Oosterse vechtsporten
Oosterse vechtsporten - zinloos geweld?
Door Willem Jan Pijnacker Hordijk
update 21-6-2021
1. Zinloos geweld
2. Enkele vechtsporten
3. Sport en sporter
4. Waardevolle of waardeloze vechtsport?
5. Zelfverdediging
6. Christenen in de vechtsport
7. Demonische beïnvloeding
8. Welke sport te kiezen?
9. Conclusie: wees sterk
10. Samenvatting en vertaling van Exposing The Dangers behind Martial Arts & Yoga, A Christian’s guide to the harmful effects of these spiritual rooted practices, dr. Vito Rallo
1. Zinloos geweld
Kunnen vechtsporten ons voldoende weerbaar maken en ons behoeden voor zinloos geweld door agressie in goede banen te leiden? De meeste vechtsporten komen uit het verre oosten: Japan, China en Korea. Is wat zeer oud is en van ver weg komt, onschuldig of zelfs nuttig?
Ook nu weer willen we een eerlijk en dus genuanceerd beeld geven van de complexe, populaire vecht- en verdedigingssporten. Persoonlijke verhalen en ervaringen gelden niet automatisch voor iedereen, maar zetten ons wel aan het denken. Al zo’n 3000 jaar geleden kon men in Griekenland de pugilist of vuistvechter aantreffen. De apostel Paulus zag zichzelf als een geoefende vuistvechter (1Kor.9:16) of bokser, die niet zomaar in de lucht slaat en daardoor dus zijn energie verspeelt. Met deze vergelijking zijn echter niet ineens alle vechtsporten gesanctioneerd. De eerste christenen waren inderdaad ook in de amfitheaters aanwezig, maar dan als slachtoffer in plaats van sporter of toeschouwer. Een moderne bokswedstrijd is tegenwoordig ondenkbaar zonder de aanwezigheid van de zogenaamde ringarts. Lichamelijk letsel is namelijk haast onvermijdelijk…
Veel oosterse vechtkunsten komen voort uit religies als het Shintoïsme, het Taoïsme en het Zenboeddhisme. Andere vechtkunsten zijn gebaseerd op een erecode. Oosterse vechtkunsten kunnen daarnaast ook zaken als meditatie of alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur omvatten. Verder kunnen vechtkunsten nauw zijn verbonden met bepaalde dansen. Vechtkunsten worden vaak aangewend als zelfverdediging.[1]
De Engelse term ‘martial arts’ is uitgebreider dan de Nederlandse term vechtkunst, en kan naar elke techniek van vechten en oorlogvoering verwijzen. De term stamt uit de 16e eeuw en refereerde oorspronkelijk aan Europese manieren van vechten zoals schermen en andere vormen van duels. ‘Mixed martial arts’ (Engels voor: gemengde gevechtskunsten), meestal afgekort tot MMA, is een multidisciplinaire vechtsport die zich richt op het combineren van technieken uit verschillende vechtkunsten (en vechtsporten) zoals worstelen (grappling), judo, karate, kungfu, kickboksen, thaiboksen, boksen en jiujitsu. Er zijn diverse namen voor MMA, waaronder ‘free fight’ (het vrije gevecht), ‘vale tudo’ (alles mag) en ‘cage fight’ (kooigevecht). Ook zijn er veel organisaties die MMA-toernooien organiseren. Veel van die organisaties hanteren tegenwoordig de ‘Unified Rules of Mixed Martial Arts’ opgesteld en gebruikt in de VS. De grootste MMA-organisatie is het Amerikaanse ‘Ultimate Fighting Championship’ (UFC).
2. Enkele vechtsporten
Aikido betekent: de weg (do) van het samenbrengen (ai) van levensenergie (ki). Dit is een Japanse zelfverdedigingskunst, die ernaar streeft om altijd met de beweging van een aanvaller of trainingspartner mee te gaan, die vervolgens voort te zetten en tegelijkertijd te controleren en richting te geven. De grondlegger van aikido is de Japanse Meester Morihei Ueshiba. Hij voegde diverse stijlen samen tot een nieuwe. De nadruk ligt op ‘ki’ (geest, levensenergie). Maar het leegmaken van de ziel mag niet ontaarden in een dromerige ‘highe’ stemming. Als pupillen hun leven zouden vullen met aikido, wordt aan hen de ontwikkeling in hun innerlijk van een zesde zintuig, namelijk het vermogen te voorspellen wat een aanvaller van plan is te gaan doen, beloofd. [2]
Han (Korea) Mu Do (weg van de gevechtskunst), betekent vrij vertaald: ‘Koreaanse zelfverdediging’, of ‘Koreaanse wijze van ‘martial arts’. [3] Han Mu Do is in 1989 opgericht door dr. He-Young Kimm (9e dan). De nadruk hier ligt vooral op de verdediging tegen trappen en stoten, mes- of stokaanvallen, vastgrijpen van kleding of lichaamsdelen. Volgens een folder verbetert Han Mu Do training het concentratievermogen, mentale alertheid, zelfvertrouwen, zelfbeheersing, zelfdiscipline en zelfrespect. Regelmatige meditatie- en ademhalingsoefeningen verbeteren ook de innerlijke kracht (Ki).
Judo (betekent ‘zachte weg’) is een spel dat berust op aanval en verdediging op werpen en grepen. Deze sport heeft een pedagogisch karakter. ‘Do’ duidt aan dat het een meditatieve kunst betreft. De vader van judo was Jogoro Kano-hanshi (1860-1938). Hij volgde een Zen-boeddhistische levenswijze. [4] Daardoor is het hele judo gebeuren niet ineens occult, net zomin als alle Toyota auto’s christenen zou besmetten omdat wellicht de boeddhistische meneer Toyota (?) aan de wieg ervan stond. Volgens de Nederlandse judoka Guillaume Elmont, wereldkampioen in 2005 in de klasse tot 81 kg, is judo de sport met de zwaarste blessures. Zelf had hij vingers met verdikkingen, een gescheurde kuitspier, nekblessures, een verschoven nekwervel en chronische pijn in de pols. 'Judo kost zoveel energie dat je dat nooit langer dan die paar minuten opbrengen kan.' [3a] Over judo verderop in dit artikel meer.
Karate uit China afkomstig, betekent in het Japans ‘lege (ongewapende) hand’. Vanwege het wapenverbod door Japan was karate de laatste mogelijkheid van zelfverdediging en moest in het grootste geheim beoefend worden. Karate werd voor het eerst in het openbaar gedemonstreerd in 1922 door meester Gichin Funakoshi. Hij wordt gezien als de grondlegger van de Shoto Kan stijl. Deze stijl legt de nadruk op het geestelijke aspect van deze zelfverdedigingskunst. Wil men karate-technieken effectief kunnen gebruiken, dan moet het geestelijke aspect zelfs een overheersende rol spelen. Oefening betekent oefening van lichaam en geest. ‘Hij die de weg van karate wenst te gaan, kan zich niet permitteren Zen en mentale vorming te verwaarlozen.’ [5] Als we het woord ‘Karate-do’ gebruiken, moeten we de klemtoon op ‘do’ leggen. ‘Do’ betekent ‘de manier’ of ‘de weg’, maar waar leidt die weg naar toe? ‘Do’ duidt op een hoger streven dan op de vraag hoe men moet blokkeren, schoppen of slaan. Het belangrijkste doel van karate moet zijn iemand te leren een niveau van een volmaakt karakter te bereiken door middel van het reiken naar een niveau van zelfbeheersing. [6] Geen enkele geschiedenis van karate - hoe beknopt ook - kan compleet zijn zonder een korte verwijzing naar Bodhidharma, die de ‘oorspronkelijke verspreider van het idee van de krijgskunsten’ wordt genoemd. Deze Indiase monnik was een briljante Zen-student. Veel krijgskunsten, met inbegrip van karate, hebben een godsdienstige grondslag. In de belangrijkste dojo’s (scholen waar karate wordt onderwezen) vindt men op de hoogste plaats een altaar als herinnering aan de filosofische achtergrond van karate. Een andere herinnering hieraan is de tijd, meestal aan het einde van de training voor meditatie (‘za zen’) om de geest te zuiveren en het lichaam te ontspannen. Bij karate hoort het verplicht buigen voor de Shinden (tempel waarin de voorouders worden vereerd), het groeten (Boeddha in elkaar begroeten) en de verschillende meditatietechnieken. De meeste oosterse vechtsporten komen voort uit het boeddhisme, dat leert dat je op eigen kracht de ‘verlichting’ kunt bereiken. Om de ziel daartoe vrij te maken, moet je je lichaam bedwingen, tuchtigen en onderwerpen. Karate is een middel daartoe. Plaats je bijvoorbeeld een stoot, dan wordt ‘kiai’ gebruld, wat ‘lichaam – geest’ betekent. Daarmee wordt aan de geest gevraagd of die je lichaam in het stoten wil leiden en inspireren. Punt vijf van de Dojo-eed luidt: ‘We zullen onze goden volgen en nooit de echte betekenis van het woord nederigheid vergeten’. [7]
Kickboxen - In kickboxen maakt men gebruik van de vuisten, de voeten en het scheenbeen... Bij Thaiboxen (Muay Thai in Thailand) maakt men gebruik van alle natuurlijke wapens van het lichaam: vuisten, voeten, ellebogen, knieën en het scheenbeen. Verboden in Europa zijn de elleboog- en kniestoten naar het hoofd. Bij deze vechtsporten – die zijn als het ware bewegende meditatievormen - worden door de boxers amuletten gedragen. Soms worden bovendien de benen getatoeëerd. Het is gebruikelijk om de bovenarmen met speciale tatoeages te versieren, die veelal worden aangebracht onder geprevel van gebeden en bezweringen door ingewijde monniken. Deze aangebrachte tatoeages geven de boxers kracht. [8]
Kung-fu ‘Dit is een verzamelnaam voor verschillende Chinese gevechtskunsten. De kung-fu-leraar moet in de eerste plaats over een mystiek-religieuze knobbel beschikken’. [9]
Tae-Bo is een combinatie van Tae Kwon Do, boksen, streetdance en karate, wat is ontwikkeld door de zwarte Billy Blanks in de VS. Hij was meervoudig wereldkampioen karate. ‘Tae Bo is een overtuiging, een manier van leven. Het heeft met je ziel te maken, met wie je bent van binnen. Als je daar je kracht vandaan kunt halen, train je je geest en houd je het heel lang vol. (…) Dan volgt de cooling down; oosterse stretchoefeningen op religieuze ‘feel good’ muziek’. [10]
Krav maga (Hebreeuws: קרב מגע, contactgevecht) is een verdedigingskunst die zijn oorsprong heeft in Hongarije en verder ontwikkeld is in Israël. De oprichter van de beweging is de Hongaars-Israëlische Imi Lichtenfeld, ook bekend onder de Hebreeuwse leenvertaling van zijn naam Imi Sde-Or of kortweg Imi. Kenmerkend voor Krav Maga is dat training vaak plaatsvindt met zeer uiteenlopende realistische situaties, zoals een ontvoeringssituatie, gevaar 's nachts, aanvallen op een belangrijk persoon, aanvallen met een vuurwapen of mes, enzovoorts. Verder wordt op verschillende locaties getraind, dit in tegenstelling tot veel budo-sporten die een vaste dojo hebben. Waar zelfverdedigingsvormen als aikido en jiujitsu zeer subtiele technieken kennen, die de meeste mensen pas in echte gevechtssituaties effectief kunnen toepassen als zij ze jarenlang hebben geoefend, en het wushu zeer veel sierlijke vormen kent, beperkt het Krav Maga zich grotendeels tot technieken die hoe dan ook snel effect hebben. Dit is met name om praktische redenen: technieken sluiten voornamelijk aan op natuurlijke reflexen van iemand die zich verdedigt tegen een aanval en in veel gevallen moeten mensen zich in relatief korte tijd effectief kunnen verdedigen, waardoor een no-nonsense benadering voor de hand ligt. Zaken als eer en aanzien zijn ook veel minder van belang in het Krav Maga dan in bijvoorbeeld het wushu (Chinees voor krijgskunst).
Het Krav Maga kent dan ook geen kata (term uit de Japanse zelfverdedigingskunsten en vechtsporten zoals karate, jiujitsu, judo en in deze betekent het 'vorm'). Een kata is een individuele stijloefening en is een geschikte methode voor zowel mannen als vrouwen van alle leeftijden om in relatief korte tijd te leren omgaan met (levens)bedreigende situaties, zoals bedreigingen met mes of vuurwapen. Zoals iedere realistische vorm van zelfverdediging is het Krav Maga niet aan regels gebonden, buiten de regels van de wet. Trappen en stoten naar het kruis zijn toegestaan, evenals stoten met de ellebogen naar het hoofd en het steken met vingers in ogen of tegen de keel. Het is dan ook geen sport, maar een zelfverdedigingssysteem op leven en dood. De beoefenaar van het Krav Maga zal dan ook indien mogelijk proberen conflictsituaties te vermijden, maar in een daadwerkelijke conflictsituatie alles doen om te overwinnen. [11]
Tai chi of tai ji is een van oorsprong Chinese vechtkunst, die nu veelal beoefend wordt als neijia, innerlijke bewegingskunst. Tai chi wordt beoefend voor zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen, maar ook als een vechtsport voor zowel zelfverdediging als voor het uitschakelen van opponenten.
Ogenschijnlijk zijn de bewegingen van t'ai ch'i natuurlijker. Maar ook hier zijn deze bewegingen niet te scheiden van de religieuze achtergrond. Uit het boek van Michael Page: 'De kracht van Ch'i', uitgegeven door Servire blijken dezelfde principes voor te komen als bij de yoga. T'ai Ch'i gaat uit van het bestaan van oerenergie. 'Voor Chinezen bestaat het fysieke universum uit een energieveld dat ons omhult en doordringt. Al het bestaande wordt voortgebracht en in stand gehouden door Ch'i.' Deze energie is magische kracht. 'Het Ch'i is op zich onderhevig aan magie, omdat het een geheime natuurkracht is. Drakenaderen en acupunktuurmeridianen, T'ai Ch'i en amuletten, allen hebben te maken met magie en met wetenschap.' Het doel is eenwording met de kosmos, die als goddelijk geldt. 'Het doel bij de taoistische praktijken (zoals bijv. T'ai Ch'i) is het bereiken voor ieder individu van de spontaniteit van handelen die voortvloeit uit het één zijn met de gehele natuur, met het universum zelf.' Het middel daartoe is: 'De beoefenaar moet zijn geest geconcentreerd houden op de stroom van het Ch'i, iets wat hij alleen kan bereiken door middel van verbeeldingskracht van de geest, door middel van de meditatie in beweging.' Meditatieoefeningen horen er dus bij, waar het ook gaat om het leeg maken van de geest. 'De bewegingen van het lichaam vloeien voort uit en zijn deel van de meditatie. De mentale stilte die aldus wordt bereikt in de beweging wordt met name door Taoisten als waardevoller beschouwd dan de stilte die voortvloeit uit lichamelijke stilte. Het uiteindelijke doel is dat de geest het Ch'i op kalme en natuurlijke wijze tot diep binnenin het lichaam zal dirigeren in de beenderen en het merg.'
3. Sport en sporter
Dienaar van het Goddelijk Woord, dominee Joan Röell (57) uit het Limburgse Grevenbicht, had voor het bestrijden van zinloos geweld iets bedacht. Nota bene op een zondagochtend in zijn hervormde kerk, heeft hij drie ronden gebokst tegen een voormalig Europees kampioen [12]. Dit trok vier keer zo veel mensen als gewoonlijk. ‘Go where the action is’- niet waar.
Deze confrontatie maakte deel uit van een themadag voor jongeren tegen zinloos geweld. Eerst praatten de boksers een uur met de aanwezige jongeren over zinloos geweld. Op boksles leer je niet om er maar op los te slaan, maar juist om je agressie en kracht te beheersen. Maar werkt dit ook zo? Het gaat er toch om, om gebruik te maken van de zwakke plekken bij de tegenstander, om volgens de reglementen te winnen. Kort na deze alternatieve dienst bekende de boksende dominee dat hij door het gejuich en gejoel in de kerk als het ware een rode waas voor de ogen kreeg. ‘Ik kreeg vleugels, voelde me geweldig. Ik zou hem wel eens even. Voluit ging ik in de aanval. Toen ik zag dat Arnold schrok, rook ik kansen, dreef hem in de hoek, (…) de beer was in me los. Als een dolle stier bleef ik rammen en meppen.’ Volgens de scheidsrechter was de dominee ‘onreglementair bezig’ (onder de gordel dus). De predikant realiseerde zich later eerlijk, dat al zijn praatjes over verstandig leren omgaan met je agressie nergens op sloegen en dat hijzelf evenveel onbeheerstheid in zich had als de opgejutte vandalen over wie hij gepreekt had. [13]
Is hij een goede representant van het boksen? Is dit typerend voor het boksen of zegt dit toch meer iets van de wellicht gefrustreerde predikant? Elke bokser is verplicht om voor en na de wedstrijd de tegenstander de hand te reiken. De bedoeling is dat boksers de wedstrijd op ridderlijke en sportieve wijze zullen spelen, zoals de reglementen die voorschrijven. Toch blijft het nog steeds ongezond om op je hoofd gemept te worden. Dreunen op je hoofd bevorderen de ziekte van Parkinson, dementie, en geheugenverlies. De uitkomsten van hersenonderzoek bij sporters zijn niet welkom, want dat tast het financiële imperium aan. Wetenschappers die kritisch onderzoek doen naar hersenschade in de sport krijgen tegenwerking die doet denken aan de machtige tabakslobby: ontkennen, negeren en frustreren [14]. Voor politieagenten lijkt het mij een goede zaak te leren boksen om daardoor een gevoelige dreun te kunnen verkopen, opdat ergere dingen zullen worden voorkomen. Net zo goed als zij schietles krijgen voor het geval dat… Desalniettemin blijk je dus zowel energie te kunnen ontladen als agressie te kunnen opwekken. Zowel de sport als de sporter moet worden beschouwd.
Het persoonlijke getuigenis van de Europees kampioen karate en winnaar van kickboxing-partijen Danny Soto, stemt hiermee overeen. Soto bekeerde zich radicaal van vechtsport tot de levende God. ‘Toen ik in de hal aan kwam waar dit gevecht gehouden werd, was ik aardig tegen iedereen die ik in de hal maar tegen kwam. Maar toen ik in de ring stond keek ik mijn tegenstander, een grote boerenjongen, recht in de ogen aan. Zo probeerde ik hem alvast te imponeren en te intimideren. Het gevecht liep voor mij gunstig af. Voor de tegenstander minder. Toen hij op de grond lag te kreunen van de pijn wilde ik hem natrappen. Er was een enorme haat naar bovengekomen. Deze jongen straalde aan het begin van de wedstrijd zoveel zekerheid uit en dat had mij op een of andere manier geïmponeerd. De agressie kwam er plotseling uit. De scheidsrechter duwde me weg, waardoor hij ook een trap in het gezicht kreeg. De leerlingen van mijn school die ik bij me had, sprongen de ring in en doken op me af en brachten mij tot kalmte. Deze partij verloor ik. Ik werd wegens mijn wangedrag gediskwalificeerd. Toen ik de ring uitstapte en boos naar de kleedkamer liep, moesten enkele glazen deuren het ontgelden. Ik uitte mijn woede en sloeg met m’n handschoen dwars door het gewapende glas heen. Mijn woede werd steeds heviger. Ik vloekte en tierde en daagde iedereen uit. Dit soort taferelen heb ik heel vaak meegemaakt. Ook bij andere vechtsporters. Het heeft niets te maken met de stijl die je beoefent. Men heeft het soms over de zachte en de harde stijl. Dit is een volkomen misvatting. De machten die achter deze sporten actief zijn, zijn allen eender. Het heeft mede met je karakter te maken hoeveel invloed ze op je kunnen krijgen. Maar er is aan die beïnvloeding door het spirituele in de vechtsporten geen ontkomen aan. Deze invloed was altijd aanwezig. Het is net alsof ik onder een bepaalde controle stond. Men noemt dat in de krijgskunst een levensstijl. Er behoort bij deze levensstijl best een goede discipline en zelfbeheersing. Maar de zelfbeheersing door de ”vrucht van God” is bovennatuurlijk en door de Heilige Geest’ [15].
4. Waardevolle of waardeloze vechtsport?
Gemeenten die vechtsporten subsidiëren, stellen dat jongeren er discipline door leren. Kwetsbare kinderen en vrouwen (en waarom niet mannen ) kunnen hierdoor hun zelfvertrouwen verbeteren. Daar is natuurlijk niks mis mee. Anderzijds kunnen agressieve kinderen leren hun agressie beter te controleren en te reguleren. Op allochtone kinderen schijnt discipline en structuur een aantrekkingskracht te hebben. Onderzoekers Agnes Elling en Ester Wisse van sportonderzoeker Mulier Instituut ondervroegen 260 vechtsporters van 12 tot 16 jaar in 24 vechtsportverenigingen. De meesten deden aan kickboksen of Thai boksen en veel minder aan taekwondo en karate. Ze interviewden ouders van vechters en de trainers en volgden verschillende jonge sporters gedurende twee jaar. Vechtsport bleek geen wondermiddel. Er bleek een organisatorische wanorde te heersen, verdeeldheid, concurrentie en wantrouwen. Er zijn onvoldoende pedagogisch en didactisch onderlegde trainers, en onvoldoende afspraken over medische controles en registratie om de lichamelijke veiligheid van vechtsporters te garanderen. Zo is er geen duidelijkheid over de leeftijd waarop kinderen voor het eerst de ring in mogen voor een-op-een-gevechten. Daarbij is de kans op hoofdletsel het grootst. De meeste sportscholen laten kinderen bokskappen dragen, maar controle daarop is er niet. Bovendien blijkt er in deze takken van sport een vermenging te bestaan tussen de onder- en bovenwereld. De divisie zware criminaliteit van de Amsterdamse politie constateerde ‘vergaande verwevenheid’ tussen kickboksen en de georganiseerde criminaliteit. [16] Volgens de Amsterdamse oud-burgemeester van der Laan heeft de helft van de zeshonderd gewelddadige jeugdige veelplegers in Amsterdam op een vechtsport gezeten. Volgens deze burgervader kan vechtsport positieve effecten hebben op jongeren, maar als het misgaat, hebben ze wel technieken geleerd die hen op straat heel gevaarlijk maken. [17]
Is elke sport als alternatief om te ontspannen oké? Sport kan een heerlijke onschuldige ontspanning zijn door inspanning. Maar wat te denken van de meedogenloze kooigevechten met weinig spelregels waar vechtersbazen tot bloedens toe op elkaar in beuken tot één van de twee opgeeft? Dat is toch niet meer gezond te noemen, eerder demonisch.
Ook vrouwen doen mee aan de georganiseerde vechtsporten. Ze nemen dan zelfs het risico dat ze door lichamelijk letsel niet zwanger te kunnen worden, zoals Marlies Coenen. Deze drievoudig MMA-wereldkampioene raakte desondanks trouwens wel zwanger. Sport is beslist gezond, maar sportblessures blijken vaak helaas onvermijdelijk. Bij vechtsporten is dat eerder regel dan uitzondering, want het is toch de bedoeling dat je je tegenstander pijnigt, treft op z'n zwakke plek, kwetst en uitschakelt door je krachten die je op een tactische manier inzet. Spelregels moeten hierbij wel in acht genomen worden, want het is nou ook weer niet de bedoeling dat sporters blijvend invalide of zelfs levenloos de mat verlaten.
Wat moet je verder denken van publiek dat mateloos kan genieten van een felle worstelpartij, hetzij tussen mensen onderling, mensen en dieren (stierengevechten) of dieren onderling (hanen, beer, honden, enz.)? Door gokpraktijken worden deze schouwspelen nog meer lucratief. Hebben deze bloeddorstige toeschouwers die kicken op spanning en sensatie, niet een verziekte geest?! Leve de 'Survival of the fittest'...
Zoals gezegd kan sport energie en zelfs agressie doen ontladen, maar evengoed ook opwekken. Het is de vraag of dit aan de sport ligt of aan de spelers en supporters. Hoeveel supporters hebben zich immers niet na een wedstrijd uitgeleefd in gewelddadigheden en vandalisme? De moderne mens blijkt niet onder te doen voor de oude Romeinen die voor de wrede spelen op leven en dood massaal samenstroomden in de arena’s. Brood en spelen zijn nog steeds onmisbaar.
Interessant in dit verband is om na te gaan wat het effect is van al die geweldsfilms en gewelddadige computerspelletjes. Als je scoort door zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk dood te meppen en daarop kickt, dan is er toch wel een steekje bij je los. De grens tussen de virtuele en reële wereld kan gevaarlijk vervagen. Dit is toch onverenigbaar met het christen zijn, waar respect en opofferende liefde een grote plaats in nemen. De oersterke God blijkt Zich het lot van juist de zwakkelingen aan te trekken: de weduwen, wezen en vreemdelingen en rekent af met de arrogante, machts-misbruikende groten der aarde die rechten vertrappen. Al die mensonterende praktijken getuigen niet van een hoogstaande beschaving en pleiten trouwens evenmin voor de evolutie, mocht die bestaan. Dat christenen toch hiervan schijnen te kunnen ‘genieten’, is te wijten aan het voeden van hun ‘vlees’ of zondige natuur. Een tip voor christenen: kopieer Exodus 20 en Galaten 5 en plak dit naast (of op!) uw televisie en computer.
5. Zelfverdediging
De oudtestamentische regel ‘oog om oog, tand om tand’ was billijk en bedoeld om geweld niet te laten escaleren. Jezus leerde ons in de zogenaamde Bergrede daarenboven de boze niet te weerstaan, ‘doch wie u een slag geeft op de rechterwang (dat is vernederend, minachtend), keer hem ook de andere toe’. Het betreft hier het lijden om Christus’ wil. In het Koninkrijk van God, wat haaks staat op de wereld, geldt deze regel: ‘the survival of the weakest’. Hoe deed Jezus dat Zelf? Toen Jezus Zich voor de hogepriester Annas moest verantwoorden, gaf een van zijn dienaars Jezus een slag in het gelaat. Jezus liet niet over Zich heen lopen, verdedigde Zich evenmin met geweld, wel met woorden. [18] De boze, de duivel die rondgaat als een brullende leeuw, hebben we wèl te weerstaan [19], maar de boze of slechte mens hebben we als mens te respecteren. We worstelen immers niet tegen vlees en bloed. Dat neemt niet weg dat criminelen hard aangepakt moeten worden. Saul pleegde een moordaanslag toen hij met zijn speer de harp spelende David aan de wand trachtte te spietsen. Daarop gooide David de speer niet terug, maar vluchtte, want hij weigerde de hand te slaan aan de gezalfde van de Heer. [20] Echter niet voor iedereen was David even zachtzinnig.
De eerdergenoemde tekst uit de Bergrede mag niet gebruikt worden ten gunste van pacifisme. De realiteit is dat de maatschappij door de zonde verrot is. De defensieve overheid draagt het noodzakelijke, dodelijke zwaard niet tevergeefs. [21] Daarom mag en hoeft de individuele christen in zijn persoonlijke betrekkingen zelf niet wraakzuchtig en zelfzuchtig te zijn en zichzelf te verdedigen. Zelfverdediging is voor een christen geen principieel taboe. Wim van Doorn, overtuigd christen en leraar judo en fitness, gelooft zeker in Gods bescherming, maar ook dat je zelf wat mag doen. “Als je jezelf niet mag verdedigen, moet je ook geen leger hebben. Je fiets op slot zetten, je huis afsluiten –dat zijn toch ook vormen van defensie? Als een meisje lastiggevallen wordt, mag ze dan niet roepen, die persoon met haar handen wegduwen of zelfs een klap geven?” [22] Jezus was op zich niet tegen defensief wapenbezit: ”Zij zeiden: Here, zie, hier zijn twee zwaarden. Hij zei tot hen: Het is voldoende.” [23] Maar in Getsemane werd er door Jezus niet fysiek gevochten, hoewel Hij zijn engelen bevel kon geven om met geweld in te grijpen. Het verbazingwekkende, paradoxale deed zich voor, dat juist door te verliezen, namelijk door de schandalige dood aan het vervloekte kruis te sterven, Hij overwon. ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest’ [24], is Gods methode, hoewel volgens het laatste Bijbelboek er nog geweldige krachtmetingen zullen plaatsvinden. Maar deze teksten slaan niet direct op vechtsporten.
6. Christenen in de vechtsport
De christen-judoleraar Wim van Doorn zou christenen willen afraden om karate, kung fu en kickboxen te doen. Bij twijfel niet aan beginnen, luidt zijn advies. Maar dat geldt voor alle sporten. Niet alle vechtsporten wijst hij af. ‘In mijn 20 jaar ervaring als Christen sportschoolhouder, heb ik nog nooit een wedergeboren Christen meegemaakt, die na zijn bekering van God moest stoppen met Judo of Jiu-Jitsu.’ [25] Samen met zijn broer Mans en zes free-lance docenten bereiken zij wekelijks achthonderd mensen tussen de vier en zeventig jaar op hun sportschool in Rhenen. Niet sport, maar (het evangelie van) de Here Jezus is de passie van de van Doorns. Op een ongebruikelijke manier horen, lezen, zien de vaak onkerkelijke sporters bij hen het evangelie. Wat een kansen! [26] Bewust distantiëren de van Doorns zich van de religieuze achtergrond van judo. Dat deze er inderdaad is, bewijst het volgende citaat uit een judoblad: ‘Indrukwekkend wederom het openingsprotocol door twee Shinto-priesters en een Hoofd-priester. Het inzegenen van de deelnemers, de medewerkers, gasten- en eregasten en het publiek. Een indrukwekkend geheel waaruit blijkt dat judo meer is dan alleen “zomaar” een sport. Duidelijk werd bij deze Japanse School Judokampioenschappen richting gegeven dat judo = opvoeding, mentaliteit, karakter die door en in de strijd - maar ook daarbuiten - wel degelijk tot uitdrukking moet worden gebracht.’ [27] In Japan is de relatie tussen judo en religie heel sterk. Maar Japan is Nederland niet.
Sport (en bv judo) heeft zeker opvoedkundige waarden als sportiviteit, lichaamstraining, behendigheid, tactiek, verlies kunnen handelen, zelfbeheersing, discipline, etc. De vraag is echter of judo nog wel judo kan zijn indien het ontdaan wordt van de religieuze achtergronden. Hetzelfde geldt natuurlijk voor andere (vecht)sporten. “En is iemand een kampvechter dan ontvangt hij de krans alleen, als hij volgens de regels van de kamp heeft gestreden”, zo schreef reeds de apostel Paulus in 2 Tim. 2: 5. Eigenmachtig de spelregels veranderen, levert eigenlijk een ander, nieuw spel op.
Het volgende getuigenis op CIP (Christelijk Informatie Platform) is van docent lichamelijke opvoeding Gerdien Kaan en maakt duidelijk dat judo geen onschuldig verdedigingsspelletje betreft. Zij beoefende tot voor kort een vechtsport. "Ik geloof dat er in alle vechtsporten demonische invloeden zitten vanwege de afkomst en het doel van de afzonderlijke sporten". “Vorige week vertelde Gerdien Kaan over de tijd voor haar bekering en hoe God haar terug trok. Vandaag vertelt ze hoe ze door God krachtig werd stilgezet bij het feit dat jiujitsu een sport is waarbij afgoden worden aanbeden.”
"Op 1 januari van het afgelopen jaar ging ik met een vriendin naar Zeeland om mijn ouders gelukkig Nieuwjaar te wensen. Voordat we teruggingen, liet mijn vader een filmpje zien van het Nederlands Kampioenschap waar ik ook actief was geweest." Toen ze vervolgens naar huis reden ervoer Gerdien een enorme spanning: "Alsof ik ontzettend zenuwachtig was. Ik wist niet precies waarom en al pratende probeerde ik daarachter te komen. Ik dacht dat het kwam doordat mijn auto wat raar deed en troostte me met de gedachte dat ik lid ben van de ANWB, achteraf bleek dat de spanning en onrust niet daar vandaan kwamen. Er vond een geestelijke strijd plaats." Een vriendin van Gerdien vroeg haar alle dingen uit haar leven op te sommen: "Daarmee leek het licht van een schijnwerper op mijn hobby en sport te vallen. Het werd me allemaal duidelijk, ik heb een andere God aanbeden. Ze noemen het groeten, maar feitelijk is het een buiging, ik heb gebogen voor satan terwijl ik hem niet meer toebehoorde! Ik was compleet verslagen. Vooral omdat ik er al eerder bij werd bepaald dat het groeten meer inhoudt dan een onschuldige buiging, ik ervoer er altijd een bepaalde weerstand in. De afgelopen tijd heeft de Heere me veel vaker duidelijk gemaakt dat ik hiermee moest breken, maar op een of andere manier heb ik niet geluisterd en bleef ik het goedpraten".
"Vervolgens heb ik in het bijzijn van mijn vriendin alles voor de Heere beleden en om vergeving gevraagd. Ik heb Hem gedankt dat Hij mij wilde vergeven. Achteraf hoorde ik dat mijn vriendin na het zien van het filmpje voor mij heeft gebeden of de Heilige Geest me zelf van zonde wilde overtuigen. Ze heeft er verder niets over gezegd en alles aan de Heere over gelaten". Kaan vindt het bijzonder om te zien hoe de Heilige Geest dit alles voorbereid en gewerkt heeft: "Mijn vriendin zou namelijk in eerste instantie niet eens meegaan naar Zeeland! Toen moest ik gaan breken met alles wat met de sport te maken had. Ik heb alle banden die ik bezat, mijn lidmaatschap, boeken videomateriaal van mijn pc weggegooid. Heel bijzonder was het om op mijn ledenkaart te zien dat mijn contributie doorliep tot januari 2011. Wat een timing! De Heere bewaarde me voor de 'zwarte band'." Kaan besluit met de mening dat in alle vechtsporten demonische invloeden zitten vanwege de afkomst en het doel van de afzonderlijke sporten: "Behalve de Israëlische vechtsporten, want die hebben een andere oorsprong en een ander doel. We kunnen de invloeden zien in de terminologie van de verschillende vechtsporten. Ze hebben vaak een geestelijke lading. Samurai (oprichter van jiujitsu) betekent 'Hij die dient', Dojo (zaal waar men traint) betekent 'De plaats waar men de weg leert'. Jezus zei: “Ik ben gekomen om te dienen” en ”Ik ben de Weg”. Vechtsporten of ook wel vechtkunsten hebben altijd dezelfde onderliggende gedachten: het met behulp van fysieke kracht of middelen de tegenstander verslaan en tegelijkertijd jezelf verdedigen tegen een fysieke aanval. De Bijbel leert ons in Mattheus 5 iets anders." [28]
7. Demonische beïnvloeding
De vergelijking met de uit het heidendom stammende kerstboom dringt zich op of gaat die vergelijking mank? Hoewel de kerstboom niets met het geboortefeest van Christus te maken heeft, plaatsen vele christenen deze aardige versiering elk jaar weer in hun huiskamer. Stellen zij zich daardoor bloot aan heidense, ja zelfs occulte invloeden? Hetzelfde kunnen we ons afvragen bij paaseieren en dergelijke attributen. Welke christen ligt wakker van de namen van heidense afgoden die in onze weekdagen en maanden van het jaar voorkomen? Ligt het groeten van de Boeddha bij vechtsporten niet in het verlengde? Of is er duidelijk meer aan de hand? Krav Maga zou als een verantwoorde verdedigingssport voor een christen kunnen worden beschouwd, omdat daar geen occulte invloeden ten grondslag aan liggen, maar deze fysieke verdedigingsstrategie is bedoeld om te overleven in levensbedreigende situaties.
Vanuit ervaringen met zichzelf en observaties bij honderden leerlingen die hij in verschillende vechtsporten heeft opgeleid, waarschuwt Danny Soto ernstig voor het neerknielen om in za-zen meditatie houding te zitten en vervolgens de groet aan de leraar en de grondleggers in het land van oorsprong van de stijl die u beoefent, te brengen. ”Dan stemt u namelijk in met de geestelijke leer waaraan u zich heeft verbonden, door die vechtsport die u beoefent. Hierdoor gebeurt er wel degelijk wat in de onzichtbare wereld. U zal er misschien niet direct erg in hebben, maar toch is er een link gelegd op basis van deze valse occulte leer in zijn verwevenheid met vechtsporten. Hierdoor zal geleidelijk aan een karakterverandering tot stand kunnen komen. De meeste beoefenaars worden kil, hard, egocentrisch, rustig, zelfverzekerd en trots. Meestal gaan zij een geïsoleerd leven leiden. Ze sluiten zich steeds meer af voor de liefde. Vaak kunnen zij niet goed (meer) tegen liefkozing. Ook de liefde van de Here Jezus dringt steeds moeilijker door in het hart.” [29] Hij getuigt dat het bij elkaar maar liefst zo’n zes jaar geduurd heeft voordat hij niet meer wegrende voor intimidaties van satan, zoals achtervolging door boze geesten met vette klauwen die zijn keel dichtknepen en zijn beide armen vasthielden! [30]
De Australiër Barry Kessing, die acht jaar trainer is geweest, zei na zijn bekering: ”Ernstige vormen van demonische bezetenheid lijken vrijwel onmogelijk, als de instructeur niet in de eerste plaats de uitgangspunten duidelijk maakt, maar alleen maar bezig is met technieken, oefeningen en een beetje traditie. Maar je beseft niet dat er door die trainingen een filosofie op je inwerkt die aan de basis al verkeerd is.” [31] Verwarring, verleiding en misleiding zijn beproefde middelen in de handen van Gods tegenstander. Met andere woorden: karate en alle oosterse vechtsporten (en de ’gewone’ sporten dan?) hebben een a- of zelfs antichristelijke oorsprong en filosofie. Indien die achtergronden, meditaties en concentratieoefeningen in het begin achterwege gelaten kunnen worden (nogmaals: kàn dat wel??) [32], doet de christen er verstandig aan steeds alert te blijven. Alles verandert immers en de maatschappij lijkt steeds ‘religieuzer’ te worden.
Zoals het geweten bij de één vreemd genoeg veel nauwer is dan bij de ander, zo blijken Christenen opvallend geen eenduidige gevoeligheid voor het occulte te ervaren:
”Hoewel het niet onwaarschijnlijk is dat, naarmate men langer betrokken is geweest bij occulte zaken, de kans groter is dat demonische gebondenheid het gevolg is, hebben we vastgesteld dat niet iedereen die zich met occultisme heeft beziggehouden dezelfde gevolgen ondervindt. Sommigen kunnen deel hebben gehad aan een occulte ervaring zonder dat dit resulteert in een binding, terwijl anderen door dezelfde ervaring zwaar in de problemen komen. Het is ons niet helemaal duidelijk waar dit aan toe te schrijven is. Kennelijk is de een gevoeliger of kwetsbaarder dan de ander. Dat kan te maken hebben met het gezin waaruit men komt of met de geslachtslijn, mogelijk ook met de bescherming van christelijke ouders, maar het hangt wellicht ook samen met de mate waarin men zich heeft opengesteld voor het occulte.” [33]
8. Welke sport te kiezen?
Alles, dus ook sport, kan verworden tot een afgod. Bovendien kan de sportbeoefenaar negatief beïnvloed worden door de principieel anti-christelijke filosofie die erachter schuilt. Welke sport is eigenlijk wèl kosher? Oorspronkelijk waren de Griekse Olympische Spelen zeer religieus getint. Bij westerse sporten kan het vandaag er evenzeer barbaars aan toegaan. Denk maar aan extreem fanatisme (gedreven door eer- en geldzucht), wat op de sportvelden geschreeuwd, gevloekt en nagetrapt wordt en wat speelt er zich in kantines al niet af. De moderne mens lijkt in de ban van de afgoderij van het WK. Het ziet er buiten dan meer oranje uit dan op Koningsdag. Maar hopelijk maakt het wel degelijk uit of je bij een christelijke sportverenging sport. Alvorens u ergens voor op te geven, zou u op onderzoek kunnen gaan voor uzelf of kind. Wat zijn de achtergronden van die sport, en spelen die een overheersende rol? Wat voor sportschool is het, wie is die sportleraar of trainer? Distantieert de leraar zich duidelijk van oosterse religies, of zijn ceremoniën, meditaties (Tai-Chi) of yoga, verplicht? Spelen meditatie en concentratieoefeningen een rol? Welke muziek brengt men ten gehore en wat voor invloed heeft dit? Maak eens een les mee. Hoe groot is de macht van de leraar over de pupillen? Welke christenen zijn u in die bepaalde sport voorgegaan en wat zijn hun bevindingen? Kom je, wellicht na verloop van tijd in de benauwdheid of geestelijke duisternis, word je agressief, ervaar je een geestelijke blokkade (bijvoorbeeld geen lust tot gebed, Bijbellezen, kerkbezoek), ervaar je een opvallende wijziging in je karakter?
Volgens Danny Soto, die de vechtsport door jarenlange ervaring van binnenuit kent, zou een christen niet aan vechtsporten mogen deelnemen om de volgende redenen:
1. elke oosterse vechtsport is een religie die leidt tot zelfverwerkelijking.
2. za-zen meditatie in de vechtsport, is hetzelfde mediteren als in het Zen-boeddhisme, een methode om tot verlichting te komen.
3. het is een deur die opening geeft aan het spirituele (het occulte). [34]
Dat je om hoger op de oosterse vechtsportladder te komen, je meer met religieuze achtergronden zult moeten inlaten, ontkent judoka (5e dan) W. van Doorn. Lekker onschuldig een balletje trappen of profvoetballer zijn, maakt wel verschil. Je werk kan je afgod worden. Door je al dan niet bewust open te stellen voor de geestenwereld die zich niet aan Christus wil onderwerpen, open je de invalspoort voor de immer strijdlustige boze en onreine geesten. Uit de praktijk blijkt wel dat de één daar veel gevoeliger voor is dan de ander. Anderzijds hoeven we ook niet te paniekerig zijn voor occulte besmetting. Geef de duivel in elk geval geen voet, zelfs geen teen, laat hem dus niet bewust of onbewust binnen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Bij twijfel niet inhalen. Laat je goed voorlichten en niet verleiden door (relatieve!) roem en eer in de sport. Bewaar jezelf onbesmet van en in deze heidense wereld. Dat dit mogelijk is, bewijzen wel de Egyptische onderkoning Jozef, die omringd was met tovenaars en nochtans een type van Christus, en de godvruchtige topambtenaar Daniël, die occulte regiems overleefde en zijn Heer bleef dienen. Dus… sterkte!
9. Conclusie: wees sterk
Voor sommigen kan een vechtsport een zwakke plek zijn in het geestelijk leven zoals in de getuigenis van Gerdien Kaan. Net zoals bv. Keltische muziek voor de ene christen een lust is om naar te luisteren, maar voor een ander gepaard gaan met associaties of ervaringen op occult gebied.
In de sportwereld is het gebruik van bepaalde chemische pepmiddelen verboden. Niet alleen door pillen kan een mens fysiek in kracht toenemen. Ook boze geesten kunnen je bovennatuurlijk, onmenselijk sterk maken. De synoptische evangeliën rapporteren van een door boze geesten bezeten man, of zelfs twee mannen. [35] Door een legioen onreine geesten kon hij met een bovennatuurlijke kracht zijn kettingen en boeien stukbreken. Hij pijnigde zichzelf door zichzelf met stenen te slaan. Jezus is niet bang voor deze oersterke, gevaarlijke man. Hij ontweek hem niet, nee sterker nog, Hij zocht hem op in het land van de Gerasenen of Gadarenen, op een onreine begraafplaats. Hier vond geen fysieke krachtmeting plaats, maar een geestelijke. Jezus was geen Kung Fu goeroe. In plaats van hem nog meer te pijnigen, verloste de Verlosser hem van zijn kwellende inwonende geesten. Hij werd weer mens, was weer gekleed en goed bij zijn verstand, en naar we mogen aannemen dat zijn bovennatuurlijke krachten gereduceerd waren tot normale proporties.
Waarom zouden sporters die zich niet aan het evangelie willen onderwerpen, niet al het mogelijke (onophoudelijk trainen, chemische middelen slikken of spuiten [lichaam], meditatie [ziel] of occultisme [geest]) doen om een topprestatie te kunnen leveren? Voor een christen zijn er echter duidelijk grenzen, opdat het ons wèl ga! Wat baat het een mens om de hele wereld te winnen, om wereldkampioen te zijn, maar zijn ziel te verliezen? Vertrouwen op spierballen en behendigheid kan afgodisch zijn. Daartegenover stelt Gods Woord: ”De naam van de HEER is een sterke toren; de rechtvaardige snelt daarheen en is veilig” (NBG ‘onaantastbaar’) (Spr.18:10). Zonder de ware God is het onmogelijk om onkwetsbaar te worden. Ik herinner me een verhaal van een christin die belaagd werd door een overvaller, en de naam van Jezus aanriep, zodat de overvaller op de vlucht sloeg. Anderzijds kunnen ook christenen slachtoffer worden van verkrachting en moord. Bij afwezigheid van de overheid (politie) is zelfverdediging voor een christen uit noodweer geoorloofd.
10. Tenslotte mijn eigengemaakt samenvatting en vertaling van Exposing The Dangers behind Martial Arts & Yoga, A Christian’s guide to the harmful effects of these spiritual rooted practices, dr. Vito Rallo (Lancaster, U.K.: Sovereign World Ltd, 2011), 181 pp. Tussen haakjes staat het nummer van de pagina vermeld. De ervaringsdeskundige dr. Vito Rallo is mordicus tegen gevechtsporten. Zijn getuigenis is per definitie persoonlijk. De schrijver gooit ongenuanceerd wel alles op één hoop en zijn redenatie is niet overal even sterk. De lezer oordele zelf:
Auteur Vito heeft ruim dertig jaar als student, instructeur en vijfvoudig nationaal kampioen gewerkt in vechtsporten, dus hij weet waar hij het over heeft. Hij schrijft: “Ik was de enige niet-Japanse persoon ter wereld die binnen een jaar de zwarte band haalde. Ik was eraan verslaafd. Hoe langer ik trainde, hoe meer ik veranderde, agressiever en zelfs soms gewelddadig werd. Karate werd mijn identiteit. In de competitie was mijn agressiviteit grenzeloos (129, 130). Voor een christen staan agressiviteit en geweld haaks op de vrucht van de Geest in het leven (131). Ik werd vaak gediskwalificeerd en wilde mijn tegenstander intimideren met angst. Het uiteindelijke doel in de vechtsport is te leren hoe je een tegenstander kan verminken en zelfs kan doden. Ik heb duizenden sporters getraind. Op de lidmaatschapskaarten stond de bedoeling, namelijk dat we eerlijke, aardige, oprechte mensen met een goed karakter, met hoge morele standaarden en integriteit zouden nastreven. In de praktijk was het echter vaak het tegenovergestelde (132).
Ik kwam tot bekering door het lezen van het boek van Hal Lindsey ‘De planeet die aarde heette’ (135). Het werd me al snel duidelijk dat ik bevrijd moest worden van een sterke geest van geweld. En dat gebeurde, maar ik was toen oersterk en de demon in mij gooide mijn bevrijders op de grond.
Helaas heb ik me door een ouderling laten verleiden om jonge mensen in de kerk te trainen in de vechtsport. Sindsdien begon die bruisende en snelgroeiende kerk te krimpen. Die bewuste ouderling pleegde overspel en verduistering. Onrust en verdeeldheid kwamen in de kerk. Wat was de oorzaak of wat waren hiervan de oorzaken? Ik wist wel dat mijn activiteit een belangrijke bijdrage hiervoor was, want karate in de kerk bracht daar meer schade dan zegen (139, 140). Mijn bekering tot Christus was echt, maar mijn levens-bagage bleef (142). Al mijn attributen die aan mijn vechtsportverleden herinnerden, heb ik radicaal vernietigd en ervoer ik daarna een nieuw niveau van vrijheid. Ik raad iedereen aan mijn voorbeeld te volgen (141, 172).
Christelijke vechtsport is een oxymoron, een specifieke vorm van paradox. We kunnen niet tegelijk twee meesters dienen (150). Als bewijsteksten voor de legitimering van christelijke vechtsport worden deze Bijbelteksten aangevoerd: Gen.14: 13-16, 2 Sam. 6: 14, Ps. 144: 1 en Pred. 9: 10, Luk. 4: 28-30, Joh. 18: 3-6, maar deze overtuigen niet (151, 161). Zou Jezus deze in hindoeïsme, boeddhisme en zen gewortelde vechtsporten met het geweld en de meditaties hebben gepromoot? Absoluut niet! Het is mogelijk om te worden gereinigd en geheiligd door de Heilige Geest, maar het is onmogelijk om een in het occulte gewortelde activiteit (of voorwerp) wat God onwrikbaar heeft verboden, te sanctioneren (152, 153).
Vechtsporten / vechtkunsten / krijgskunsten en yoga worden vaak slim vermomd als zelfverdediging, fysieke fitnes, een sport, oefening, of stressreductie (18). Ze zijn het direct gevolg van een strategisch en op lange termijn geïmplementeerd plan van een onzichtbare geestelijke wereld, die werkzaam is in en door oosterse religies zoals hindoeïsme, boeddhisme, taoïsme en zen (21). De wieg hiervan stond in India en verplaatste zich naar China (22).
Meditatie zorgt ervoor dat de geest, het innerlijk ontvankelijk wordt om het duistere, geestelijke rijk te ontvangen (27). Hindoeïsme, boeddhisme en Zenboeddhisme zijn gefundeerd op occultisme (28). Vechtsporten kunnen niet effectief zijn zonder geestelijke en bovennatuurlijke hulp (31). Zelfverdediging is een verkeerde benaming. In vechtsporten moet men tot het offensief overgaan om zichzelf te kunnen verdedigen (31).
Het is gewoon niet waar dat men vechtsporten en yoga kan ontdoen van hun originele wortels (32). ‘Martial arts’ (vechtsporten) is afgeleid van de Romeinse god van de oorlog: Mars. Het bevat alle soorten en vormen van oosterse vechtsporten (33).
Bij vechtsporten wordt eenvoudigweg verteld dat ‘chi’ of ‘ki’ de levenskracht en innerlijke energie is die alle mensen al bezitten (39). Als een beoefenaar ‘kiai’ uitroept plugt hij in op een zogenaamde universele energiekracht, zich niet ervan bewust zijnde dat hij zich verenigt met en gebruikt maakt van een kracht van demonische occulte krachten (40). Yoga en hindoeïsme zijn niet los verkrijgbaar (41). Het woord yoga betekent ‘onder het juk brengen’ of ‘samenbinden’. Het doel van yoga is de gedachten uit te schakelen, alle bewegingen van het lichaam te stoppen en alle sensaties van de fysieke wereld af te snijden (om zo de beoefenaar in een eenheid met Brahman te brengen). Als de yogi’s en de goeroes inderdaad de staat van het nirvana (het niets) hebben bereikt, waarom zijn zij dan nog steeds op aarde? (42)
‘Christelijke yoga’ is een oxymoron! Net zoals ‘christelijke boeddhist’ (45). Het ware licht heeft niets met duisternis. Realiseren moslims zich wel dat als zij zich inlaten met vechtsporten, in feite een andere religie dan de islam praktiseren, terwijl dat voor hen absoluut verboden is (54)? Het openen van de deur nodigt de machten van misleiding en waarzeggerij van deze valse religies uit. Zij zullen een leven binnenvallen, omdat deze machten nu wettig recht gegeven is om vijandige invloed uit te oefenen. Aangemoedigd door op geweld bewust publiek, roepend ‘Sla hem dood! Vermoord hem!’, zijn kooigevechten, kickboksen, karate, gemengde vechtsporten, enz. ontwikkeld tot een ‘bloedsport’. De volgende stap is de arena, het Colosseum te Rome met gladiators en gevechten die pas stoppen als er doden zijn gevallen (55). Men wil meer geweld, meer bloed… wat uitloopt op ernstig letsel en zelfs de dood (75, 133). Bij videogames gaat het diezelfde kant op, want anderen moeten vermoord worden. Wie weet nog het verschil tussen het echte en het virtuele leven (56)?
De film- en amusementswereld heeft enorm eraan bijgedragen om oosterse vechtsporten in het westen op grote schaal te promoten (Bruce Lee: The Little Dragon, The karate Kid) (60). Draken en slangen komen in de vechtsport vaak voor, maar zijn in de Bijbel beesten die negatief worden geduid (63, 69). Bruce Lee stierf al op 32 jarige leeftijd [aan een hersenbloeding (sommige Lee fans beweren dat hij werd vermoord omdat hij teveel Kung Fu technieken prijsgaf) WJPH] toen hij in 1973 bezig was met de productie van zijn laatste film ‘Game of Death’… (65)
Achter de fysieke menselijke kracht zitten bovennatuurlijke, demonische krachten (74, 79, 82). Een diepe keelklank voortbrengen heeft verschillende doelen: 1. Intimidatie 2. De tegenstander uit zijn focus halen 3. Ongelofelijke angst overbrengen en 4. Het bovenhalen van verborgen krachtbron ki of ch’i. Sommigen denken dat ze na het zien van dit soort films ook zelf deze gekke prestaties kunnen leveren, bijvoorbeeld vliegen en meerdere vijanden tegelijk kunnen verslaan (68).
Opvallend is dat instructeurs zich ‘meester’ willen laten noemen (72.) Meestal zijn de grote voorbeelden om jaloers op te zijn, in de ogen van velen als goden (85). ”Wanneer je als hen wilt zijn, krijg je ook zijn (‘Bushido’) geest. Hoewel ik niet mediteerde, behalve knielde, mijn geest niet leegmaakte en boog voor de instructeur en andere studenten voor en na elke klas, dat was allemaal onschadelijk, dacht ik.” (p.80) Uit eigen ervaring weet ik wat de consequenties voor het deelnemen aan dergelijke sporten zijn: geestelijke blindheid, immoraliteit, angst, trots, boosheid, en het niet in staat zijn om goede gezonde keuzes te maken (80). Ik zag vaak extreem oncontroleerbaar geweld dat uit het niets kwam in mensen die voor zover ik weet nooit eerder dat gedrag vertoonden. Ik heb vreemde verwrongen gezichten als van Bruce Lee en zijn imitators gezien en ook totale expressieloze gezichten, alsof hun verstand van hen geweken was (84, 85).
In de Aziatische cultuur is buigen een vorm van begroeten en het tonen van eer en respect. Maar buigen in de vechtsport heeft een totaal andere betekenis. Het kan een groet betekenen, maar meestal is het een uiting van onvoorwaardelijke onderwerping aan de ander, in het bijzonder de instructeur (86). Het is een geestelijk gebaar. Als twee vechtsporters naar elkaar buigen voor een wedstrijd is dit een uitdaging: de geest in de ene daagt de geest in de ander uit. Die wedstrijd is geen ontmoeting maar een heuse strijd. Het buigen voor een de meester of een foto van een (eventueel) dode meester betekent geen respect, maar daar wordt kruiperij en aanbidding uitgedrukt aan een superieure geest in de (overleden) meester. Het is een daad van onderwerping, waardoor automatisch een opening ontstaat voor dezelfde geest die werkt in de meester, i.t.t. Luk.4:8 (119). Dit is een religieuze Zen-praktijk, met de boodschap ‘de god in mij erkent de god in jou.’ (87)
De training begint met hoe je jezelf verdedigt, maar het ontwikkelt zich vrijwel direct in offensieve, gewelddadige tactieken. De bijbehorende agressiviteit en gewelddadigheid zijn nauw verweven met psychologische en fysieke methoden in alle vechtsporten (104). Op de lange termijn zullen deze effecten zich op verschillende wijzen manifesteren zoals trots, rebellie, woede, agressiviteit, intimidatie, zelfingenomenheid, irritatie en een algemeen gevoel van onoverwinnelijkheid (105). Vaak is er een gedragsverandering bij de pupillen, die kloons van hun instructeur worden (106). Toeschouwers schreeuwen en joelen “Dood hem, dood hem, knal z’n kop eraf, sla hem neer, geef het niet op!”. (107) De roep om bloed, enz. is dat iets wat we echt onze beïnvloedbare kinderen willen leren? Nee, toch?
Veel van deze vechtsporters hebben last gekregen van lichamelijk letsel, met name van de gewrichten, handen, enkels, knieën, heupen en ruggengraat door de onnatuurlijke lichaamsbewegingen die duizenden keren zijn herhaald [Vechtsporten hebben niet het alleenrecht op blessures. Denk eens aan waterpolo, volleybal, marathon, maar vechtsporters zijn er wel op gericht om de ander bewust te blesseren. WJPH]. Verwrongen gezichtsuitingen, gepaard met griezelige kreten horen erbij. Bewegingen en houdingen van insecten, vogels, tijgers en apen worden geïmiteerd. Zo’n 90 procent van de kunsten is ontstaan vanwege de geestelijke krachten die door hen heen werken (117). De promotors zullen je alles vertellen over de fysieke voordelen, maar nooit over de schadelijke fysieke en geestelijke vertakkingen (109). Woorden als zelfverdediging, zelfvertrouwen, zelfcontrole, zelfbewustzijn, zelfkennis, zelfgenoegzaam bepalen duidelijk jezelf als centrum met jezelf als norm en is een gebrek aan vertrouwen in God (110, 148).
Het is onmogelijk om het geestelijke aspect van het fysieke aspect te scheiden (114). Jezus leert ons nooit om onze geest te legen, om een open mind te krijgen, zodat er ongehinderd toegang kan ontstaan, maar wel om ons te richten op Zijn waarheid en om onze gezindheid te vernieuwen (Rom.12:2). (115)
De roep ”Leeg je gedachten, leeg je verstand, je hebt meer geest nodig” betekent niet dat je wat enthousiaster moet zijn, maar slaat op een bovennatuurlijke ervaring (118). “De aanraking van mijn instructeur voelde als een veranderende kracht die in mijn lichaam stroomde. Onreine gedachten kunnen hiervan het resultaat zijn, zodat mensen overspel en ontucht plegen en onrein fantaseren over een ander.” (119)
Belangrijker dan het winnen in een competitie is het perfectioneren van het karakter van de deelnemers. Dat klinkt goed, maar welk soort karakter? De diepgewortelde zaden van agressiviteit, woede, en geweld mogen dan de eerste jaren onopgemerkt blijven, het komt later wel aan het licht. Hoe kun je eerst Bijbelstudie doen en daarna iemand die God lief heeft zo toetakelen? (134)
Ik heb voor mijn ogen goed gemanierde leerlingen zien veranderen in agressieve, woedende individuen omdat ze naar een punt van mentale en fysieke uitputting werden gedreven. Zij riepen onzichtbare krachten aan om hen kracht en macht te geven. Trots en het ego gaat bij de vechtsporten hand in hand. Waarom zou een christen yoga of vechtsport nodig hebben? Waarom wordt het blindelings in sommige kerken geaccepteerd? Er worden veel compromissen in de kerk gesloten (154). Een diepe reiniging van de effecten van deze activiteiten is nodig zodat gelovigen in vrijheid, kracht en totale overwinning kunnen wandelen. Slechts een beetje desem maakt het hele deeg zuur (1Kor.5:6).
Vechtsporten komen vaak op drie manieren in de kerk: A. Onder de vermomming van fysieke fitness, B. onder de noodzaak van zelfverdediging en C. als een evangelisatiemiddel (155).
ad.A. Hoe bestaat het dat stompen, slaan, trappen en op de grond gooien van een ander mens een genadige, nederige vredevolle geest in een persoon voortbrengt? Dit wordt echt niet de vrucht van de Geest in de sporter. Wat het wel bevordert is geweld, woede, trots, agressie enz., wat haaks staat op het Christus-gelijkvormig-zijn (156).
ad.B. Als vechtsporten zoveel zelfvertrouwen opleveren, waarom dragen beoefenaars dan toch wapens? Velen zijn misleid en menen dat ze dankzij de vechtsporten als de onoverwinnelijke Superman zijn (157). Als christenen menen zelf voor zelfverdediging te moeten zorgen, in hoeverre geloven we dan in Gods bescherming en verdediging door Zijn engelen? Drie verhalen bevestigen dat vechtsporten niet afdoende zijn.
* De gewelddadige bendeleider Nicky Cruz ontmoette dominee David Wilkerson. Nicky wilde ook David vermoorden, maar was daartoe vreemd genoeg niet in staat, dankzij een solide schild: de onzichtbare kracht van bescherming door engelen. Nicky ervoer een grotere kracht: die van Jezus Christus. Na zijn bekering heeft Nicky geen mes meer gebruikt voor vechtpartijen, maar wel een zwaard: het Woord van God! (158)
* Een beruchte verkrachter, die toegaf zo’n honderd vrouwen tot slachtoffer te hebben gemaakt, verklaarde dat er één vrouw was die hij niet kon verkrachten. Hij werd gestopt, niet omdat zij zichzelf verdedigde met een vechtsport, maar omdat ze de naam Jezus gebruikte.
* Een voetballer ging helemaal door het lint en was door twaalf politieagenten, waarvan de meerderheid zelfverdediging had geleerd, niet in bedwang te krijgen, zelfs niet toen ze hem taserden. Ze konden niet anders dan hem doodschieten. Zelfs ervaren vechtsporters overwinnen echt niet altijd een aanvaller.
ad.C. Hoe kan men met een activiteit, die op occulte praktijken gestoeld is, geworteld is in valse religies en doordrenkt is met geweld, gebruiken om mensen voor Jezus te winnen? Ik noem het meer ‘omgekeerde evangelisatie’. Als eenmaal de deur is geopend, zullen de onzichtbare demonische machten van blijdschap opspringen om intrek te nemen in levens, zelfs in het kerkelijk leven, en dat zonder strijd. De Here Jezus heeft nergens gevochten en nergens zijn volgelingen geleerd hoe zij zich fysiek zouden moeten verdedigen. Hij leerde daarentegen zichzelf op te offeren, en vijanden te zegenen, lief te hebben en om situaties in Gods handen te leggen (155-160).
Ik ben in een situatie geweest waarin zeer gewelddadige mannen mij zonder reden wilden aanvallen, maar ik besloot geen gebruik te maken van mijn vechtkunsten. Ik vertrouwde volkomen op de Heer. Tot mijn verrassing waren ze niet in staat om mij aan te raken en ik zag hierdoor de bescherming van de Heer door engelen. Waarom zou een christen tijd spenderen aan vleselijke, fysieke wapens, terwijl de eigenlijke strijd geestelijk is? De grootste kracht in het universum is de naam van Jezus (163-164).
Er zijn onwenselijke consequenties voor christenen die besluiten om deel te nemen in de vechtsporten en voor diegene die erin blijven nadat ze christen zijn geworden:
1. Waarzeggerij (gedachten kunnen lezen)
2. Geweld, moord, Bushido oorlogsgeest
3. Bovennatuurlijke energie, kracht of macht genaamd ‘ch’i’(Chinees) of ‘ki’ (Japans) wat komt van een boze geest.
4. Haat en wreedheid
5. Agressiviteit, neiging om gevechten uit te lokken.
6. (vals) Gevoel van onoverwinnelijk te zijn.
7. Intimidatie van anderen, de ander vrees aanjagen
8. Gedachtencontrole
9. Competitie en superieure houdingen
10. Mogelijk suïcidaal worden (angst om leven en eer te verliezen en een vals geloof in karma en reïncarnatie)
11. Trots, arrogantie, hoogmoed
12. Afgoderij van studenten jegens de instructeur
13. Controle, anderen overheersen
14. Geweten is afgestompt voor zondebesef en de noodzaak van berouw
15. Zelfvoldaanheid, zelfvertrouwen
16. Geeft een valse identiteit, die in elk geval niet christelijk is
17. Zelfverdediging (en wat dan onze beschermengelen en onze autoriteit in de naam van Jezus?)
18. Misleiding (sommigen worden volgelingen van valse religies)
19. Seksuele verleidingen door aanraken
20. Resultaat van toegeven aan seksuele verleidingen: overspel, ontucht, gebroken huwelijken
21. Blokkade in geestelijke groei als christen
22. De geesten achter de vechtsporten zijn het contrast van ‘de vrucht van de Geest’.
23. Fysieke consequenties eisen hun tol in het lichaam (169, 170)
http://secretsbehindmartialarts.com/ https://www.youtube.com/watch?v=LQffQga7kuw http://freeindeedministries.org/
Het boek eindigt met een voorgesteld gebed om afstand te doen van de vechtsporten, maar ook om yoga en Transcendente Meditatie te belijden, herroepen, ermee te breken en machten te binden.
Dit zijn ernstige waarschuwingen. De auteur scheert alle vechtsporten over één kam en stelt dat zijn ervaring universeel is en niet persoonlijk.
Noten:
[1] https://nl.wikipedia.org/wiki/Vechtkunst
[2] Thomas Leeflang, “ BUDO” boek, Prisma, pp. 153, 154
[3] ‘martial’ betekent (oosterse) gevechtskunst. Martial arts can also be linked with religion and spirituality. Numerous systems are reputed to have been founded, disseminated, or practiced by monks or nuns. Throughout Asia, meditation may be incorporated as part of training. In those countries influenced by Hindu-Buddhist philosophy, the art itself may be used as an aid to attaining enlightenment. Japanese styles, when concerning non-physical qualities of the combat, are often strongly influenced by Mahayana Buddhist philosophy. Concepts like "empty mind" and "beginner's mind" are recurrent. Aikido, for instance, can have a strong philosophical belief of the flow of energy and peace fostering, as idealised by its founder Morihei Ueshiba. Traditional Korean martial arts place emphasis on the development of the practitioner's spiritual and philosophical development. A common theme in most Korean styles, such as taekkyeon and taekwondo, is the value of "inner peace" in a practitioner, which is stressed to be only achieved through individual meditation and training. The Koreans believe that the use of physical force is only justified through defense.Systema draws upon breathing and relaxation techniques, as well as elements of Russian Orthodox thought, to foster self-conscience and calmness, and to benefit the practitioner in different levels: the physical, the psychological and the spiritual. Some martial arts in various cultures can be performed in dance-like settings for various reasons, such as for evoking ferocity in preparation for battle or showing off skill in a more stylized manner. Many such martial arts incorporate music, especially strong percussive rhythms. (See also war dance.) https://en.wikipedia.org/wiki/Martial_arts
[3a] Klaas Vos, Judo is schaken met je lichaam, Nederlands Dagblad, 19-6-2021
[4] T. Leeflang, a.w., pp. 30, 33
[5] T. Leeflang, a.w., pp. 124, 125
[6] Steve Arneil (6e dan) en Bryan Dowler (3e dan) Het grote karate-boek (Helmond: uitgeverij Helmond, ?) pp. 6, 9, 10, 174
[7] Nederlandse Karate Kyokushinkai kort overzicht, editie 1990, p. 5
[8] Danny Soto, a.w., p. 15 Zie ook: https://stichting-promise.nl/categorieen/19-lichaamswerk-occultisme-en-genezing/710-tatoeage-rage
[9] T. Leeflang, a.w., p. 64
[10] Sabine Zurel, Tae Bo is levensfilosofie, les van goeroe Billy Blanks, Metro (?) 10-1-2000
[11] https://nl.wikipedia.org/wiki/Krav_maga
[12] Dominee in de kerk op de vuist met Arnold Vanderlijde en Boksende predikant wil beheersing van agressie, Trouw , 10-4-2000, pp. 1 en 14
[13] Boksende dominee biecht: ook ik ben echte hooligan, Trouw 13-4-2000
[14] Zie uitgebreid artikel Hersenschade is er, maar de sportbonden kijken weg, Bram Endedijk en Enzo van Steenbergen, NRCNext, 24 en 25 -10-2020 en
Enzo van Steenbergen, Toezichthouder vechtsport: verbied klappen tegen hoofd en Deze vechtsporten durven klappen op het hoofd te verbieden, NRC.Next, 18-11-2020
[15] Danny Soto, “Zijn vechtsporten uit den boze?” Het eerste christelijke boekje over vechtsporten (Haarlem: Interkerkelijk Christelijk Centrum Haarlem, 1999) p. 32 ICCH: Veenbergstraat 12, 2023 KJ Haarlem, tel./fax. 023-5255004
[16] Criminelen kloppen soms letterlijk bij de sportschool aan. Kickboksers en de onderwereld De kickbokssport is nauwelijks ‘schoon’ te houden, maar kinderen kunnen wel baat hebben bij de sport. en Als de trainer deugt, leert kickboksen kinderen discipline, Sheila Kamerman en Merel Thie, NRC Handelsblad 25-1-2013, p. 10, 11.
[17] N.a.v. een onderzoek van de Universiteit van Utrecht: http://www.sportsmedia.nl/bestuur-en-management/aanzien-en-overleven-in-een-sport-vol-passie/ Helft van criminele jeugd op vechtsport, NRC Handelsblad, 25-1-2013, p.1
[18] Mat.5:38, 39; Joh.18:22, 23
[19] 1Pet.5:8, 9
[20] Ef.6:10-12, 1Sam. 9, 10
[21] Rom.13:4
[22] Annelies Barth, Kan een christen een sportschool runnen? De principes van Wim van Doorn, Christen Vandaag, nov. 1998, pp. 12-14
[23] Luc.22:38
[24] Zach.4:6
[25] In zijn brief aan mij van 30-8-199 schrijft hij verder erbij: ’Als u deze zin letterlijk wilt overnemen in uw artikel, ben ik benieuwd of er in Nederland iemand is. Die persoon mag mijn adres hebben, want dan wil ik graag met hem daarover praten. Want ik wil absoluut niet pretenderen dat er voor mij niets te leren valt op dit gebied.’ W.J. van Doorn, Populierenlaan 3, 3911 GR Rhenen.
Zie ook: Gerrit-Jan van Heemst, Niet knielen voor de training, Nederlands Dagblad, 1-12-2020
[26] ‘Jiujitsu is goed voor meisjes’ (over Wim van Doorn) Visie 7-13 feb. 1999, ‘God had met mij een stappenplan’ (over Mans van Doorn) Visie, 25-31 juli 1999
[27] uit Samurai, vrij en onafhankelijk vechtsport(maand)blad, feb. 1979, p. 3
[28] www.cip.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=21647#reacties
Reacties:
* Gaaf! Ik kom ook uit Zeeland en heb gelukkig ook niet meer in huis dan de bruine band. Wat ik wel weet is; dat toen ik nog geen christen was ik aan vechtkunst deed en het verbonden was met een bepaald levenswijze. Helaas is die levenswijze vaak verbonden met een bepaalde demonische achtergrond!
Toverspreuken opzeggen om je te sterken. Mediteren en gedachten openstellen voor de "andere wereld". Een guru met krachten van genezing en tovenarij. Toen ik de Heer Jezus aannam als Heiland en verlosser was ik gebonden en waren er demonen die uit mij moesten gaan. Ze gingen, geprezen zij de Heer! Ik ben gaan werken in het leger en justitie en heb de vechtkunst daar op gepaste wijze moeten toepassen. Altijd in gebed met de Heer Jezus. Gelukkig redde Hij mij uit veel situaties waar inderdaad Matteüs 5 boven alles staat! Groetjes hoor. Gio van der Wielen, Vlissingen | 29-3-2011 12:49:23
* Klopt! dit heb ik ook meegemaakt, maar dan alweer 20 jaar geleden. Mijn zoon had veel nachtmerries en zat op karate al zo'n 1,5 jaar en toen werd ik Christen. De H.G. liet mij weten dat mijn zoon daarmee moest stoppen. Anderen vonden dit vreemd, maar ik wist het zeker er zat iets occults aan. Toen hij ermee stopte, stopte ook zijn nachtmerries. 8 jaar later kwam een boekje uit over ene karatekampioen Dhr. Soto en heeft het helemaal uitgeplozen waarom die oosterse vechtsporten niet goed zijn. Hij zelf is er ook mee gestopt maar had nog lang last van die boze geesten. Ik heb veel mensen er voor mogen waarschuwen maar de laatste tijd kom je veel Christenen tegen die de sport beoefenen en er niets van willen weten dat dit uit de boze is. asomim, Nieuwegein 29-3-2011 11:47:36
[29] Danny Soto, a.w., pp. 19, 20, 29
[30] Danny Soto, a.w., p. 35
[31] Frans Bruijns & Ron Houtzager, AAAAAAAAAAAAAAAAAGH!, Herstel, maart 1986, p. 10, overgenomen van Evangelisch Centrum ‘De kandelaar’ te Rotterdam.
[32] ‘De Judobond begint nu verplicht te stellen tijdens de grote toernooien om te groeten voor de judomat, dat is voor ons onacceptabel!’ Citaat uit brief van W.J. van Doorn van 30-8-1999
[33] Joost Verduijn, Bevrijdingspastoraat hulpverlening aan mensen die door demonen gebonden zijn (Hoornaar: Gideon, 1999) p. 80
[34] Danny Soto, a.w., p. 38
[35] Mat. 8:28-34, Marc. 5:1-20, Luc. 8:26-39
Niets uit deze brochure mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.
Door Willem Jan Pijnacker Hordijk
update 21-6-2021
1. Zinloos geweld
2. Enkele vechtsporten
3. Sport en sporter
4. Waardevolle of waardeloze vechtsport?
5. Zelfverdediging
6. Christenen in de vechtsport
7. Demonische beïnvloeding
8. Welke sport te kiezen?
9. Conclusie: wees sterk
10. Samenvatting en vertaling van Exposing The Dangers behind Martial Arts & Yoga, A Christian’s guide to the harmful effects of these spiritual rooted practices, dr. Vito Rallo
1. Zinloos geweld
Kunnen vechtsporten ons voldoende weerbaar maken en ons behoeden voor zinloos geweld door agressie in goede banen te leiden? De meeste vechtsporten komen uit het verre oosten: Japan, China en Korea. Is wat zeer oud is en van ver weg komt, onschuldig of zelfs nuttig?
Ook nu weer willen we een eerlijk en dus genuanceerd beeld geven van de complexe, populaire vecht- en verdedigingssporten. Persoonlijke verhalen en ervaringen gelden niet automatisch voor iedereen, maar zetten ons wel aan het denken. Al zo’n 3000 jaar geleden kon men in Griekenland de pugilist of vuistvechter aantreffen. De apostel Paulus zag zichzelf als een geoefende vuistvechter (1Kor.9:16) of bokser, die niet zomaar in de lucht slaat en daardoor dus zijn energie verspeelt. Met deze vergelijking zijn echter niet ineens alle vechtsporten gesanctioneerd. De eerste christenen waren inderdaad ook in de amfitheaters aanwezig, maar dan als slachtoffer in plaats van sporter of toeschouwer. Een moderne bokswedstrijd is tegenwoordig ondenkbaar zonder de aanwezigheid van de zogenaamde ringarts. Lichamelijk letsel is namelijk haast onvermijdelijk…
Veel oosterse vechtkunsten komen voort uit religies als het Shintoïsme, het Taoïsme en het Zenboeddhisme. Andere vechtkunsten zijn gebaseerd op een erecode. Oosterse vechtkunsten kunnen daarnaast ook zaken als meditatie of alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur omvatten. Verder kunnen vechtkunsten nauw zijn verbonden met bepaalde dansen. Vechtkunsten worden vaak aangewend als zelfverdediging.[1]
De Engelse term ‘martial arts’ is uitgebreider dan de Nederlandse term vechtkunst, en kan naar elke techniek van vechten en oorlogvoering verwijzen. De term stamt uit de 16e eeuw en refereerde oorspronkelijk aan Europese manieren van vechten zoals schermen en andere vormen van duels. ‘Mixed martial arts’ (Engels voor: gemengde gevechtskunsten), meestal afgekort tot MMA, is een multidisciplinaire vechtsport die zich richt op het combineren van technieken uit verschillende vechtkunsten (en vechtsporten) zoals worstelen (grappling), judo, karate, kungfu, kickboksen, thaiboksen, boksen en jiujitsu. Er zijn diverse namen voor MMA, waaronder ‘free fight’ (het vrije gevecht), ‘vale tudo’ (alles mag) en ‘cage fight’ (kooigevecht). Ook zijn er veel organisaties die MMA-toernooien organiseren. Veel van die organisaties hanteren tegenwoordig de ‘Unified Rules of Mixed Martial Arts’ opgesteld en gebruikt in de VS. De grootste MMA-organisatie is het Amerikaanse ‘Ultimate Fighting Championship’ (UFC).
2. Enkele vechtsporten
Aikido betekent: de weg (do) van het samenbrengen (ai) van levensenergie (ki). Dit is een Japanse zelfverdedigingskunst, die ernaar streeft om altijd met de beweging van een aanvaller of trainingspartner mee te gaan, die vervolgens voort te zetten en tegelijkertijd te controleren en richting te geven. De grondlegger van aikido is de Japanse Meester Morihei Ueshiba. Hij voegde diverse stijlen samen tot een nieuwe. De nadruk ligt op ‘ki’ (geest, levensenergie). Maar het leegmaken van de ziel mag niet ontaarden in een dromerige ‘highe’ stemming. Als pupillen hun leven zouden vullen met aikido, wordt aan hen de ontwikkeling in hun innerlijk van een zesde zintuig, namelijk het vermogen te voorspellen wat een aanvaller van plan is te gaan doen, beloofd. [2]
Han (Korea) Mu Do (weg van de gevechtskunst), betekent vrij vertaald: ‘Koreaanse zelfverdediging’, of ‘Koreaanse wijze van ‘martial arts’. [3] Han Mu Do is in 1989 opgericht door dr. He-Young Kimm (9e dan). De nadruk hier ligt vooral op de verdediging tegen trappen en stoten, mes- of stokaanvallen, vastgrijpen van kleding of lichaamsdelen. Volgens een folder verbetert Han Mu Do training het concentratievermogen, mentale alertheid, zelfvertrouwen, zelfbeheersing, zelfdiscipline en zelfrespect. Regelmatige meditatie- en ademhalingsoefeningen verbeteren ook de innerlijke kracht (Ki).
Judo (betekent ‘zachte weg’) is een spel dat berust op aanval en verdediging op werpen en grepen. Deze sport heeft een pedagogisch karakter. ‘Do’ duidt aan dat het een meditatieve kunst betreft. De vader van judo was Jogoro Kano-hanshi (1860-1938). Hij volgde een Zen-boeddhistische levenswijze. [4] Daardoor is het hele judo gebeuren niet ineens occult, net zomin als alle Toyota auto’s christenen zou besmetten omdat wellicht de boeddhistische meneer Toyota (?) aan de wieg ervan stond. Volgens de Nederlandse judoka Guillaume Elmont, wereldkampioen in 2005 in de klasse tot 81 kg, is judo de sport met de zwaarste blessures. Zelf had hij vingers met verdikkingen, een gescheurde kuitspier, nekblessures, een verschoven nekwervel en chronische pijn in de pols. 'Judo kost zoveel energie dat je dat nooit langer dan die paar minuten opbrengen kan.' [3a] Over judo verderop in dit artikel meer.
Karate uit China afkomstig, betekent in het Japans ‘lege (ongewapende) hand’. Vanwege het wapenverbod door Japan was karate de laatste mogelijkheid van zelfverdediging en moest in het grootste geheim beoefend worden. Karate werd voor het eerst in het openbaar gedemonstreerd in 1922 door meester Gichin Funakoshi. Hij wordt gezien als de grondlegger van de Shoto Kan stijl. Deze stijl legt de nadruk op het geestelijke aspect van deze zelfverdedigingskunst. Wil men karate-technieken effectief kunnen gebruiken, dan moet het geestelijke aspect zelfs een overheersende rol spelen. Oefening betekent oefening van lichaam en geest. ‘Hij die de weg van karate wenst te gaan, kan zich niet permitteren Zen en mentale vorming te verwaarlozen.’ [5] Als we het woord ‘Karate-do’ gebruiken, moeten we de klemtoon op ‘do’ leggen. ‘Do’ betekent ‘de manier’ of ‘de weg’, maar waar leidt die weg naar toe? ‘Do’ duidt op een hoger streven dan op de vraag hoe men moet blokkeren, schoppen of slaan. Het belangrijkste doel van karate moet zijn iemand te leren een niveau van een volmaakt karakter te bereiken door middel van het reiken naar een niveau van zelfbeheersing. [6] Geen enkele geschiedenis van karate - hoe beknopt ook - kan compleet zijn zonder een korte verwijzing naar Bodhidharma, die de ‘oorspronkelijke verspreider van het idee van de krijgskunsten’ wordt genoemd. Deze Indiase monnik was een briljante Zen-student. Veel krijgskunsten, met inbegrip van karate, hebben een godsdienstige grondslag. In de belangrijkste dojo’s (scholen waar karate wordt onderwezen) vindt men op de hoogste plaats een altaar als herinnering aan de filosofische achtergrond van karate. Een andere herinnering hieraan is de tijd, meestal aan het einde van de training voor meditatie (‘za zen’) om de geest te zuiveren en het lichaam te ontspannen. Bij karate hoort het verplicht buigen voor de Shinden (tempel waarin de voorouders worden vereerd), het groeten (Boeddha in elkaar begroeten) en de verschillende meditatietechnieken. De meeste oosterse vechtsporten komen voort uit het boeddhisme, dat leert dat je op eigen kracht de ‘verlichting’ kunt bereiken. Om de ziel daartoe vrij te maken, moet je je lichaam bedwingen, tuchtigen en onderwerpen. Karate is een middel daartoe. Plaats je bijvoorbeeld een stoot, dan wordt ‘kiai’ gebruld, wat ‘lichaam – geest’ betekent. Daarmee wordt aan de geest gevraagd of die je lichaam in het stoten wil leiden en inspireren. Punt vijf van de Dojo-eed luidt: ‘We zullen onze goden volgen en nooit de echte betekenis van het woord nederigheid vergeten’. [7]
Kickboxen - In kickboxen maakt men gebruik van de vuisten, de voeten en het scheenbeen... Bij Thaiboxen (Muay Thai in Thailand) maakt men gebruik van alle natuurlijke wapens van het lichaam: vuisten, voeten, ellebogen, knieën en het scheenbeen. Verboden in Europa zijn de elleboog- en kniestoten naar het hoofd. Bij deze vechtsporten – die zijn als het ware bewegende meditatievormen - worden door de boxers amuletten gedragen. Soms worden bovendien de benen getatoeëerd. Het is gebruikelijk om de bovenarmen met speciale tatoeages te versieren, die veelal worden aangebracht onder geprevel van gebeden en bezweringen door ingewijde monniken. Deze aangebrachte tatoeages geven de boxers kracht. [8]
Kung-fu ‘Dit is een verzamelnaam voor verschillende Chinese gevechtskunsten. De kung-fu-leraar moet in de eerste plaats over een mystiek-religieuze knobbel beschikken’. [9]
Tae-Bo is een combinatie van Tae Kwon Do, boksen, streetdance en karate, wat is ontwikkeld door de zwarte Billy Blanks in de VS. Hij was meervoudig wereldkampioen karate. ‘Tae Bo is een overtuiging, een manier van leven. Het heeft met je ziel te maken, met wie je bent van binnen. Als je daar je kracht vandaan kunt halen, train je je geest en houd je het heel lang vol. (…) Dan volgt de cooling down; oosterse stretchoefeningen op religieuze ‘feel good’ muziek’. [10]
Krav maga (Hebreeuws: קרב מגע, contactgevecht) is een verdedigingskunst die zijn oorsprong heeft in Hongarije en verder ontwikkeld is in Israël. De oprichter van de beweging is de Hongaars-Israëlische Imi Lichtenfeld, ook bekend onder de Hebreeuwse leenvertaling van zijn naam Imi Sde-Or of kortweg Imi. Kenmerkend voor Krav Maga is dat training vaak plaatsvindt met zeer uiteenlopende realistische situaties, zoals een ontvoeringssituatie, gevaar 's nachts, aanvallen op een belangrijk persoon, aanvallen met een vuurwapen of mes, enzovoorts. Verder wordt op verschillende locaties getraind, dit in tegenstelling tot veel budo-sporten die een vaste dojo hebben. Waar zelfverdedigingsvormen als aikido en jiujitsu zeer subtiele technieken kennen, die de meeste mensen pas in echte gevechtssituaties effectief kunnen toepassen als zij ze jarenlang hebben geoefend, en het wushu zeer veel sierlijke vormen kent, beperkt het Krav Maga zich grotendeels tot technieken die hoe dan ook snel effect hebben. Dit is met name om praktische redenen: technieken sluiten voornamelijk aan op natuurlijke reflexen van iemand die zich verdedigt tegen een aanval en in veel gevallen moeten mensen zich in relatief korte tijd effectief kunnen verdedigen, waardoor een no-nonsense benadering voor de hand ligt. Zaken als eer en aanzien zijn ook veel minder van belang in het Krav Maga dan in bijvoorbeeld het wushu (Chinees voor krijgskunst).
Het Krav Maga kent dan ook geen kata (term uit de Japanse zelfverdedigingskunsten en vechtsporten zoals karate, jiujitsu, judo en in deze betekent het 'vorm'). Een kata is een individuele stijloefening en is een geschikte methode voor zowel mannen als vrouwen van alle leeftijden om in relatief korte tijd te leren omgaan met (levens)bedreigende situaties, zoals bedreigingen met mes of vuurwapen. Zoals iedere realistische vorm van zelfverdediging is het Krav Maga niet aan regels gebonden, buiten de regels van de wet. Trappen en stoten naar het kruis zijn toegestaan, evenals stoten met de ellebogen naar het hoofd en het steken met vingers in ogen of tegen de keel. Het is dan ook geen sport, maar een zelfverdedigingssysteem op leven en dood. De beoefenaar van het Krav Maga zal dan ook indien mogelijk proberen conflictsituaties te vermijden, maar in een daadwerkelijke conflictsituatie alles doen om te overwinnen. [11]
Tai chi of tai ji is een van oorsprong Chinese vechtkunst, die nu veelal beoefend wordt als neijia, innerlijke bewegingskunst. Tai chi wordt beoefend voor zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen, maar ook als een vechtsport voor zowel zelfverdediging als voor het uitschakelen van opponenten.
Ogenschijnlijk zijn de bewegingen van t'ai ch'i natuurlijker. Maar ook hier zijn deze bewegingen niet te scheiden van de religieuze achtergrond. Uit het boek van Michael Page: 'De kracht van Ch'i', uitgegeven door Servire blijken dezelfde principes voor te komen als bij de yoga. T'ai Ch'i gaat uit van het bestaan van oerenergie. 'Voor Chinezen bestaat het fysieke universum uit een energieveld dat ons omhult en doordringt. Al het bestaande wordt voortgebracht en in stand gehouden door Ch'i.' Deze energie is magische kracht. 'Het Ch'i is op zich onderhevig aan magie, omdat het een geheime natuurkracht is. Drakenaderen en acupunktuurmeridianen, T'ai Ch'i en amuletten, allen hebben te maken met magie en met wetenschap.' Het doel is eenwording met de kosmos, die als goddelijk geldt. 'Het doel bij de taoistische praktijken (zoals bijv. T'ai Ch'i) is het bereiken voor ieder individu van de spontaniteit van handelen die voortvloeit uit het één zijn met de gehele natuur, met het universum zelf.' Het middel daartoe is: 'De beoefenaar moet zijn geest geconcentreerd houden op de stroom van het Ch'i, iets wat hij alleen kan bereiken door middel van verbeeldingskracht van de geest, door middel van de meditatie in beweging.' Meditatieoefeningen horen er dus bij, waar het ook gaat om het leeg maken van de geest. 'De bewegingen van het lichaam vloeien voort uit en zijn deel van de meditatie. De mentale stilte die aldus wordt bereikt in de beweging wordt met name door Taoisten als waardevoller beschouwd dan de stilte die voortvloeit uit lichamelijke stilte. Het uiteindelijke doel is dat de geest het Ch'i op kalme en natuurlijke wijze tot diep binnenin het lichaam zal dirigeren in de beenderen en het merg.'
3. Sport en sporter
Dienaar van het Goddelijk Woord, dominee Joan Röell (57) uit het Limburgse Grevenbicht, had voor het bestrijden van zinloos geweld iets bedacht. Nota bene op een zondagochtend in zijn hervormde kerk, heeft hij drie ronden gebokst tegen een voormalig Europees kampioen [12]. Dit trok vier keer zo veel mensen als gewoonlijk. ‘Go where the action is’- niet waar.
Deze confrontatie maakte deel uit van een themadag voor jongeren tegen zinloos geweld. Eerst praatten de boksers een uur met de aanwezige jongeren over zinloos geweld. Op boksles leer je niet om er maar op los te slaan, maar juist om je agressie en kracht te beheersen. Maar werkt dit ook zo? Het gaat er toch om, om gebruik te maken van de zwakke plekken bij de tegenstander, om volgens de reglementen te winnen. Kort na deze alternatieve dienst bekende de boksende dominee dat hij door het gejuich en gejoel in de kerk als het ware een rode waas voor de ogen kreeg. ‘Ik kreeg vleugels, voelde me geweldig. Ik zou hem wel eens even. Voluit ging ik in de aanval. Toen ik zag dat Arnold schrok, rook ik kansen, dreef hem in de hoek, (…) de beer was in me los. Als een dolle stier bleef ik rammen en meppen.’ Volgens de scheidsrechter was de dominee ‘onreglementair bezig’ (onder de gordel dus). De predikant realiseerde zich later eerlijk, dat al zijn praatjes over verstandig leren omgaan met je agressie nergens op sloegen en dat hijzelf evenveel onbeheerstheid in zich had als de opgejutte vandalen over wie hij gepreekt had. [13]
Is hij een goede representant van het boksen? Is dit typerend voor het boksen of zegt dit toch meer iets van de wellicht gefrustreerde predikant? Elke bokser is verplicht om voor en na de wedstrijd de tegenstander de hand te reiken. De bedoeling is dat boksers de wedstrijd op ridderlijke en sportieve wijze zullen spelen, zoals de reglementen die voorschrijven. Toch blijft het nog steeds ongezond om op je hoofd gemept te worden. Dreunen op je hoofd bevorderen de ziekte van Parkinson, dementie, en geheugenverlies. De uitkomsten van hersenonderzoek bij sporters zijn niet welkom, want dat tast het financiële imperium aan. Wetenschappers die kritisch onderzoek doen naar hersenschade in de sport krijgen tegenwerking die doet denken aan de machtige tabakslobby: ontkennen, negeren en frustreren [14]. Voor politieagenten lijkt het mij een goede zaak te leren boksen om daardoor een gevoelige dreun te kunnen verkopen, opdat ergere dingen zullen worden voorkomen. Net zo goed als zij schietles krijgen voor het geval dat… Desalniettemin blijk je dus zowel energie te kunnen ontladen als agressie te kunnen opwekken. Zowel de sport als de sporter moet worden beschouwd.
Het persoonlijke getuigenis van de Europees kampioen karate en winnaar van kickboxing-partijen Danny Soto, stemt hiermee overeen. Soto bekeerde zich radicaal van vechtsport tot de levende God. ‘Toen ik in de hal aan kwam waar dit gevecht gehouden werd, was ik aardig tegen iedereen die ik in de hal maar tegen kwam. Maar toen ik in de ring stond keek ik mijn tegenstander, een grote boerenjongen, recht in de ogen aan. Zo probeerde ik hem alvast te imponeren en te intimideren. Het gevecht liep voor mij gunstig af. Voor de tegenstander minder. Toen hij op de grond lag te kreunen van de pijn wilde ik hem natrappen. Er was een enorme haat naar bovengekomen. Deze jongen straalde aan het begin van de wedstrijd zoveel zekerheid uit en dat had mij op een of andere manier geïmponeerd. De agressie kwam er plotseling uit. De scheidsrechter duwde me weg, waardoor hij ook een trap in het gezicht kreeg. De leerlingen van mijn school die ik bij me had, sprongen de ring in en doken op me af en brachten mij tot kalmte. Deze partij verloor ik. Ik werd wegens mijn wangedrag gediskwalificeerd. Toen ik de ring uitstapte en boos naar de kleedkamer liep, moesten enkele glazen deuren het ontgelden. Ik uitte mijn woede en sloeg met m’n handschoen dwars door het gewapende glas heen. Mijn woede werd steeds heviger. Ik vloekte en tierde en daagde iedereen uit. Dit soort taferelen heb ik heel vaak meegemaakt. Ook bij andere vechtsporters. Het heeft niets te maken met de stijl die je beoefent. Men heeft het soms over de zachte en de harde stijl. Dit is een volkomen misvatting. De machten die achter deze sporten actief zijn, zijn allen eender. Het heeft mede met je karakter te maken hoeveel invloed ze op je kunnen krijgen. Maar er is aan die beïnvloeding door het spirituele in de vechtsporten geen ontkomen aan. Deze invloed was altijd aanwezig. Het is net alsof ik onder een bepaalde controle stond. Men noemt dat in de krijgskunst een levensstijl. Er behoort bij deze levensstijl best een goede discipline en zelfbeheersing. Maar de zelfbeheersing door de ”vrucht van God” is bovennatuurlijk en door de Heilige Geest’ [15].
4. Waardevolle of waardeloze vechtsport?
Gemeenten die vechtsporten subsidiëren, stellen dat jongeren er discipline door leren. Kwetsbare kinderen en vrouwen (en waarom niet mannen ) kunnen hierdoor hun zelfvertrouwen verbeteren. Daar is natuurlijk niks mis mee. Anderzijds kunnen agressieve kinderen leren hun agressie beter te controleren en te reguleren. Op allochtone kinderen schijnt discipline en structuur een aantrekkingskracht te hebben. Onderzoekers Agnes Elling en Ester Wisse van sportonderzoeker Mulier Instituut ondervroegen 260 vechtsporters van 12 tot 16 jaar in 24 vechtsportverenigingen. De meesten deden aan kickboksen of Thai boksen en veel minder aan taekwondo en karate. Ze interviewden ouders van vechters en de trainers en volgden verschillende jonge sporters gedurende twee jaar. Vechtsport bleek geen wondermiddel. Er bleek een organisatorische wanorde te heersen, verdeeldheid, concurrentie en wantrouwen. Er zijn onvoldoende pedagogisch en didactisch onderlegde trainers, en onvoldoende afspraken over medische controles en registratie om de lichamelijke veiligheid van vechtsporters te garanderen. Zo is er geen duidelijkheid over de leeftijd waarop kinderen voor het eerst de ring in mogen voor een-op-een-gevechten. Daarbij is de kans op hoofdletsel het grootst. De meeste sportscholen laten kinderen bokskappen dragen, maar controle daarop is er niet. Bovendien blijkt er in deze takken van sport een vermenging te bestaan tussen de onder- en bovenwereld. De divisie zware criminaliteit van de Amsterdamse politie constateerde ‘vergaande verwevenheid’ tussen kickboksen en de georganiseerde criminaliteit. [16] Volgens de Amsterdamse oud-burgemeester van der Laan heeft de helft van de zeshonderd gewelddadige jeugdige veelplegers in Amsterdam op een vechtsport gezeten. Volgens deze burgervader kan vechtsport positieve effecten hebben op jongeren, maar als het misgaat, hebben ze wel technieken geleerd die hen op straat heel gevaarlijk maken. [17]
Is elke sport als alternatief om te ontspannen oké? Sport kan een heerlijke onschuldige ontspanning zijn door inspanning. Maar wat te denken van de meedogenloze kooigevechten met weinig spelregels waar vechtersbazen tot bloedens toe op elkaar in beuken tot één van de twee opgeeft? Dat is toch niet meer gezond te noemen, eerder demonisch.
Ook vrouwen doen mee aan de georganiseerde vechtsporten. Ze nemen dan zelfs het risico dat ze door lichamelijk letsel niet zwanger te kunnen worden, zoals Marlies Coenen. Deze drievoudig MMA-wereldkampioene raakte desondanks trouwens wel zwanger. Sport is beslist gezond, maar sportblessures blijken vaak helaas onvermijdelijk. Bij vechtsporten is dat eerder regel dan uitzondering, want het is toch de bedoeling dat je je tegenstander pijnigt, treft op z'n zwakke plek, kwetst en uitschakelt door je krachten die je op een tactische manier inzet. Spelregels moeten hierbij wel in acht genomen worden, want het is nou ook weer niet de bedoeling dat sporters blijvend invalide of zelfs levenloos de mat verlaten.
Wat moet je verder denken van publiek dat mateloos kan genieten van een felle worstelpartij, hetzij tussen mensen onderling, mensen en dieren (stierengevechten) of dieren onderling (hanen, beer, honden, enz.)? Door gokpraktijken worden deze schouwspelen nog meer lucratief. Hebben deze bloeddorstige toeschouwers die kicken op spanning en sensatie, niet een verziekte geest?! Leve de 'Survival of the fittest'...
Zoals gezegd kan sport energie en zelfs agressie doen ontladen, maar evengoed ook opwekken. Het is de vraag of dit aan de sport ligt of aan de spelers en supporters. Hoeveel supporters hebben zich immers niet na een wedstrijd uitgeleefd in gewelddadigheden en vandalisme? De moderne mens blijkt niet onder te doen voor de oude Romeinen die voor de wrede spelen op leven en dood massaal samenstroomden in de arena’s. Brood en spelen zijn nog steeds onmisbaar.
Interessant in dit verband is om na te gaan wat het effect is van al die geweldsfilms en gewelddadige computerspelletjes. Als je scoort door zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk dood te meppen en daarop kickt, dan is er toch wel een steekje bij je los. De grens tussen de virtuele en reële wereld kan gevaarlijk vervagen. Dit is toch onverenigbaar met het christen zijn, waar respect en opofferende liefde een grote plaats in nemen. De oersterke God blijkt Zich het lot van juist de zwakkelingen aan te trekken: de weduwen, wezen en vreemdelingen en rekent af met de arrogante, machts-misbruikende groten der aarde die rechten vertrappen. Al die mensonterende praktijken getuigen niet van een hoogstaande beschaving en pleiten trouwens evenmin voor de evolutie, mocht die bestaan. Dat christenen toch hiervan schijnen te kunnen ‘genieten’, is te wijten aan het voeden van hun ‘vlees’ of zondige natuur. Een tip voor christenen: kopieer Exodus 20 en Galaten 5 en plak dit naast (of op!) uw televisie en computer.
5. Zelfverdediging
De oudtestamentische regel ‘oog om oog, tand om tand’ was billijk en bedoeld om geweld niet te laten escaleren. Jezus leerde ons in de zogenaamde Bergrede daarenboven de boze niet te weerstaan, ‘doch wie u een slag geeft op de rechterwang (dat is vernederend, minachtend), keer hem ook de andere toe’. Het betreft hier het lijden om Christus’ wil. In het Koninkrijk van God, wat haaks staat op de wereld, geldt deze regel: ‘the survival of the weakest’. Hoe deed Jezus dat Zelf? Toen Jezus Zich voor de hogepriester Annas moest verantwoorden, gaf een van zijn dienaars Jezus een slag in het gelaat. Jezus liet niet over Zich heen lopen, verdedigde Zich evenmin met geweld, wel met woorden. [18] De boze, de duivel die rondgaat als een brullende leeuw, hebben we wèl te weerstaan [19], maar de boze of slechte mens hebben we als mens te respecteren. We worstelen immers niet tegen vlees en bloed. Dat neemt niet weg dat criminelen hard aangepakt moeten worden. Saul pleegde een moordaanslag toen hij met zijn speer de harp spelende David aan de wand trachtte te spietsen. Daarop gooide David de speer niet terug, maar vluchtte, want hij weigerde de hand te slaan aan de gezalfde van de Heer. [20] Echter niet voor iedereen was David even zachtzinnig.
De eerdergenoemde tekst uit de Bergrede mag niet gebruikt worden ten gunste van pacifisme. De realiteit is dat de maatschappij door de zonde verrot is. De defensieve overheid draagt het noodzakelijke, dodelijke zwaard niet tevergeefs. [21] Daarom mag en hoeft de individuele christen in zijn persoonlijke betrekkingen zelf niet wraakzuchtig en zelfzuchtig te zijn en zichzelf te verdedigen. Zelfverdediging is voor een christen geen principieel taboe. Wim van Doorn, overtuigd christen en leraar judo en fitness, gelooft zeker in Gods bescherming, maar ook dat je zelf wat mag doen. “Als je jezelf niet mag verdedigen, moet je ook geen leger hebben. Je fiets op slot zetten, je huis afsluiten –dat zijn toch ook vormen van defensie? Als een meisje lastiggevallen wordt, mag ze dan niet roepen, die persoon met haar handen wegduwen of zelfs een klap geven?” [22] Jezus was op zich niet tegen defensief wapenbezit: ”Zij zeiden: Here, zie, hier zijn twee zwaarden. Hij zei tot hen: Het is voldoende.” [23] Maar in Getsemane werd er door Jezus niet fysiek gevochten, hoewel Hij zijn engelen bevel kon geven om met geweld in te grijpen. Het verbazingwekkende, paradoxale deed zich voor, dat juist door te verliezen, namelijk door de schandalige dood aan het vervloekte kruis te sterven, Hij overwon. ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest’ [24], is Gods methode, hoewel volgens het laatste Bijbelboek er nog geweldige krachtmetingen zullen plaatsvinden. Maar deze teksten slaan niet direct op vechtsporten.
6. Christenen in de vechtsport
De christen-judoleraar Wim van Doorn zou christenen willen afraden om karate, kung fu en kickboxen te doen. Bij twijfel niet aan beginnen, luidt zijn advies. Maar dat geldt voor alle sporten. Niet alle vechtsporten wijst hij af. ‘In mijn 20 jaar ervaring als Christen sportschoolhouder, heb ik nog nooit een wedergeboren Christen meegemaakt, die na zijn bekering van God moest stoppen met Judo of Jiu-Jitsu.’ [25] Samen met zijn broer Mans en zes free-lance docenten bereiken zij wekelijks achthonderd mensen tussen de vier en zeventig jaar op hun sportschool in Rhenen. Niet sport, maar (het evangelie van) de Here Jezus is de passie van de van Doorns. Op een ongebruikelijke manier horen, lezen, zien de vaak onkerkelijke sporters bij hen het evangelie. Wat een kansen! [26] Bewust distantiëren de van Doorns zich van de religieuze achtergrond van judo. Dat deze er inderdaad is, bewijst het volgende citaat uit een judoblad: ‘Indrukwekkend wederom het openingsprotocol door twee Shinto-priesters en een Hoofd-priester. Het inzegenen van de deelnemers, de medewerkers, gasten- en eregasten en het publiek. Een indrukwekkend geheel waaruit blijkt dat judo meer is dan alleen “zomaar” een sport. Duidelijk werd bij deze Japanse School Judokampioenschappen richting gegeven dat judo = opvoeding, mentaliteit, karakter die door en in de strijd - maar ook daarbuiten - wel degelijk tot uitdrukking moet worden gebracht.’ [27] In Japan is de relatie tussen judo en religie heel sterk. Maar Japan is Nederland niet.
Sport (en bv judo) heeft zeker opvoedkundige waarden als sportiviteit, lichaamstraining, behendigheid, tactiek, verlies kunnen handelen, zelfbeheersing, discipline, etc. De vraag is echter of judo nog wel judo kan zijn indien het ontdaan wordt van de religieuze achtergronden. Hetzelfde geldt natuurlijk voor andere (vecht)sporten. “En is iemand een kampvechter dan ontvangt hij de krans alleen, als hij volgens de regels van de kamp heeft gestreden”, zo schreef reeds de apostel Paulus in 2 Tim. 2: 5. Eigenmachtig de spelregels veranderen, levert eigenlijk een ander, nieuw spel op.
Het volgende getuigenis op CIP (Christelijk Informatie Platform) is van docent lichamelijke opvoeding Gerdien Kaan en maakt duidelijk dat judo geen onschuldig verdedigingsspelletje betreft. Zij beoefende tot voor kort een vechtsport. "Ik geloof dat er in alle vechtsporten demonische invloeden zitten vanwege de afkomst en het doel van de afzonderlijke sporten". “Vorige week vertelde Gerdien Kaan over de tijd voor haar bekering en hoe God haar terug trok. Vandaag vertelt ze hoe ze door God krachtig werd stilgezet bij het feit dat jiujitsu een sport is waarbij afgoden worden aanbeden.”
"Op 1 januari van het afgelopen jaar ging ik met een vriendin naar Zeeland om mijn ouders gelukkig Nieuwjaar te wensen. Voordat we teruggingen, liet mijn vader een filmpje zien van het Nederlands Kampioenschap waar ik ook actief was geweest." Toen ze vervolgens naar huis reden ervoer Gerdien een enorme spanning: "Alsof ik ontzettend zenuwachtig was. Ik wist niet precies waarom en al pratende probeerde ik daarachter te komen. Ik dacht dat het kwam doordat mijn auto wat raar deed en troostte me met de gedachte dat ik lid ben van de ANWB, achteraf bleek dat de spanning en onrust niet daar vandaan kwamen. Er vond een geestelijke strijd plaats." Een vriendin van Gerdien vroeg haar alle dingen uit haar leven op te sommen: "Daarmee leek het licht van een schijnwerper op mijn hobby en sport te vallen. Het werd me allemaal duidelijk, ik heb een andere God aanbeden. Ze noemen het groeten, maar feitelijk is het een buiging, ik heb gebogen voor satan terwijl ik hem niet meer toebehoorde! Ik was compleet verslagen. Vooral omdat ik er al eerder bij werd bepaald dat het groeten meer inhoudt dan een onschuldige buiging, ik ervoer er altijd een bepaalde weerstand in. De afgelopen tijd heeft de Heere me veel vaker duidelijk gemaakt dat ik hiermee moest breken, maar op een of andere manier heb ik niet geluisterd en bleef ik het goedpraten".
"Vervolgens heb ik in het bijzijn van mijn vriendin alles voor de Heere beleden en om vergeving gevraagd. Ik heb Hem gedankt dat Hij mij wilde vergeven. Achteraf hoorde ik dat mijn vriendin na het zien van het filmpje voor mij heeft gebeden of de Heilige Geest me zelf van zonde wilde overtuigen. Ze heeft er verder niets over gezegd en alles aan de Heere over gelaten". Kaan vindt het bijzonder om te zien hoe de Heilige Geest dit alles voorbereid en gewerkt heeft: "Mijn vriendin zou namelijk in eerste instantie niet eens meegaan naar Zeeland! Toen moest ik gaan breken met alles wat met de sport te maken had. Ik heb alle banden die ik bezat, mijn lidmaatschap, boeken videomateriaal van mijn pc weggegooid. Heel bijzonder was het om op mijn ledenkaart te zien dat mijn contributie doorliep tot januari 2011. Wat een timing! De Heere bewaarde me voor de 'zwarte band'." Kaan besluit met de mening dat in alle vechtsporten demonische invloeden zitten vanwege de afkomst en het doel van de afzonderlijke sporten: "Behalve de Israëlische vechtsporten, want die hebben een andere oorsprong en een ander doel. We kunnen de invloeden zien in de terminologie van de verschillende vechtsporten. Ze hebben vaak een geestelijke lading. Samurai (oprichter van jiujitsu) betekent 'Hij die dient', Dojo (zaal waar men traint) betekent 'De plaats waar men de weg leert'. Jezus zei: “Ik ben gekomen om te dienen” en ”Ik ben de Weg”. Vechtsporten of ook wel vechtkunsten hebben altijd dezelfde onderliggende gedachten: het met behulp van fysieke kracht of middelen de tegenstander verslaan en tegelijkertijd jezelf verdedigen tegen een fysieke aanval. De Bijbel leert ons in Mattheus 5 iets anders." [28]
7. Demonische beïnvloeding
De vergelijking met de uit het heidendom stammende kerstboom dringt zich op of gaat die vergelijking mank? Hoewel de kerstboom niets met het geboortefeest van Christus te maken heeft, plaatsen vele christenen deze aardige versiering elk jaar weer in hun huiskamer. Stellen zij zich daardoor bloot aan heidense, ja zelfs occulte invloeden? Hetzelfde kunnen we ons afvragen bij paaseieren en dergelijke attributen. Welke christen ligt wakker van de namen van heidense afgoden die in onze weekdagen en maanden van het jaar voorkomen? Ligt het groeten van de Boeddha bij vechtsporten niet in het verlengde? Of is er duidelijk meer aan de hand? Krav Maga zou als een verantwoorde verdedigingssport voor een christen kunnen worden beschouwd, omdat daar geen occulte invloeden ten grondslag aan liggen, maar deze fysieke verdedigingsstrategie is bedoeld om te overleven in levensbedreigende situaties.
Vanuit ervaringen met zichzelf en observaties bij honderden leerlingen die hij in verschillende vechtsporten heeft opgeleid, waarschuwt Danny Soto ernstig voor het neerknielen om in za-zen meditatie houding te zitten en vervolgens de groet aan de leraar en de grondleggers in het land van oorsprong van de stijl die u beoefent, te brengen. ”Dan stemt u namelijk in met de geestelijke leer waaraan u zich heeft verbonden, door die vechtsport die u beoefent. Hierdoor gebeurt er wel degelijk wat in de onzichtbare wereld. U zal er misschien niet direct erg in hebben, maar toch is er een link gelegd op basis van deze valse occulte leer in zijn verwevenheid met vechtsporten. Hierdoor zal geleidelijk aan een karakterverandering tot stand kunnen komen. De meeste beoefenaars worden kil, hard, egocentrisch, rustig, zelfverzekerd en trots. Meestal gaan zij een geïsoleerd leven leiden. Ze sluiten zich steeds meer af voor de liefde. Vaak kunnen zij niet goed (meer) tegen liefkozing. Ook de liefde van de Here Jezus dringt steeds moeilijker door in het hart.” [29] Hij getuigt dat het bij elkaar maar liefst zo’n zes jaar geduurd heeft voordat hij niet meer wegrende voor intimidaties van satan, zoals achtervolging door boze geesten met vette klauwen die zijn keel dichtknepen en zijn beide armen vasthielden! [30]
De Australiër Barry Kessing, die acht jaar trainer is geweest, zei na zijn bekering: ”Ernstige vormen van demonische bezetenheid lijken vrijwel onmogelijk, als de instructeur niet in de eerste plaats de uitgangspunten duidelijk maakt, maar alleen maar bezig is met technieken, oefeningen en een beetje traditie. Maar je beseft niet dat er door die trainingen een filosofie op je inwerkt die aan de basis al verkeerd is.” [31] Verwarring, verleiding en misleiding zijn beproefde middelen in de handen van Gods tegenstander. Met andere woorden: karate en alle oosterse vechtsporten (en de ’gewone’ sporten dan?) hebben een a- of zelfs antichristelijke oorsprong en filosofie. Indien die achtergronden, meditaties en concentratieoefeningen in het begin achterwege gelaten kunnen worden (nogmaals: kàn dat wel??) [32], doet de christen er verstandig aan steeds alert te blijven. Alles verandert immers en de maatschappij lijkt steeds ‘religieuzer’ te worden.
Zoals het geweten bij de één vreemd genoeg veel nauwer is dan bij de ander, zo blijken Christenen opvallend geen eenduidige gevoeligheid voor het occulte te ervaren:
”Hoewel het niet onwaarschijnlijk is dat, naarmate men langer betrokken is geweest bij occulte zaken, de kans groter is dat demonische gebondenheid het gevolg is, hebben we vastgesteld dat niet iedereen die zich met occultisme heeft beziggehouden dezelfde gevolgen ondervindt. Sommigen kunnen deel hebben gehad aan een occulte ervaring zonder dat dit resulteert in een binding, terwijl anderen door dezelfde ervaring zwaar in de problemen komen. Het is ons niet helemaal duidelijk waar dit aan toe te schrijven is. Kennelijk is de een gevoeliger of kwetsbaarder dan de ander. Dat kan te maken hebben met het gezin waaruit men komt of met de geslachtslijn, mogelijk ook met de bescherming van christelijke ouders, maar het hangt wellicht ook samen met de mate waarin men zich heeft opengesteld voor het occulte.” [33]
8. Welke sport te kiezen?
Alles, dus ook sport, kan verworden tot een afgod. Bovendien kan de sportbeoefenaar negatief beïnvloed worden door de principieel anti-christelijke filosofie die erachter schuilt. Welke sport is eigenlijk wèl kosher? Oorspronkelijk waren de Griekse Olympische Spelen zeer religieus getint. Bij westerse sporten kan het vandaag er evenzeer barbaars aan toegaan. Denk maar aan extreem fanatisme (gedreven door eer- en geldzucht), wat op de sportvelden geschreeuwd, gevloekt en nagetrapt wordt en wat speelt er zich in kantines al niet af. De moderne mens lijkt in de ban van de afgoderij van het WK. Het ziet er buiten dan meer oranje uit dan op Koningsdag. Maar hopelijk maakt het wel degelijk uit of je bij een christelijke sportverenging sport. Alvorens u ergens voor op te geven, zou u op onderzoek kunnen gaan voor uzelf of kind. Wat zijn de achtergronden van die sport, en spelen die een overheersende rol? Wat voor sportschool is het, wie is die sportleraar of trainer? Distantieert de leraar zich duidelijk van oosterse religies, of zijn ceremoniën, meditaties (Tai-Chi) of yoga, verplicht? Spelen meditatie en concentratieoefeningen een rol? Welke muziek brengt men ten gehore en wat voor invloed heeft dit? Maak eens een les mee. Hoe groot is de macht van de leraar over de pupillen? Welke christenen zijn u in die bepaalde sport voorgegaan en wat zijn hun bevindingen? Kom je, wellicht na verloop van tijd in de benauwdheid of geestelijke duisternis, word je agressief, ervaar je een geestelijke blokkade (bijvoorbeeld geen lust tot gebed, Bijbellezen, kerkbezoek), ervaar je een opvallende wijziging in je karakter?
Volgens Danny Soto, die de vechtsport door jarenlange ervaring van binnenuit kent, zou een christen niet aan vechtsporten mogen deelnemen om de volgende redenen:
1. elke oosterse vechtsport is een religie die leidt tot zelfverwerkelijking.
2. za-zen meditatie in de vechtsport, is hetzelfde mediteren als in het Zen-boeddhisme, een methode om tot verlichting te komen.
3. het is een deur die opening geeft aan het spirituele (het occulte). [34]
Dat je om hoger op de oosterse vechtsportladder te komen, je meer met religieuze achtergronden zult moeten inlaten, ontkent judoka (5e dan) W. van Doorn. Lekker onschuldig een balletje trappen of profvoetballer zijn, maakt wel verschil. Je werk kan je afgod worden. Door je al dan niet bewust open te stellen voor de geestenwereld die zich niet aan Christus wil onderwerpen, open je de invalspoort voor de immer strijdlustige boze en onreine geesten. Uit de praktijk blijkt wel dat de één daar veel gevoeliger voor is dan de ander. Anderzijds hoeven we ook niet te paniekerig zijn voor occulte besmetting. Geef de duivel in elk geval geen voet, zelfs geen teen, laat hem dus niet bewust of onbewust binnen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Bij twijfel niet inhalen. Laat je goed voorlichten en niet verleiden door (relatieve!) roem en eer in de sport. Bewaar jezelf onbesmet van en in deze heidense wereld. Dat dit mogelijk is, bewijzen wel de Egyptische onderkoning Jozef, die omringd was met tovenaars en nochtans een type van Christus, en de godvruchtige topambtenaar Daniël, die occulte regiems overleefde en zijn Heer bleef dienen. Dus… sterkte!
9. Conclusie: wees sterk
Voor sommigen kan een vechtsport een zwakke plek zijn in het geestelijk leven zoals in de getuigenis van Gerdien Kaan. Net zoals bv. Keltische muziek voor de ene christen een lust is om naar te luisteren, maar voor een ander gepaard gaan met associaties of ervaringen op occult gebied.
In de sportwereld is het gebruik van bepaalde chemische pepmiddelen verboden. Niet alleen door pillen kan een mens fysiek in kracht toenemen. Ook boze geesten kunnen je bovennatuurlijk, onmenselijk sterk maken. De synoptische evangeliën rapporteren van een door boze geesten bezeten man, of zelfs twee mannen. [35] Door een legioen onreine geesten kon hij met een bovennatuurlijke kracht zijn kettingen en boeien stukbreken. Hij pijnigde zichzelf door zichzelf met stenen te slaan. Jezus is niet bang voor deze oersterke, gevaarlijke man. Hij ontweek hem niet, nee sterker nog, Hij zocht hem op in het land van de Gerasenen of Gadarenen, op een onreine begraafplaats. Hier vond geen fysieke krachtmeting plaats, maar een geestelijke. Jezus was geen Kung Fu goeroe. In plaats van hem nog meer te pijnigen, verloste de Verlosser hem van zijn kwellende inwonende geesten. Hij werd weer mens, was weer gekleed en goed bij zijn verstand, en naar we mogen aannemen dat zijn bovennatuurlijke krachten gereduceerd waren tot normale proporties.
Waarom zouden sporters die zich niet aan het evangelie willen onderwerpen, niet al het mogelijke (onophoudelijk trainen, chemische middelen slikken of spuiten [lichaam], meditatie [ziel] of occultisme [geest]) doen om een topprestatie te kunnen leveren? Voor een christen zijn er echter duidelijk grenzen, opdat het ons wèl ga! Wat baat het een mens om de hele wereld te winnen, om wereldkampioen te zijn, maar zijn ziel te verliezen? Vertrouwen op spierballen en behendigheid kan afgodisch zijn. Daartegenover stelt Gods Woord: ”De naam van de HEER is een sterke toren; de rechtvaardige snelt daarheen en is veilig” (NBG ‘onaantastbaar’) (Spr.18:10). Zonder de ware God is het onmogelijk om onkwetsbaar te worden. Ik herinner me een verhaal van een christin die belaagd werd door een overvaller, en de naam van Jezus aanriep, zodat de overvaller op de vlucht sloeg. Anderzijds kunnen ook christenen slachtoffer worden van verkrachting en moord. Bij afwezigheid van de overheid (politie) is zelfverdediging voor een christen uit noodweer geoorloofd.
10. Tenslotte mijn eigengemaakt samenvatting en vertaling van Exposing The Dangers behind Martial Arts & Yoga, A Christian’s guide to the harmful effects of these spiritual rooted practices, dr. Vito Rallo (Lancaster, U.K.: Sovereign World Ltd, 2011), 181 pp. Tussen haakjes staat het nummer van de pagina vermeld. De ervaringsdeskundige dr. Vito Rallo is mordicus tegen gevechtsporten. Zijn getuigenis is per definitie persoonlijk. De schrijver gooit ongenuanceerd wel alles op één hoop en zijn redenatie is niet overal even sterk. De lezer oordele zelf:
Auteur Vito heeft ruim dertig jaar als student, instructeur en vijfvoudig nationaal kampioen gewerkt in vechtsporten, dus hij weet waar hij het over heeft. Hij schrijft: “Ik was de enige niet-Japanse persoon ter wereld die binnen een jaar de zwarte band haalde. Ik was eraan verslaafd. Hoe langer ik trainde, hoe meer ik veranderde, agressiever en zelfs soms gewelddadig werd. Karate werd mijn identiteit. In de competitie was mijn agressiviteit grenzeloos (129, 130). Voor een christen staan agressiviteit en geweld haaks op de vrucht van de Geest in het leven (131). Ik werd vaak gediskwalificeerd en wilde mijn tegenstander intimideren met angst. Het uiteindelijke doel in de vechtsport is te leren hoe je een tegenstander kan verminken en zelfs kan doden. Ik heb duizenden sporters getraind. Op de lidmaatschapskaarten stond de bedoeling, namelijk dat we eerlijke, aardige, oprechte mensen met een goed karakter, met hoge morele standaarden en integriteit zouden nastreven. In de praktijk was het echter vaak het tegenovergestelde (132).
Ik kwam tot bekering door het lezen van het boek van Hal Lindsey ‘De planeet die aarde heette’ (135). Het werd me al snel duidelijk dat ik bevrijd moest worden van een sterke geest van geweld. En dat gebeurde, maar ik was toen oersterk en de demon in mij gooide mijn bevrijders op de grond.
Helaas heb ik me door een ouderling laten verleiden om jonge mensen in de kerk te trainen in de vechtsport. Sindsdien begon die bruisende en snelgroeiende kerk te krimpen. Die bewuste ouderling pleegde overspel en verduistering. Onrust en verdeeldheid kwamen in de kerk. Wat was de oorzaak of wat waren hiervan de oorzaken? Ik wist wel dat mijn activiteit een belangrijke bijdrage hiervoor was, want karate in de kerk bracht daar meer schade dan zegen (139, 140). Mijn bekering tot Christus was echt, maar mijn levens-bagage bleef (142). Al mijn attributen die aan mijn vechtsportverleden herinnerden, heb ik radicaal vernietigd en ervoer ik daarna een nieuw niveau van vrijheid. Ik raad iedereen aan mijn voorbeeld te volgen (141, 172).
Christelijke vechtsport is een oxymoron, een specifieke vorm van paradox. We kunnen niet tegelijk twee meesters dienen (150). Als bewijsteksten voor de legitimering van christelijke vechtsport worden deze Bijbelteksten aangevoerd: Gen.14: 13-16, 2 Sam. 6: 14, Ps. 144: 1 en Pred. 9: 10, Luk. 4: 28-30, Joh. 18: 3-6, maar deze overtuigen niet (151, 161). Zou Jezus deze in hindoeïsme, boeddhisme en zen gewortelde vechtsporten met het geweld en de meditaties hebben gepromoot? Absoluut niet! Het is mogelijk om te worden gereinigd en geheiligd door de Heilige Geest, maar het is onmogelijk om een in het occulte gewortelde activiteit (of voorwerp) wat God onwrikbaar heeft verboden, te sanctioneren (152, 153).
Vechtsporten / vechtkunsten / krijgskunsten en yoga worden vaak slim vermomd als zelfverdediging, fysieke fitnes, een sport, oefening, of stressreductie (18). Ze zijn het direct gevolg van een strategisch en op lange termijn geïmplementeerd plan van een onzichtbare geestelijke wereld, die werkzaam is in en door oosterse religies zoals hindoeïsme, boeddhisme, taoïsme en zen (21). De wieg hiervan stond in India en verplaatste zich naar China (22).
Meditatie zorgt ervoor dat de geest, het innerlijk ontvankelijk wordt om het duistere, geestelijke rijk te ontvangen (27). Hindoeïsme, boeddhisme en Zenboeddhisme zijn gefundeerd op occultisme (28). Vechtsporten kunnen niet effectief zijn zonder geestelijke en bovennatuurlijke hulp (31). Zelfverdediging is een verkeerde benaming. In vechtsporten moet men tot het offensief overgaan om zichzelf te kunnen verdedigen (31).
Het is gewoon niet waar dat men vechtsporten en yoga kan ontdoen van hun originele wortels (32). ‘Martial arts’ (vechtsporten) is afgeleid van de Romeinse god van de oorlog: Mars. Het bevat alle soorten en vormen van oosterse vechtsporten (33).
Bij vechtsporten wordt eenvoudigweg verteld dat ‘chi’ of ‘ki’ de levenskracht en innerlijke energie is die alle mensen al bezitten (39). Als een beoefenaar ‘kiai’ uitroept plugt hij in op een zogenaamde universele energiekracht, zich niet ervan bewust zijnde dat hij zich verenigt met en gebruikt maakt van een kracht van demonische occulte krachten (40). Yoga en hindoeïsme zijn niet los verkrijgbaar (41). Het woord yoga betekent ‘onder het juk brengen’ of ‘samenbinden’. Het doel van yoga is de gedachten uit te schakelen, alle bewegingen van het lichaam te stoppen en alle sensaties van de fysieke wereld af te snijden (om zo de beoefenaar in een eenheid met Brahman te brengen). Als de yogi’s en de goeroes inderdaad de staat van het nirvana (het niets) hebben bereikt, waarom zijn zij dan nog steeds op aarde? (42)
‘Christelijke yoga’ is een oxymoron! Net zoals ‘christelijke boeddhist’ (45). Het ware licht heeft niets met duisternis. Realiseren moslims zich wel dat als zij zich inlaten met vechtsporten, in feite een andere religie dan de islam praktiseren, terwijl dat voor hen absoluut verboden is (54)? Het openen van de deur nodigt de machten van misleiding en waarzeggerij van deze valse religies uit. Zij zullen een leven binnenvallen, omdat deze machten nu wettig recht gegeven is om vijandige invloed uit te oefenen. Aangemoedigd door op geweld bewust publiek, roepend ‘Sla hem dood! Vermoord hem!’, zijn kooigevechten, kickboksen, karate, gemengde vechtsporten, enz. ontwikkeld tot een ‘bloedsport’. De volgende stap is de arena, het Colosseum te Rome met gladiators en gevechten die pas stoppen als er doden zijn gevallen (55). Men wil meer geweld, meer bloed… wat uitloopt op ernstig letsel en zelfs de dood (75, 133). Bij videogames gaat het diezelfde kant op, want anderen moeten vermoord worden. Wie weet nog het verschil tussen het echte en het virtuele leven (56)?
De film- en amusementswereld heeft enorm eraan bijgedragen om oosterse vechtsporten in het westen op grote schaal te promoten (Bruce Lee: The Little Dragon, The karate Kid) (60). Draken en slangen komen in de vechtsport vaak voor, maar zijn in de Bijbel beesten die negatief worden geduid (63, 69). Bruce Lee stierf al op 32 jarige leeftijd [aan een hersenbloeding (sommige Lee fans beweren dat hij werd vermoord omdat hij teveel Kung Fu technieken prijsgaf) WJPH] toen hij in 1973 bezig was met de productie van zijn laatste film ‘Game of Death’… (65)
Achter de fysieke menselijke kracht zitten bovennatuurlijke, demonische krachten (74, 79, 82). Een diepe keelklank voortbrengen heeft verschillende doelen: 1. Intimidatie 2. De tegenstander uit zijn focus halen 3. Ongelofelijke angst overbrengen en 4. Het bovenhalen van verborgen krachtbron ki of ch’i. Sommigen denken dat ze na het zien van dit soort films ook zelf deze gekke prestaties kunnen leveren, bijvoorbeeld vliegen en meerdere vijanden tegelijk kunnen verslaan (68).
Opvallend is dat instructeurs zich ‘meester’ willen laten noemen (72.) Meestal zijn de grote voorbeelden om jaloers op te zijn, in de ogen van velen als goden (85). ”Wanneer je als hen wilt zijn, krijg je ook zijn (‘Bushido’) geest. Hoewel ik niet mediteerde, behalve knielde, mijn geest niet leegmaakte en boog voor de instructeur en andere studenten voor en na elke klas, dat was allemaal onschadelijk, dacht ik.” (p.80) Uit eigen ervaring weet ik wat de consequenties voor het deelnemen aan dergelijke sporten zijn: geestelijke blindheid, immoraliteit, angst, trots, boosheid, en het niet in staat zijn om goede gezonde keuzes te maken (80). Ik zag vaak extreem oncontroleerbaar geweld dat uit het niets kwam in mensen die voor zover ik weet nooit eerder dat gedrag vertoonden. Ik heb vreemde verwrongen gezichten als van Bruce Lee en zijn imitators gezien en ook totale expressieloze gezichten, alsof hun verstand van hen geweken was (84, 85).
In de Aziatische cultuur is buigen een vorm van begroeten en het tonen van eer en respect. Maar buigen in de vechtsport heeft een totaal andere betekenis. Het kan een groet betekenen, maar meestal is het een uiting van onvoorwaardelijke onderwerping aan de ander, in het bijzonder de instructeur (86). Het is een geestelijk gebaar. Als twee vechtsporters naar elkaar buigen voor een wedstrijd is dit een uitdaging: de geest in de ene daagt de geest in de ander uit. Die wedstrijd is geen ontmoeting maar een heuse strijd. Het buigen voor een de meester of een foto van een (eventueel) dode meester betekent geen respect, maar daar wordt kruiperij en aanbidding uitgedrukt aan een superieure geest in de (overleden) meester. Het is een daad van onderwerping, waardoor automatisch een opening ontstaat voor dezelfde geest die werkt in de meester, i.t.t. Luk.4:8 (119). Dit is een religieuze Zen-praktijk, met de boodschap ‘de god in mij erkent de god in jou.’ (87)
De training begint met hoe je jezelf verdedigt, maar het ontwikkelt zich vrijwel direct in offensieve, gewelddadige tactieken. De bijbehorende agressiviteit en gewelddadigheid zijn nauw verweven met psychologische en fysieke methoden in alle vechtsporten (104). Op de lange termijn zullen deze effecten zich op verschillende wijzen manifesteren zoals trots, rebellie, woede, agressiviteit, intimidatie, zelfingenomenheid, irritatie en een algemeen gevoel van onoverwinnelijkheid (105). Vaak is er een gedragsverandering bij de pupillen, die kloons van hun instructeur worden (106). Toeschouwers schreeuwen en joelen “Dood hem, dood hem, knal z’n kop eraf, sla hem neer, geef het niet op!”. (107) De roep om bloed, enz. is dat iets wat we echt onze beïnvloedbare kinderen willen leren? Nee, toch?
Veel van deze vechtsporters hebben last gekregen van lichamelijk letsel, met name van de gewrichten, handen, enkels, knieën, heupen en ruggengraat door de onnatuurlijke lichaamsbewegingen die duizenden keren zijn herhaald [Vechtsporten hebben niet het alleenrecht op blessures. Denk eens aan waterpolo, volleybal, marathon, maar vechtsporters zijn er wel op gericht om de ander bewust te blesseren. WJPH]. Verwrongen gezichtsuitingen, gepaard met griezelige kreten horen erbij. Bewegingen en houdingen van insecten, vogels, tijgers en apen worden geïmiteerd. Zo’n 90 procent van de kunsten is ontstaan vanwege de geestelijke krachten die door hen heen werken (117). De promotors zullen je alles vertellen over de fysieke voordelen, maar nooit over de schadelijke fysieke en geestelijke vertakkingen (109). Woorden als zelfverdediging, zelfvertrouwen, zelfcontrole, zelfbewustzijn, zelfkennis, zelfgenoegzaam bepalen duidelijk jezelf als centrum met jezelf als norm en is een gebrek aan vertrouwen in God (110, 148).
Het is onmogelijk om het geestelijke aspect van het fysieke aspect te scheiden (114). Jezus leert ons nooit om onze geest te legen, om een open mind te krijgen, zodat er ongehinderd toegang kan ontstaan, maar wel om ons te richten op Zijn waarheid en om onze gezindheid te vernieuwen (Rom.12:2). (115)
De roep ”Leeg je gedachten, leeg je verstand, je hebt meer geest nodig” betekent niet dat je wat enthousiaster moet zijn, maar slaat op een bovennatuurlijke ervaring (118). “De aanraking van mijn instructeur voelde als een veranderende kracht die in mijn lichaam stroomde. Onreine gedachten kunnen hiervan het resultaat zijn, zodat mensen overspel en ontucht plegen en onrein fantaseren over een ander.” (119)
Belangrijker dan het winnen in een competitie is het perfectioneren van het karakter van de deelnemers. Dat klinkt goed, maar welk soort karakter? De diepgewortelde zaden van agressiviteit, woede, en geweld mogen dan de eerste jaren onopgemerkt blijven, het komt later wel aan het licht. Hoe kun je eerst Bijbelstudie doen en daarna iemand die God lief heeft zo toetakelen? (134)
Ik heb voor mijn ogen goed gemanierde leerlingen zien veranderen in agressieve, woedende individuen omdat ze naar een punt van mentale en fysieke uitputting werden gedreven. Zij riepen onzichtbare krachten aan om hen kracht en macht te geven. Trots en het ego gaat bij de vechtsporten hand in hand. Waarom zou een christen yoga of vechtsport nodig hebben? Waarom wordt het blindelings in sommige kerken geaccepteerd? Er worden veel compromissen in de kerk gesloten (154). Een diepe reiniging van de effecten van deze activiteiten is nodig zodat gelovigen in vrijheid, kracht en totale overwinning kunnen wandelen. Slechts een beetje desem maakt het hele deeg zuur (1Kor.5:6).
Vechtsporten komen vaak op drie manieren in de kerk: A. Onder de vermomming van fysieke fitness, B. onder de noodzaak van zelfverdediging en C. als een evangelisatiemiddel (155).
ad.A. Hoe bestaat het dat stompen, slaan, trappen en op de grond gooien van een ander mens een genadige, nederige vredevolle geest in een persoon voortbrengt? Dit wordt echt niet de vrucht van de Geest in de sporter. Wat het wel bevordert is geweld, woede, trots, agressie enz., wat haaks staat op het Christus-gelijkvormig-zijn (156).
ad.B. Als vechtsporten zoveel zelfvertrouwen opleveren, waarom dragen beoefenaars dan toch wapens? Velen zijn misleid en menen dat ze dankzij de vechtsporten als de onoverwinnelijke Superman zijn (157). Als christenen menen zelf voor zelfverdediging te moeten zorgen, in hoeverre geloven we dan in Gods bescherming en verdediging door Zijn engelen? Drie verhalen bevestigen dat vechtsporten niet afdoende zijn.
* De gewelddadige bendeleider Nicky Cruz ontmoette dominee David Wilkerson. Nicky wilde ook David vermoorden, maar was daartoe vreemd genoeg niet in staat, dankzij een solide schild: de onzichtbare kracht van bescherming door engelen. Nicky ervoer een grotere kracht: die van Jezus Christus. Na zijn bekering heeft Nicky geen mes meer gebruikt voor vechtpartijen, maar wel een zwaard: het Woord van God! (158)
* Een beruchte verkrachter, die toegaf zo’n honderd vrouwen tot slachtoffer te hebben gemaakt, verklaarde dat er één vrouw was die hij niet kon verkrachten. Hij werd gestopt, niet omdat zij zichzelf verdedigde met een vechtsport, maar omdat ze de naam Jezus gebruikte.
* Een voetballer ging helemaal door het lint en was door twaalf politieagenten, waarvan de meerderheid zelfverdediging had geleerd, niet in bedwang te krijgen, zelfs niet toen ze hem taserden. Ze konden niet anders dan hem doodschieten. Zelfs ervaren vechtsporters overwinnen echt niet altijd een aanvaller.
ad.C. Hoe kan men met een activiteit, die op occulte praktijken gestoeld is, geworteld is in valse religies en doordrenkt is met geweld, gebruiken om mensen voor Jezus te winnen? Ik noem het meer ‘omgekeerde evangelisatie’. Als eenmaal de deur is geopend, zullen de onzichtbare demonische machten van blijdschap opspringen om intrek te nemen in levens, zelfs in het kerkelijk leven, en dat zonder strijd. De Here Jezus heeft nergens gevochten en nergens zijn volgelingen geleerd hoe zij zich fysiek zouden moeten verdedigen. Hij leerde daarentegen zichzelf op te offeren, en vijanden te zegenen, lief te hebben en om situaties in Gods handen te leggen (155-160).
Ik ben in een situatie geweest waarin zeer gewelddadige mannen mij zonder reden wilden aanvallen, maar ik besloot geen gebruik te maken van mijn vechtkunsten. Ik vertrouwde volkomen op de Heer. Tot mijn verrassing waren ze niet in staat om mij aan te raken en ik zag hierdoor de bescherming van de Heer door engelen. Waarom zou een christen tijd spenderen aan vleselijke, fysieke wapens, terwijl de eigenlijke strijd geestelijk is? De grootste kracht in het universum is de naam van Jezus (163-164).
Er zijn onwenselijke consequenties voor christenen die besluiten om deel te nemen in de vechtsporten en voor diegene die erin blijven nadat ze christen zijn geworden:
1. Waarzeggerij (gedachten kunnen lezen)
2. Geweld, moord, Bushido oorlogsgeest
3. Bovennatuurlijke energie, kracht of macht genaamd ‘ch’i’(Chinees) of ‘ki’ (Japans) wat komt van een boze geest.
4. Haat en wreedheid
5. Agressiviteit, neiging om gevechten uit te lokken.
6. (vals) Gevoel van onoverwinnelijk te zijn.
7. Intimidatie van anderen, de ander vrees aanjagen
8. Gedachtencontrole
9. Competitie en superieure houdingen
10. Mogelijk suïcidaal worden (angst om leven en eer te verliezen en een vals geloof in karma en reïncarnatie)
11. Trots, arrogantie, hoogmoed
12. Afgoderij van studenten jegens de instructeur
13. Controle, anderen overheersen
14. Geweten is afgestompt voor zondebesef en de noodzaak van berouw
15. Zelfvoldaanheid, zelfvertrouwen
16. Geeft een valse identiteit, die in elk geval niet christelijk is
17. Zelfverdediging (en wat dan onze beschermengelen en onze autoriteit in de naam van Jezus?)
18. Misleiding (sommigen worden volgelingen van valse religies)
19. Seksuele verleidingen door aanraken
20. Resultaat van toegeven aan seksuele verleidingen: overspel, ontucht, gebroken huwelijken
21. Blokkade in geestelijke groei als christen
22. De geesten achter de vechtsporten zijn het contrast van ‘de vrucht van de Geest’.
23. Fysieke consequenties eisen hun tol in het lichaam (169, 170)
http://secretsbehindmartialarts.com/ https://www.youtube.com/watch?v=LQffQga7kuw http://freeindeedministries.org/
Het boek eindigt met een voorgesteld gebed om afstand te doen van de vechtsporten, maar ook om yoga en Transcendente Meditatie te belijden, herroepen, ermee te breken en machten te binden.
Dit zijn ernstige waarschuwingen. De auteur scheert alle vechtsporten over één kam en stelt dat zijn ervaring universeel is en niet persoonlijk.
Noten:
[1] https://nl.wikipedia.org/wiki/Vechtkunst
[2] Thomas Leeflang, “ BUDO” boek, Prisma, pp. 153, 154
[3] ‘martial’ betekent (oosterse) gevechtskunst. Martial arts can also be linked with religion and spirituality. Numerous systems are reputed to have been founded, disseminated, or practiced by monks or nuns. Throughout Asia, meditation may be incorporated as part of training. In those countries influenced by Hindu-Buddhist philosophy, the art itself may be used as an aid to attaining enlightenment. Japanese styles, when concerning non-physical qualities of the combat, are often strongly influenced by Mahayana Buddhist philosophy. Concepts like "empty mind" and "beginner's mind" are recurrent. Aikido, for instance, can have a strong philosophical belief of the flow of energy and peace fostering, as idealised by its founder Morihei Ueshiba. Traditional Korean martial arts place emphasis on the development of the practitioner's spiritual and philosophical development. A common theme in most Korean styles, such as taekkyeon and taekwondo, is the value of "inner peace" in a practitioner, which is stressed to be only achieved through individual meditation and training. The Koreans believe that the use of physical force is only justified through defense.Systema draws upon breathing and relaxation techniques, as well as elements of Russian Orthodox thought, to foster self-conscience and calmness, and to benefit the practitioner in different levels: the physical, the psychological and the spiritual. Some martial arts in various cultures can be performed in dance-like settings for various reasons, such as for evoking ferocity in preparation for battle or showing off skill in a more stylized manner. Many such martial arts incorporate music, especially strong percussive rhythms. (See also war dance.) https://en.wikipedia.org/wiki/Martial_arts
[3a] Klaas Vos, Judo is schaken met je lichaam, Nederlands Dagblad, 19-6-2021
[4] T. Leeflang, a.w., pp. 30, 33
[5] T. Leeflang, a.w., pp. 124, 125
[6] Steve Arneil (6e dan) en Bryan Dowler (3e dan) Het grote karate-boek (Helmond: uitgeverij Helmond, ?) pp. 6, 9, 10, 174
[7] Nederlandse Karate Kyokushinkai kort overzicht, editie 1990, p. 5
[8] Danny Soto, a.w., p. 15 Zie ook: https://stichting-promise.nl/categorieen/19-lichaamswerk-occultisme-en-genezing/710-tatoeage-rage
[9] T. Leeflang, a.w., p. 64
[10] Sabine Zurel, Tae Bo is levensfilosofie, les van goeroe Billy Blanks, Metro (?) 10-1-2000
[11] https://nl.wikipedia.org/wiki/Krav_maga
[12] Dominee in de kerk op de vuist met Arnold Vanderlijde en Boksende predikant wil beheersing van agressie, Trouw , 10-4-2000, pp. 1 en 14
[13] Boksende dominee biecht: ook ik ben echte hooligan, Trouw 13-4-2000
[14] Zie uitgebreid artikel Hersenschade is er, maar de sportbonden kijken weg, Bram Endedijk en Enzo van Steenbergen, NRCNext, 24 en 25 -10-2020 en
Enzo van Steenbergen, Toezichthouder vechtsport: verbied klappen tegen hoofd en Deze vechtsporten durven klappen op het hoofd te verbieden, NRC.Next, 18-11-2020
[15] Danny Soto, “Zijn vechtsporten uit den boze?” Het eerste christelijke boekje over vechtsporten (Haarlem: Interkerkelijk Christelijk Centrum Haarlem, 1999) p. 32 ICCH: Veenbergstraat 12, 2023 KJ Haarlem, tel./fax. 023-5255004
[16] Criminelen kloppen soms letterlijk bij de sportschool aan. Kickboksers en de onderwereld De kickbokssport is nauwelijks ‘schoon’ te houden, maar kinderen kunnen wel baat hebben bij de sport. en Als de trainer deugt, leert kickboksen kinderen discipline, Sheila Kamerman en Merel Thie, NRC Handelsblad 25-1-2013, p. 10, 11.
[17] N.a.v. een onderzoek van de Universiteit van Utrecht: http://www.sportsmedia.nl/bestuur-en-management/aanzien-en-overleven-in-een-sport-vol-passie/ Helft van criminele jeugd op vechtsport, NRC Handelsblad, 25-1-2013, p.1
[18] Mat.5:38, 39; Joh.18:22, 23
[19] 1Pet.5:8, 9
[20] Ef.6:10-12, 1Sam. 9, 10
[21] Rom.13:4
[22] Annelies Barth, Kan een christen een sportschool runnen? De principes van Wim van Doorn, Christen Vandaag, nov. 1998, pp. 12-14
[23] Luc.22:38
[24] Zach.4:6
[25] In zijn brief aan mij van 30-8-199 schrijft hij verder erbij: ’Als u deze zin letterlijk wilt overnemen in uw artikel, ben ik benieuwd of er in Nederland iemand is. Die persoon mag mijn adres hebben, want dan wil ik graag met hem daarover praten. Want ik wil absoluut niet pretenderen dat er voor mij niets te leren valt op dit gebied.’ W.J. van Doorn, Populierenlaan 3, 3911 GR Rhenen.
Zie ook: Gerrit-Jan van Heemst, Niet knielen voor de training, Nederlands Dagblad, 1-12-2020
[26] ‘Jiujitsu is goed voor meisjes’ (over Wim van Doorn) Visie 7-13 feb. 1999, ‘God had met mij een stappenplan’ (over Mans van Doorn) Visie, 25-31 juli 1999
[27] uit Samurai, vrij en onafhankelijk vechtsport(maand)blad, feb. 1979, p. 3
[28] www.cip.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=21647#reacties
Reacties:
* Gaaf! Ik kom ook uit Zeeland en heb gelukkig ook niet meer in huis dan de bruine band. Wat ik wel weet is; dat toen ik nog geen christen was ik aan vechtkunst deed en het verbonden was met een bepaald levenswijze. Helaas is die levenswijze vaak verbonden met een bepaalde demonische achtergrond!
Toverspreuken opzeggen om je te sterken. Mediteren en gedachten openstellen voor de "andere wereld". Een guru met krachten van genezing en tovenarij. Toen ik de Heer Jezus aannam als Heiland en verlosser was ik gebonden en waren er demonen die uit mij moesten gaan. Ze gingen, geprezen zij de Heer! Ik ben gaan werken in het leger en justitie en heb de vechtkunst daar op gepaste wijze moeten toepassen. Altijd in gebed met de Heer Jezus. Gelukkig redde Hij mij uit veel situaties waar inderdaad Matteüs 5 boven alles staat! Groetjes hoor. Gio van der Wielen, Vlissingen | 29-3-2011 12:49:23
* Klopt! dit heb ik ook meegemaakt, maar dan alweer 20 jaar geleden. Mijn zoon had veel nachtmerries en zat op karate al zo'n 1,5 jaar en toen werd ik Christen. De H.G. liet mij weten dat mijn zoon daarmee moest stoppen. Anderen vonden dit vreemd, maar ik wist het zeker er zat iets occults aan. Toen hij ermee stopte, stopte ook zijn nachtmerries. 8 jaar later kwam een boekje uit over ene karatekampioen Dhr. Soto en heeft het helemaal uitgeplozen waarom die oosterse vechtsporten niet goed zijn. Hij zelf is er ook mee gestopt maar had nog lang last van die boze geesten. Ik heb veel mensen er voor mogen waarschuwen maar de laatste tijd kom je veel Christenen tegen die de sport beoefenen en er niets van willen weten dat dit uit de boze is. asomim, Nieuwegein 29-3-2011 11:47:36
[29] Danny Soto, a.w., pp. 19, 20, 29
[30] Danny Soto, a.w., p. 35
[31] Frans Bruijns & Ron Houtzager, AAAAAAAAAAAAAAAAAGH!, Herstel, maart 1986, p. 10, overgenomen van Evangelisch Centrum ‘De kandelaar’ te Rotterdam.
[32] ‘De Judobond begint nu verplicht te stellen tijdens de grote toernooien om te groeten voor de judomat, dat is voor ons onacceptabel!’ Citaat uit brief van W.J. van Doorn van 30-8-1999
[33] Joost Verduijn, Bevrijdingspastoraat hulpverlening aan mensen die door demonen gebonden zijn (Hoornaar: Gideon, 1999) p. 80
[34] Danny Soto, a.w., p. 38
[35] Mat. 8:28-34, Marc. 5:1-20, Luc. 8:26-39
Niets uit deze brochure mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur/vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.