah een 16e eeuwse weergave van Yahweh, waarbij de klinkers van het woord 'Adonai' (Heer) worden gebruikt. Het feit is dat godinnen de prechristelijke wereld juist niet domineerden - ook niet in de religies van Rome, zijn barbaarse onderdanen, Egypte of de Semitische landen.
Het ergste van alles, in Browns ogen, is het feit dat de plezier-, seks- en vrouw hatende Kerk de godinnenverering heeft onderdrukt en het heilig vrouwelijke heeft uitgebannen. Hij beweert dat godinnenverering in het prechristelijke heidendom overal domineerde.
Wat vinden we in de Bijbel over Godinnenverering?
• Jeremia 44:16 ‘Wij schenken geen gehoor aan wat u in de naam van de HEER tegen ons gezegd hebt. 17 Wij doen onze geloften gestand, wij blijven voor de koningin van de hemel wierook branden en wij blijven haar wijnoffers brengen. (…). 18 Maar sinds we ermee opgehouden zijn, hebben we gebrek aan alles en komen we om door het zwaard en de honger.’ 19 En de vrouwen zeiden: ‘Wij hebben voor de koningin van de hemel wierook gebrand, wij hebben haar wijnoffers gebracht en koeken met haar beeltenis gebakken, maar dat gebeurde natuurlijk met medeweten van onze mannen.’ 20 Jeremia zei tegen de Judeeërs, de mannen en vrouwen die hem dit antwoord gaven: (…) 22 De HEER kon jullie niet meer verdragen vanwege jullie kwalijke praktijken en gruwelijke daden. Daarom is jullie land de woestenij geworden die het nu is, een verschrikkelijke plaats waar niemand meer woont, waarvan de naam als een vloek wordt gebruikt.
• 1 Kon. 11:33 ‘Ik breng deze scheuring teweeg omdat ze mij verlaten hebben en Astarte zijn gaan vereren, de godin van de Sidoniërs, en Kemos, de god van Moab, en Milkom, de god van de Ammonieten.’
Brown voert dus een pleidooi voor een herwaardering van de vrouw en haar seksualiteit, die door een complot van de kerk onder keizer Constantijn ten onrechte in een kwaad daglicht zou zijn gesteld. Leonardo da Vinci zou van dit huwelijk en deze symboliek hebben geweten volgens een interpretatie van zijn beroemde schilderij over het Laatste Avondmaal: Het is niet Johannes die naast Jezus zit, maar Maria Magdalena. Zie hier zijn argumenten:
- Door een stapje verder te gaan bij de herwaardering van Maria van Magdalena dan vele feministische theologen, namelijk door te stellen dat Jezus getrouwd was met Maria van Magdalena. En door te stellen dat de masculine machtskerk deze traditie de kop heeft ingedrukt.
- Door het gezag van mannen over vrouwen om de macht in de vroegchristelijke kerk sterk uit te vergroten waarbij in het bijzonder de Opus Dei van de Rooms-katholieke kerk het moet ontgelden en de ‘verliezers’ (de ketters) in de Kerkgeschiedenis in ere worden hersteld.
- Door de uitleg die hij geeft aan de naam Sophie, een van zijn hoofdpersonen, waarmee hij haar in verband brengt met de godin van de wijsheid. In de gnostiek is zij Gods vrouw
- Door begrip te vragen voor inwijdingsrituelen als het hiëros gamos, de mystieke seksuele eenwording tussen het mannelijke en het vrouwelijke.
Om zijn punt te staven en te onderbouwen, moet hij echter wel de geschiedenis geweld aan doen. Dit doet hij door twijfel te saaien over ons verstaan daarvan. Immers ligt het niet voor de hand dat in de strijd om de macht en de alleenheerschappij van het ene ware geloof, er door de Rooms Katholieke kerk allerlei informatie is achtergehouden: want waarom zijn er slechts 4 evangeliën in de canon opgenomen en weten we zo weinig over de historische Jezus? Waarom heeft de kerk moeite gedaan om allerlei andere leringen de kop in te drukken en is zij zelfs overgegaan tot het oprichten van een Inquisitie? Waarom stond zij zo vijandig tegen de onafhankelijke geest van zoveel wetenschappers en lag zij in de clinch met mensen als Galileo en Leonardo? Is het niet verwonderlijk dat door deze rigide houding van de Rooms-katholieke kerk er allerlei geheime genootschappen ontstonden die vanaf de herontdekking van de hermetica een soort rode lijn in de westerse geschiedenis laten zien, die met recht kan gelden als een alternatieve geschiedenis?! Een geschiedenis die niet op de scholen gedoceerd wordt en mede vanwege de geest van het rationalisme lange tijd als taboe werd gezien en die nu pas in ons informatietijdperk, waarbij alle grenzen en taboes zijn opgeheven, tot bloei en geldigheid komt.
Blijft de vraag hoe we als man en vrouw complementair zijn, immers schiep God de mens niet als man én vrouw? Behalve de vraag naar de ware oorsprong van het evangelie, zal dat een van de belangrijkste vragen zijn waar de kerk mee te maken zal krijgen. Zo zegt Stefan van Wersch: ‘Het zal voor de kerk niet eenvoudig zijn om zich tegen deze golf van androgyn-gnostische spiritualiteit te weren, om de eigen ideeën over de ongelijkheid maar gelijkwaardigheid tussen man en vrouw goed over te brengen.’ In het postfeministisch tijdperk zie je dat de gedachte van de androgyne mens juist ter discussie wordt gesteld. Immers als steeds meer wetenschappelijk onderzoek aantoont dat de verschillen tussen man en vrouw structureel zijn, verliest het speuren naar androgynie immers zijn zin. Wellicht zal het voor de kerken beter mogelijk worden om de eigen boodschap te verkondigen over de zinvolheid tussen de seksen, zowel in scheppingsorde als in heilsorde.
In een open brief van Frank Viola over de rol van de vrouw in de kerk geeft hij een verlossende verklaring over de beruchte zwijgtekst in 1 Timotheüs 2:11-14. We weten nu immers uit historische verslagen dat de gnostici het scheppingsverhaal verdraaiden. Eva werd beschouwd als een bemiddelaar en een verlosserfiguur. (vgl 1 Tim 2:5) Zij zou hebben bestaan voordat Adam kwam. De man werd geschapen vanwege de vrouw en hij ontving verlichting door de vrouw. Aangezien Eva de eerste hap van de Boom van Kennis nam, werd zij beschouwd als de drager van speciale geestelijke kennis(gnosis). Het is om deze reden dat zij die deze dwaalleer accepteerden de voorkeur gaven aan het leiderschap van vrouwen boven dat van mannen (2 Tim 3:6-9). Zij konden de mensen immers leiden tot de verlichtende gnosis. Sommigen van de vrouwen die deze ketterij aanhingen, begonnen dit tijdens de samenkomsten uit te dragen. Zij begonnen bovendien de mannen tijdens het spreken te betwisten. Dit is naar de overtuiging van Frank Viola wat Paulus aanzette tot het schrijven van deze passage.
9. Beoordeling
We zien een herleving van wat we in de geschiedenis steeds terugkeert: het verzet tegen geopenbaarde waarheid en de verdachtmaking van het gezag. De strijd met de gnostici uit de eerste eeuwen van onze jaartelling is niets anders dan een herhaling van de beproeving die het eerste mensenpaar al niet wisten te doorstaan, met alle gevolgen van dien. Het falen van Adam en Eva, van de gnostici, van u en mij gaat al vooraf aan 1) de leugenachtige vraag ‘Heeft God wel gezegd?’ De leugenaar van den beginne is een meester in het zaaien van twijfel en wil ons doen geloven dat we door het volgen van het pad der verlichting tot ware gnosis kunnen komen. Daar hebben we in feite geen God of Christus of Heilige Geest voor nodig en worden zij tot hun tegendeel geherinterpreteerd. Op zijn best is Jezus dan een gids of leraar en slechts van symbolische betekenis. Op zijn slechts wordt door de gnostici de demiurg, de boosaardige schepper van de wereld, vereenzelvigd met de joodse God, met Jahweh in tegenstelling tot de ware God die goed is. Is dit niet typisch het werk van de Diabolus: alles omdraaien?
10. De ware Gnosis
De gnostici beroepen zich op de mogelijkheid tot rechtstreekse openbaring.
Dit zou dan in tegenstelling zijn met de orthodoxe kerken, die zich beroepen op apostolisch gezag; de belijdenis en de canon. De indruk wordt zo gewekt dat het bij de laatste gaat om het geloof in wat Jezus toen en daar op die plek heeft gedaan en gezegd. Het rechte geloof lijkt zo niet meer dan in het geloven daarvan en het kunnen nazeggen daarvan.
Op de een of manier schijnt het voor mensen niet gemakkelijk te zijn door te dringen tot het hart van het christelijke geloof, of tot een persoonlijke relatie met de opgestane Heer, waarbij zij dankzij de wedergeboorte komen tot een verlossing van geest, ziel en lichaam, zodat zij met recht kunnen zeggen in Christus een nieuwe schepping te zijn. Waarbij hun lichaam een tempel is voor de inwoning van Gods Heilige Geest en zij met Paulus kunnen zeggen ‘Niet ik leef, maar Christus leeft in mij’ (Galaten 2: 20)! ‘En sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen [gnosis] van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen.’ (Filippenzen 3: 8).
11. De ware Graal
Het zoeken naar duistere verborgen betekenissen bij Leonardo is een miskenning van zichzelf. Maria zou niet alleen maar een vrouw zijn, maar Jezus ’hoofdapostel’ en met Hem de stichter van het christendom. Zij is zijn vrouw en de moeder van zijn kind, draagster van het heilig bloed (!!). Ze is zelf heilig. De kerk zou dit weggemoffeld hebben en haar neergezet hebben als een prostituee. Een schokkende stelling, die vooral onder vrouwen veel ophef gaf. Het suggereert dat de christelijke kerk op een leugen berust. De discussie over vrouwelijke priesters verwordt ermee tot een grap. Er zouden dan nu gewoon nakomelingen van Christus rondlopen. De Graal is volgens Dan Brown: het pad van verlichting, dat loopt via het heilig vrouwelijke, het gaat in wezen over de strijd om de ware (= alternatieve) geschiedenis en de ware kennis (= gnosis). Bij de ware Graal is er echter een dieper geheim dan een fysieke bloedlijn: het ware geheim van de Graal is: de ontmoeting met de opgestane Heer, de hemelse Bruidegom!
Het is van groot belang, dat deze ketterijen door christenen aan de kaak gesteld wordt. Het gaat om de eer van Jezus Christus, de waarheid van Gods Woord en de leiding van de Heilige Geest in de ware kennis. Nu er al 35 miljoen exemplaren van dit boek verkocht zijn en men nog 30 miljoen boeken denkt te verkopen na het uitbrengen van de film in mei, wordt het tijd dat christenen hun stem laten horen, en getuigen van de enige weg en waarheid die in Jezus Christus en Zijn Woord te vinden is.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.